i J£^^a£ KmPERHOEKJE i,Niet zoo maar zo en nu voorgoed Boekbespreking ie blad „EILANDEN-NÏEUWS" Zaterlag 25 Janustri 1S47 I iEJindelijk na vele jaren Gaat de Oude-Spelling heen. Oudjes grijpen in hun haren En ze klagen steen en been. f Onzin, wg gaan Marchant-eren 't Valt heus wel een beetje mee. Nooit ben je te oud voor 't leren. Kom, vooruit, we gaan in zee. Dubbel oo is haast verloren. U schrijft „zo" en niet meer: zoo. „Oren" hebt u om te „horen" En last hebt u van een „vlo". Maar u schrijft nog wel verlooch'nen [Dubbel oo voor de ch. Kijk, dat noem ik nou weer i.4 gooch'len: „Hoge"-hoeden-logica. Slechts één e in „rantsoeneren." Met de Kerstmis dubbel th-ee. Kermis noem ik pot-verteren. Flakkee doet er niet aan mee?! Wenen" schrijft u „zo" op heden I Naar de nieuwerwetse trant. Maar het blijft: Uithuizermeeden, Want het ligt in eigen land!!! Vrouw, zegt u, ik ga maar „viss(ch)en". Als ze aan de schoonmaak is. Logisch, zegt ze, 'k kan je missen, Zorg maar voor een zootje „vis(ch)" Hebt u wel goed in de gaten, Zet de woorden twee aan twee Dat wij wogen met twee maten? Ch krijgt hier haar congé. Aan de „n" ga 'k me niet wagen. Is u gOOchem? schaf haar af. Dat gegoochel noem ik plagen Onder 't koren is ook kaf! Deze regeling zal worden toegepast met terugwerkende kracht tot 1 April 1946. Alle vrouwelijke personen, van wie een attest voor het verkrijgen van extra rantsoenen als a.s. jonge moeders bij den distributiedienst in behandeling is, en die sedert 1 Januari 1945 r.iet meer dan één schoenenbon hebben ontvangen, zul len bij de eerstvolgende verstrekkingen van een rantsoenkaartje voor extra levensmiddelen alsnog een schoenenbon ontvangen. Kunt u het nog niet „waarderen?" Hebt u er „zo'n" moeite mee? Breêro zei: Het kan „verkeren." Srijf „zo" vogrgoed, sivoeplee. O B. Sch. SCHOENEN VOOR AANSTAANDE MOEDERS Het Centraal Distributiekantoor deelt mede, dat in den vervolge de verstrek king van een schoenenbon aan a.s. moe ders als een extra verstre^cking zal gel den. Dit wil dus zeggen, dat a.s. moe ders zoowel 24 weken voor den vermoe- delijken datum der bevalling als bij de aanwijzing yan het eindcijfer van haar Tweede Distributiestamkaart voor een schoenenbon in aanmerking komen. Van de hand van dhr. C. van den Tol, die reeds verschillende Plakkeesche no vellen heeft geschreven, verscheen bij de Flakk. Drukkerij Achter hun hori zon'', een Flakkesche roman waarin het v/el en wee van een arbeidersgezin ons oog voorbijtrekt. We lezen er van Ant, die haar huwelijk met Hein nog moet uitstellen tot hij een betrekking als hoofdknecht krijgen zal, terwijl zij steeds wordt lastig gevallen door den weige stelden Smit, die ze niet hebben wil ,,al was 'n gebutterd en gesukerd." Als ze eindelijk getrouwd zijn en op het arbei dershuisje wonen naast Ouwe Teun, wordt hun Hef en leed breedvoerig be schreven. Dan is er haar zuster Arjaan- tje van de Luchtbal, die in armelijke omstandigheden verkeert en haar andere zuster Bets, die haar leven aan dat van den boerenzoon Peet Markus verbindt, wat een tragisch einde met zich na- sleept. Verschillende andere figuren verschij nen ten toneele, terwijl de imbeciele Dimmetje en de onnoozele Joost ook niet op het appèl ontbreken. Over het geheel genomen worden de personen in dit boek goed gekarakte riseerd. Hoewel niet bepaald grof, mee- nen wij toch, dat enkele passages beter tot hun recht gekomen zouden zijn door een fijnere beschrijving. Ook hadden o.i. verschillende wogrden in beter Flak- keesch dialect kunnen worden weerge geven, hoewel we toegeven, dat de ge boren Flakkeeër wel de juiste uitspraak aanvoelt en dit voor den buitenstaander minder belangrijk is. Ongetwijfeld vindt dit boek tal van koopers. „HET ZOUTE BEDRIJF" De Rijkslandbouwconsulent, ir C. W. C. van Beekom te Middelharnis schreef deze brochure speciaal voor den zou ten" boer. In deze brochure vindt men artikels- gewijze de bemesting en de gewassen behandeld, in verband met de omstan digheden, zooals thans van toepassing in de voormalige met zeewater geinun- deerde gebieden v. Schouwen-Duiveland, Tholen met St. Philipsland en Goeree- Overflakkee. Aan de serie technische artikelen gaat een inleiding vooraf, waarin de motieven worden vernield, welke tot de thans gevolgde werkwijze aanleiding gaven. Het slotwoord kan beschouwd worden als de persoonlijke visie van den samensteller op het landbouwkundig probleem in de omvangrijke gebieden van het ambtsgebied, die door den be zetter met zout water werden geinun- deerd. De brochui'e, waarvan de verschillen de artikelen reeds in wekelijksche opvol ging in de landbouwpers en ook in ons blad werden opgenomen, is aan ieder der circa 5000 grondgebruikers ter hand gesteld, die vorig oogstjaar het bouw plan van hun bedrijf den Rijkslandbouw- voorlichtingsdienst ter beoordeeling over legden. Buitendien ligt het in de bedoe ling den inhoud nog mondeling toe te lichten, waartoe in iedere gemeente bin nen het ambtsgebied samenkomsten zul len gehouden worden. Hierover zullen nadere mededeelingen volgen. Wij bevelen de lezing dezer belangrijke brochure voor de zoute" bedrijven ten zeerste aan. Beste Jongens en Meisjes 11^ zal deze week maar dadelijk aan een nieuw raadsel beginnen, want er wachten nog kinderen ongeduldig op een antwoord op hun brief en dan kan ik die brieven ook nog behandelen. Aan de beurt is Opgave 3: 1. X 2. X 3. X 4. X X X X X X X 5. X 6. X 7. X 1. letter; 2. betekent: zoon (denk aan de jongste zoon van Jakob)3. priester, die bij de opstand Salomo trouw bleef; 4. rebellerende koning; 5. medicijnmees ter, evangelist; 6. vader van Israels' eerste koning; 7. letter. Op de kruisjeslijnen moet hetzelfde woord komen te staan, dus wat ge vraagd wordt bij 4. Piet van L., Nieuwe Tonge. Waar woont je opoe? Is het raadsel niet spoe dig geplaatst? Daarmee had je geen moeilijkheden, wel? Wat was het een mooie kaart van jou en Ko! Jaantje van W., Stellendam. Je moeder mag best een handje helpen. Gelukkig, dat je het boek nog niet had. Als dit wel het geval was geweest, dan had je best mogen ruilen. Anthonie L., Nieuwe Tonge. Dus Piet is je vriendje. Dan zullen jullie wel eens over mij spreken. Het kippenhok schoon maken is mijn werkje ook meestal. Ja, Oom Ko moet ook van alles sjouwen, hè? TrijKie M., Sommelsdljk. Wat prachtige kinderpost! De reis was wel koud voor jullie, 't Viel veel mee, dat jullie, niet invroren. Teuni van L., Nieuwe Tonge. Het doet me genoegen dat het boek, zo welkom was. Wat was jij goed af! Een rijke buit in de Decembermaand! Ga zo maar vefrder. Bram de J., 's-Gravenpokler. Van die ouderling heb ik nipts in de kranten ge lezen. Zestig jaren ouderling komt niet zo vaak voor. Wat een drukte is 't ge weest in de zaak bij jullie. Hadden jul lie zoveel kaarten in voorraad? Wim de J., 's-GravenpoIder. Acht jaren aan één stuk ziek en dan moeten ster ven, dat is erg. Wat mogen we de ge zondheid toch wel waarderen. Meestal is 't zó: wanneer we iets moeten mis sen wordt het pas gewaardeerd. Nog dank voor jullie kaarten. Hanny de W., Middelharnis. Ik ben va rige week een beetje voorbarig ge weest, want nu ligt je briefje tussen de andere brieven in. Ik kan 't jouwe er dadelijk uit kennen aan 't formaat. Dat mag ik graag horen: thuis moeder hel pen. Ik vind het niet echt als meisjes nooit een handje uitsteken bij het huis houden. Krijn F., Nieuwerkerk. Welkom, Krijn! We kennen elkander nog wel. De ken nismaking begon toen ik in jullie buurt moest schuilen voor de regen, zoveel jaren geleden. Over opa's verjaardag heb ik in de krant gelezen. Is de fa milie uit G. weg? Pieter F., Nieuwerkerk. Heel veel dank voor je brief. Ik wist wel dat je zonder die niet weg zou blijven. Door middel van je broer zal ik ook van jou nog wel blijven horen. In elk geval hoop ik zeker dit jaar bij jullie te komen. Allemaal. Nog enkele brieven blijven tot volgende week liggen. De hartelijke groeten van OOM KO Prijswinnaars Dies Lindhout, Oud Vossemeer Keetje y. d. Welle, Steenbergen Kootje Melissant, Dirksland. Duilsch gevangenkamp in bezet Nederland. 18 C )AN RNAPE MiiJT y Het psalmgezang is erbarmelijk. We zingen: „Leer mij naar Uw wil te han delen, 'k zal dan in Uw waarheid wan delen"... Een bekende wijs en bekende woorden. De dominee houdt blijkbaar rekening met de omstandigheid, dat we geen psalmboekjes mee naar Schoorl hebben gebracht. Maar het zingen is van dien aard, dat iedereen kan hooren, dat de meeste jongens noch iets van de wijs, noch iets van de woorden afweten. Ik heb nooit best begrepen waarom Ne derland nog altijd aanspraak maakt om een Christelijk land te worden genoemd. Het is een nog jonge dominee, die op het podium staat. Hij wordt met eenig wantrouwen ontvangen. We denken al lemaal, dat hij wel een verkleede Duit- scher kan .^ijn of een stiekeme N.S.B.-er. Nu weet ik, dat het niet zoo is. Hij heeft dien Zondagochtend zóó mooi ge preekt als ik het nog maar weinig ge hoord heb. Dat ligt misschien wel voor een groot deel aan de ongewone om standigheden. Het maakt op JlUes Over- beeke zoo'n indruk, dat hij belooft om eiken Zondag twee keer naar de kerk te zullen gaan als alle dominees zóó preeken als deze jonge man. En Jilles is van z'n leven zeker nog geen tien keer in een kerk geweest. „Die in de sohuilpaats des Allerhoog- sten iS gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen". Daarover valt heel wat te zeggen als je op een kist staat voor honderdtachtig jonge menschen, die door een ruwen, onbarm- hartigen vijand van huis en haard zijn weggesleurd En gisteren heb ik met mijn maats klaar gemaakt, dat we na den vrede el ke tiende Duitscher zullen opknoopen of doodschieten. En dat we de landver raders zullen dóodmartelen, zooals ze in de middeleeuwen de dieven en moor denaars dedenIn welk een krank zinnige wereld leven we toch?! Heeft de hel dan geheel beslag'" gelegd op de geesten, zoodat we niet anders meer kunnen broeden dan haat en nijd en moord!... Leer mij naar Uw wil te han delen, 'k zal dan in Uw waarheid wan delen... Die in de schuilplaats des AUer- hoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen Willem van der Panne mist een tientje uit zgn portemonnaie. Iemand moet ge- zien hebben, dat hij wat spullen onder z'n stroozak weg moffelde en in een onbewaakt oogenblik is het bankbriefje weggekaapt. Hij vertelt het met een wit gezicht. „M'n tientje is weg!"... Het wordt door de omstanders ver schillend opgenomen. De één vraagt: „Kijk je wel goed?" Maar Willem heeft in alle hoekjes en gaatjes gezocht en hij heeft de stroozak wel reeds twintig keer uit z'n krib gehad. Een ander begint ijverig een onderzoek in te stellen. Janus Verstraten zegt: „Bof je niet bij, jó!" Dat doet Willem zeker niet. Veel tientjes heeft hij werkelijk niet te mis sen. Toen de moffen hem 's Zondags morgens meenamen heeft hij zijn gehee- le geldelijk bezit met z'n vrouw gedeeld. Ben landarbeider is maar weinig in de gelegenheid een groot geldelijk vermo gen te verzamelen, ook al is hij maar zelden in de steun. En toch worden we in dezen distributietijd eens goed gewaar van hoeveel beteekenis de landarbeider is in het ingewikkelde bestel van onze maatschappij! Dat moeten de menschen nu eens niet te spoedig vergeten! Als de ijverige zoeker zijn vruchteloo- ze pogingen opgeeft schudt Willem treurig zijn hoofd; Welnee, 't is er niet"... En dan begint-ie uit te pakken: ,,Je zou zegge: welke schooier heeft me dat geleverd!" We denken natuurlijk aan een Duit scher,, we zeggen het ook: „zoo'n rot mof." Maar gelooven doen we het eigen lijk niet. Nee, dat heeft geen rotmof gedaan, dat is het werk van een Neder lander! En ik zeg: Wat een wereld, wat een wereld! Daar zijn nu veertig men schen in een barak bijeengedreven door een meedoogenlooze vijand en de één kan nog niet laten om den ander te beste len! Wat een wereld, menschen, bah... En Willem zegt met een leelijk woord d'r bij: „Ik moet m'n geld terug hebbe!" Frans Vlegelstroo is er bij komen staan, zijn gezicht staat ernstig: :„Ja, dat zeg je nou wel, maar waar zal je 't ergens hale!" Welke booze geest heeft Frans Vlegel stroo dat onzalige idee ingeblazen? Hij is ten einde raad naar den kampcom mandant gegaan om aangifte te doen van de vermissing van tien gulden door Willem van der Panne. De Duitscher blaft, dat de dader zich onmiddellijk moet aanmelden en het geM op het bureau deponeeren. „Binnen eei uur, begrepen?" Frans heeft het begrepen. Hij klapt met z'n hakken en vertrekt. Nu is hï nog verder van huis dan tevoren. H? roept de jongens bij elkaar. De één kijkt naar den ander, er wordt om gelachen, wat denken die moffen wel?! Het wordt nu een strijd tegen de Duitschers. Er is nou geen sprake nneei van dat Willem ooit zijn geld zal terug zien. We zouden het ook jammer vinden als dat gebeurde...;... We hebben buiten het Duitsche re giem gerekend. Dat is een regiem zooal" alleen in de hel kan worden uitgevonden! Er wordt een publicatie aangeplakt ii alle barakken waarin mededeeling wordt gedaan van den diefstal. De dief wordt gesommeerd om binnen een uur op hel bureau het geld te deponeeren. Indiei hij zulks niet doet dan zal het geheelf kamp zeer streng worden gestraft. We staan verbluft, we mistrouwet onze eigen oogen, we lezen het no| eens om deze nieuwe rechtsbedeeling iJ ons geheugen op te nemen. Het staat ei werkelijk: zal het geheele kamp aeei streng worden gestraft Wordt vervolgi In tweedi sche I sten t Christ Lutl jeugd jeugd in te 1 Konin alles eenko" Het ment om di Wij zoo'n de on in vei er zie deze waard Doo ding I gezoni Als medeg heeft, F Alle gende van I Het, alle ai God J Na alle b gen. 1 Een d krijgt zinnen met G Na vraagt doenlij lood ei taan Vó. .In de op Ds. J.; evenee komst' van d> Domkf 1 Jam Hier De Engels rika w zongen Eers Ned. I mede c sche s meer it samenl Christi De i het gel het ge Christi loovjg van C wachtë op voc De I vrouw na dez. zus is En door d men H key TA Als ge toe kunt n

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1947 | | pagina 6