CHQWECKEUAD^GED.6noriD^6^5RBIZUID*l1QainZE^^ EIIAnDCn N.V. UitgeTersmaatsGliapü „EILAMOEN-NIEOWS" 15e Jaargang ZATERDAG 25 JULI 1942 No, 1363 Stiebteltjke OveMenking WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 19 35 OPGENOMEN HET B LA D N Z E E I L A N D E N" 18^ JAARGANG Alwimementsprös 93 cent per 3 maajiden bt| voorultbetaimg. Verschgnt 2 maal per week. Afsonderljfke nummers S centBuitenland 8 golden per Jaar. Veiranttv^ooiideiyii: Hoofdr^idlaetnDT.: Ib. m Waial MSaSëlbaniSL UIT HET KIJKVENSTER Vrijstelling van de rijwielvordering. K'1783 ElliUilJEI14ilElJlo Gewone regelprijg 7 et. per m.m. Contracten belangrijke reductie. Prijsverhooglng toegestaan door het Dept. van Handel, Nijverheid en Scheepv. onder Ho. 16236 N.P. d.a. 24 Maart 1942. Maar op dezen zal Ik zien op den arme ein iverslagene van geest en die voor Mijn Woord beeft. (Jesaja 66 3.) Men kan uitwendig veel goede dingen doen. Veel barmhartigheid en liefdadigheid verrichten. Men kan gelijk de rijke jongeling, al Gods gebodon naar de letter onderhouden, of ge lijk het Israël van weleer een schoonen tempel bouwen, de slacht- en brandoffers vermenigvuldigen,-ja, men kan wat nog na der komt, zelfs zijn lichaam geven om ver brand te worden, en bij dit alles de witge- pleisterde graven gelijk zijn, die van buiten wel schoon schijnen maar, waar van bin nen het verderf heersoht en de verrotting. De Heere ziet naar waarheid in het bin nenste. De Hooge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont, speurt met Zijn alziend oog rond en gaat voorbij al het voorname en dat bij de wereld edel genoemd wordt. Dë wijzen, de schriftgeleérdisn, de hoogen, de aanzienlijken, de uitwendige tempelbou wers. Degenen die op hun goed vertrouwen, op hun stipten levenswandel, op hun gods- dienstphchten, op hun bidden, ten Avond maal gaan, omgang met God's volk. Of op een kloppende consiëntie, gemoedsaandoe- nitigen voorkomende beloften, psalmversjes. Of hen die mèenen leven te- bezitten, een tweemensch te zijn en daarom wederge boren. D'ie allen en die het leven in eig.sn hand nog vinden en in hun eigengerechtigheid met een zuivere belijdenis voor een heilig en rechtvaardig God staan, ziet Hij wel aan, maar in ongenoegen en in Zijn gramschap, Op wien ziet de Heere dan neer in Zijn gunstrijk welbehagen? Op dén arme en- verslagene van geest, zegt onze tekst en die voor Mijn Woord beeft. Wat zijn dat voor menschen? Het zijn mensohen gelijk alle andere, Adamskinde- r3n; zondaars, ze liggen met geheel de we reld van nature verdoemelijk voor God. Maar met ,dit verschil; dat zij door ont dekkende- genade zichzelf hebben leeren kennen als ontbloot van alle gerechtigheid en heiligheid. Die door het overtuigende en zieldoorvlijmende licht des Heiligen Gees- tes hebban leeren zien dat zij met al hunne goede werken, met hun zuchten, tranen, Ie. zen, bidden, niet Voor God kunnen bestaan. Want al wat uit hen voorkomt zien zij bij het licht van Gods heilige wet als zonde. Het zijn'de zulken, die hun vijandschap teg.3n Christus en het Evangelie recht lee ren inzien. Zij hébben God in den weg ge- staan en met al wat zij deden, met al hun deugden en plichten, met al hun godsdienst het den Heere toegeroepen: Wijkt van mij, want aan de kennis Uwer wegen hebjk geen lust. O, dit zijn zonden, die gaan pp de ziel wegen.als een centenaarsgewieht! Hier wordt de ziele zwaar gedrukt, hier is geen ontkomen meer, maar gaat zij uit roepen: O, wee nu mijner, dat ik zoo ge zondigd heb! - Zij kan nu niet meer hopen op God, dat Hij haar wel zal genadig zijn. Zij ziet hare inbeeldingen en haar valsch vertrouwen dat zij op den Heere had. Als zij aan God denkt maakt zij misbaar, want zij ziet hel der en klaar, dat God alleen bevredigt is in Christusi;, dat doet haar harte van schaamte en berouw ineenkrimpen. Wat zal er nu gebeuren, ontkomen is niet meer mogelijk, Christus heeft zij ver acht, gëlooven kan zij niet, want hier leert men werkelijk verstaan dat het ge- locf een gave Gods is zij kan niet meer staande' blijven en valt voor God in, als een arme en verslagene "van geest en roept het uit: Gena.^j, God, gena hoor mijn ge bed. - En o eeuwig eeuwig wonder, van vrije souvereine'genade: Op dezen zal-ik zien, zegt de Heere: Christus-wordt.ontdekt a'an de ziele, als de eisnige weg tot zaligheid. Daar heeft een ontsluiting plaats waarin een heilig en rechtvaardig God betoond barmhartig en genadig te kunnen zijn, in den Zoon Zijner eeuwige liefde. Nu kan zij van Jezus niet meer wegblij ven. Hij vsfordt haar in alles dierbaar ge past en beminnelijk. Hoe worden alle din gen nu anders; men krijgt ooren om te hoeren, oogen om te zieil; zij leeren het Wijde geklank van het Evangelie kennen, dat hen toeroept: O,, alle gij dorstigen Ifomt tot de wateren, en gij die geen geld hebt komt, koopt en eet, ja komt koopt, zonder prijs, wijn en melk. Zij worden dronken van liefde. Hier proe ven en smaken zij dat de Heere goed is. Hier wordt het vette van Gods huis ge- smaakf, een volle beek van wellust maakt, hier elk in liefde dronken. Op dezen zal ik zien zegt de Heere. Op dsn arme en verslagene van geest' en die Voor mijn woord beeft. Niet, dat, dit men- schen zijn die waardiger of beter zijn dan een ander. Neen, maar de Heere heeft de zulken opgezocht met Zijn opzoekende liefde. Het is alles uit Christus, die door Zijnen dood, den dood gedood heeft en door Zijne kracht hen trekt uit de macht der zonde, waar onder ieder mensch be sloten ligt. Uit dat eeuwig welbehagen, dat 'Hij be toond - in het schenken van ,een Verlosser en Zaligmaker komt Hij Zijne uitverkore nen te ontledigen van zichzelf om plaats te maken voor vrije genade, opdat Chris tus in hare harten een plaats mag ver krijgen en^zij in de genade en kennisse van Hem mogen wassen en toehemen. Dat volk leert, voor Gods Woord beven; omdat zij de levendmakende en zonde doó- dende kracht bij bevinding hebben leeren kennen, niet als een menschsn woord, maar als het Woord des Almachtigen Gods. Voor dat Woord gaan zij uit den weg, zij hebben geen tegenredenen, maar aanvaar den het voor eigen hart en leven, zoowel de dreigemenbsn als de beloften, de oor- deelen als de zegeningen. Het is voor hen, ja en amen, Gode tot heerlijkheid. Mijn waarde lezer of lezeres! Kent gij iets van het ontblootende, ontgrondende' werk van Christus Geest, waardoor Hij door arm en verslagen makende genade, U tot Hem kwam te trekken met een uit- gestrekten arm en een onweerstaanbare kracht, waardoor ge als een doodarme, naakte en ontbloote zondaar, een gewillig volk werd op'den dag van Gods heirkracht om tot Christus te kom.en en van Hem al leen geholpen te worden. Om van Hem gewasschen, .gereinigd, ge kleed, gedekt, gevoed en gelescht te wor den. Trap en mate in de overtuiging en ver- ootn-roediging mogen verschillsn, maar als het U nooit arm van geest, nooit waarlijk ontledigt heeft van Uzelven, dan hebt ge ook nooit de toevlucht waarlijktot Chris tus genomen als den gegevene des Vaders. Misschien wordt Uw ziele geschud door ongeloof en twijfelingen. Door onzekerheid van Uwen. staat, zonden en verdorvenhe den, of dat gij beducht zijt voor de bedrie- gelijkheid en arglistigheid van Uw hart. Houdt U dicht bij Jezus, klemt U aan Hem vast. Leert Hem benoodig'en als profeet, priester en koning. Zie, Ik sta aan de deur zegt de Heere Jezus en lic klop: indien iemand Mijne stem zal hooren en de devir opendoen. Ik zal tot Hem inkomen en Ik zal met hem Avondmaal houden, enhij met Mij. De schande en verkeerdheid, is onzer, volk des Heeren, de rivier Gods is vol wa ter, h-et gebrek, het tekort is bij ons. Ont dekt Gij Heere onze- oógeh dat wij mogen aanschouwen .de wonderen Uwer V/et. Maar kent gij niets van dit werk mijn lezer, dan komt ook U de belofte niet toe; dan zijt ge niet arm, maar hebt Uw schat. Uw rijkdom in Uzelven. Misschien leeft ge ingetogen rechtvaardig voor de menschen. wat op zichzelf niet af te keuren is. Ja, misschien zijt gij wel ambtsdrager, of Leeraar in Gods kerk en hebt ^.daar Uw leven in gevonden. De Heei'e doe het U zien dat ge geen verslagene, maar, strij dende geest zijt, die loopt in het harnas, van den Vorst der duisternis, die^ U ge vangen houdt onder zijn rnacht. Bidt dan den God des hemels 'en der aarde, Wiens handen' alle deze dingen gerriaakt hebben, dat Hij U bekeere en Hij U leere tof Zijn's Naam's roem en heerlijkheid. Leasen en verkeerd lezen 't Oor deel van kriantenlezers De discus- .sie met dte Farizeeërs Hoe léést gij? Daskommt vom^ lesen! Ja, daar komt veel door. het- lezen, door het verkeerd lezen althans. Multatuli heeft het in zijn Ideëen over een oude grompot, in een zeker stuk, die alle fouten, verkeerdheden en misdaden aan 't lezen toeschrijft. Hij schrijft hiervan: „Z'n telkens voorkomende uitroep, das ko m m t v(^m lesen! levert titel en pointe aan 't' stuk. Is de soep aangebrand das kommt vom lesen! Heeft-ie last van vlie gen das kommt vom lesen! Dringen z'n arbeiders op hooger loon aan das kommt vom lesen! Welnu, .zegt Multatuli, er ligt meer waarheid in, dan waarschijnlijk de schrij ver zeK bekend was. Hij, die slechts de be- doehng had, er om te laten lachen, leverde aan denkers een uitmuntend onderwerp tot studie. Ik'zeg 't den ouden pruttelaar, bij ergernis over heel veel verkeerdheden, in vollen ernst na: das kommt Vom lessen! "Het Verschil tusschen hem en mij ligt hoofdzakelijk hierin, dat hij alle boeksn wilde zien verbranden, terwijl ik- aandring op'n geheel ander sport, van verlichting. Ik wenschte, dat men goed las, dat men lezen 1 e'er de." Dit schreef Multatuli omstreeks 1870. Nu in 1942 is 't nog zoO. Ik ben het met zijn ideeën niet eens, maar daélrin heeft hij ge lijk. Men staat er verbaasd over, hoe slecht de meesten lezen kimnen. Dat is nu mis schien niet prAtig, om tegen lezers- en le zeressen van eigen blad te zeggen, maar toch is het zoo. Krpntenmenschen weten dat het best. Over een of ander artikel hooren ze b.v. de meest .uiteenloopende be schouwingen. De een prijst iiet, de ander laakt het. Das kommt vom'les.en!... Het is nopdig, dat Kien eens nadenkt over ■'t geen men leest. Met andere woorden, dat men zich oefent in critiek en oordeelkunde. Men ergert zich dikwijls door verkeerd te lezen. Soms ook wel aan de rubriek Kijk- venster. „Zou ^.Waarnemer" nu wel voor honderd procent Hollander zijn?" vraagt men dan. 't Ja, hoe is 't mogelijk? Weet ge, hoe dat kpmt, dat men dat vraagt? Das kommt vom lesen!... Zoo bijvoorbeeld 't oordeel over de kran ten. Er -zijn er die zeggen: kranten met oorlogsberichten, ajlemaal leugens. Wel wat grof gezegd vindt U niet? Ze lezen mis schien niet óf half en pordeelen toch, óf, ze kunnen niet lezen. Terwijl ze later moe ten toestemmen, dat het tóch waar. was, wat er stond. Waarnemer doet niet aan po litiek, maar bekijkt, dat toch een beetje anders dan velen. Hij leest een beetje an ders. Is hij daarom geen goed Vaderlan der? De Parizeeën konc'en ppk niet lezen. De Heere Jezus in Zijn omwandeling pp aarde heeft het huh bij ')r;';,?rsche1den gelegenhe den rnpeten vragen: „hebt- gij nooit gelezen in de Wet?... Natuurlijk, hadden ze de Wet gelezen, ze beroemden zich op hun W^etskennis, maar ze lazen niet goed! Daar zat de fout. Nooit hadöisn ze b.v. gelezen in de Wet, dat de priesters den Sabbat ont heiligden in den tempel op de Sabbatdagen, en nochthans onschuldig waren. Lees Matth. 12 5. Zij veroordeelden de onschul. digen, omdat ze verkeerd lazen. Bij een andere gelegenheid moest de Heere vra gen aan een groot Wetgeleerde: Hoe leest gij En toen Hij hem hetgeen er stond na der verklaarde, .moest hij openlijk toege ven, niet goed gelezen te hebben. De discussie met de Farizeeërs liep dus over 't lezen. De Farizeeën en Schriftgeleerden lazen en verklaarden de oude boekrollen, zooals het hun te pas kwam en zij er bij over eind bleven. Dat dpen wij eigenlijk ook. Geestelijk.zijn wij ook blind om te lezen. Wij lezisn in on zen bijbel-PnZen vloek, maar wij lezen er over heen.. Wij worden er het pnderwerp niet -van. Wij lezen van de ppenbaring van Christus maar Hij wordt ons 'niet geopen baard. Zonder de verlichting des H. Geé^- tes verstaan we 't niet. De machtige moorman van'Candacé had er erg in,dat hij 't niet verstond wat hij las. Dat was al een voornaam punt. Hij wilde direct van den eenvoudigen Filip-pus onderricht worden. Wij lezen niet goed. En daar kan zooveel van afhangen. - Daar kan onze zaligheid mee gemoeid' zijn. Zouden wij niet schrikken als de Heiland zelf, ook ^ns de vraag eens op 't hart léj: Hoe leest gij - WAARNEMER. De RIJKSCOMMISSABIS, DR. A. SEYSS-INQUABT WERD WOENSDAG j.l. 50 JAAR. Woensdag 22 Juli, bereikte Dr. A. Seyss- Inquart, de Rijkscommisasris voor het be zette Nederlandsche gebied, den leeftijd van 50, jaar. Rijksmjnister dr. Arthur Seyss.Inquart bracht zijn j%ugd door in het pude markt- dprp .Stannern m het Duitsche bevolkings eiland Iglau. Bij het uitbreksn van den we reldoorlog was hij student.in de rechteri Als keizerlijk jager stond hij aan het Ison- zofront. Na het einde van zijn studie ves-. tigde hij zich te Weenen als advocaat,;, van den aanvang af nam hij deel aan het p'li- tieke leven. Aan de oprichting van den Oos tenrijksch-Luitscben Volksbond, die een zoo nauw mogelijk-^n band rnet net D-uitsche rijk ten c'oel had, aad hij een üelangriJK aandeel. Zijn groote politieke taak echtfir begon op 16 Februari 1938, toen hij tot bondsminister \an binnenlandsche zaken en veiligbeid benoemd werd. Toen Schusch^ nigg kort daarop een staatsgreep wilde on dernemen, belastte dr. Seyss-Inquart zich vastberaden met de leiding van het lot der Osjtmark. Hij nam de leiding der nieuwe Oostenrijksche regeering op zich en ver-, zocht op 11 Maart 1938 in een telegram aan den Führer en rijkskanselier, zoo spoe dig mogelijk Duitsche troepen te zenden Pm orde en rust'te herstellen. Op 15 Maart 1938 werd hij benoemd tot rijksstadhoüder van de Ostmark en op 1 Mei 1939, na de afwikkeling der aanhechting van de Ost- markt, tot rijksminister. Na den veldtocht tegen Polen benoemde de Führer hem tpt plaatsvervanger van den gpuverneur-gene- raal van het bezette gebied in Polen. Na de capitulatie van Nederland werd rijks minister dr. Seyss-Inquart door den Führer bij decreet van 18 Mei 1940 benoemd tot rijkscómmissaris voor het bezette gebied in Nederland. Met erkentelijkheid voor zijn succesvoUen arbeid onderscheidde de Führer hem op 10 September 1940 met het oorlogsverdiénstekruis Ie klasse; op 20 April 1941 bevorderde de Führer hem tot s.s. Ober gruppenführer. jBij zijn ambtsaan-vaarding heeft de Rijks commissaris o.m. gezegd: „Wij zijn niet g;aarne met wapengeweld gekomen. WJj willen beschermers en bevorderaars zijn om dan vrienden'te blijven. Djt alles echu ter in den zin van de hoogere taak, die wij Europeanen hebben." Afgezien van de ver ordeningen en verdere maatregelen, die de ambtsuitoeifening van den Rijkscómmissa ris hebben nOodig gemaakt, heeft'hij in tal van indrukwekkende redevoeringen de lijn doorgetrokken, die hij bij zijn eerste optre den aangegeven had: „Wijvvillen ons in ons pptreden alleen laten leiden dpor de nppd- zakelijkheid van den huidigen bijzonderen toestand. Bovendien echter zullen wij niet anders werkzaam zijn dan door onze hou ding en pns vpprbeéld, dat de kracht van onze gezindheid en de onvoorwaardelijkheid van ons streven Voor het volk in het Rijk kunnen geven." 's-GRAVENHAGE, 22tJuli. Door het departement van binnenlandsche zaken Wordt bekend geinaakt: 1. van de inlevering van heerenrijwielen zijn vrijgesteld a) personen, voorzien van een Aus- weis van den rijkscómmissaris, ten bewijze, dat zij bij het rijkscom- missariaat werkzaam zijnj; b) personen, voorzien van een Aus- weis van den commissaris-generaal voor de openbare veiligheid, den befehlshaber der Ordnungspolizei of .den befehlshaber der sicher- heitspolizei, ten bewijze dat zij bij Duitsche politie-instanties werk zaam zijn; c) leden van de Nederlan,dsche poli tie, de brandweer af den luchtbe." schermingsdienst d) personen met opsporjngsbevoegd- held; e) zij, die in het bezit zijn van een ambtsrijwiel; f) zij, die in deh landbouw werkzaam zijn; g) handwerkslieden, waaronder Wor den verstaan fabrieksarbeiders, mijnai^beiders en overige handar beiders; -h) persanen, die het rijwiel Vgor de uitoefening van hun beroe^pi ter be- oordeeling van den burgemeester (volstrekt nöodig' hebben. 2. Personen, behoorende tot een der on der 1 sub f t.m. i genoemde categorieën kunnen, teneinde hun -rijwiel ongehin derd te kunnien-gebruiken, zich op een nader door den burgemeester van hun woonplaats bekend te maken plaats en tijd vervoegen. Indien zij deugdelijk kunhen aantoonen, dat zij inderdaad daarop aanspraak kunnen maken, zal hun esn schriftelijk bewijs van vrijstel ling worden uitgereikt, dat bij gebruik making van het rijwiel -desgevraagd vertoond moet worden. 3. Personen, die deugdelijk kunnen aan- toonen dat hun rij'wiel in beslag geno-, men is en -behooren tot een der 1 ge noemde categorieën kunnen zich op een nade r.door den burgemeester van hun woonplaats bekend te inaken plaats en tijd vervoegen teneinde zoo mogelijk jn het bezit te worden gesteld van het eigen rijwiel dan wel van een ander ter beschikking staand rijwiel. 4. een nadere bekendmaking betreffende de vergoeding van in beslaggenomen rijwielen is binnenkort te verwachten. v6. Aan de burgemeesters worden nog na. dere aanwijzingen verstrekt. De berichten welke van het Oostfi-ont binnenkomen wijzen erop, 'dat de Duit- schers nadat zij de plaats Woronesch geno men hebben, meer naar het Zuiden afzak ken, en trachten het geheele gebied van den rivier de Don in handen te krijgen. In het laatst der vorige week hebben zij de rivier de Donets overschreden en de plaats Worosjilowgrad (Loegansk) ingeno men. Van hieruit hebben zij hun opmarsch voortgezet en rukken verder pp om den ge- heelen Donboog in bezit te krijgen. De laat ste berichtsn spreken dat zij -de groote in dustriestad Stalingrad tot op 90 K.M. ge naderd zijn. Nog meer naar het Zuiden zijn eveneens de troepen in beweging gekomen. Het vorige jaar hadden vooruitgescho- -ven afdeelingen de plaats Rostof aan den beneden loop van den Don bezet. De win ter zette in en met het oog oj» een betere !ff ont verdediging hebben de Duitschers zich terug getrokken op Taganrog waar zij heb ben standgehouden. Thans zijn diezelfde troepen weer aangetreden en rukken op nieuw naar R<^stdf, welke plaats in brand staat. Het schijnt daf? de Sovjets niet. het plan hebban deze stad tot een vesting te maken en huis na huis te verdedigen, doch dat zij als het hun al te warm wordt, zich verder terug trekken, hiermde Timosjenko's legerorder op-, volgende. De Sovjets hebben dit oprukken nog wilV len verijdelen en gepoogd bij Mariopol te landen. Het doel was de trpepen van Ta- ganrpg in d3n rug aan te vallen. t)eze pp- ging is mislukt. Wanneer iemand een kaart raadpleegt, dan ziet hij direct het Duit sche dpel voor opgen, n.l. verbinding zoe ken van 'de zee van 'Azof met dé Kaspische Zee, en bezetting van de Wolga monding opdat deze rivier niet zal kunnen worden gebruikt voor het zenden van versterkin gen. Schelding derhalve van het Kauka^ sische front van het overige gedeelte - der Sovjet Unie. Volgens de laatste mededee- hngen zou maarschalk WorposjUow belast zijn met de verdediging van den Kaukasus. In allerijl zou een'nieuwe linie worden aangelegd tusschen Stalingrad en Astrakan de. zeer bekende haven en markt plaats van de Kaspische zee en het Wolga gebiedl. Het ligt natuurlijk in de uitvoering van het opesatie plan dat de Duitschers verbin ding ~zoek2n in het Zuiden en nu niet zoo zeer bij Woronesj verder oprukken. Daar werd de wig gedreven in het Russische front om zoo verder naar het Zuiden af te zakken en de Don in bezit te krijgen. De Bólsjewisten'laten niet na Woronesj aan te vallen. Ja zelfs de radio's uit Mps- kou en Londen beweren, dat enkele brug- hoofden door de Bolsjewjsten heroverd zijn en de Duitschers welke daar over den Don getrokken zijn, afgesneden zijn van hun troepen. Het Duitsche opperbevel spreekt deze berichten pertinent tegen en noemt dit leugens om het verlies van Rostoif dat elk ppgenblik vallen kan en de bedreiging van Stalingrad wat te verzachten. Wel blijkt dat de Belsjewisten trachten hun doel zooveel mogelijk te verwezenlij ken. Standhouden teneinde ,de vijand op te houden, maar groote zware verliezen ver mijden. De Engelsche minister voor productie Lyttelton heeft ter gelegenheid van de ope ning eener Engelsch-Sovjet Russische week een rede gehoudsn waarin hij erop ^wees dat nog tachtig dagen de Russen ^scheiden van een nieuwen win ter. In deze tachtig dagen zal het erom gaan of de Sovjets stand bouden of niet. Hij wees op .den zeer érnstigen toestand, want stort het front in het Oosten in, dan is het een vanzelfsprekend feit dat Afrika het eveneens niet houden kan, en dat het beeld van ,den oorlog ineens een geheel an- der aanzien krijgt. Zoowel te Washington als te Londan^wor den daarom drukke besprekingen gehouden over de vorming van een nieuw front tèr ontlasting der Russen. Uit de maatregelen welke genomen worden blijkt, dat de Ame rikanen en Engelschen toch iets in het schild voeren. Duitschland ziet er voorbe reidingen in om dezen winter met meer vliegtuigen naar het vasteland te komen. De machines van het houden van bespre- ki-ngen, het benoemen van ministers en ge neraals enz. draaien, mogelijk dat er dan van de daderi óok iets komt. Alle groote

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1942 | | pagina 1