EILANDEN-NIEUWS Uit het Kijkvenst er BEVESTIGING en INTREDE D@ nieuwe Bosisien 2e blad Zaterdag 18 October 1947 No. 1663 Flakkeese Gemeenschap van te Herkingen. De i^otestads problemen Het g val Zuidplein in Rotterdam De opheffing' aldaar. De grote stad heeft haar eigen pro blemen. De verzameling van mensen, lo pend in de honderd-duizenden maakt hen meer los van elkander en biedt ook ge legenheid om, door geen mening van buur of kennis geremd, tot lager peü af te dalen. En zo is men er in de steden steeds op uit te zorgen, dat de morele achteruitgang niet al te grove vormen aanneemt, dat niemand door gebrek aan hulp omkomt, ja, er is een sterker wor dende neiging om de wegzinkenden weer op te halen en een plaats in het maat schappelijk leven terug te geven. Nu ligt hier voor kerk en particuliere vereniging allereerst een taak. Het werk is echter in onza wereldsteden zo groot, zo zwa.ar, dat de krachten tekort schieten, nog afgedacht van wat er aan geld medege- moeid is: Men heeft eenvoudig niet al de personen die zich geheel aan het op- heffingswerk kunnen wijden, dit vraagt heel de mens op, en wie is er geestelijk en licliamelijk toe in staat? Wat denkt U van 20.000 gesteunde gezinnen van Sociale Zaken? Vandaar dan ook dat de Overheid haar diensten inschakelt om in samenwerking met de verschillende geestelijke stromin. gen de asociale gezinnen weer wat op de been te helpen. Rotterdam worstelt ook met dit pro bleem. Men was vroeger van mening ja, sommigen denken hét nog dat ar moede én verval voortspruit uit gebrek aan geld. Dus heeft men alle steun ver ruimd en de werkmethoden verbeterd, resultaatwe worden overstelpt door de verwaarloosde gezinnen. Hier is be halve geld dus een woord en voorbeeld nodig, pfecies wat uit de Schriften ook klinkt: de mens zal bij brood alleen niet leven. Had men er maar eerder naar geluis terd. Thans is er f 500.000.door de gemeenteraad uitgetrokken om orde te scheppen in de buurt aan het Zuidplejn te Rotterdam. Daar waren enige straten met kleine woningen, gebouwd voor de door het bombardement getroffenen. Na de bevrijding bleek menig huisje leeg en ontdaan te zijn van alles wat hout was. Niets dan de muren meer over. De ge zinnen zelve ook van alles beroofd, al wat brandbaar is verstookt, tot meube len en badden toe. Men heeft er veel van de honger geleden en ja, dan zinkt alles in. We eten als we honger hebben, we ruimen geen tafel meer af, we slapen wanneer we slaap hebben, kortom, alle regel is er uitgebannen. De man en va der trekt sinds jaren steun, is ook niet meer van plan te gaan werken. De jon gens handelen in bonnen, de meisjes hangen wat rond zonder iets te doen. Zo zakt men 'naar steeds dieper punt. Reinheid en orde zijn er verdwenen, krachtsinspanning is er vreemd, men lacht er om! De huizen worden nu door de gemeen te weer compleet gemaakt, herbouwd is beter woord. Dan zal de directeur van Soc. Zaken de gezinnen weer aan wat meubeltjes helpen, kosten zowat f 1500- per gezin. Daarbij wordt er een badhuis, leeszaal, kleuterzaaltje ingericht en wordt de jeugd des avonds nuttig bezig gehouden, om zo ook weer op de ouders in te werken. De weldadige instellingen dosn er aan mede; de gemeente kost het een half millioen, de instellingen zouden f 60.000.moeten geven, maar dat heb. ben zij nog niet gedaan. Als het nu maar helpt, dan werpt-dit geld rente af, bovenal door meer levens- ,^ILANDEN-NIEUWS" is hpt meest gelezen Blad in dit rayon. geluk voor al deze families. Het zijn toch allen mensen, mens als u en ik. Dus is men in Rotterdam met een nieuwe les begonnen. Veel steun is niet genoeg. Neen, dat is nu gebleken! Men moet die lieden eens verzamelen om het Woord Gods en ze leren daarnaar hun leven in te richten. Dan wordt de luiheid en onreinheid, ja aUe kwaad be straft, dan worden de zielen onderwezen. En dan zal een ieder werkende zijn brood eten. Er zijn nu moeite noch kosten gespaard om de Zuidpleinbuurt weer op te helpen. Daarvoor is ook jeugdwerk in gelast. Men hale eohter de jeugd niet el ke avond van huis; de jeugd moet leren zich in eigen huis des avonds nuttig be zig te houden. Laten wij niet het besef kweken, dat de jeugd steeds door an deren moet bijgestaan en bezig gehouden worden. Zij zal „gewoon" moeten zijn,, zichzelf vermaken en eigen verantwoor delijkheid zover dat dan met een kind strekt moeten gevoelen. Anders wor den de jongelui dreinerig. Precies wat moeder in huis met de kleintjes heeft: zij moeten maar izelf spelen en niet heel de~dag op de arm gedragen worden. En dan de groten. Als. zij niet willen medewerken, als zij tegenwerken, dan dienen zij een heropvoeding in een kamp te ondergaan. Daar wqpdt reeds aan. ge werkt. Het is toch al te bezwaarlijk, dat een stad als Kotterdam voor f 36 mil lioen gulden onderstaand per jaar uit reikt, en toch niaar grondslagen voor nieuwe armoede zouden blgven bestaan. De maatschappij is krank en de inedicij- nen zijn duur. WA-ARNEMBR. voor het tijdvak van 19 October t.m. 1 November 1947. Elk der volgende bomden geeft recht op het kopen van.: Bonkaarten KA, KB, KC 711 (Sïrie P) P05 Diversen 750 gram suiker, boter- hamstrooisel enz. of 1500 gram jam, stroop enz. of 750 gram versnaperingen POG Diversen 250 gram Waspoeder Bonkaarten KD, KE 711 (Serie P) PIS, P14 Diversen 250 gram suiker, boterhanistrooisel enz. of 500 gram jam, stroop enz. of 250 gram versnaperingen P15 Diversen 250 gram waspoeder P16 Kcserve 500 gram bloem of zeif- rijzend .bakmeel of kuidermeel (alle soorten) of kinderbiscuits P17 Keserve 250 gram waspoeder Bonkaarten MA, MD, MH (bijz. arbeid, a.s. moeders en zieken) (Serie P) EZl Siui!5:or-250 gram suiker, boter- hamstrooisel enz. of 500. gram jam, stroop enz., of 250 gram versnaperingen "Üabak- en Versnaperingenkaarten enz. QA, QB, QC 711 P01, P03 Tabak 1 rantsoen cigaret- ten of kerftabak F03 Tabak 3 rantsoenen cigaretten of kerftabalt p01 Versnap sringen 200 gram versna- peringeni of 200 gram suiker, boterham- strooisel enz. of- 400 gram jam, stroop enz. pOS Versnaperingten 100 gram versna^ peringen of 100 gram suiker, boterham- strooisel enz. of 200 gram jam, stroop enz. Bovengenoeimde bonnen kunnen reeds op Vrijdag 117 October worden gebruikt. De niet aangewezen bonnen van, serie N kunnen worden vernietigd, evenals de niet aangewezen bonnen van de serie M van de bonkaarten K 709 en de niet aan gewezen bonnen der oude Tabaks- en versnaperingenkaarten ,Q 707. In Opbouw «ran 3 October 1947 komt een artikel voor, dat als ondertitel draagt: ;,De Flakkeesche Gemeenscha'^) en de Samenvoeging der Gemeenten." In dit artikel wordt gesuggereerd, dat de Flakkeesche Gemeenschap bewust.of Onbewust een rol zou hebben gespeeld bij het ontstaan van de plannen tot sa menvoeging der gemeenten. De schrijver deelt mede, dat deze gedachte bij hem opgekomen is, omdat ons eiland de pri meur heeft van wat hij noemt een sta?tts- rechtelijke manipulatie. Het 'Bestuur van de Flakkeesche Ge meenschap stelt het' op prijs om hierbfl nadrukkelijk te verklaren, dat het nim mer op enigerlei 'wijze betrokken is ge weest bij de plannen tot samenvoeging der gemeenten. Dit vraagstuk is in de Flakkeesche Gemeenschap nooit aan de orde gesteld of besproken. Er kan voorts op gewezen worden, dat deze plannen reeds door Gedeputeerde Staten sedert 1944 werden voorbereid, terwijl de Flakkeesche Gemeenschap eerst in 1946 is gesticht. De vraag om een oordeel te geven óver deze «plannen tot samenvoeging werd door het College van Gedeputeerde Staten aan de ge meentebesturen voorgelegd. De Flakkeesche Gemeenschap kan zich dan ook in deze geen partij stellen. Zij ]33hartigt slechts de algennene belanden van ons eiland en mag zich niet begeven op het terrein der gemeentelijke aange legenheden. Het Bestuur is echter wel van mening, dat het een algemeen Flakkeesch be lang is, dat de bevolking over dit ■vraag stuk zo goed mogelijk wordt voorgelicht en de bespreking hierover op een hoog peil komt tg staan. In dit verband heeft het Bestuur een vergadering uitgeschre ven, waarin door twee inleiders Jiet voor en tégen zal worden belicht. Gezien de grote belangstelling, dis deze plannen tot samenvoeging ook elders in de lande getrokken hebben, ig het noodzakelijk, dat ons eiland, na grondige bestudering van de problemen, waarvoor het gesteld wordt, zijn uiteindelijke opvatting met goede argumenten weet te motiveren. Zijn tekstwoord was ,,De Heere xal het voor mij volein den\Jwe goedertierenheid Heere I i's in eeuwigheiden laat niet varen de werken Uwer handen." Ps. 138 8. Zondag j.l. werd te Herkingen Ds. L. A. Klootwijk in het predikambt beves tigd. Bevestigend predikant was Ds. Treure van WilSum. De dienst werd aangevangen met het zingen van Ps. 108 1 en 2. Na het voorlezen van de 10 geboden, liet Ds. zingen Ps. 142 2; bepaalde daarna de gemeente bij het schriftge deelte Ezechiël 33 1^11. Als tekst- woorden koos Ds. Jes. 3 10 en 11: „Zegt de rechtvaardige, dat het hem wel gaan zal; dat zij de vrucht hunner werken zullen eten. Wee de goddeloze, het zal hem kwalijk gaan: want de ver gelding zijner handen zal hem geschie den." Zich tot de gemeente richtend, memo reerde Ds. dat er deze dag in de gemeen te dankbaarheid moet zijn, want nog zo vele gemeenten in Nederland zijn vacant. Ds. Treure stond stil bij: a. De Zender zelve; b. De knecht van de Zender; c. De boodschap van de Zender. Jesaja zag twee wegen, de weg der rechtvaardigen en de weg der goddelö- zen. Israël moet onder het juk door, Je- ruzalem's tempel tot een verwoesting worden. En hoe zal het zijn met degenen, onder zijn volk, welke beven voor zijn toorn? Zal er voor hen ook geen ontkoming zijn? Ja, want God is ook barmhartig, want Hij zegt. Ik heb u in mijn beide handpalmen gegraveerd en uwe muren zijn steeds voor mij. Zal de wachter op de muren ook ons niet aanzeggen, dat daar is een eeuwig heil of een eeuwig verdriet? De profeet, gesteld zijnde voor Gods majesteit, moet tot zijn volk gaan spreken, moet gaan zeggen dat er uit de 'vuurbrand van Gods toom nog een volk zal verkoren vrorden. De prediker zal staan hier, als een uwer, om het woord uit te dragen. Jesa ja zal met een bloedend hart hebben gestag,n om het wee zijn eigen volk aan te zeggen, maar hij moet spreken, en dit zullen alle door God geroepen predi kers moeten doen. Jesaja is maar een nietig mensenkind, doch met een mach tige boodscha.p. Tot de rechtvaardigen mag hij aUeen' zeggen wat God hem oplegt; zo ook ge meente, zult gij 's Heeren dienaar moe ten aannenien. Jesaja mag bedeeld met het woord Gods spreken tot rechtvaar digen en onrpchtvaardig'en. Zijn ook hier rechtvaardigea te vinden? O, antwoordt niet te vlug. En toch zegt Gfod, ook tot rechtvaardigen moet ge spreken. Zijn ze er dan toch. Zeker niet als wij mensen de maatstaf aanleggen. Maar ze zijn er, want de Heere zal een arm en verdrukt volk overhouden. Met de rechtvaardige wordt niet be doeld, hij die altijd inaar netjes leeft; neen onder de rechtvaardigen zijn er als de knecht Job, de tollenaar, de Kananese vrouw, die als verachten en vervloekten zijn. Die zich in dit leven heeft leren zien als een onrechtvaardige, voor deze gans hulpeloze, zal Hij de redder zijn. Des te armer zij worden in zichzelf, des te rijker worden zij voor de hemel. Zijn er ook hier van die rechtvaardigen iDe rechtvaardige zal door het geloof le ven; zij zullen eenmaal de vruchten vin den na hun tranen en smekingen. Goddelozten vinden we ook onder de kerkmensen en de prediker moet spre ken, dat er een eeuwig wee voor hen zal zijn. Er zfln verschillende goddelozen. Er zijn predikers die Gods woord uitdra gen, maar die de zegen, niet verstaan. Denk aan een Biliam. Er zijn goddelozen. onder de kerkgangers, die maar leven en vertrouwen, dat^ God het wel zal maken. Maar zij missen bij de komst des bruidegoms de olie en zullen buiten staan. Het zal hen kwalijk gaan. Er zijn twee wegen: Op de ene weg een arm volk, tot hinken en zinken elk ogenblik gereed, maar het mag zuchten in zichzelf. Hij zal zeggen: „Ik zal u be hoeden." Op de andere weg het vrolijke chris tendom met een vaandel in de hand, zeg gende: „God is liefde", maar zij zullen het gericht aanhoren met knikkende knieën en verstaan: „Ik heb u niet ge kend". CoUega en gemeente, ga de eerste weg; de Heere spreekt: Ik heb lust in de be kering des goddelozen. Prediker, gij moogt aanzeggen dat er nog ontferming is, wanneer ge deze boodschap Gods niet brengt, uw bloed zal van. hun hand geëist worden. Daarna liet Ds. zingen het 3e vers van Ps. 106. Na voorlezing van het bevestigings formulier, sprak de bevestiger enige woorden tot zijn collega: „Het mocht niet izo zijn dat de leraar die gij zovele jaren hebt gekend, u zou bevestigen; de Heere nam hem weg. Zware jaren heb ben wij doorgemaakt, met ons drieën, een weg die de mens ten kwade, maar God voor ons ten goade heeft gedacht. Laten wij terugdenken aan die tijd dat wij elkaar elke dag nog weer konden feliciteren dat we nog leefden. (Ds. Klootwijk, Ds. Treure en Ds. Ma ckenzie brachten een tweetal jaren in een Duits concentratiekamp door.) Zie vervolg pag. 2 Ie kolom

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1947 | | pagina 5