D 1 cjidtdag viering BEVESTIGING EN INTREDE van Ds. KOELE in de Ned. Herv. Kerk te Dirksland. Tragisch Ongeval met dodelijken afloop EIIATIDEn-IIIEUll/S tJureauPrins Hendrikstraat 122 c Uiddelhamis, Telef. 17, Giro 167930 Postbox 8. Telefoon Drukkerij 19 CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG voor de ZUID HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN WOENSDAG 30 APRIL 19-47 19e JAARGANG N.. 1613 Abonnementsprr|s 1.50 p. kwartaai Advertentieprijs 12 et. p. millimeter. Bij contract speciaal tarief. In 1890 was het voor het eerst, dat een handjevol socialisten de 1 Meidag vierden. Mei het feest van de arbeid, het feest van de lente, der volle bloei, en schone toekomst. Dit handjevol werd bespot, de massa nam het niet in ernst, het liberalisme vierde hoogtij. Diegenen echter, welke het beginsel, waaruit het socialisme opkomt, wat na der bestudeerden, lachten hierover niet, maar proefden de geest welke daaijiit sprak, het opkomen voor de rechten van de mens. In de aanvang wat langzaam, groeide deze partij gestadig, en wij gedenken nog aan de reusachtig grote metings in onze kinderjaren. Uit alle delen van hét land trok men dan naar zo'n toogdag, en bij duizenden ja bij tienduizenden trok men met vaan-' dels en spandoeken door de straten van de een of andere grote stad. De kamerleden gingen voorop, hetzij lopend of in open landauers, de afgevaar digden daarachter, met rode tulp in het knoopsgat, de vrouwen de tulp in het haar of op de borst gespeld. Zij waren tegen het vorstenhuis en de kamerleden bleven brj de opening der Staten-Generaal uit -de Ridderzaal weg. Zij waren tegen leger en vloot géén man en g^n cent. Zij ijverden voor de tienurige en daar na voor de achturige arbeidsdag. Sta king op staking werd geproclameerd, vaak met veel beroering, 1903 spoorweg staking, of 1906 en 1907 havenarbeiders staking. Wie herinnert zich niet, de grote ver gissing van Troelstra in 1918, toen hij greep naar de staatsmacht en het socia lisme ook van Nederland een republiek wilde maken, en onze Vorstin mede wilde afzetten, toen de tronen over de straat rolden in de Europeese landen Ai gaat het er nu niet meer zoo ru moerig naar toe en al zijn het socialisme en communisme schijnbaar wat burger lijker geworden, beide partijen hebben echter een grote macht verkregen, ook in ons land, en vooral het communisme roert zich geducht. De Communistische Partij van Neder land (De Waarheid) heeft zich met een groot manifest gericht tot alle arbeiders en werkers met hoofd en hand. In de belangrijkste landen en centra van Europa en Azië, zelfs in Zuid-Ame- rika breidt het communisme zich uit, niet alleen in omvang maar ook in socia listisch bewustzijn, (nationalisatie, ge leide economie, verdeling van het bezit enz.). Rusland, de Sovjet-Unie, waar het so cialisme en de democratie voor het volk verwezenlijkt worden, waar de arbeid re geert en het kapitalisme onherroepelijk is weggevaagd, neemt de eerste plaats in de rij der volken in. De hogepriesters van het Gouden Kalf blazen vanuit New-York de oorlogsba zuin tegen Rusland, maar hun krachten zijn ontoereikend. Het volk wil geen oorlog. Zij eisen: Vrede Ontwapening. Onze jongens uit Indië. Samenwerking met de Indonesiërs. Hogere lonen lagere prijzen. Hogere productie. Wat een duidelijke prediking, als wij leven bij het Woord Gods. Al die beto gingen, die grote spandoeken, zij hebben ons iets te zeggen. Wij kunnen toch niet zeggen, dat het ons overvallen is, dat wij het niet hebben geweten. /^OVERW ELDIGENDE V BELANCSTELLIHC. De bevestiging. Bevestigend predikant is Ds. Harke- ma uit Wijk bij Heusden. De dienst vangt aan met het zingen van Ps. 95 1 en 4. Na lezing der Wet, waarop de ge meente Ps. 130 vers 2 zingt en Schrift lezing uit Joh. 3 1 t/m 18, gaat de be- vestiger voor in gebed en geeft als tekst woord op: Joh. 3 16: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iege lijk, die in Hem gelooft, niet ver- derve, maar het eeuwige leven hebbe. Ds. Harkema verdeelt zijn stof in 3 gedeelten: 1. De onuitsprekelijke gave Gods; 2. De noodzakelijkheid van de prediking; 3. De eis waarmede de prediking gepaard gaat Vooraf zingt de Gemeente nog: Ps. 119 vers 9 en 17. Verkorte weergave van de prediking. Het tekstwoord herinnert aan het door den apostel IPaulus gesprokene,. De be zoldiging der zonde is de dood." Wan neer de mens de gemeenschap met God verbreekt en zondigt treedt de dood in. Dit is niet alleen een noodwendig gevolg maar als noodwendig gevolg, oordeel Gods. God zou zijn recht krenken en zijn wezen verlochenen als hij den mens onschuldig hield. Gelijk de zon de sneeuw smelt, zo zal de zondaar door Gods vuur verteerd worden. En toch... God heeft zijn Zoon gegeven opdat de mens niet verderve, maar dat hij het eeuwige le ven hebbe. Dit eeuwig is niet alleen het begrip van oneindig, maar het is een le ven naar het wezen Gods door genade geschonken. Dat eeuwig leven moest verworven worden voor den zondaar, door den Zone Gods zelf. Wanneer het leven weer door een zondaar gevonden wordt, moet er aan Gods eis worden voldaan. Er moest voldoening komen en dit kon geschieden door Gods enigen Zoon. God gaf zijn Zoon over, opdat hij deed wat Gods heiligheid vroeg. Zelfs de Zoon zonk weg in de verbolgenheid Gods om verzoening te bewerken en het eeuwige leven als een genadegift uit te delen. De heiligheid Gods werd bevre digd, de waarheid bevestigd en Hij stond op ten derde dage. Wat kan God tot deze overgave bewogen hebben? Staat niet in het Evangelie van Johannes: „Hij gaf zich over voor de zijnen, maar de zijnen hebben hem niet aangenomen." Ons tekstwoord zegt hiervan: ,,Alzo lief Alles voor de mens. Niets voor God. Hoe geheel anders staat daar tegen over de leer van het Evangelie. O, wat zijn de baginselen van socialisme en com- niunisme dan hard, ijzeren jukken tegen over het zachte juk van Christus. De tekenen der tijden worden gezien, dat wij ze op mogen merken en ter harte nemen. Voor geen menselijke macht of kracht voor geen geld of goed gaat het commu nisme een duimbreed ter zijde, ook ons minachten of schouderophalen, belacht het. Néén, alleen beginsel tegen beginsel, is hier de enige en juiste strijdwijze. Tegen de revolutie het Evangelie. Dat een ieder van den Heere genade begere, om dat Evangelie voor eigen hart te kennen, en het in zijn gezin, school, kerk en maatschappij moge uit dragen. Dat is het enige zout, dat deze vreselijke wereld voor bederf kan behoe den. -heet God de wereld gehad',. Door de overgave van Zijn kind, doelt hij op een nieuw volk dat Zijn ere zal verkondigen. Om die oorzaak is het nodig, dat Jezus Christus wordt gepredikt, ter verheer lijking van Gods Naam, door de zalig making van zondaren. Daarom is het ook zo'n blijde dag, voor de gemeente, vooral nu er zo'n algemeen gebrek is aan dienaren des Woords. Vele gemeen ten doen jaren achtereen een vergeefs beroep; u hebt het voorrecht thans twee leraren in uw midden te zien. Acht dit niet gering. Versta toch het teken van Gods genade! Is het niet een blijk dat het welbehagen nog niet is geëindigd, nu weer een Herder in de wijngaard is uit gestoten. Wijt dit niet aan uzelven, het is slechts Gods genade. Gelooft niet dat God dit nodig heeft, want Hij is machtig ora uit (Ie straatstenen zijn lof te ver wekken maar het is naar het bestel des Heeren dat de prediking is ingevoegd in de orde des heils. De prediker moet be denken dat dit hem van den Heere is opgelegd. Helaas er wordt op Gods dag al te veel een leer verkondigd die alzo niet strekt tot den wille Gods. Dan denk ik aan het verschijnsel dat ook op onze kansels evangelie gebracht wordt, dat uit de aarde aards is, omdat zij die het bedienen uit de aarde aards zijn. Een mens is van nature een vijand van Gods Woord en daarom zoekt hij een verkon diging van zachtere dingen. Het gevaar is niet denkbeeldig dat gij gemeente en de dienaar des Woords zich daarnaar gaat richten. Maar prediking is er alleen omdat het God behaagd heeft. Het zal een evangelie van Christus alleen moe ten zijn en niet naar datgene waar ons vrome vlees behagen in schept. Het gaat om Gods eer. Die daar niet naar spreken of horen, zullen geen dageraad hebben. De eis waarmede deze prediking ge paard gaa,t is de eis van het geloof, ge lijk staat in onze tekst. Onder de predi king zijn is goed, maar zij vraagt ook geloof. Die prediking naar de mening des geestes, moet in ons hart weerklank vin den. Prediking zonder vrucht is niets. Een mens wil zichzelven behouden, dat is het diepste wezen van den mens, hij kan zeer vroom doen, hij wil zichzelven zaligen. Dat kan niet. Kan er uit dezen, dood onder zonden en. misdaden zijnden mens, ooit iets goeds komen? "foch wil een mens dat; hij wil zich niet laten ver zoenen, hij wil niet erkennen dat hij ge heel verloren is in zichzelf. En daar gaat het nu juist om. Hij moet uit zichzelven erkennen verloren te zijn, dat is geloof. Het gaat om deze eis: Ge moet uw leven verliezen om het te behouden. Zo is de prediker gesteld om alleen te roe pen naar die eis van Gods Woord. Ge meente, met die eis komt de prediking ook tot u. Het is een gave Gods zegt ge, maar daar maakt gij u er^iet mee af. Dat gij moogt worden afgebroken om Jezus Christus te behouden, dat gij on der het woord Gods ondergaat, arm en bevreesd uw hand uitstekende, ondergaan met al uw wijsheid en vroomheid. Prediker, God geve u dat, dat gij zo het Woord Gods moge verkondigen. Na het zingen van Ps. 65 2 wordt het bevestigtngsformulier voorgelezen, waarna de nieuwe dienaar wordt beves tigd. Ds. Harkema achtte zich gelukkig om als eerste deze dienaar geluk te wensen. Prediken is een heerlijk werk, maar een zwaar werk, omdat wij onszelven tegen hebben. Wanneer wij ons aan Gods ambt geven, dan is ons leven niet van ons, maar van Hem. Omdat wij een eigen wil hebben botst dit. Ook is het zwaar om- Het 12-jarig zoontje van de familie P. Driesse Lz. aan de Waterweg te Middelharnis overkwam Zondag j.l. een wel zser tragisch ongeluk met dodelijke afloop. Het ventje was op zolder bezig oxa te touteren, waarbij waarschijnlijk door het draaien, het touw om zijn hals beklemd is geraakt, en hij niet meer los kon komen. Toen zijn moe der hem riep om te komen eten, kreeg ze geen gehoor. Zij ging naar de zol der en kwam tot de vreselijke ont dekking, dat het ventje om het leven was gekomen. Door Dr. Kievit, die spoedig ter plaatse was, is nog ge poogd de levensgeesten op te wekken doch zonder resultaat. Hij kon niet anders dan de dood constateren. Dit tragisch ongeval heeft aller- wege in de gemeente groot medelijden opgewekt. dat zij die Gods Woord verkondigen ve len tegen zich krijgen. Doch laten wij als gezanten de kruisbanier dragen. Èen gezant zoekt slechts de eer van Hem die hem gezonden heeft. Gemeente van Dirksland, ontvangt hen als gezanten, ontvangt ze om den Heere, die hen gezonden heeft. Laat u met God verzoenen. Hij zegene u met deze gezanten, hij zegene u en de uwen al te saam, tot eer van zijnen heerlijken Naam. Staande wordt den bevestigden die naar toegezongen Ps. 133 3. Na het dankgebed is de slDtzang Ps. 89 vers 7 en,spreekt de bevestiger den zegen. De intrede. In de middaguren beklimt Ds. Koele de kansel en Iaat zingen van Ps. 65 vrs. 1 en 2. Na de Geloofsbelijdenis zingt de gemeente het 7e vers van de „Avond- zang." De nieuwe predikant leest Hebreen 3 vanaf vers 7 tot Hebreen 4 vers 11. Na het gebed wordt als tekstwoord aangegeven: Judas 5. Maar ik wil U indachtig maken, als die dit eenmaal weet, dat de Heere, het volk uit Egypteland verlost heb bende, wederom degenen, die niet ge loofden, verdorven heeft. Verdeeld in 3 hoofdzaken: 1. De lank moedigheid Gods; 2. De Vrucht van het ongeloof; 33. 's Heeren wijsheid dat Hij dit alles laat prediken. Eerst wordt nog gezongen Ps, 81 1'2, 13, 14 en 15 en 18. Verkorte, vpeérgave van de prediking. Gemeente, de Apostel Judas heeft in zijn brief de geschiedkundige methode gekozen om de gemeente te leiden. Hij maakt in de tekst het volk Israël in dachtig hoe het uit Egypte is uitgeleid. De grote God koos een eenvondig her dersvolk, en teisterde Egypte met plagen om het volk uit het diensthuis te ver lossen. Hij brengt dat volk met Godde lijke liefde naar de woestijn om ze daar te ondertrouwen. Velen vinden deze God uit het O.T. een harde God; die rijdt door bloedplassen en slaat met oordelen. Maar wanneer wij zien op Bethlehem, dan blijkt ons dat die God een God van liefde is. Die God blijft dit murmureren de volk zegenen. Wij moeten verbaasd staan over Gods lankmoedigheid, met zijn volk Israël, met U en met mij. Wij doen niet anders dan opstaan tegen dén Heere en toch is hij ons nog lankmoedig. Wanneer Israël van God afweek dan kwam een einde aan Gods lankmoedig heid. Het ging daar zelfs zo ver dat zq Vervolg pag. 2 Ie kolom.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1947 | | pagina 1