CHnWEEKBIADÖpGED.Gnoni]l51AG vöÖRÖEZUID-HOainZCCUW^ EIIAnDEtl N J. UitgeTersmaatscbappü „EILANDEN-NIËUWS" Buitenland Stichtelijke Overdenking Verscbillende berichten 15e Jaargang ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1942 No. 1379 WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 19 35 OPGENOMEN HET B LA D .O !M Z E E I L A N D E N" - 1 8^ JAARGANG CIXGAVI VAK GtYts^d te Middeütanilt Fziu HeadiIlBrt. 122 G i G1k> 167930 f Foctbox I i Xd, IZ, BQkwifeMw vewr ZMlaodi BtE. nbwrtenadliË Marldi, Selel. 69. Het niet beschamende geloof in den Middelaar. UIT HET KUKVENSTER K1783 lAIIDEII RKMHHBH^HI^iHBHMBHHBHÉHMHHMHHHMHi Abcmnemüntsprgs 93 cent per 3 maanden bfl vooruitbetaUn^r. Verschijnt 2 maal per week. Afzonderiykf .•,-.,-^r.i^rs S cent Buitenland 8 gulden per ]asr. Gewone-regelprös 7 et. per m.m.^ Contracten belangrijke reductie. Prijsverhooglng toegfestaan door het Dept. van Handel, Növerheid en Scheepv. onder Nó. 16236 N.P. ^.d. 24 Maart 1942. I. Hn een leigelük, die in Hem gelooft, zjaj niet 1>es€ha,ainidi wordeii> Bom. 9 33b. „Ik ben gevond3n van hén, die niet naar MU vraagden, en die niet naar Mij zochten, tot dezulken heb Ik gezegd: Ziet hier ben Ik." De leer toch der souvereiniteit Gods, is een_ steen des aanstoots en een rots der ergernis. Zulks is niet zonder rede, immers de mensch, die van 'zijn Schepper afviel, en satan toeviel om een beloofde zelfsq;u- verejniteit te bekomen, is hierin door den verleider verlengend, en zóó geestelijk be dorven, dat hij geworden ds, en blijft een volgeling van Pelagius, met alle vezels hierin verborgen.. Paulus was er door één zijdige ontferming voor ingewonnen, ja, het was, door Geestes bearbeiding, zijn levertssifeer geworden: „Uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen." Niet uit de werken, opdat niemand roeme. „Wat zullen wij dan zeggen?" De, slot som, de sluitrede wordt opgemaakt: „Dat de heidenen, die de. rechtvaardigheid niet zochten, de rechtvaardigheid verkregen hebben, doch ^le rechtvaardigheid, die uit het geloof is, maar Israël, die de wet der rechtvaardigheid zocht, is tot de wet der rechtvaardigheid niet gekomen. Waarom?' Omdat zij die zochten niet ,uit het geloof, maar als uit de werken der wet; want zij hebben zich gestooten aan den steen des aanstoots." Nu kan het Adamskind, krachtens zijne natuurlijke geboorte niet anders doen, dan zich hieraan stooten, en zujks doet hij gansch vrijwillig_ Schrikkelijke toestand, vijand te zijn der souvereiniteit Gods. Maar aan de andere zijde, eeuwig won der van ontferming, die hiervoor wordt bearbeid. De gezegende Ilnmanuël getuig de: „Vleesch en bloed heeft u dit niet 'ge- opanbaard, maar Mijn Vader, dié in den hemel ds." - Dit onderwijs is persoonlijk. Iji, onze Schriftmeditatie staat zulks niet in het meervoudige, maar in het enkelvoudige. Zulks blijft nog altijd waar: alle Mijne kinderen, zullen van den Heere geleerd worden. Dat volk, dat onder dat „iegelijk" valt, zgn de Ingeslotenen in het bun- delke de^ levenden, die in een eeuwig- heidsbesluit zijn opgenomen: Jacob heb Ik liefgehad, en Ezau gehaat.; opdat het voornemen Gods, dat naar de verkiezing is vast blijve.". Hoe zijn dan de tijdsn, waarin we ons bevinden, donkere tijden. Immers zalig worden is schier geen wonder meer. Het neo-Calvinisme spreekt .van broeders en zusters, zonder ooit beleefd te hebben, ,van dood levend gemaakt te zijn. Hoe zijn door de leer eene veronderstelde of zoogenaam de sluinierende wedergeboorte de gedooden machtig vele. Wat zal de eeuwigheid eens openbaren, als zij zullen zeggen: -„Wij hebben in Uwsn Naam gegeten en gedron ken, ja krachten gedaan," en het voor eeuwig afwijzend, antwoord zijn zal: „Ik heb u nooit gekend." Onherstelbare en eeuwige terugstooting, naar de diepte der vreeselijke rampzalig:held. Nu kunnen we die waarheid belijden, en verstandelijk toestemmen, ja zelfs met eénige genegen heid, maar ook dit bed Is te kort, dit dek sel is te smal. Van naiture is het van elk 'menschenr kind gesproken, dat het bHhd Is voor, en vijand is van," de waarheid die is naar de Godzaligheid. Religie, godsdienst wil men nog, maar dan elk op zijn wijze. De mensch zal het' richtsnoer aangeven, en God, zoo wil men, zal dan; naar mensohe- Itjke opvattingen, moeten volgen. Maar durft gö 't bestaan, verdoolde stervelin gen, te twisten met Mijn kracht? Zie daar spreekt de Majesteit des Heéren Heeren, die voor Zijne eerë waakt, en Zijne «eeuwigheidsbesluiten handhaaft. Welk een onuitsprekelijk wonder, als esn menschenkind voor dien hoogen en verhevenen God leert neervallen en tot de beleving komt, jyan de waarachtigheid Zijns bestaans. Elk onwedergeboren mensch toch is hiervan vervreemd.'Hoe nabijkomend ook, daar moet, zal het wel zijn, Gods qnmisbaren Geest aa;h te pas komen. De natuurlijke mensch begrijpt niet de dingen, die xdes Geestes Gods zijn. Dit hooge onderwijs, waarvoor de Heere Jezus dank zegt, en spreekt: ,^k ,dank U Vader, Heere de^ hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de Wflzen en verstan- dlgen verborgen hebt, en hebt ze den kin- Verantwoordelipi Bootdredactenr: Th.'lse Waia] MlddeltaarnllL darkens geopenbaard; ja Vader, alzqo ds geweest het welbehagen voor IJ," wordt persoonlijkgenofcsn, en dit volk krijgt te gelooven. Een iegelijk die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. Ds V. Br. (Vv^ordt vervolgd.) De waarde van höt oude Over vondsten en archieiven By het heengaan van een archivaris. Het is den mensch aangeboren, aan het oude waarde te hechten. In het-modernste huis dat er is, is altijd nog wel iets van vervlogen tijden te vinden: een oud por tret, een kostbaarheid van grootvader of grootmoeder, een familie-stuk in den vorm van een brief of anderszins. Wanneer wij zooiets ter hand nemen, dan is het of spreekt het tot ons, als wordt er opnieuw leven in gewekt. De musea en onze' oude archieven geven- ons aanschouwelijk onder wijs en een levendig beeld van het werken en de gewoonten" van onze voorvaderen. Geen wo'hder, dat er de laatste vijftig jaar in toenem.3nde mate groote zo^g wordt be steed aan het bewaren Vkn de kunsts.chat- ten, die in de loop der eeuwen zijn, bijeen vergaard om aldus de nagedachtenis van het verleden voor de huidige en komende generatie te bewaren. Ook nu nog, terwijl de oorlog woedt, verliest men dat niet uit het oog. Er wordt door het geweld van het moderne oorlogsmateriaal ontzag'lijk veel aan kunstschatten vernield, zooals we dat vaak in,de dagbladen lezisn kunnsn. De Nederlandsche Kultuurkamer beijvert zjch o''m de Jjefde tot de archaeologie (oud heidkunde) bij ons volk aan te wakkeren. Ik.zag- n.l. op verschillende plaatsen een groote affiche, waarop afgebeeld een gra vende arbeider, met Jiet onderèchrift, geeft van iedere vondst, van vaas of kruik etc. kennis aan Uw burgemeester! De gewone man denkt soms zoo gauw dat die eigen aardig gevormde; dikwijls gebarsten of ge scheurde kruiken geen waarde hebben, maar er kan een heele geschiedenis aan vast, zitten. Het^zijn volksche waarden, die voor het nageslacht dienen bewaard te blij ven. Het moet eigenlijk een wonder worden geacht, dat er nog zooveel uit de oudheid voor ons is bewaard gebleven. Want vroe ger nam men het -daarmee heusch zoo nauW- niet Archieven van de gemeente {bij voorbeeld, werden toen meer beschouwd als een last, dan wel als een kostbaar be zit. Archivarissen kenden we niet'. "Meestal lagen op een zolder, ongeordend, onder de pannen, de paperassen op een plaats waar het drupte en lekte, zoodat er veel onlees baar werd of door de muizen werd -wegge-, knaagd. De Staten van Zuid-Holland zagen dat in 1874 in en hebben op voorstel van Gedeputeerden in genoemd jaar voor de eerste maal een bedrag uitgfetrokken om tot geleidelijke ordening en inventarisatie van de gemeente-archieven te komen. Sinds dien is er veel veranderd en zijn er op deze wijze" hoogst belangrijke archiefstuk ken gèjed, die anders onherroepelijk zou den zijn verloren gegaan. Dat is ook zoo op het gebied van momumentenzorg en oud- stedelijk schoon. Is het ordenen en bewaren dier oudheid kundige stukken op zichzelf reeds-een kunst, nog meer is dat het aan het licht brengen van den inhoud, de geschiedenis er van. De Memorie van Toelichting op de Archiefwet geeft de waarde duidelijk aan: „dikwijls vindt men er belangrijk materiaal in voor de bestudeering van algemeene en plaatselijke geschiedenis, voor de kennis van maatschappelijke toestanden in vroe ger tijdperken, ^oor het goed begrip van menig onderwerp op het gebied van rechts geschiedenis enzoovoort. Een gi'oot man, die op archaeologisch gebied veel voor Schouwen en Duiveland's verleden heeft gedaan is vorige week heen gegaan. Groot door zijn eenvoudigheid, ondanks zijn buitengewone bekwaamheden; Het was de heer Pieter Dignus de Vos, oud archivaris van Zierikzee. Met hem overleed de laatste der Zeeuwsghe archivarissen, die zonder een wetenschappelijke opleiding te hebben genoten, door veelzijdige kennis van zijn geboortestad als geroepen was om ,dit ambt te bekleeden. Wat heeft hij -veel uit de oude archieven nslar voren gebracht en het Zeeuwsch' verleden doen léven. Geen van de generatie yan archivarissen. De Kruyter van Goes, Adriaanse van Hulst en HoUeatelïe van Tholen, heeft zooveel te boek gesteld als wijlen de Vos. En veel anoniem. Zijn naar.i zonk in 't niet. Zeer zeker heeft hij vaak gezegd: Homo sum, ik ben een nienseh. Hoogmoed was hem vreemd. Wie zich be3ig houdt met de ge schiedenis van Zeeland, zal steeds met er kentelijkheid aan hém terugdenken. Hij is het waard, die zooveel over ande ren heeft geschreven, dat ook aan hem enkele woorden worden gewijd.Nu is hij verzameld tot zijn vaderen, van wie hij zooveel aan de vergetelheid heeft ontrukt. Schrijvende over „de lotgevallen van een oud huis" vervulde ,hem, bij het terugzien op de lange rij vars bewoners daarvan,de weemoedige gedachte, dat, hoelang hijzelf of anderen in dierbaar geworden woonste den gevestigd mochten zijn, er tenslotte toch een tijd zou aanbreken, dat deze woon- stSen, met zooveel-, herinneringen .mpeten worden verlaten. DE(t is met hem zoo ge worden. De gedachte aan sJe vergankelijk heid des-levens stond hem veel voor oogen. Met een variant op éen slotzin uit genoemd werkje zou ik willen zeggen, dat ook onze o'dde woningen niet anders dan logementen en wij slechts reizigers blijken te zijn. WAARNEMER. DEZE WEEK VEBDTJISTERINGSWEEK. Goed verduisterd, goed .beschermd. De vorduisteringsweek loopt ten einde. Dat wil niet zeggen^'Öat het verduisteren afgeloopen is of minder nauw komt. Inte- gondeel. Als U de verduisteringsspullen" nauwkeurig hebt nagezien en gezorgd, dat er geen enkel li'chtstraaltje naar buiten valt, ook niet door een dakraam of een of ander lichtkozijn, och, dan is U er af, rhaar dan hebt U ook het gevoel, dat het inder daad goed is. Dat men er zoo nauw op toeziet, bewijst wel, dat het inderdaad noodig js! Er kan zooveel van afhangen, l^et leven van Uzelf en ook van anderen. vV'aaïschuw 'aaarom ook Uw buren indien U bemerkt, dat ze achteloos zijn inzake de ver3uistering. Denk steeds aan de spreuk: Goed "verduis-^ terd, is.goed beschermd. HOOGERE RANTSOENEN IN DUITSCHLAND. Voor brood len vleesch. BERLIJN, 15 Sept. (D.N.B.) Krach tens een verordening van RijkSmaarschalk Goring worden van 19 October 1942 af de rantsoenen broOd en vleesch verhoogd. Het broodrantsoen wordt in vollen omvang weer op stand gebracht, die vóór de ran- soenbeperking op 6 Aprjl 1942 bestond; dit komt hierop neer, dat de normale verjjmi- ,ker. boven den leeftijd van 20 jaar weer 2250 gram brood per week krijgt. Het vleeschrantsoen wordt per persoon en per week verhoogd met 50 gram, voor arbei ders, die langdurig des nachts, zwaar of zeer zwaar werk moeten verrichten, met 100 gram. Deze "verbetering der rantsoenen voe dingsmiddelen vindt haar oorzaak in de volgende beweegredenen: 1. Dank zij den moed en de offervaar digheid van den Duitschen soldaat is het gelukt, de bekrompenheid van leef- en voe- .dingsruimte, die ona volk sinds een eeuw heeft neergedrukt, te boven te komen. De door de Duitsche weermacht veroverde vruchtbare gebieden in het Oosten begiifc^ nen thans, dank zij de energie dSr Duitsche landbouwleiders, dje aldaar het werk van den wederopbouw hebben aangepakt en dank zij de toenemende uitbreiding van het verkeer, ook overschotten van voedings middelen op te leveren voor het? Duitsche vaderland. 2. De Duitsche oogöt is dank zij de buitengewone inspanning van den Duit schen boer in liet, voor jaar en als gevolg van de gunstige omstandigheden voor ,den groei .in d^ laatste maanden, beter uitge vallen" dan aanvankelijk na de zware win terschade gevreesd moest worden. De ver mindering van de bebouwde oppervlakte als gevolg van winterschade wordt opge vangen door de voorbeeldige aflevering van den Duitschen boer en door het ge bruik van gerst als broodgraan. 3. De in heel Europa, naar het Voor beeld van den Duitschen en Italiaanschen productieslag genomen maatregelen tot op voering van de landbouwproductie, begin nen meer en meer hun uitwerking te doen gevoelen. Duitschland kan dientengevolge zijn leveranties van graan aan verschillen de Europeesche gebieden aanzienlijk verla gen, vergeleken bij den geweldigen omvang der laatste twee jaar. EXTRA SNOEPBON. Ook voor houders van rookerskaartén. Denk er om: Vóór of op Zaterdag-inlevei-en 's-GRAVENHAGE: 16 Sept. De sec retaris-generaal van het departement van Landbouw en Visscherij maakt bekend, dat voot" de distributieperiode van 6 Septem ber j.l. tot en met 3 October a.s., behalve het normale versnaperingenrantsoen, 100 gram chocolade- of suikerwerkartikelen be schikbaar wordt gesteld op bon Algemeen 377 van de bonkaart voor voedingsmidde len. Dit bèteekent derhalve, dat iedere con sument, onverschillig of hij in het bezit js van een rookerskaart of een versnaperin- genkaart, ditmaal voor bedoelde artikelen in aanmerking komt. Zij, die van genoemden bon. gebruik wil len maken, dienen dezen uiterlijk Zaterdag" 19 September a.s. bij den winkelier in te leveren. De winkelier wordt vervolgens in staat .gesteld, zich met de bij hem ingele verde bonnen zoo noodig' extra te bevoorra den en zal daarna aan zijn'klanten de hoe veelheid, waarop zij, gezien het aantal door hen ingeleverde bonnen ,recht hebben, kun nen afleveren. De aandacht wordt er op ge vestigd, dat voor deze aflevering geen af zonderlijke tion zal worden aangewezen. In verband hiermede behoort de -winkelier bij het in onl^^angst nemen van de bonnen Al gemeen 377 aan den Idant een ontvangst bewijs af te geveni Met nadruk wordt er op gewezen, dat het publiek er rekening mede dient te hou den, dat men op bon Algemeen 377 niet de zelfde artikelen zal kunnen koopen, welke als regel op de bonnen van de vers'naperin- genkaart worden betrokken, aangezien de aanwijzing van dezen extra-bon ten doel heeft de'ifabrikanten en den handel in de gelegenheid te stellen de ten gevolge van de distributie minder g.EÉi.gbaa.r gejvorden soorten af te zetten. Het pubiièk zal der halve bij het in .ontvangst nemen van de op bon Algemeen 377 verkrijgbaar gestelde hoeveelheid versnaperingen genoegen moe ten'nemen met die soorten, welke de win kelier hem aanbiedt. De afgeloopen week is wedei^ een week geweest, waarin geen sensationeele g-e- beurtenissen ons leven bewogen hebben. Geen redevoeringen, geen bijzondere veld oC zeeslagen, niets van dit alles, en^ toch een week waarin zeer, ja zeer hard gevoch ten is, en van.de front soldaten, bijna.het bovenmensebeltjke-is gevergd geworden. Eerst ds het de strijd óm Stalingrad die de aandacht vraagt. Hoe sterk de Sovjets de stad verdedigd hebben, blijkt uit de weerstand die zij kun-^ nen bieden. Stap voor stap gaan de Duit- schers vooruit en zoo te zien, zullen de Sovjets het verzet moeten opgeven, doch tot hiertoe houden zij vol. Een bewijs hoe taai zij zich verdedigen, blijkt uit een be richt van Woensdag j.l. waarin het volgen de werd medegedeeld. „De telgenstand laier bolsjewieken in Sta- ,,lingrad is dUiSdaniig, dat cte Bussen let- „teriyik state ivoor stuk doodgeslagen „moeten worden. Daar de bruggen naar „den Oostelijben oever vajn den Wolga „zijn afgebroiken, kunnen de bolsjewisten „hoogstens nog probeeren, alch zwem- „menid in veiligheiidi te brengen, maar „dan zouden ■zij zich blootstellen aan de „machiniejgeweren van hun kanonnen op „den Oostelojken oever." Nu moet men zich zoo'n toestand goed indenken. Duitsche soldaten rukksn op. De verkenners stuiten hier Of daar op een ver sterkte positie welke de vijand bezet houdt. Direct gaan er-berichten naar de achter- gelegfen troep, en binnenkorten tijd wordt deze verkende stelling onder vuur genomen hetzij door tank of veldgeschut, of als het noodig is, zwaardere artillerie. Bovendien komen de duikbommenwerpers en doen eveneens hun werk. Als dan zoo'n stelling vanuit de lucht gebombardeerd .en door de artillerie onder -vuiir genomen is, en geen of weinig teeke nen van léven meer geeft, dan komen de verkenners, de stormtroepen en de infante rie om Jiun werk te doen. Wat blijkt dan? Dat de nog overleven den vijanden zich stil gehouden hebben en als hun nog waperiisn overgebleven zijnl een moorddadig -vuur openen, ja zich niet eer der overgeven, voor dat zij stiik voor stuk doodgeschoten worden. Daarom vereischt zulk een aanval van De oude korenmolen, de zgn. ,,Haarmolen" te Vleuten, welke reeds langen tijd in staat van vg-rval verkeerde, zal gaan verdwijnen, daar de burgemeester van Vleuten en. Ha%r zuilen vergunning heeft verleend tot af braak van dezen, standaardmolen. (V.N.P. De Keijzer Pax Holland s) de hoogere legerleiding zeer veel tact en inzicht. Wordt er onbezo.nnen te werk ge gaan, dan sneuvelden er onnoemelijk veel RjenEchisn, en zou ,de stormloop mogelgk dood loopen. - De Duitsche weermachtsberichten wijzen hierop, dat de iimame van Stalingrad voor de leelc mogelijk iets lang mag duren, doch dat de legerleiding niet ondoordacht te werk mag gaan, en moet zorgen dat wanneer hetzelfde resultaat bereikt wordt, het leven ^_an de dappere strijders -WQ-r^t gespaard en niet 'onnodig opgeoiffèrd. Wel kunnen wij aannemen, al lezen wij dan geen bijzonder nieuws dat er van- de soldaten een opoffering gevraagd wordt, waarvan wij ons schier geen denkbeeld kun nen vormen. Volgens de laatste berichten hadden de Dultschers de eerste huizen der stad be reikt. Dat de Russen Stalingrad zoo ont zettend taai verdedigen, is een duidelijk be wijs welke een. strategische waarde zg er aan toekéimen. Juist om deze strategische waarde gaat het bij &3n oorlogvoering. Niet alléén het innemen van bepaalde groote steden is het wat wordt beoogd, o néén, maar wel de vraag welke beteekenis hebben zij, als zij zijn ingenomen, voor.volgende operaties, en wat verljes^j de vijand er mede. Dit wordt ook bevestigd bij de Salomonseilanden en op Nleuw-Guinea. Op NieuwjGuinea hebben de afgeloopen week, geen der bedde partijen eenig suc ces bereikt, waardoor zij hun posities ver beterden. Op de Saibmonseilanden hebben de Ja panners jn den nacht ^ah Maandag op Dinsdag wederom troepen aan land gezet op het eiland Guadalcand. Er is hevig gei vochten,' doch voorzoover de laatste berich ten vermelden, hebben ,de Amerikanen en Australiërs hun stellingen weten te behou den. Al zijn dit nu eveneens geen bijzondere berichten, toch- moet men niet denken, dat er stilstand gekomen is. Absoluut niet, neen binnenkort wordt hiei; weer een groo te slag A'erwacht. Japan heeft dit reeds en kele wetosn geleden aangekondigd. Beide partijen hergroepeeren en versterken hun strijdkrachten. Het gaat uiteindelijk om hét bezit of verlies van Australië en valt Australië, dan beheerscht Japan de Indische Zeeën en heeft het de opper heerschappij op den Grooten Oceaan. Let nu eens op, welke riiachtige proble men er staan achter de strijd om zoo'n on- DEZE^'WEEK IS DE VEBDUISTEBINÖSWEEK. Niet alleen voor U, maar ook voor Uw medeburgers of dorpsgenooten dient gij te zorgen, dat uw woning 's avonds goed verduisterd is. Wij le ven in een tijd van oorlog, d.i. eèn tijd van sterk vergroot levensgevaar. Goeid tvfepdmistepd, goed beschermd.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1942 | | pagina 1