I
1
I
il
Herbeplanting
van Flakkee
HE
p;si
IETS OVER DE VISSERIJ
20) VAN
MIDDELHARNIS
door H. DE KORTE Johsz.
•n
Bladz. 2
„ETLANDEN-NIBUWS"
Woensdag 29 October 1947
il llliii J
A^RVOIXl GEMEXINTERAAD
OUDE TONGE
Hij zag er een waarborg in voor vlugge
re afdoening van zaken.
De Voora. zeide ook door zijn eèd te
worden geleid, evenals dhr. Hartman,
doch was van mening dat door samen
voeging de sociale taak beter uitgevoerd
kon worden. Het oog moet in deze' op
de toekomst gericht zijn. Spr. betreurde
iiet dat de elecitrificatie nog niet tot
stand was gekomen en wees er' op dat
deze eerst Verwezenlijkt kon worden als
de Provincie een belangrgk bedrag in de
Btichtingskósten betaalt. Wtj hefbben
daarmee rekening te houden. Ged. Sta
ten staan in zijn geheel achter dit voor
stel en hebben dit niet uit sportiviteit
naar voren gebracht. Spr. meende dat
door samenvoeging van Oude en Nieuwe
Tonge een krachtiger gemeenschap
wordt gevormd en de zelfwerkzaamheid
toch zal kunnen Wijven bestaan, wat de
decentralisatiegedachte niet in de weg
staat. Spr. wees er op, dat nooit iemand
aanmerking heeft gemaakt ook thans
de tegenstanders niet dat Achthuizen
bij O'Plaat behoort.
De Voorz. bracht daarna eerst de
grenscorrecties ter sprake. Een stuk vEin
60 HA bij „de Bleekert" waar meren
deels m.ensen wonen die op Stad aan 't
Haringvliet zijn georiënteerd zou aan die
gemeenten moeten worden afgestaan.
De Kranendijk, ter grootte van 465 HA
zou bij Oude Tonge komen, zomede een
stuk bij de Tille ter grootte van 25 HA.
Verder zou een stuk van 480 HA (een
'gedeelte van de Langeweg tot aan de
„Rode Haan',,) dat op Nieuwe Tonge ge
oriënteerd is, aan die gemeenten over.
gaan.
Tenslotte zou een stuk van 40 HA in
de buurt van de Hoek van St. Jacob
van Oude Tonge aan Nieuwe Tonge over
gaan.
Mocht de samenvoeging niet doorgaan
dan konden aUe raadsleden zich in (be
ginsel met deze grenscorrecties vereni
gen.
De Voorz. bracht daarna het voorstel
der samenvoeging in stemming. De he
ren Hartman en Fase stemden tegen;
de andere raadsleden voor..
Dan sluiting.
KONINKLIJKE GIFT VOOR DE
N.I.W.I.N.
De Koningin heeft een gift van f 20.000
ter beschikking gesteld van de N.T.W.I.N
voor haar Kerstpakketten-actie. Boven
dien schonk de Koningin een gift van
f 50.000 voor de hospitaalzorg in Indië.
1. Einkele gegevens van uit een ver
slag over de beplanting van de 'Wierin-
germeer. Dergelijke beplantingsplannen
worden ook voor de NoordJOostpolder
uitgewerkt. Dit wordt speciaal ter over
peinzing aatilbevolen aan hen die menen,
<3at beplanting op een modern, volgens
alle eisen van praktijk zowel als van we
tenschap ingericht bedrijf niet gewenst
'ZOU zgn.
In het algemeen wordt aan de 'West
en Noordzijde van het erf een singel
aangelegd van tenminste 4 4 5 meter
'breedte. Langs de Oostzijde kan met een
geringe breedte worden volstaan, nl. 3
meter terwijl de Zuidzijde een lichte of
geen singelbeplanting krijgt.
Ko dit enigszins mogelijk is wordt aan
de Zuidzijde van het erf een boomgaard
en een moestuin omplant, terwijl bij de
woning nog enkele alleenstaande bomen
komen. Bij de landbouwbedrijven
wordt dan meestal nog door een beplan
ting een afscheiding gemaakt tussen
voor en achtererf, hetzij door de aan
leg van een singel dwars over het erf
dan wel door het planten van een op
rijlaan van het hek naar het achtererf.
Is er een afzonderlijke kapschuur of
paarden'box aanwezig, dan wordt deze
gewoonlijk door een singel omgeven.
Ook in de Wieringermeer sluit de weg
beplanting zich aan bij de erfbeplanting
hetgeen'beide ten goede komt. De beide
gebieden zijn temeer te vergelijken, om
dat Flakkee wat windsterkte betreft in
dezelfde zone ligt als de Wieringermeer.
2. Technische wenken voor het plan
ten, gegeven door den dienst van Staats,
bosbeheer.
a. De 'grondbewerkiiig. Pas bij den
aanleg van beplantingen zo mogelijk een
volle grondfcewerking tóe. Een. bewer
king van de gehele oppervlakte geeft
betere resultaten, dan een bewerking,
die strooksgewijze geschied en deze laat
ste verdient de voorkeur 'boven het ma
ken van afzonderlijke plantgaten. Het
maken van plantgaten is alleen in open
gronden zonder bankvorming Op zijn
plaats. Houdt rekening met de plaatse
lijke toestand van de grond. Soms is een
bewerking tot 50 a 60 cm voldoende;
een ander maal zal deze tot op grotere
diepte moeten worden uitgevoerd.
Treedt bankvonning op, dan moet voor
het verkrijgen van een bevredigende
groei worden overgegaan tot het breken
der vaste lagen. Is bij wegbeplantrng
een volle grondbewerking te bezwaa;rlijk,
dan moeten ruime plantgaten worden ge
graven (11%' meter in het ■vierkant,
diepte 60—80 cm.)
b. Plantmateriaal. Schenk aandacht
aan soort en herkomst van uw plant
goed. Zorg voor krachtig ontwikkeld
plantmateriaal met een goed wortelge-
atel. Pro'beer niet te bezuinigen door op
slag uit bestEiande beplantingen te ge
bruiken. Alleen goed gekweekt plant
soen ontwikkelt zich bevredigend. Ge
bruik voor laan- en wegbeplanting goed
bewortelde, niet te oude heesters met
rechte stam. iPlant populieren en ■wilgen
zo mogelijk als bewortelde heesters. Dit
verdient de voorkeur boven onbewortel-
de poten.
c. Vervoer en tnbudlen. Tgdens het
vervoer moeten de wortels worden be
schermd tegen uitdroging en bevriezing.
Vervoer geen plantmateriaal wanneer er
kans bestaat op het invallen van vorst.
Zorg, dat het plantgoed bij aankomst on
middellijk wordt ingekuild. Houdt in het
oog dat het gaat om levend materiaal.
d. Het planten. Het uitplanten van
jong plantsoen kan van November tot
eind Maart bij open weer steeds geschie
den; wel verdient aanplant in het najaar
de voorkeur, aangezien in dat geval de
beplantingen minder te lijden hebben
van de in het voorjaar vaak optreden
droge periode. Wacht met het toedienen
van water in het voorjaar niet tot de
jonge bomen uiterlijk reeds tekenen van
verdroging vertonen. Gebruik bij wegbe
plantingen of bij het planten van afzon
derlijke bomen stevige boompalen. Zorg
ervoor, dat de paal vaststaat, door hem.
tenminste 20 cm. in de onbewerkte on
dergrond te slaan. Plaats eerst de paal
en pas daarna de boom. Voorkom be
schadiging door vee en breng daartoe
zo nodig een stevige bescherming om de
beplanting aan. Het is gewenst goede
boombanden of -houders te gebruiken, en
zorg ervoor te dragen, dat geen wonden
ontstaan door schuren of knellen. Zet
boom en paai dicht bijeen. Let bij het
planten erop, dat de ruimte tussen de
wortels goed wordt aangevuld. Bij het
dichten van de plantgaten moet de
grond gelijkmatig worden aangestampt.
e. Het onderhoudien. Het is nodig, bij
de aanleg van wegbeplantingen, de niet
aangeslagen exemplaren, de eerste jaren
na het planten te vervangen. Onkruid
belemmert de groei van jonge beplan
tingen. Houdt daarom de eerste jaren
mét het planten de grond schoon. Ga
geregeld na, of de 'bomen niet tegen de
steunpalen schuren, dan wel op andere
wijze door de palen of banden worden
beschadigd of in hun groei belemmerd.!
Wacht daarmede niet, totdat het euvel 1
moeilijk meer te verhelpen valt. Hebben!
de palen scherpe randen, vlak deze dajil
in ieder geval tijdig aan de zijde van del
boom af. Bij jonge bomen dient aanl
het snoeien de uiterste zorg té worden I
besteed. Vooral dubbele koppen beho-l
ren tijdig te worden verwijderd. Vergeet'
niet, dat goed snoeien een belangrijke'
invloed heeft op de qualiteit van het la
ter te verkrijgen werkhout; het snoeien
nioet echter deskundig geschieden vaiuÈ
daar de stelregel: in het geheel nieti
snoeien is beter dan slecht snoeien. Ten.*
slotte nog een opmerking; sla geen spij.jJS
kers en krammen in levende bomen; be-|^
vestig draad en gaas voor afrasteringl
aan afzonderlijke wegwijzers of iets vanl
dien aard. Het misstaat en bovendien!
gaat de waarde van het hout erdoor 1
achteruit.
Landbouwers van Flakkee; wij reke-l
nen er op dat gij het afgestorven enl
geroofde hout rondom uwe woningen [?1
door nieuwe aanplant vervangt, stel niet! -J
uit, doet het dit najaar, NU!1
DISTBIBUTIENIEUWS
Schcuenenbonnen van nieuw model.
Het C.D.K. deelt mede, dat, met in
gang van 1 November schoenenbonnen
van nieuw model in gebruik zullen ■wor
den genomen. Op deze bonnen komt de
aanduiding de letter C, gevolgd door een
andere letter in de linker-^bovenhoek. De
schoenenbonnen, in de linker-bovenhoek
waarvan één der letters A t.m. H of AA[
t.m. AH voorkomen, zijn na 15 Novem-j
ber niet meer geldig. De aldus gemerkte
'bonnen zijn uitgereikt vóór 1 Maart '47,,
'De .bonnen, gemerkt met BA t.m. BH,
alsmede de van 1 November af uit te rei-I
ken bomen, gemerkt met CA t.m. CHj
blijven tot nader order geldig.
------O------
NEDEKLATifDSB BOEKEN NAAE
AUSTBAUë.
De tussen Nederland en Australië ge.[
sloten overeenkomst, krachtens wellte|
per maand 50 Nederlandse boeren zulleil
kunnen immigreren zal naar door amb-l
tenaren van het Australische immigratiel
departement veivsracht wordt, in Januaril
1948 tot een begin van uitvoering geraj
ken.
Op slag gedood werd de heer A. ll|.
D. uit Hengelo toen hij bij het overste!
ken van de straatweg HengeloJEnsoliedét
door een auto werd gegrepen. I
Eindelijk roept de bakker met blijd
schap in zijn stem „nog dortien linen
uut", en het inhalen der laatste bak want
begint. Aan deze bak vangen ze nog
achttien kabeljauwen, dus ze hebben de
ze dag een goede vangst. De „enterton-
ne" wordt aan boord gehaald, en de
laatste „dregge" uit de grond getrokken,
waarmede de beug weder aan „an
boord" is. De „sniejer" is nog „hard" in
de weer, en de baes nog druk „an het
zouten."
Allen zijn in goede' stemming, want
het meeste werk voor „vandaege" is
„achter de rik.'. Als de baes de laatste
kabeljauw „in de tonne" legt, staan er
zes tonnen zo hoog mogelijk opgezouten
op het achterdek, met twee kantjes
,,lingen" en voorop drie tonnen schel
vis, benevens de kibbels en de lippen
en kelen.
De stagfok wordt nu opgezet, en de
Meeuw ligt weer te steken: Als het dek
is opgeruimd en schoongemaakt, vraagt
de kok aan de baes of hij op kan schep
pen, en als deze antwoord „jae" komen
de aardappels en de vis aan het dek,
waar ze wordt gedeeld. De „laeshou-
wers" haken nu de „zoolaenen" aan de
kachel, en gaaji daarop zitten, met een
been aan iedere kant. Die hebben dus de
beste plaats. Ze "hebben allemaal honger
wat te begrijpen is, na zes uren hard
werken, vooral de „haelders',.
Als het middagniaal gedaan is, wordt
de vloer door de kleine jongens aange
veegd, en door de grote gedweild met
twee lange stokdv/eilen. Men ziet ook
de Hollandse zindelijkheid, wordt ook
aan boord niet vergeten.
Het is ongeveer één uur geworden. De
'baes gaat naar achter voor een kort
middagslaapje en geeft de jongens last
drie uur „overal" te roepen.
De matrozen en de twee grote jongens
gaan nu ook naar de kooi en de drie
kleinsten krijgen nu de wacht. De „kof-
fiekoker" moet nu de levers in de ton
steken, en de ,,ketellapper" de „zwem-
balk" te drogen leggen waar daar maar
plaats voor is. Ook moeten zij op den
,,droep" (vistuig om makreel te van
gen) pELSsen en die nu en dan eens op
halen. Men ziet, de kleine jongens had
den niet het zwaarste, maar wel het
meeste werk. Niemand stoot zich daar
aan, want al de anderen zijn ook „joon"
geweest en hebben het ook zo 'gehad, en
de oude „zeden" blijven bestaan.
De koffiekoker moet ook zorgen, dat
er voor de kok kolen in de kolenbak
zijn. Deze liggen in de „koolpiek" on
der de vloer van de vrongele. Men kan
begrijpen hoe zwart dit jongetje er
soms uitziet. Als zijn v^der of zeevader
het eindelijk te erg vindt, haalt hij af en
toe eens een natte want over zijn ge
zicht en „klaar is Kees." Meestal komen
er van onder de laag vuil, een paar blo
zende ,,koonen" voor de dag, want ziek
te komt zelden voor, door het gezonde
„zeeleven."
De bakker die ook voor een bak want
te zorgen heeft, zet deze in het „aes",
d.w.z. voorziet iedere hoek van een stuk
je aas, en schiet het want zo klaar mo
gelijk op in een „lege bak." Het is nu
drie uur geworden, en de jongens roepen
naar omlaag: „Overal in aeze." De ma
trozen komen nu aan het dek om de
beug „af te aézen", wat in ongeveer een
uur gedaan is. Er wordt nu koffie of
thee gezet en brood gegeten. De kok
zet nu de seuter op. Seuter is een soep
gekookt van verse kabeljauwkoppen
met, als men deze had, en heilbotskop
er bij. Als ze gaar waren, werden de gra
ten er uit gezocht, en dan verder opge.
stoofd. Nu, deze soep smaakte heerlijk,
en ik zou er mij nog wel eens graag op
vergasten als het mogelijk was.
De jongens zetten nu het geaasde
want aan stuurboord achter de boot weg
en eindelijk is nu het werk klaar.
Na de baes gevraagd te hebben, roept
de kok „opgeschept" en de laatste maal
tijd van deze dag wordt genuttigd. Na
dat de vloer is aangeveegd wachten al
len op de baes. Er is nu meer wind ge
komen en het ouderlijk van de stagfok,
slaat met kleine korte rukjes heen en
weer. De baes begint nu met plechtige
stem het gewone avond-gebed voor te
lezen
O heilige, o rechtvaardige en g'oede en
goeddoende God! Hadden wij nu recht
dankbare harten, om Uwen groten naam
te loven. Daar Gij ons nu dezen dag zo
goedertieren hebt bewaard in het mid
den der grote wateren. WÖ moeten het
voor uw aangezicht met schaamte belij
den, dat wij arme zondige mensen, de
zen dag menigmaal tegen u hebben over
treden en rechtvaardige reden gegeven,;'.fji,
om Uwe hand van ons af te trekken, cx;J^
ons uwe heilzame bewaring te weigereii's|?j;j
O Heere! hoe kunt gij aan ons zo te'^»:
goede gedenken, en ons zondaren, *m^
U zo menig maal vergeten, nog zo Wï'p^
ven weldoen? Ach! dat dit eens rechtop;
ons hart kwam, en dat uwen Geest ons
zo ''overtuigde van zonde, dat het ons|
van harte leed werd, dat wij zo gezet-
digd hadden, en dat wij genade haddeifi|
die te kunnen haten en vlieden. Heere,;;5!;
Heere God, doe ons toch niet naar onzth
zonden; vergeldt ons toch niet naar on
ze overtredingen, maar vergeef ze oii'f»!|
om de bloedige verdienste en volmaaiHjM
gerechtigheid van Uw Zoon Jezus Chris|g|
tus.
Wij begeven ons nu te samen onder
schaduw Uwer vleugelen; o Heere
waar ons, voor al wat ons schip, wat
ze lichamen, aller meest wat oB^EfS.
zielen zou kunnen beschadigen, bevrijipsi'
ons voor stormen en orkanen, gevaarlijK
klippen of droogten en voor alle kwaal
Wees Gij in de duisternis ons licht, W:
waar ook de onzen, die wij te huis g*|
ten hebben. Laat ons onze reis geluklii-
in vrede en in Uwe vreze voltrekken, e-I
ter zijner tijd behouden tot de onzen W''j
derkeren. Doe ons na een matige en
ruste slaap, het daglicht in gezondli*
weder aanschouwen, en dan met vef
nieuwde krachten ons werk verriclit*
en Uwen naam loven om Christus
Amen.
(Wordt vervolgt
De 31 O
boorte dat|
Groot is d'
wikkeling
mogen wij
Maar de ge
gaan, blink
van ied're
ervan. W:
oude, uit V,
nen ons oo
torie. Wij ■v
en te werk.
dat roept c
geleden ook
Ecclesia
i formerende
wij zijn.
Wij zijn
Luther als
Maar, verst
deze reform
■wij, in gehO'
voor de wa
■wij ons har
lijk leven, h
schappelijk
hebben te
Gods Woor
menigte hel
heid naar c
bestaande e
bouwde niel
aankomt op
■waarheid, S'
we alléén he
ting van he'
zelf hebben
lijdelijk van
als wij misst
hand aan
Luther heeft
■Wel voor Zij:
in het gebo
komst; maa
en daarom
Christus Zij]
<3e hel vrij
■wij ons levep
niet lief moj
held Gods.
sagen, al sto'
Wij vinden;
zeide: „Ik
er zo veel
daken." Maai
gezicht, en o
:<lachte aaii
lï!É=_
J