Prinses-"Regentes
Het Koninklijk bezoek op 27 October
Buitenland
se
MEDITATIE
NIET LEDIG TERUG.
Zondagsdiensten Artsen.
EIIATID
HIEUVS
Bureau; Prins Hendrikstraat 122 o
Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930
Postbox 8. Telefoon DruWierij 19
CHR. WEEKBLAD OP GEKEFUkMEEKUEIN GRONDSLAG
voor de ZUID-HOLLANDSCHE en ZEEIJWSCHE EILANDEN
ZATERDAG 18 OCTOBER 1047 20e JAARGANG No. 1663
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaaJ
Advertentleprirjs 12 et. p. mil Imeter
Bij contract speciaal tarief
Wfl kunnen het oris haast niet meer in
denken, nu het grfls onze geliefde Ko
ningin Wilhelmina tooit, hoe haar als
achttienjarig meisje de zware taak op
de schouders gelegd werd, die zij nu
bijna een halve eeuw onafgebroken heeft
vervuld. Slechts de ouderen hebben deze
periode van negenenveertig jaren hewust
meegeleefd. Het is of het niet anders
kon. Iets dat bestendig is, schijnt ons
zo gewoon. Wij aanvaarden het licht
zonder critiek, maar ook zonder waar
dering.
't Is waar, de donkere bezettingsjaren
hebben ons even wakker gemaakt. Toen
werden'wij het ons even bewust, dat het
ook é.nders kon zijn. Diep sneed de te
leurstelling in ons hart bij het vernemen,
dat onzs Koningin was uitgeweken.
Moeilijk was het voor menigeen om dit
te billijken. Immers, wij bleven achter;
achter in grote moeite. Wij zagen haar
gaan, van wie wij niet dachten ooit ge
scheiden te zullen worden. De werkelijk
heid van wat immers onafwendbaar toch
eens komen rr.oet. Maar zó, daaraan was
toch nimmer gedacht.
Zo diep doorgrievend, en zo moeilijk
voor ons te begrijpen, haar uitwijken
naar het gastvrije Engeland was, zo ver
heugend en het hart met dankbaarheid
vervullend was voor ons haar terugkeer
in 1945. Toen de banden van ons juk
geslaakt werden en het „wreed geweld
moest zwichten", en Koningin Wilhel
mina weer Neerlands bodem betrad.
Deze smartende ea blijde dingen heb
ben ongetwijfeld bijgedragen om ons een
weinig meer tot ^en rechte waardering
te brengen van het zeldzaam voorrecht,
dat het God behaagd heeft, haar troon
nu bijna een halve eeuw te schragen.
Misschien zijn wij het ons niet helder
bewust, hoe in een tijd van zo veel wis
selingen en beroeringen het bestuiir van
onze Vorstin een stabiliserende factor in
ons staatkundig leven is geweest.
Het spreekwoord: Ontberen doet waar
deren, is ook hier waar gebleken. In de
donkere bezettingstijd is meer dan ooit
dp waardering gegroeid in veler harten.
Slechts een klein deel van ons volk zal
niet haar terugkeer hebben begeerd. En
wij aarzelen niet, dezulken uit te mon
steren uit de rij der goede vaderlanders.
Neen, van ons is geen byzantgnse
verheerlijking van onze Vorstin te wach
ten. Wij zijn ons bewust, hoe Gods hei-
hg Woord het zegt, dat ook zij, die ge
roepen worden als „goden" een plaats
onder de mensen in te nemen, als mensen
zullen sterven. Ook zijn er hij ons on
vervulde wensen, en heeft meer dan eens
droefheid ons hart bezet, bij het ervaren
van dingen, die niet waren overeenkom
stig Gods Woord. Maar wij kunnen ons
niet boven die schuld stellen.
Twee wereldoorlogen vielen in deze pe
riode van bijna een halve eeuw. Hoe be
nard was de toestand van 19141918
toen Nederland als een oase temidden
van de woestijn der oorlogvoerende lan
den was gelegen, en tussen het oorlogs
geweld als beklemd was. Daarna, hoe
trachtten Troelstra en de zijnen naar
de macht te grijpen en de troon der
Oranjes weg te vagen. Merkwaardig dat
deze aanslag sproot in aansluiting met
de Duitse geest. Wat menig duister uur
is ook nadien over ons land gekomen.
Wat weinig werd acht geslagen op de
oordelen en op de zegeningen beide, die
over vorstenhuis en volk zijn gekomen.
En toen, dat vreselijke, dat wel komen
móest, waarvoor ons volk zich had rijp
gemaakt; de vertreding van onze lands
grenzen door dat volk, dat, als de Fi
listijnen weleer voor Israël, als een tucht
roede in de hand des Heeren voor ons
was.
„Alzo zal Mijn Woord, dat uit Mijn
mond uitgaat, ook zijn, het zal. niet
ledig tot Mij wederkeren."
(Jes. 55 11a.)
's-Heeren Woord is rijk aan beeld
spraak. Wij staan soms verbaasd over de
geweldige betekenis die ons met ziilk
een beeld wordt duidelijk gemaakt. Zo
ook in Jes. 55.
„Want gelijk de regen en de sneeuw
van de hemel nederdaalt, en derwaarts
niet weder keert, maar doorvochtigt de
aarde en maakt dat zij voortbrenge en
uitspruite en zaad geve de zaaier en
brood de eter; alzo zal Mijn Woord, dat
uit Mijn mond uitgaat ook zijn: het zal
niet ledig tot Mij wederkeren."
De regen en de sneeuw zijn de midde
len om de vruchthaarheid op aarde te
bevorderen. Zij worden door de Here ge
zonden en keren niet weder, zonder dat
gene verricht te hebben, waartoe God ze
had doen nederdalen. Ze doorvochtigen
de aarde en maken dat het gezaaide
niet verdroogt. De aarde heeft vocht en
vettigheid nodig, en die wordt haar me
degedeeld door de regen, die tot hare
voren daalt en haar week maakt, en de
sneeuw doet mede de vruchtbaarheid be
vorderen. Hoe verheugt de landman zich
er in de winter niet over wanneer een
dikke sneeuwlaag zijn akkers bedekt, dat
is voor het gewas zo bijzonder nuftig.
Wanneer God dfe regen en de sneeuw
inhoudt, dan wordt het aardrijk ge
scheurd, het koren verdort, 'de weilanden
verdorren en verbranden, de akkerman
treurt, het vee vermagert, mens.en dier
zucht omdat ze geen voedsel hebben.
Deze zomer heeft ons dat wel duide
lijk geleerd. Al had de landman tien
dubbel bemest, het zou hem niet gebaat
hebben, zonder regen_geen vruchtbaar
heid.
Maar doet Hij sneeuw en regen neder
dalen, dan druipen zijn voetstappen van
vetheid, de aarde wordt bevochtigd, het
gezaaide spruit uit, het komt tot rijp
heid, en geeft rijke vrucht, dertig,
zestig of soms honderdvoud, genoegzaam
om te eten, maar ook overschot om het
volgend jaar weer uit te zaaien.
Dat is de zegenende uitwerking van de
regen en sneeuw.
Met dit beeld wordt des Heeren Woord
uit Zijn mond uitgaande, mede vergele
ken. Want gelijk regen en sneeuw niet
wederkeren van de hemel, zonder nut en
en vrucht voortgebracht te hebben, alzo
zal ook 's Heeren Woord niet ledig tot
Hem wederkeren. Het zal doen hetgeen
Hem behaagt. En wat behaagt Hem?
Dat zondaren zich bekeren en leven!
Dat is het grote doel waartoe Hij Zijn
Woord uitzend. Hij zendt Zijn Woord uit
om ons wijs te maken tot zaligheid.
Dat geeft ons redenen tot nadenken.
Wij mogen zeker wel de vraag stellen:
„hebben wij al de goede vruchten van
dat Woord ontvangen?" Heeft het zaad
des Woords bij ons reeds wortel gescho
ten?
Dat Woord komt dagelijks tot ons, en
het zal niet ledig wederkeren.
Of houden wij ons hart, halsstarrig voor
dat Woord gesloten? Misschien wel da
gelijks aan tafel gelezen (ja toch zeker)
en Zondag aan Zondag opgaande onder
de prediking? En toch geen vrucht?
Zijt gij tevreden met een dorre dode
plichtmatigheid? Dan zal het in de dag
der dagen tegen U getuigen, en het oor
deel des te zwaarder zijn.
Dit mag ons wel dringen tot de bede:
„Leid mij in Uw Waarheid, leer mij!"
Maar naast die bede past ons dat
Woord te onderzoeken en doorzoeken,
wie weet, mocht het nog eens wortel
schieten beneden waarts en opwaarts
vruchten voortbrengen. Zijn uitgaand
Woord zal voorspoedig zijn, in hetgeen
waartoe Hij het zend!
P. D. D. K.
Zouden al deze dingen het leven van
onze Koningin onberoerd hébben gela
ten?
En nu heeft de last der jaren, en ook
het dragen zo lange tijd van de last des
volks, onze Vorstin genoopt tijdelijk rust
te zoeken, welke in aJ dis jaren niet kon
genoten worden. Tijdelijk heeft zij de
scepter toe moeten vertrouwen aan onze
Prinses Juliana. Deze is thans, voorlopig
voor de tijd van 7 weken, Prinses-Re
gentes.
Wij hopen, dat het voorlopig bij die
zeven weken mag blijven; dat onze Vor
stin nieuwe krachten zal bekomen om,
onder Gods zegen, haar bewind persoon
lijk weer te mogen voortzetten. Wij zien
de taak van onze 'Prinses-Regentes min
der zwaar, omdat wij weten, dat zij ook
in deze spanne tijds de raad van haar
Moeder niet behoeft te ontberen. Ander
zijds zijn wij ons bewust, dat de tijden
zeer donker zijn, over het Koninkrijk
der Nederlanden. Het zijn de gerichten
Gods, die ook openbaar komen in het
gebrek van wijsheid van hen, die ge
roepen worden tot het bestuur des land.
Dat wij overgeven zijn het revolutionair
sentiment van socialisten in bond met
(Rome. Buitengewoon zwaar is de taak
van de constitutionele vorst onder deze
omstandigheden. God geve onze Prinses-
Regentes wijsheid en kracht, maar bo
venal een ootmoedig buigen, voor Gods
troon, bij de vervulling van haartaak,
die nu tijdelijk (naar de mens gesproken,
straks blijvend) op haar schouders rus
ten zal.
ZONDAG 19 OCTOBER
MlddeUiamis-SommelsdJük. Afwezig de
artsen Tj. Kuipers S'dijk en C. F. Arends
te Middelhamis. Voor spoedgevallen: A.
Kievit, arts, Middelhamis, Tel. 90.
Dirksland-Melissant-Herkingen. Afwezig
de arts B. Elvé te Dirksland. Voor spoed
gevallen Dr. P. Boot, arts Dirksland,
Tel. 127 en G. Huisman te Melissant
Tel. 2516.
Oost-Flakkee: Afwezig de artsen P.
Bouman te Stad; C. W. Kramers te
Ooltgensplaat; P. J. de Man te Nieuwe
Tonge. Voor spoedgevallen de artsen G.
J. Buth den Bonunel Tel. 6 en P. C. J.
Voogd te Oude Tonge Tel. 59.
In verband met het officieel bezoek
van Prinses Juliana die inmiddels
Regentes is geworden en Prins
Bernhard aan ons eiland kan thans wor
den medegedeeld, dat er een grote kans
bestaat, dat alle Flakkeese gemeenten
door de Koninklijke gasten zullen worden
bezocht. I
Overwogen wordt om ergens op het
eiland een contact-punt met de voorma
lige illegaliteit te scheppen.
Ook zal er belangstelling zijn voor het
groot-landbouwbedrijf met de daaraan
verbonden mechanisatie, terwijl het klein
bedrijf niet zal worden overgeslagen en
het vervoer van landbouwproducten vroe
ger en nu zal worden gedemonstreerd.
Het is alleszins begrijpelijk, dat de Ko
ninklijke gasten zo mogelijk ook hun
Etandacht zullen schenken aan het zie
kenhuis te Dirksland.
Zoals wij reeds in een onzer vorige
nummers-meedeelden bedoelen onze Prin
ses-Regentes en Prins met dit bezoek
niet alleen hun medeleven met de Flak
keese bevolking te tonen, doch willen
Zij zich vooral op de hoogte stellen van
de oorlogsgevolgen op ons eiland en alles,
wat met herstel en wederopbouw verband
houdt.
Door de gezamenlijke Burgemeesters
van het eiland is een voorlopig program
ma opgesteld, dat aan de betrokken auto
riteiten zal worden voorgelegd.
In het numiner van a.s. week Vrijdag
hopen wij over dit programma bijzonder
heden aan onze lezers te kunnen mee
delen, terwijl ook in het a.s. Dinsdag-
nummer bij voorbaat op deze voor ons
eiland zo heugelijke gebeurtenis zal wor.
den teruggekomen.
Palestina.
Geheel tegen de verwachtingen in,
heeft Rusland zich deze week, in de ver
gadering der Veren. Naties, geschaard
aan de zijde van Amerika, inzake de
verdeling van Palestina.
Wel heeft het enkele opmerkingen over
onderdelen, die gewijzigd zouden moeten
worden, doch Rusland sluit zich aan bij
het meerderheidsrapport om van Pa
lestina een Joodse en een Arabische
staat te maken.
Dit is een zeer belangrijk besluit. De
gehele Arabische wereld is in rep en roer
en de 7 Arabische staten hebben reeds
een leger van 230.000, man op de been
gebracht, om Palestijns Arabië te hulp
te komen en haar rechten zo nodig met
het zwaard te verdedigen.
Daarom had men verwacht, dat Rus
land zich zou scharen achter de Ooster
se Staten of zich wat op de vlakte hou
den, teneinde het Palestijnse vraagstuk
wel moeilijker, maar niet gemakkelijker
te maken.
Syrië staat achter de Arabieren en
heeft een ernstig pleidooi gehouden te
gen de voorgestelde verdeling. Syrië zal
alleen een Arabisch bestuur aanvaarden;
zo ook Egypte.
Egypte bestrijdt met klenx, dat de
Veren. Naties het recht hebben om een
bepaald land te verdelen. Zij kunnen
grenswijzigingen voorstellen, maar op
leggen, daartoe hebben zij niet de be
voegdheid.
De Arabische delegaties overwegen,
deze zaak voor te leggen aan het In
ternationale Hof van Justitie.
Het Palestijnse vraagstuk is werkelijk
verre van gemakkelijk en Ruslands hou
ding deze week, bracht een zucht van
verlichting, omdat de kans, dat Pales
tina de oorzaak zou worden van een der
de wereldoorlog, heel wat geringer ge
worden is.
Definitief ig het besluit over Palestina
nog niet gevallen. Toch moet men zich
eens indenken, wat hier besproken wordt
en wordt voorbereid.
Sedert bijna 2000 jaat heeft de Jood
geen zelfstandig volksbestaan meer. Hij
is verstrooid over de gehele wereld en
heeft tijden van vreselijke vervolgingen
ondergaan, men denke maar aan de gas
kamers.
Bh zie, er ligt nu een rapport, om de
Jood zijn zelfstandig volksbestaan te
hergeven en de meerderheid der volkeren
schijnt, zoals het er nu bij staat, er voor
te zijn.
Het raakt hier de kern van de vraag,
welke de discipelen aan de Heere Jezus
stelden, toen Hij met hen samensprak
i2ie vervolg pag. 2 Ie kolom