CriRWEEKE»ADÖpGED.GP0nD5IA6 vöSRnZUH)-H0UB;2K N.V. UitgeTersmaatschappö „ËILANDEN-NIEUWS" Stichtelijke Overdenking Btritenlafid 15e Jaargang ZATERDAG 10 OCTOBER 1942 No. 1385 WAARFN SEDERT 1 NOVEMBER1935 OPGENOMEN MET B LA D ,0 N Z E E I L AN D E N" - 1 81^ J A AR G A N G ÜIZG&VI VAU Gevesti^ te Mfclt(d3tsi«iiii Frtw Hendifiartt, 122 G Gi»» 1«7930 FoHtbos I Td. IZ, Eeuwige slavernij &n eeuwige vrijheid UIT HET KIJKVENSTER Gouden appelen op zilver geheelde schalen. K1783 Abonnementsprijs 93 cent per 3 maanden bQ vooruitbetaling. Verschijnt 2 maal per week. AfzonderlQiSr ^■■'■•"-'Zts 6 centBuitenland 8 guldsn p«r Jaar. Gewone regelprtjs 7 et. per m,m. Contracten belangrijke reductie. Prijsverhooglng toegestaan jjoor het Dept. van Jlandel, Nijverheid en Scheepv. onder No. 16236 N.P. d.a. 24 Maart 1942. staat dan in de vrijheid, met welke Christus ons vrijgeini;Ki.kt heeft en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid -bevangen. (Galaten 5 1.) -/ Paulus vermaant de gemeenfen van Ga- latië dat zij hijn vrijheid in Christus, door den Heiligen Geest in hen gewrocht, niet zullen afgeven'en zich niet laten brengen onder de cefemonieele wetti2n in het bij zonder de besnijdenis, want dat zij dan de genade verliezen. „Die zich laat besnijden, is van de genade vervallen,"„Christus is u niet nut." ],De WJet is door Mozes gege ven-, «de genade en, de waarheid is door Jezus Christus geworden.' Eén vrouw kan niet met twee mannen gehuwd zijn. Als de eerste man Mözes ge storven js, dan huwt zij met den tweeden: Christus. De eerste man, de Wet, kan Gods volk niet van de zonde verlofeaan; dat kan alleen Christus. En-waardoor? Door Zelf tot zonde en vloek te worden door toereke ning. Christus was waardfchtig God en rechtvaardig mensch. Doch Christus heeft de eisch en vloek der Wet, waaronder Gods volk lag}, op Zich genomen. Hij moest beta len wat Hij niet schuldig was. Hij js om onze overtredingen verwond; Oïn onze on gerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf die ons d'2n vrede aanbrengt, was op Hem en door Zijjie striemen is ons 'genezing ge worden. Christus is de vervulde Wet. Die van Christus weer naar Moz^es gaat, is van de genade vervallen. De Wet maakt vele vrome menschen. Christus maakt Godvree zenden. Die vrome, naenschen staan tot &sn Godvreezende als lï tot 1. In het huisge zin van Jacob vyaren elf vrome broeders en maar ééja Jozef, die mocht zeggen: „Ik vrees God.f' Als Paulus hier spreekt van de vrijheid dan stelt hij die tegenover de dienstbaar heid. De dienstbaarheid doet denken aan de Wet: de Wet der tien geboden en der ceremoniën. Dat is een band van de hardste slaver nij^ "èen slaafsch juk," Luther zegt in zijn Uitbreiding van Paulus' Brief aan de Ga laten: Paulus, opdat hij de Wet ontneme den roem van Gerechtigheid schijnt hier dezulken,welke de Gére'chtig- held door de Wtet zoeken, te vergelijken' bij ossei^, dieonder het juk beslo.t2n gaan;, want gelijk de ossen met zwaren. arbeid het juk dragen en daaruit geen ander voordeel als haar voeder hebben, en wan neer zij niet meer bekwaam zijn om het juk te dragen,, worden zij geslacht; dus diege nen, dewelke' door de Wet de G e r e c h- t i g h e ,i d zoekei^, zijn gevangen eïi wor den onderdrukt door het juk der slavernij, d.i. door de Wet en nadat zij zichlang taet veel arbeid en smart door de wer ken der Wet. vermoeid en af gesloofd hebben, ,zoo dragen zij eindelijk deze beloo- ■ning weg dat zij ellisndige en eeuwigblij- vendQ slaven zijn; van welke zaak? 'Van zonde, dood, toorn Go ds, van den satan en diergelijke vervaarnissen; dien volgens is er geen grootere of hardere sla vernij dan die der Wpt, zoodat Paulus haar niet tevergeefs noemt eèn juk der slavernij, omdat de Wet, geliik wij boven dikwijls ge zegd hebban, de zonde maar aantoont en vermeerdert; zij beschuldigt, zij verschrikt, zij veroordeelt, zij werkt toorn, en eindelijk brengt zij de gemoederen, hetwelk de el lendigste en hardste slavernij is, tot wan- hoopi, Rom. 3, 4, 7. Wanneer men deze drie kapittelen met bedaardheid, biddende onder het licht van Gods Geest naspeurt, zal meii welhaast bemerken het wezenlijke onder scheid tusschen^W et én Evangelie en dat de Rechtvaardiging buiten de ■Wiet, alleen in Christus te vinden is; uit Wien ook de verdere* heilgoederen voort spruiten, 1 Gor. 1 30. De werkers der Wet van eigen gerechtigheid worden genoemd „martelaren van den duivel." Dal, had Lu ther ondervonden, toen hij Z;ich bijna dood (naar lichaam) gevast, gebeden/ gewaakt en gewerkt had ,in het klooster. En als hij niet tot vrede kön komen voor .zijn ge moed, rilaar Romereisde om den „heiligen vader"- den paus te zien. Vele missen hoor de hij aan. Doch de spotternij, die hij daar aantrof, sloeg den emstigeiv monnik Luther zóó terneer, dat hij betuigde: ,,Wie voor de- eerste maal in Rome komt zoekt een schelm, voor de tweede maal vindteen schelm, en voor de derde maal bnsngt een schelm mede. Het ware beter Rome f ooit gezien óf gekend' te hebben." En dat kan niet anders, want ons vleesch zit vol met schelmen, uitdie bron is niets goeds -te wachten. Daarom kunnen wij niet door de Wet- en liare werken zalig worden. Onze eigengerechtigheid stinkt van zonde, als. een verrot aas. Als Luther wederkeert naar Wittenberg opende de Heere'den hemel en hem klonk het inde ziel ^.Alleen gerechtvaardigd door liet geloof." Luther was aan het ein- - de der 'V^et gebracht en hem werd het Evangelie ontsloten. Hier vindt hij de gerechtigheid buiten .zichzelven in Christus; buit>3h de Wet en het Evangelie; buiten.de y/erken in het geloof; buiten de wereldsche kerk, in he{ deelgenootschap aan den Heere'Jezus en al Gods kinderen; buiten Maria en al de heiligen, de priesters en ,de bisschoppen, de itardinalen en den paus.-Niet de uitspraken der concilies, noch de bullen van den paus, maar Gods Woord was het licht, waardoor hij zichzelf wilde laten beschijnen op zijn reis door de woestijn der wereld naar het Iiemeisch Kanaan. - Dat Ronie al dit werk voor revolutie aan zag is te verstaan; want wie is het eens met dien weg' des gelooffl, waarin niets overblijft van den mensch noch van de aar de? Jezus alleen Waar mijn hart gaat heen Hij is de Levensvorst Waar mijn ziel naar dorst. Doch de weg der zaliglieid biedt ons een eeuwige vrijheid. Maar de Wet en onze eigengerechtige' werken zijn een eeuwige slavernij, Dat is een. eindeloos gemartel, hier en hiernamaals. Daarom: Staat dian in (dè ivj^jheid met welke Chi-lstus ons vrijgemaafet h^lt. Indien de Zoon u vrijgemaakt heeift, zoo zult gij waarlijk vrij zijn." „De Waarheid,' d^. Christus, zal ni vrijmaken: Dit heeft Gods wedergeboren volk onder vonden en ondervindt het nog dagelijks. Daarojn haakt dat volk er naar. Noojt is 'het bij hen waar geweest, dan toen God Zijn Zoon in hun hart kwam te openbaren. En wat een zalige vrijheid bracht die Christus mee. Dat was geen zware dienst om God 'te dienen. „Mijn juk is zacht, Mijn last is licht." Christus geeft wat Hij be veelt. Hij leert wat Gods volk niet weet. Hij leidt hert, waar zij niet komen kunnen en niet willen.Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid'': O zalig oprd, Waar- ongestoord Uw volk mag wonen; In Jezus' paèn, En willig gaan 'Van, druk verschoonen. Ds N. C. B. Be lüiaatstok Zielenwegers, en pree- kenproevei's -r— 'Voetius' milde oordeel Luther en de iVuists'ag'des duivels. Daar loopen heel wat menschen rond met een maatstok in figuurlijken zin dan gesproken natuurlijk. Eigenlijk de meesten,, Ge ziet dat misschien zoo niet, maar q^ ge gopd oplet, hebben velen dit attribuuT steeds bij de hand. Ik wil mijn lezers en lezeressen dat eens duidelijk ma ken, waarbij ik heel niet wil zeggen, dat Waarnemer ook niet tot ,de dragers be- hoorf Hij moet zoo'n gecentime'terde lat, maar al te vaak in zijn rubriek gebruiken. Dat zij dus voorop gezegd. -N.eem eens de oorlog en de huidige dik wijls moeilijke omstandigheden waarin wij verkeeren. Dat is al_ een veel besproken punt. Wat wordt er verschillend, over ge oordeeld. De een bekijkt het zus, de ander zoo. En o wee, als we er toevallig niet pre cies eender over denken! 'De maatstok wordt voor .^en dag gehaald en het scheelt niet veel, of we wordsA er om verketterd. ^Dat is nu nog maar in zeer algem.eenen zin, maar nu moet het eens gaan over per sonen!, We zitten genoeglijk bijelkaar in een ge zellig discours. Het- is heel niet de bedoe ling iemand over de hekel te halen. Dat komt echter ongemerkt a,anslui,pen. Het gaat over die of die er js veel voor maar er is toch ook wat tegen. Ziedaar, de maatstok! Wij bieten.. En wij meten zóó, dat we in het Iwjzijn van de persoon waar het over gaat, anders^ misschisri" hee- lemaal niet zouden meten. Het gesprek loopt over de dominé, hij is zus goed en zoo goed, maar ddt Juist bij dat dat komt dé maatstok. Dan over de preek. Echte preeken-proevers zijn we ook daar ontbreekt de maatstok niet. Maar den euvelen moed wordt gemist om nu eens naar .dominé toe te stappen en te zeggen: Uw preek mankeerde hier, man keerde daar. Niets daarvan. Zoo zou ik door kunnen gaan. In onzen streng orthodoxen hoek is het vaal? ook gebruikelijk om zielen te we gen." Dat klinkt misschien wat vreemd. Meestal is dat een meten met de maat van eigen Inzicht instee van'naar de-maat van' Gods Woord Ik ben van meening dat-men onder elkaar best een maatstaf mag aan leggen, maar dan-naar de proefsteen van Schrift en Getuigenis. Da* kan nuttig,' zelfs hoodiig zijn. Hebt acht op elkander, zegt de Apostel. De maatstok is hier ech ter dikwijls geen stok van lieflijkheid en samenbinding maar oorzaak van verdeeld heid en' veiïwijdering Daar sterft b.v. iemand wat donker, of schoon hij in zijn leven getuigenis heeft afgelegd niet zonder de 'kennisse Christi te zijn, Hij ga^t, zoo de oudjes dat noe men, met „de nachtschuit" weg. Maar...... nu 't zoo donker was hy zijn sterven twij felt men om hem ,jbinnen" te brengen. Al weer: de niaatstok! i Onze vaderen waren jleel wat milder in hun oordeel. Zoo las ilï in een disputatie van Gysbertus Voetius over ,jGeestelijke Verlatingen" de vraag: Wat moet men oordeelen van hen, die in den laatsten strijd des doods, zeer ernstig verzocht zijn de, met twijfel en wanhoop te kampen heb ben en nochtans vóór hun afsterven niet schijnen hersteld te worden maar alzpo van hier gaan? En hij antwoordt: Men moet van hen het beste ho,pen, indien wij maar eenig geestelijk verlangpn in hen kunnen vernemen, voornamelijk, indien de belijde nis des geloofg' en christelijk leven zijn voorafgegaan. Èn Hoornbeek, die deze dis putatie voortzet, is van hetzelfde gevoe len. Hoe weinig brengen we het Schrift woord op ons in toepasging: met welke maat gij meet zult gij gemeten, worösn- Hebben wij zelf, al eens onder de maat ge staan? Gemeten en te^jkort, gewogen en te licht bevonden? Wij meten. Wij meten allemaal. Soms wel met twee maten! God meet ook maar met eisri andere maat. Zijn meten is zui ver en nooit abuis: de Heere kent degenen, die de Zijne zijn. Hij is de kenner der har ten, de proever ,der nieren.. Satan loopt ook met een maatstok rond. Het is hier te kort en daar te smal. Hij stelt het altijd anders voor als het is. Ge volg daarvan is dat .het Sion Gods, soms in de grootste aanvechtingen geraakt., Ge hoor gevend aan die inblazingen, raken ze in twijfel over hun eigen staat en toe stand. Bij Luther was dat eens zoo erg, dat hij aan iemand schreef: Wij Siijn allen wel varende behalve Luther zelf», die gezond van lichaam zijnde, van buiten door de gansche wereld van binnen door de duivel en al zijn engelen wordtaangevochten. Justus Jonas, zijn medebroeder en trouwe ambtgenoot, verhaalt van hem, dat hij eens zoo zwaar werd aangevochten, dat hij niet anders meende dan te. zullen sterven. Hij maakte toen zijn testament, dat aldus luid de: „Heere God, ik dank U, dat GÖ ge wild hebt dat ik arm op deze. aarde zou ,zijn. Ik heb geen akker, bezittingen of geld, welke iknalaat. Gij hebt mij gegeven vrouw en kinderen, die 'ik U wedergeef. Voed ze, .leer ze,/bewaar ze, gelijk Gjj mij tot nóg toe gedaan hebt, o Vader der wee zen en Rechter der Weduwen!" Luther stierf niet. De Hg ere kwam zjjn ziel liefelijk te omhelzen en hém uit te helpen. Den volgenden dag zei hij tot Jus tus Jonas: ,,de dag van gisteren zal ik altijd onthouden; Ik ben gistensn in de oefen- school geweest en, ik'heb in een heet bad van zweet gezeten." Deze aanvechting he^t hij naderhand dikwijls aan zijn virien- den verhaald en "placht ze dan Colaphum Satanae, dat is „vuistslag des duivels" te noemen. (2 Cor. 12 17.) De maatstok werd dus Satan ook hier uit hanöisn geslagen. Dat zou ook bij ons wel eens moeten. Want wij gebruiken hem meest zoo verkeerd. WAARNEMER. Veiwatwoforde^k Hoofdredactenr: Th. go Waal» BHddelhaEA NEDERLANDSCHE SS-PK. Het SS-Ersatzkommando deelt ons nje- de: bij de SS-PK (propaganda-kompanie) kunnen eenige radiosprekers, fototverslag- gevers en verslaggevers geplaatst worden, die na hun militaire opleiding genomen te hebben aan de verschillende sectoren van het front zullen worden ingezet, om mid dels 'radio,, beeld en bericht, het Nederland sche^volk ooggetuigevérslagen te geven van den grootcn strijd in het oosten. Zij, die hiervoor in aanmerking wen- schen te komen, dienen zich zoo spoedig mogelijk, schriftelijk of persoonlijk, te mel den bij Hef SS-ersatzkommando Nederland, Stadhouderslaan 132!, Den Haag. (mg) De.oogst der suikerbieten is begonnen en binnen enkele weken zullen de suikerfa brieken met haar campagne een aanvang kunnen nemen. (V.N.P. Folkers Pax Holland s) Heeft de Pührer de vorige week een over zicht gegeven van de militaire en algemee- ne toestand van het Groot-öuitsche-Ryk en Rijksminister von Ribbenïrop gewezen op de vei-houding der onderling verbonden staten, thans is het rijksmaarschalk H. Goering die een overzicht gegeven heeft omtrent de 'Voedselpositie en voedseljvoorzionlng van hetDuitsche volk. Hij schilderde dat hem steeds het schrik beeld der blokkade-19141918 voor oogen had gestaan en hoe de regeering niets on beproefd gelaten heeft, dit vreeselijke lot te voorkomen. - Gelukkig kon hij echter verzekeren dat de .positie zoo,danig was, dat het volk zich geen zorgen behoefde te maken, de toestand' zal niet verslechteren maar verbeteren. Dè Duitsche soldaat in de bezelte gebie den, wordt uit die gebieden gevoed. De oogst 'plus datgene uit de bezettegebieden komt, dus geheel voor het vaderland, de vreemde arbeiders en de krijgsgevangenen. ■Van nu af aan krijgt iedere «Duitsche sol daat die met verlof gaat aan de grens een kilo meel, een kilo erwten of boonen, een kilo suiker, een pond boter en een groote houdbare worst. Wat betreft de voedselpositje in de be zette gebieden sprak'maarschalk Goering harde woorden, - Hij zeide dalr'er gesproken werd over een moeilijke voedselpositle, maar dat het in werkelijkheid lang niet zoo erg was.. Wel iswaar .zijn ook in de bezette gebieden overal bonnen ingevoerd;, maar wat men daarop krijgt is maar een extraat'je, en men voorziet zich in hoofdzaak via den sluikhandel. Daarom is bij. hem het on-wrikbare be ginsel ontstaan, waaraan onomstootelijk wordt vaistgehquden, in de eerste plaats de voorziening van het Duitsche volk. Als er door maatregelen van ,de tegen standers moeilijkheden komen, dan moeten allen het weten. als er gehongerd wordt daii in geen gev3.1 in Dujtschland. Wat de verdere voorziening aangaat, wees .de maarschalk erop, dat -aan Rus land de beste en vruchtbaarste gebieden ontrukt zijn, die door dé knapste ijverigste arbeiders zullen worden bewerkt ep. straks hun rijke baten zullen afwerpen. Voor de toekomist is er dus alle hoop. Met ,de Kerstdagen zal aan het Duitsche volk een extra rantsoen worden uitgedeeld. -Door de tegenstanders is gezegd, dat de toestand ,in Duitschlaiid zoo slecht was dat het volk zoo'n _- zoethoudertje noodig heeft om het gedurende den winter kalm te houden. Hij kon de tegenstanders gerust, stellen,.'dat dit zoethoudertje den geheelen oorlog bleef, ja zelfs* nog zou worden vergroot. In de streken waar de. vijandelijke lucht aanvalten plaats hebben, is voor extra be voorrading gezorgd. (Citaten uit boelï-en. bl^ja,) Hieruit, kunt gy zien mijn geliefden,, dat Gods eigen Woord onze eeuwig durende gehoorzaamheid aan Hem grondt op de voortreffelijkheid Zijner Goddelijke natuur en dat alle schep- selehi, zelfs de booze duivelen niet uitge.zonderd wanneer dit klaar in de ziel indringt tegen wil en dank, èn hun eigen tegenstrijdig bedrijf oogenblikkelijk moeten erkennen, üat zij iverkelijk, verplicht zijn om God aan te bidden. Indien God eens dat ontslag van de verplichting gaf om Hem niet te er kennen voor hetgeen Hij is al ware het slechts voor het duizendste ge deelte van" een minuut, zoo zoirHij voor dien tijd hoff kort die öok mocht zijn zichzelven moeten verloochenen, hetwelk volstrekt onniogelijk is. Niemand toch zal denken, dat God ooit vrijheid zal kunnen geven om hem niet lief te hebben, want indien Hij zulks kan toestaan, dan kan Hij ook toestaan dat men Hem hate. Comrie. Wat betreft de strijd in het Oosten; is er nog geen verandering gekomen. Het operatie- of krijgsplan dat het Duit sche Opperbevel met het zomeroffensief heeft beoogt, springt nu duidelijk in het oogi. Eerst bezetting van het Don en Dönetz- bekken; ,daarna afsnijding van de rivier de Wolga, èn tenslotte omzwenking met de hopfdm,acht naar het Kaukasusgebergte, alwaar gedurende den winter kan worden doorgevochten. Thans rukkende Duitsche troepen in den Kaukasus op naar Grosny, waar even-, eens petroleumlyonnen liggen. Na Maikop dus nu Grosny het tweede oliegebied dat zij tegenkon>3n. Vanuit Wladikawkas_ dat midden in het gebergte ligt tusschen de Zwarte en de Kaspische Zee -beproeven zij naar de kusten om te zwenksn om zoodoende geheele stuk ken af te snijden .en in te sluiten-. Hieroi'n wordt nu verklaard 'waarom generaal Timosjenko met-,zulk een onge kende hardnekkigheid Stalinigrad verdedigt. Het gaat niet om een stad die niets anders is dan een puinhoop, maar het gaat .om het Duitsche leger vaist te hou den. Nu reeds rukken de Duitschers i^i het ge bergte op, wat moet het dan worden, als het leger dat nu rondom Stalingrad vecht, eveneens het gebergte'in gaat, en de tank divisies en'de luchtmacht, tenvolle.in den strijd liunnen- worden g^vorpen. Noord en Zuid-Rusland zijn dan geschei den. Daarom wil de opmarsch in den Kau- kaSUs worden vertraagd, dan moet het front rond Stalingrad tot het uiterste toe worden verdedigd. Of de Sovjets hierin zul len slagen, zal de tijd leefen. Hoe ernstig en haidnekkig de Verdediging ook, het Duitsche leger rukt nog steeds op-, gaat het nier. hard dan maar wat langzamer, doch doorgaan doet het.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1942 | | pagina 1