CHQWEEKBLADÖpGEQ.GD0ni]l5IAG v5ÖR»IZlJID-H0U^ EHAMDEM
Hitler opent het Oorlogs-
winterhulpwerk.
».V.DitgeTersmaatscliappii„EILlNDEN-NIËUWS"
StlGhteiyke Overflenking
15e Jaargang
ZATERDAG 3 OCTOBER 1942
No. 1383
Bekendmaking
WAARIN SEDERT 1 N O VEMBER 1© 35 O^PGENOME N H E T BLAD ,0 N Z E E I L A N D E N" - 1 8^ J A AR Q A N Q
miGAVI VAM
Gevesiigd t» MiddelUwi^ i Filu Headi^^. 122 Q Cim 16793Q i Foadxa I TaL IZ.
lE^fIaulto«r vmt SEedMiüli Bt. aiMrtcoiBaQk Sburbt, IèI«I. 69*.
Dit nummer bestaat iiit - 2 bladen.
Abram's terechtwijzing.
UIT HET
KIJKVENSTER
waarnemer!
Rede over o a. dei militaire en oeconomische
verrichtingen en taken in het Oosten.
Over den luchtoorlogHet uur waarop wij antwoorden
zal ook ditmaal zeker komen.
K1783
IIAtlDEn-niEUUS
AbonnementsprQs 93 cent per 3 maanden b^ voorultbetaung.
Verschgnt 2 maal per week.
Afsonderl^ke ::<ui i^ers 6 t&at Buitenland 8 gaUSm per Jaar.
.1(1
Gewone regelprfls 7 et. per m.m. Contracten belangr^ke
reductie. Prgsverhooglng toegestaan jJoor het Dept. van
Handel, Nfiverheid en Scheepv. onder No. 16236 N.P. d.d.
24 Maart 1942.
VeiantwooTddiiPi Hoofdredacteur: Uk ga Waal
,-,Ik ben God, 'de Almachtige! Wan
del voor Mijn aangezicht en' zijt op
recht." (Genesis 17 Ib.)
De Heere vraagt van Zijn volk onvoor
waardelijke onderwerping. 'Vrijwillig be
mint de eeuwige Jehova Zgn uitverkoren-
erfdeel en in Zijn gezegende verbonds-
trouw wil Hij hen geven alles wat voor de
ttjd en de eeuwigheid van noode is. Licha
melijk en geestelijk wil en zal Hij hen ver-
zprg>3n_ Niet omdat er eenige^ reden bij hen
zou aanwezig zijn. 'Verre is het daar van
daan.
Met alle kinderen van Adam liggen ze
onder hetzelfde oordeel, in dezelfde ellende
^en hebben zich alle straffen onderworpen,
tijdelijke en eeuwige. Doch de Heere wil
Zich op deze» wijze verheerlijken aan en in
Zijn volk, opdat het Hem zal vreezen. In
geloofsgehoorzaamheid wandelen, zich ver
latend op Hem, die is de Rotssteen, 'Wiens
werk volkomen is. Daarom getuigt Gods
Kerk daarvan:
Die-gunst heeft God Zijn volk bewezen,
opdat het altoos Hem zou vreezen."
Zoo was het met Abram ly^elke de Heere
geroepen had naar Zijn vrijmachtig welbe
hagen uit' Ur der Chaldeeën. Aan hem ver
bindt de Heere Zich, 'tot Abrams eeuwige
zaligheid en belooft hem tijdelijke en eeu
wige zegeningen. Zoo zegde de Heere aan
Abram eon zaad toe in Genesis 15. Dat
wordt te groot ,voor Abram. Hijkan het
niet verstaan hoe dat mogelijk is. Saraj en
hij zijn oud geworden en hoe zullen ze zich
dan nóg in de weelde van het ouderschap
kunnen verheugen?" „Neen,", -zoo heeft
Abram gezegd ,,Eliëzer zal de bezorger
van mijn huis zijn." Hij zal de erfgenaam
zijn, waarop de Heere Abram naar buiten
uit de tent leidt en zegt: ,,Zie'*'nu op naar
den hemel en telt de sterren, ipdien'ge ze
tellen kunt; zoo zal Uw zaad zijn;" En
Abram geloofde in deii Heere. Ziet daar, de
kracht der Genade aan Abram bewezen.
Door het onmogelijke, zijnerzijds heen,
mocht Abram zien' op den Alvermogenden
God,, voor 'Wien toch niets te wonderlijk is.
Doch, wat gebeurt? t Duurt enkele ja
ren en nog is er geen zoon. Steeds iien
Abram - en garai jiit, doch hun wachten
schijnt tevergeefs te zijn. Ze zullen er zelf
wat aan moeten doen, ze zullen Hagar, de
Egyptische dienstmaagd nemen. „Mis
schien", zoo zégt Sarai „zal ik uit haar ge
bouwd woiMen." En Abr.am hoorde naar de
stem vanSarai en uit die véreeniging nu
worden de Ismaëlieten geboren, de kinde
ren der dienstmaagd, de wpudezels. En nu
is het naar aanleiding van Öit wantrouwen
tegenover den Heere van Abram, dat de
Heere tot hem zegt: „Ik ben God, de Al
machtige!" Neen Abram, Ik heb u, noch
Sarai .noodig om Ynijn welbehagen te vol-
voensii of om mijn beloften te vervullen.
Dit wil ik wel aan of voor U doen, doch
daartoe heb ik u niet noodig. O, welk een
beschaamde bekendmaking. Welk een les
voor al Gods lieve volk. De' Heere heeift
hen, gelijk Abram, getrokken uit de wereld
geroepen uit de zonde. Hij gaf aan hen Zijn
dierbare beloften; door de onmogelijkheid
heen ontsloot, de Heere de rijkdom Zijner
genade in Christus. Wat voor hen onmo
gelijk was, geloofden zij mogelijk te zijn bij
God. Hoe zeer hebben ze zich verheugd in
dat'heil, en hoe vast de? hope 'gevestigd op
de vervulling door het geloof.
En ziet, de Heere toefde' met het vervul
len van hetgeen Hij toezeide. Hij beproeft
het geloof Zijns volks, en wat blijkt? Dat
God toch zelf een handje helpen zal. On
geloof, wantrouwen, alles spant samen en
Gods volk vervalt in hetzelfde kwaad als
Abram. Is de Heere dan niet de Machti
ge?" ,,Ik" zegt de God des Hemels en (Jer
aarde ,,ben God, de Almachtige." De he
mel en de B,arde formeerde Ik, en zou Ik
dan in deze, de onvruchtbare, niet kunnen
vruchtbaar maken?" 'Wandel voor Mijn
aangezicht en zijt oprecht" Abram, en laat
Hagar aan haar plaats.
De Heere vraagt van Zijn ■\folk, om te
leven door het geloof. O, welk een paradox
Wordt dat voor Gods volk. Hoezeer ver-
warnén ze werk en genade. Wat ontbreekt
OM het licht over dat eenzijdige werk
Gods. Hoe liggen we gebonden in de macht
van het ongeloof. Welke bestraffingen en
terechtwijzingen geeft de Heere daarom
trent Zijn volk. Hoe beschamend moeten
ze het. van keer tot keer bekennen, dat ze
"bp Hem zich niet hebben verlaten.
Door onzen diepen val in Adam liggen
imdd^ihaiBqü
we in den staat des ongeloofs; en het ge
loof in zijn wegen, zoowel als in de oefe^
ningen is vrucht van de bediening des
Geestes. O, dat de Heere ons zette uit ons
werk, en doe ruste vinden in dat eenzijdige
werk vali Hem, gewrocht in Christus, den
door Heto gezalfden Middelaar. Komt volk
van God, is Hij niet de Almachtige? Baan
de Hij niet een weg, door de zee Deed Hij
niet dè^ zon stilstaan in Ajalon's dal 0{)en
de Hij niet het leven door den dood heen?
En zal Hij dan niet bij machte zijn, de aaii
u gedane beloften te vervullen? O, hoe
onmogelijk het voor U schijnen moge, Hij
zal Zijn- werk voor U voleinden. Maar, dat
gaat zonder Uw werk, alleen in Christus.
Hij zal als de Almachtige door al de on
mogelijkheden heen Zijn volk brengen tot
de eeuwige heerlijkheid.
De Heere doe, ons hopen op Zijn heil, oris
verlaten op Zijn toezeggingeij, wandelen
voor Zijn aangezicht in oprechtheid des
harten, beschaamde ons onggloof en kro
nend Zijn eigen werk. Hier reeds zal Gods
volk van dat eenzijdige werk. Gods gingen
door het geloof: „Het is door U, door U
alleen, om 't eeuwig Welbehagsn"' en
straks, wanneer de vervulling zal bekomen,
zijn, zullen ze roemen -'van de verlossing
,door het bloed des Lams.
K. Ds. V. d. B.
tJit oude boeken Een raerkwaardig
propaganlöla-geschrift, anno 1664.
De ,^ooiiIzlaikelijIdiiei(1 des Huwelijks"
uiteengezet Afschrikwekikende voor
beelden'voor ongehuwden in de zeveur
tiende eeuw.
s
'Voor verstokte celibatairs (ongehulKlen)
zoy het interessant zijn kennis te nemen
van een zeer merkwaardig propaganda-ge-
schrift, dat anno 1664 verscheen, tegen de
genen 'die den ,,houwelijken istaat" minach
ten en ongehuwd Wensohten te»blijven. Het
is een antiek ding in den vorhi van een
„tractaatje," zoo als men die vroeger wel
ha,d, en natuurlijk niet meer in den handel,
maar interessant genoeg, om er'eens wat
uit te vertellen.
De schrijver dient het aan onder den 'wijd-
loopigeA titel van: ,,Kiaer Bewijs van dat
alle en ijder noodsakelijk Trouv^en moet,'
tot Onderrichtinge en OYertuyginge van
alle Nonnen, Kloppen, Bagijnen, Moniïiken
en Papen en voorts alle soo Geestelijke als
weerel41ijke Personen, die alleen willen sla
pen." Ge bemerkt er uit, dat de schrijver,
die wegkruipt achter den geestigen schuil
naam Cupido Hymenaeus, zijn tractaat
-inzonderheid richt tot de Roomsche gees
telijkheid, die het celibaat, de verplichting
tot echteloosheid, voorstaan. De titel is
daarmee nog niet ten einde; er volgt op
het omslag een tekst uit Hebr. 13": „Het
Houwelijk is eerlijk onder allen én het bed
de onbevlekt, maar hoereerders en over-
speelders sal God oordeelen." Tot Rotter
dam, bij Cornells Jacobsz den Abdt, boeck--
verkooper op de Leuvehaven bij de 'Visoh-
marckt, den VII van Loumaant des Jaars
1664." -
In een berijmde inleiding vangt hij aldus
aan:
"Verknijsde, onvrucht'bre 'Vrouweloozen,
Onnutte Leden 'Van den Staat,
Wi3ns hert leit in het ijs bevrozep
Eer 't zneeuw in uwe hairen slaat
Stofgevers aan de spotternijen
■Verraders van de menschelijkheid
Zeg, bloote schaduwen,
zeg doode Schilderyen
W]at hoont gij in de Min, 't geen U
van 't Paren scheid?
Allereerst voert de schrijver de ,nood-
zakelijkheid des Huwelijks" aan, als ge-
grondt in de Heilige Schrift. Hij betoogt
treffend, dat het huwelijk door God- isi in
gesteld en „van Christo gesegent" en dis-
qualificeert de rQomsche geestelijkheid, die
beweren ongehuwd te moeten blijven. Hij
vraagt voorts, welke bezwaren er tegen
zijn. „1st huwelijck quaat, lastig, moeielijk,
verdrietigh? Waerom wil dan de geheele
wereld in dien strick? Zijn djn man en
vrouw. gescMpen ,tot malkanders plaagh,
hertzweer en verdriet?'' Adam kreeg Eva
tot een hulpe tegenover h^m, en walarlijk
niet om hem'ten verderve te leiden, doch
veeleer, opdat „sy beyde de werelt souden
vermeerderen." Niemand is van dit „ge
bod" uitgezonderd acht de schrijver, im
mers mannen alleen zouden de wereld niet
in stand kunnsn houden. Hij komt uitein
delijk tot de conclusie, dat ieder, die zich
van het huwelijk aifzijdig houdt, het beter
dan de Heilige Schrift wil weten.
-■Verboden gebied li Zuid-Hollaml en
Zeeland i|!eperkt.
Op grond van Éfrtikel 45 van de
verordening van.d,|ni rijkscOmmissa-
ris voor de bezettNederlandsche
gebieden nr. ISS/l&ll wordt bepaald:
1) Het reeds eerder gepubliceerde
spergebied In de .provincies Zuid-
Holland en Zeeland wordt opnieuw
als volgt omgrensd;.;
Het spergebied (|nvat het Noord
westelijke deel va^ het eiland Ro
zenburg, dat door de door de weer-
macht geplaatste-- waarschuwings
borden ingedeeld wordt, het schier
eiland "Voorne ten Noordwesten van
het 'Voornsohe kanaal, de eilanden
Goeree en Overflaikee, de eilanden
Schouwen en Duivgland, het eiland
Noord-Beveland en'; het eiland Wal
cheren.
2) Het -betreden en bevaren van
bovengenoeïnde gebieden en de tus-
schen deze gebiedcK liggende water
wegen is alleen- met toelatingsver
gunning van den gevolmachtigde van
den rijkscommissariw.voor de provin-
oie Zeeland (officier, van politie) of
voor de in de provincie ■2uid-Holland
liggende deelen vat het spergebied
met toelatingsvergvmning van den
gevolmachtigde voor de provincie
Zuid-Holland (officer van politie)
geoorloofd.
3) Nogmaals woritt' medegedeeld,
dat het verzoek on) een toelatings-
vergunning met dairbij behoorende
papieren bij den brrgemeester 'der
gemeente,'waarvoor de toelating ver
lahgd wordt, moe-, worden inge
diend. In het veriKÖiT- inoeien voor'
en achternaam, beroep, woonplaats
en straat, geboortedatum en geboor
teplaats van dengene, die het ver
zoek indient, worden vermeld. Bo
vendien moet het verzoek vergezeld
gaan van een motiveering voor het
betreden van .het spergebied. Ook
moet de duur van het voorgenomen
verblijf worden aangegeven.
4) Inbreuken'op deze bepaling'zfln
overtredingen en worden gestraft
met ei3n gevangenisstraf van 6
maanden en met .geldboeten van ma-
jcimüm 2000 gulden of niet een van
deze straiffen, voor zoover niet vol
gens andere bepalingen een hoogere
straf moet worden opgelegd.
De commissaris-generaal voor
de veiligheid
(get.) RAUTER.
SS-Grupp3nführer und
Generalleutnant der Polizei.
Nu is deze Hymenaeus ,erg handig, want
hij weet, dat velen niet van de Bijbel wil
len weten en zich niet door de geboden der
Schrift laten overtuigen. Tot zulken wendt
hij zich aldus. Indien noch Gods Woort,
noch kracht van reden.3n u kunnen bewegen
om u tot "den huwelijcken staat te begeven,
laat dan uw eigen profijt, u eigen gemack
en rust u daartoe opwecken; begeert gij
go3n lust en vermaack in oude dagen?" Hij
wil zeggen, als men oud is en ongetrouwd,
kan men in feite heelemaal niet zonder
vrouw. Hij spoort aan om^ dan een huwelijk
te sluiten uit eigen belang.
In dezen trant brengt het boekske het
eene" argunssnt na hét andere te berde.
Commentaar geven we er niet op er zou
nog al-wat op te zeggen zijn het is al-
ileen,- om eens te laten zien hoe men in de
zeventiende eeuw over ,,oude vrijers" dacht
De schrijver wijst ook op de natuur, waar
in de dieren paren, op de maatschappij, die
zonder huwelijk zou uitsterven en denkt
ook aan de heldensche volken, bij wie het
huwelijk in hooge eere was.
De celibatairs'trekken nu wel een vies ge
zicht, dat ze zoo'n hooge loonbelasting
moeten betaian, n^aar in vroeger eeuwen
legde men den ongehuwden ook hooge boe
ten eii straffen op. Gehuwden en groote
ge'zinnen daansntegen genoten groote voor-
deelen. De Spartanen b.v. hadden vrijstei-
ling Van de nachtwacht, indien zij drie, en
vrijstelljiig van alle diensten indien zij vijf
kinderen hadösn. Bij de Romeinen was het
zoo, dat „die nooyt getrouwt waren, moch
ten geen part krijgen int nagelaten erf
van de overleden borgers." Daar werden
ze dus onterfd. In Corinthe werden de on
gehuwden ha hun overlijdsn zonder eer
betoon begraven en onder de wetten van
Plato vindt men het voorschrift dat iemand
die op zijn dertigste jaar nog ongehuwd
was jaarlijks een zekere boete had te be
talen. En in Athene werden op een bepaal
den feestdag alle ongehuwden door vrou
wen voor een altaar gesleurd en daar „met
roeden gegeeseld om haar alsoo door
schaamte tot trouwen te bewegen."
Of nu dezen 'Kupido Hymenaeus resultaat
heeft gehad van zijn „klaer bewijs en
ernstig vermaen" weten wij njet -te zeg
gen. De statistiek was er toen nog niet. Ze
ker is, dat dit boekje, wanneer het al niet
het oudste is dan toch wel het -^lerkwaar-'
digste propl^andogenEchrift kan worden
genoemd, dat ooit voor, het hiiwelijk ver-
scheen.
g^p^ Voor het Buitehlandsch Overzicht zie
jtnen het Tweede Blaid.
Tijdens een machtige, ,g<rootschiö betoo
ging !van de N.S.D.A.P. in het Sportpalast
te Berlyn is de tiende "WinterhulpSictie van
het Duitsche volk, de Oorlogswinterhulpac
tie 1942i/'43, door den Fiihrer geopend, die
in een groote, meesleepende rede he* Duit-
scHe volk opriej) tot een nieuw offer voor
.het grootste sociale werik, dat lüje geschie
denis kent.
Minister Göbbels, die tevoren rapport uit
bracht^over de jongste Oorlogswinterhulp-
actie, bon nogmiaals op een geweldige staj-
Ê*ing va;i'deze sociale geiueenschapHpresta,
tie wijzen. - .--...'t.,. ii.-..,~r.
Dp door pers en radio verspreide meü'e-
dleeling, da,t do Führei-, die bij de -'gedenk
waardige Bijksdagbijeenkomst van 20 April
j.l. VQor idie laatste maal tot het Duitsch©
volk had gesproken, in het Sportpaliast het
woord zou voeren, had een groote nien-
sohenmeniigte op de been gebracht. Nog
voordat -Göbbels gereed w&s met zijn rap
port, bleeik uit het gejuich, dat van d©
sti-aat naar binnen klwk, dat de Fiihrer
aangekoimlen was. •Terwijl dé tienduizenden
zich i\iain hun plaatsen verhievten en met
opgeheven'rechterarm Hitler groetten, bte-
trad deze de zaal, vergezeld vajn Bteichs-
füüirer SS Hinunleir en Oberbefehlsleiter
Hilgenfeldt. Hij schudiiie generajal-veldmaar
schalk Hommel onder het gejubel van tien
duizenden de hand.
HITLER AAN HET WOORD.
De Führer herinnerde in zijn rede in de
eerste plaats aan het feit, dat het een'jaar
gele&n was, dat hij voor het laatst op. de
ze plaats voor het Duitsche volk kon spre
ken. In dien tijd heeft hij zich m.eer met
handelen en daden moeten bezighouden.
Wat thans uitgesproken moet. worden,
wordt bovendien door onze soldaten gezegd
Ik acht het niet juist, .zoo verklaarde
hij, mij reeds thans bezig te houden met
de gedaante van .datgene, wat eens zal zijn,
maar ik acht het beter, dat wij ons bezig
houden met datgene, wat de tijd momen
teel van ons verlangt.
Een atlantic charter aan elkaar te lij
men is natuurlijk zeer eenvoudig. Deze
onzin ,zal overigens ,ook slechts weinige'
jaren van kracht zijn en door de harde
feiten eenvoudig ter zijde geschoven wor
den. Ook om een andere reden is het voor
onze tegenstanders gemakkelijk te .praten,
want zij hebben nu na jarenlange vergeef-
sche moeite plotseling ons partijprogram
ontdekt en wij zien met verbazing, ,dat zij
de wereld Voor de toekomst ongeveer dat
beloven, wat wij ons Duitsche volk reeds
hebben gegeven ^rt waarvoor ons ten slot
te door de anderen deze oorlog is aange
daan. N
Het is wel er'g geestig, aldus merkte de
Führer ironisch op, wanneer b.v. een pre
sident* zegt: wij willen, dat voortaan ieder'^
een het recht heeft geen gebrek meer te
lijden of iets .dergelijks. Daarop kan men
slechts zeggen, ,dat het waarschijnlijk veel
eenvoudiger zou zijn gewfeest, wanneer de
ze president, in plaats van in een oorlog te
duiken,- de geheele werkkracht van zijn
la.nd had gebruikt om tot nuttige productie
te komen en vooral om voor zijn eigen volk
te zorgen, zoodat niet in een gebied, dat
per vierkanten kilometer slechts_tien men-
schen heeft te herbergen, gebrek en ellende
heersohen en dertien millioen menschen
werkloos moetisn zijn.
Als deze heeren thans een hooge
borst" opzetten en plotseling tegenover de
wereld als re,dder optreden en verklaren:
vfij zullen er voortaan voor zprgen, dat dö
nood van het verleden niet terugkeert, dan
zeg ik, dat deze bezitters van wereldrijken
daarvoor reeds lang vóór ons in hun ei'gén
landen hadden kunnen zorgen.
Als ik daarbij hoor, dat iemand
mi zegtik geloof, dat het de heer Eden
is, maar men weet nu eenmaal niet welke
nul daar aan 'den overkant aan het praten
is,«^ dat zij werkelijk gelooyen aan datge-
iieVvVaf.zij voöi-gewsn te gefeoVèn,' dan had
den zij dit geloof vroeger kunnen belijden.
Wij hebben in ieder geval niet alleen ietsi
geloofd, maar ook gedaan wat wij geloof
den.
En thans gelooven wij, ,dat wij de -vij-
anden tot de .definitieve overwinning moe
ten verslaan. Dat gelooven we en. moeten -
we ook do'en. Natuurlijk kumien wij met
deze heden over het begrip geloof in het
geheel niet debatteeren. Wie bijvoorbeeld
-gelooift, dat Namsos een overwinning was
of Andalsnes, of wie zelfs gelooft, dat
Duinkerken de grootste overwinning der
weroldgeschiedenis wa$, of dat mijnentwe-
gen- o2n expeditie, die negen uur duurde
een verwonderlijke, b'emoedigende uittink
van een zegevierende natie was, met hem
kunnen wij ons met onze bescheiden suc
cessen natuurlijk niet vergelijken
Want wat zijn onze overwinningen daar
tegenover eigenlijk? Als wij bijvoorbeeld
de laatste maanden tot den Don konden
doordringen stroom afwaarts deze rivier
volgend ten slotte de Wolga bereiken, Sta
lingrad bestormen en het ook zullen nemen
waarop zij zich kunnen verlaten dan
is dat in het geheel niets.
Als ■wij doordringen tot den Kaukasus,
dan^.is ook dat niets. Als wij de Oekraine---
bezetten, als wij de Donetzkolen in bezit
nemen, dan is dat alles niets. Als vrij 65 of
70% van het Russische jjzer krijgen, dan
is dat volstrekt niets. Als wij het grootste
graangebied ter wereld practisch ontgin-
i>3n voor het Duitsche volk en daarmee
voor Europa, dan is dat in het geheel niets
Als wij ons van de oliebronnen verzeke
ren, is dat ook niets.
Dat alles is niets, maar als Canadeesche
voorhoeden met een klein Engelsch staar
tje als aanhangsel naar Dieppe komen en
zich' daar moeizaam negen uur vermogen
te handhaven om daarop definitief te wor
den vernietigd, dan is dat een bemoedigsnd
wonderbaarlijk blijk van de onuitputtelijke,
zegevierende kracht, die het Britache im
perium eigen is.
Reeds in 1939 waren wij niets, want'
.destijds blies Chu'rchill zich reeds op en
zei.de: Ik kan de heuglijke mededeeling
doen, dat het duikbootengevaar als defini
tief afgewend kan worden^ beschouwd. Wij
hebben meer duikbooban vernietigd dan de
Duiltschers ooit hebben bezeten.
Dat wij hem uit den Balkan hebben ge
worpen, dat. wij''Griekenland hebben ver
overd en Kreta bezet, dat,zij jn Noord-
Af rika verdrevenzijn, dat alles is niets.
Maar als er ergeljs een paar man landen
om een eenzamen voorpost te overrompe
len, dan zijn dat daden, dat zijn prestaties.
Wie derhalve dergelijke dingen geloofd, zal
ons geloof niet begrijpen. Ons geloof nooit
begrijpen. Overigens hebben zij natuurlijk te
genover deze da^en ook wissels op de toe
komst. Zij zeggen: het tweede front zal ko