CHQWEEKBLADÖpGEQ.GD0ni]l5IAG v5ÖR»IZlJID-H0U^ EHAMDEM Hitler opent het Oorlogs- winterhulpwerk. ».V.DitgeTersmaatscliappii„EILlNDEN-NIËUWS" StlGhteiyke Overflenking 15e Jaargang ZATERDAG 3 OCTOBER 1942 No. 1383 Bekendmaking WAARIN SEDERT 1 N O VEMBER 1© 35 O^PGENOME N H E T BLAD ,0 N Z E E I L A N D E N" - 1 8^ J A AR Q A N Q miGAVI VAM Gevesiigd t» MiddelUwi^ i Filu Headi^^. 122 Q Cim 16793Q i Foadxa I TaL IZ. lE^fIaulto«r vmt SEedMiüli Bt. aiMrtcoiBaQk Sburbt, IèI«I. 69*. Dit nummer bestaat iiit - 2 bladen. Abram's terechtwijzing. UIT HET KIJKVENSTER waarnemer! Rede over o a. dei militaire en oeconomische verrichtingen en taken in het Oosten. Over den luchtoorlogHet uur waarop wij antwoorden zal ook ditmaal zeker komen. K1783 IIAtlDEn-niEUUS AbonnementsprQs 93 cent per 3 maanden b^ voorultbetaung. Verschgnt 2 maal per week. Afsonderl^ke ::<ui i^ers 6 t&at Buitenland 8 gaUSm per Jaar. .1(1 Gewone regelprfls 7 et. per m.m. Contracten belangr^ke reductie. Prgsverhooglng toegestaan jJoor het Dept. van Handel, Nfiverheid en Scheepv. onder No. 16236 N.P. d.d. 24 Maart 1942. VeiantwooTddiiPi Hoofdredacteur: Uk ga Waal ,-,Ik ben God, 'de Almachtige! Wan del voor Mijn aangezicht en' zijt op recht." (Genesis 17 Ib.) De Heere vraagt van Zijn volk onvoor waardelijke onderwerping. 'Vrijwillig be mint de eeuwige Jehova Zgn uitverkoren- erfdeel en in Zijn gezegende verbonds- trouw wil Hij hen geven alles wat voor de ttjd en de eeuwigheid van noode is. Licha melijk en geestelijk wil en zal Hij hen ver- zprg>3n_ Niet omdat er eenige^ reden bij hen zou aanwezig zijn. 'Verre is het daar van daan. Met alle kinderen van Adam liggen ze onder hetzelfde oordeel, in dezelfde ellende ^en hebben zich alle straffen onderworpen, tijdelijke en eeuwige. Doch de Heere wil Zich op deze» wijze verheerlijken aan en in Zijn volk, opdat het Hem zal vreezen. In geloofsgehoorzaamheid wandelen, zich ver latend op Hem, die is de Rotssteen, 'Wiens werk volkomen is. Daarom getuigt Gods Kerk daarvan: Die-gunst heeft God Zijn volk bewezen, opdat het altoos Hem zou vreezen." Zoo was het met Abram ly^elke de Heere geroepen had naar Zijn vrijmachtig welbe hagen uit' Ur der Chaldeeën. Aan hem ver bindt de Heere Zich, 'tot Abrams eeuwige zaligheid en belooft hem tijdelijke en eeu wige zegeningen. Zoo zegde de Heere aan Abram eon zaad toe in Genesis 15. Dat wordt te groot ,voor Abram. Hijkan het niet verstaan hoe dat mogelijk is. Saraj en hij zijn oud geworden en hoe zullen ze zich dan nóg in de weelde van het ouderschap kunnen verheugen?" „Neen,", -zoo heeft Abram gezegd ,,Eliëzer zal de bezorger van mijn huis zijn." Hij zal de erfgenaam zijn, waarop de Heere Abram naar buiten uit de tent leidt en zegt: ,,Zie'*'nu op naar den hemel en telt de sterren, ipdien'ge ze tellen kunt; zoo zal Uw zaad zijn;" En Abram geloofde in deii Heere. Ziet daar, de kracht der Genade aan Abram bewezen. Door het onmogelijke, zijnerzijds heen, mocht Abram zien' op den Alvermogenden God,, voor 'Wien toch niets te wonderlijk is. Doch, wat gebeurt? t Duurt enkele ja ren en nog is er geen zoon. Steeds iien Abram - en garai jiit, doch hun wachten schijnt tevergeefs te zijn. Ze zullen er zelf wat aan moeten doen, ze zullen Hagar, de Egyptische dienstmaagd nemen. „Mis schien", zoo zégt Sarai „zal ik uit haar ge bouwd woiMen." En Abr.am hoorde naar de stem vanSarai en uit die véreeniging nu worden de Ismaëlieten geboren, de kinde ren der dienstmaagd, de wpudezels. En nu is het naar aanleiding van Öit wantrouwen tegenover den Heere van Abram, dat de Heere tot hem zegt: „Ik ben God, de Al machtige!" Neen Abram, Ik heb u, noch Sarai .noodig om Ynijn welbehagen te vol- voensii of om mijn beloften te vervullen. Dit wil ik wel aan of voor U doen, doch daartoe heb ik u niet noodig. O, welk een beschaamde bekendmaking. Welk een les voor al Gods lieve volk. De' Heere heeift hen, gelijk Abram, getrokken uit de wereld geroepen uit de zonde. Hij gaf aan hen Zijn dierbare beloften; door de onmogelijkheid heen ontsloot, de Heere de rijkdom Zijner genade in Christus. Wat voor hen onmo gelijk was, geloofden zij mogelijk te zijn bij God. Hoe zeer hebben ze zich verheugd in dat'heil, en hoe vast de? hope 'gevestigd op de vervulling door het geloof. En ziet, de Heere toefde' met het vervul len van hetgeen Hij toezeide. Hij beproeft het geloof Zijns volks, en wat blijkt? Dat God toch zelf een handje helpen zal. On geloof, wantrouwen, alles spant samen en Gods volk vervalt in hetzelfde kwaad als Abram. Is de Heere dan niet de Machti ge?" ,,Ik" zegt de God des Hemels en (Jer aarde ,,ben God, de Almachtige." De he mel en de B,arde formeerde Ik, en zou Ik dan in deze, de onvruchtbare, niet kunnen vruchtbaar maken?" 'Wandel voor Mijn aangezicht en zijt oprecht" Abram, en laat Hagar aan haar plaats. De Heere vraagt van Zijn ■\folk, om te leven door het geloof. O, welk een paradox Wordt dat voor Gods volk. Hoezeer ver- warnén ze werk en genade. Wat ontbreekt OM het licht over dat eenzijdige werk Gods. Hoe liggen we gebonden in de macht van het ongeloof. Welke bestraffingen en terechtwijzingen geeft de Heere daarom trent Zijn volk. Hoe beschamend moeten ze het. van keer tot keer bekennen, dat ze "bp Hem zich niet hebben verlaten. Door onzen diepen val in Adam liggen imdd^ihaiBqü we in den staat des ongeloofs; en het ge loof in zijn wegen, zoowel als in de oefe^ ningen is vrucht van de bediening des Geestes. O, dat de Heere ons zette uit ons werk, en doe ruste vinden in dat eenzijdige werk vali Hem, gewrocht in Christus, den door Heto gezalfden Middelaar. Komt volk van God, is Hij niet de Almachtige? Baan de Hij niet een weg, door de zee Deed Hij niet dè^ zon stilstaan in Ajalon's dal 0{)en de Hij niet het leven door den dood heen? En zal Hij dan niet bij machte zijn, de aaii u gedane beloften te vervullen? O, hoe onmogelijk het voor U schijnen moge, Hij zal Zijn- werk voor U voleinden. Maar, dat gaat zonder Uw werk, alleen in Christus. Hij zal als de Almachtige door al de on mogelijkheden heen Zijn volk brengen tot de eeuwige heerlijkheid. De Heere doe, ons hopen op Zijn heil, oris verlaten op Zijn toezeggingeij, wandelen voor Zijn aangezicht in oprechtheid des harten, beschaamde ons onggloof en kro nend Zijn eigen werk. Hier reeds zal Gods volk van dat eenzijdige werk. Gods gingen door het geloof: „Het is door U, door U alleen, om 't eeuwig Welbehagsn"' en straks, wanneer de vervulling zal bekomen, zijn, zullen ze roemen -'van de verlossing ,door het bloed des Lams. K. Ds. V. d. B. tJit oude boeken Een raerkwaardig propaganlöla-geschrift, anno 1664. De ,^ooiiIzlaikelijIdiiei(1 des Huwelijks" uiteengezet Afschrikwekikende voor beelden'voor ongehuwden in de zeveur tiende eeuw. s 'Voor verstokte celibatairs (ongehulKlen) zoy het interessant zijn kennis te nemen van een zeer merkwaardig propaganda-ge- schrift, dat anno 1664 verscheen, tegen de genen 'die den ,,houwelijken istaat" minach ten en ongehuwd Wensohten te»blijven. Het is een antiek ding in den vorhi van een „tractaatje," zoo als men die vroeger wel ha,d, en natuurlijk niet meer in den handel, maar interessant genoeg, om er'eens wat uit te vertellen. De schrijver dient het aan onder den 'wijd- loopigeA titel van: ,,Kiaer Bewijs van dat alle en ijder noodsakelijk Trouv^en moet,' tot Onderrichtinge en OYertuyginge van alle Nonnen, Kloppen, Bagijnen, Moniïiken en Papen en voorts alle soo Geestelijke als weerel41ijke Personen, die alleen willen sla pen." Ge bemerkt er uit, dat de schrijver, die wegkruipt achter den geestigen schuil naam Cupido Hymenaeus, zijn tractaat -inzonderheid richt tot de Roomsche gees telijkheid, die het celibaat, de verplichting tot echteloosheid, voorstaan. De titel is daarmee nog niet ten einde; er volgt op het omslag een tekst uit Hebr. 13": „Het Houwelijk is eerlijk onder allen én het bed de onbevlekt, maar hoereerders en over- speelders sal God oordeelen." Tot Rotter dam, bij Cornells Jacobsz den Abdt, boeck-- verkooper op de Leuvehaven bij de 'Visoh- marckt, den VII van Loumaant des Jaars 1664." - In een berijmde inleiding vangt hij aldus aan: "Verknijsde, onvrucht'bre 'Vrouweloozen, Onnutte Leden 'Van den Staat, Wi3ns hert leit in het ijs bevrozep Eer 't zneeuw in uwe hairen slaat Stofgevers aan de spotternijen ■Verraders van de menschelijkheid Zeg, bloote schaduwen, zeg doode Schilderyen W]at hoont gij in de Min, 't geen U van 't Paren scheid? Allereerst voert de schrijver de ,nood- zakelijkheid des Huwelijks" aan, als ge- grondt in de Heilige Schrift. Hij betoogt treffend, dat het huwelijk door God- isi in gesteld en „van Christo gesegent" en dis- qualificeert de rQomsche geestelijkheid, die beweren ongehuwd te moeten blijven. Hij vraagt voorts, welke bezwaren er tegen zijn. „1st huwelijck quaat, lastig, moeielijk, verdrietigh? Waerom wil dan de geheele wereld in dien strick? Zijn djn man en vrouw. gescMpen ,tot malkanders plaagh, hertzweer en verdriet?'' Adam kreeg Eva tot een hulpe tegenover h^m, en walarlijk niet om hem'ten verderve te leiden, doch veeleer, opdat „sy beyde de werelt souden vermeerderen." Niemand is van dit „ge bod" uitgezonderd acht de schrijver, im mers mannen alleen zouden de wereld niet in stand kunnsn houden. Hij komt uitein delijk tot de conclusie, dat ieder, die zich van het huwelijk aifzijdig houdt, het beter dan de Heilige Schrift wil weten. -■Verboden gebied li Zuid-Hollaml en Zeeland i|!eperkt. Op grond van Éfrtikel 45 van de verordening van.d,|ni rijkscOmmissa- ris voor de bezettNederlandsche gebieden nr. ISS/l&ll wordt bepaald: 1) Het reeds eerder gepubliceerde spergebied In de .provincies Zuid- Holland en Zeeland wordt opnieuw als volgt omgrensd;.; Het spergebied (|nvat het Noord westelijke deel va^ het eiland Ro zenburg, dat door de door de weer- macht geplaatste-- waarschuwings borden ingedeeld wordt, het schier eiland "Voorne ten Noordwesten van het 'Voornsohe kanaal, de eilanden Goeree en Overflaikee, de eilanden Schouwen en Duivgland, het eiland Noord-Beveland en'; het eiland Wal cheren. 2) Het -betreden en bevaren van bovengenoeïnde gebieden en de tus- schen deze gebiedcK liggende water wegen is alleen- met toelatingsver gunning van den gevolmachtigde van den rijkscommissariw.voor de provin- oie Zeeland (officier, van politie) of voor de in de provincie ■2uid-Holland liggende deelen vat het spergebied met toelatingsvergvmning van den gevolmachtigde voor de provincie Zuid-Holland (officer van politie) geoorloofd. 3) Nogmaals woritt' medegedeeld, dat het verzoek on) een toelatings- vergunning met dairbij behoorende papieren bij den brrgemeester 'der gemeente,'waarvoor de toelating ver lahgd wordt, moe-, worden inge diend. In het veriKÖiT- inoeien voor' en achternaam, beroep, woonplaats en straat, geboortedatum en geboor teplaats van dengene, die het ver zoek indient, worden vermeld. Bo vendien moet het verzoek vergezeld gaan van een motiveering voor het betreden van .het spergebied. Ook moet de duur van het voorgenomen verblijf worden aangegeven. 4) Inbreuken'op deze bepaling'zfln overtredingen en worden gestraft met ei3n gevangenisstraf van 6 maanden en met .geldboeten van ma- jcimüm 2000 gulden of niet een van deze straiffen, voor zoover niet vol gens andere bepalingen een hoogere straf moet worden opgelegd. De commissaris-generaal voor de veiligheid (get.) RAUTER. SS-Grupp3nführer und Generalleutnant der Polizei. Nu is deze Hymenaeus ,erg handig, want hij weet, dat velen niet van de Bijbel wil len weten en zich niet door de geboden der Schrift laten overtuigen. Tot zulken wendt hij zich aldus. Indien noch Gods Woort, noch kracht van reden.3n u kunnen bewegen om u tot "den huwelijcken staat te begeven, laat dan uw eigen profijt, u eigen gemack en rust u daartoe opwecken; begeert gij go3n lust en vermaack in oude dagen?" Hij wil zeggen, als men oud is en ongetrouwd, kan men in feite heelemaal niet zonder vrouw. Hij spoort aan om^ dan een huwelijk te sluiten uit eigen belang. In dezen trant brengt het boekske het eene" argunssnt na hét andere te berde. Commentaar geven we er niet op er zou nog al-wat op te zeggen zijn het is al- ileen,- om eens te laten zien hoe men in de zeventiende eeuw over ,,oude vrijers" dacht De schrijver wijst ook op de natuur, waar in de dieren paren, op de maatschappij, die zonder huwelijk zou uitsterven en denkt ook aan de heldensche volken, bij wie het huwelijk in hooge eere was. De celibatairs'trekken nu wel een vies ge zicht, dat ze zoo'n hooge loonbelasting moeten betaian, n^aar in vroeger eeuwen legde men den ongehuwden ook hooge boe ten eii straffen op. Gehuwden en groote ge'zinnen daansntegen genoten groote voor- deelen. De Spartanen b.v. hadden vrijstei- ling Van de nachtwacht, indien zij drie, en vrijstelljiig van alle diensten indien zij vijf kinderen hadösn. Bij de Romeinen was het zoo, dat „die nooyt getrouwt waren, moch ten geen part krijgen int nagelaten erf van de overleden borgers." Daar werden ze dus onterfd. In Corinthe werden de on gehuwden ha hun overlijdsn zonder eer betoon begraven en onder de wetten van Plato vindt men het voorschrift dat iemand die op zijn dertigste jaar nog ongehuwd was jaarlijks een zekere boete had te be talen. En in Athene werden op een bepaal den feestdag alle ongehuwden door vrou wen voor een altaar gesleurd en daar „met roeden gegeeseld om haar alsoo door schaamte tot trouwen te bewegen." Of nu dezen 'Kupido Hymenaeus resultaat heeft gehad van zijn „klaer bewijs en ernstig vermaen" weten wij njet -te zeg gen. De statistiek was er toen nog niet. Ze ker is, dat dit boekje, wanneer het al niet het oudste is dan toch wel het -^lerkwaar-' digste propl^andogenEchrift kan worden genoemd, dat ooit voor, het hiiwelijk ver- scheen. g^p^ Voor het Buitehlandsch Overzicht zie jtnen het Tweede Blaid. Tijdens een machtige, ,g<rootschiö betoo ging !van de N.S.D.A.P. in het Sportpalast te Berlyn is de tiende "WinterhulpSictie van het Duitsche volk, de Oorlogswinterhulpac tie 1942i/'43, door den Fiihrer geopend, die in een groote, meesleepende rede he* Duit- scHe volk opriej) tot een nieuw offer voor .het grootste sociale werik, dat lüje geschie denis kent. Minister Göbbels, die tevoren rapport uit bracht^over de jongste Oorlogswinterhulp- actie, bon nogmiaals op een geweldige staj- Ê*ing va;i'deze sociale geiueenschapHpresta, tie wijzen. - .--...'t.,. ii.-..,~r. Dp door pers en radio verspreide meü'e- dleeling, da,t do Führei-, die bij de -'gedenk waardige Bijksdagbijeenkomst van 20 April j.l. VQor idie laatste maal tot het Duitsch© volk had gesproken, in het Sportpaliast het woord zou voeren, had een groote nien- sohenmeniigte op de been gebracht. Nog voordat -Göbbels gereed w&s met zijn rap port, bleeik uit het gejuich, dat van d© sti-aat naar binnen klwk, dat de Fiihrer aangekoimlen was. •Terwijl dé tienduizenden zich i\iain hun plaatsen verhievten en met opgeheven'rechterarm Hitler groetten, bte- trad deze de zaal, vergezeld vajn Bteichs- füüirer SS Hinunleir en Oberbefehlsleiter Hilgenfeldt. Hij schudiiie generajal-veldmaar schalk Hommel onder het gejubel van tien duizenden de hand. HITLER AAN HET WOORD. De Führer herinnerde in zijn rede in de eerste plaats aan het feit, dat het een'jaar gele&n was, dat hij voor het laatst op. de ze plaats voor het Duitsche volk kon spre ken. In dien tijd heeft hij zich m.eer met handelen en daden moeten bezighouden. Wat thans uitgesproken moet. worden, wordt bovendien door onze soldaten gezegd Ik acht het niet juist, .zoo verklaarde hij, mij reeds thans bezig te houden met de gedaante van .datgene, wat eens zal zijn, maar ik acht het beter, dat wij ons bezig houden met datgene, wat de tijd momen teel van ons verlangt. Een atlantic charter aan elkaar te lij men is natuurlijk zeer eenvoudig. Deze onzin ,zal overigens ,ook slechts weinige' jaren van kracht zijn en door de harde feiten eenvoudig ter zijde geschoven wor den. Ook om een andere reden is het voor onze tegenstanders gemakkelijk te .praten, want zij hebben nu na jarenlange vergeef- sche moeite plotseling ons partijprogram ontdekt en wij zien met verbazing, ,dat zij de wereld Voor de toekomst ongeveer dat beloven, wat wij ons Duitsche volk reeds hebben gegeven ^rt waarvoor ons ten slot te door de anderen deze oorlog is aange daan. N Het is wel er'g geestig, aldus merkte de Führer ironisch op, wanneer b.v. een pre sident* zegt: wij willen, dat voortaan ieder'^ een het recht heeft geen gebrek meer te lijden of iets .dergelijks. Daarop kan men slechts zeggen, ,dat het waarschijnlijk veel eenvoudiger zou zijn gewfeest, wanneer de ze president, in plaats van in een oorlog te duiken,- de geheele werkkracht van zijn la.nd had gebruikt om tot nuttige productie te komen en vooral om voor zijn eigen volk te zorgen, zoodat niet in een gebied, dat per vierkanten kilometer slechts_tien men- schen heeft te herbergen, gebrek en ellende heersohen en dertien millioen menschen werkloos moetisn zijn. Als deze heeren thans een hooge borst" opzetten en plotseling tegenover de wereld als re,dder optreden en verklaren: vfij zullen er voortaan voor zprgen, dat dö nood van het verleden niet terugkeert, dan zeg ik, dat deze bezitters van wereldrijken daarvoor reeds lang vóór ons in hun ei'gén landen hadden kunnen zorgen. Als ik daarbij hoor, dat iemand mi zegtik geloof, dat het de heer Eden is, maar men weet nu eenmaal niet welke nul daar aan 'den overkant aan het praten is,«^ dat zij werkelijk gelooyen aan datge- iieVvVaf.zij voöi-gewsn te gefeoVèn,' dan had den zij dit geloof vroeger kunnen belijden. Wij hebben in ieder geval niet alleen ietsi geloofd, maar ook gedaan wat wij geloof den. En thans gelooven wij, ,dat wij de -vij- anden tot de .definitieve overwinning moe ten verslaan. Dat gelooven we en. moeten - we ook do'en. Natuurlijk kumien wij met deze heden over het begrip geloof in het geheel niet debatteeren. Wie bijvoorbeeld -gelooift, dat Namsos een overwinning was of Andalsnes, of wie zelfs gelooft, dat Duinkerken de grootste overwinning der weroldgeschiedenis wa$, of dat mijnentwe- gen- o2n expeditie, die negen uur duurde een verwonderlijke, b'emoedigende uittink van een zegevierende natie was, met hem kunnen wij ons met onze bescheiden suc cessen natuurlijk niet vergelijken Want wat zijn onze overwinningen daar tegenover eigenlijk? Als wij bijvoorbeeld de laatste maanden tot den Don konden doordringen stroom afwaarts deze rivier volgend ten slotte de Wolga bereiken, Sta lingrad bestormen en het ook zullen nemen waarop zij zich kunnen verlaten dan is dat in het geheel niets. Als ■wij doordringen tot den Kaukasus, dan^.is ook dat niets. Als wij de Oekraine--- bezetten, als wij de Donetzkolen in bezit nemen, dan is dat alles niets. Als vrij 65 of 70% van het Russische jjzer krijgen, dan is dat volstrekt niets. Als wij het grootste graangebied ter wereld practisch ontgin- i>3n voor het Duitsche volk en daarmee voor Europa, dan is dat in het geheel niets Als wij ons van de oliebronnen verzeke ren, is dat ook niets. Dat alles is niets, maar als Canadeesche voorhoeden met een klein Engelsch staar tje als aanhangsel naar Dieppe komen en zich' daar moeizaam negen uur vermogen te handhaven om daarop definitief te wor den vernietigd, dan is dat een bemoedigsnd wonderbaarlijk blijk van de onuitputtelijke, zegevierende kracht, die het Britache im perium eigen is. Reeds in 1939 waren wij niets, want' .destijds blies Chu'rchill zich reeds op en zei.de: Ik kan de heuglijke mededeeling doen, dat het duikbootengevaar als defini tief afgewend kan worden^ beschouwd. Wij hebben meer duikbooban vernietigd dan de Duiltschers ooit hebben bezeten. Dat wij hem uit den Balkan hebben ge worpen, dat. wij''Griekenland hebben ver overd en Kreta bezet, dat,zij jn Noord- Af rika verdrevenzijn, dat alles is niets. Maar als er ergeljs een paar man landen om een eenzamen voorpost te overrompe len, dan zijn dat daden, dat zijn prestaties. Wie derhalve dergelijke dingen geloofd, zal ons geloof niet begrijpen. Ons geloof nooit begrijpen. Overigens hebben zij natuurlijk te genover deze da^en ook wissels op de toe komst. Zij zeggen: het tweede front zal ko

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1942 | | pagina 1