CHQWECKEUAD^GED.6noriD^6^5RBIZUID*l1QainZE^^ EIIAnDCn
N.V. UitgeTersmaatsGliapü „EILAMOEN-NIEOWS"
15e Jaargang
ZATERDAG 25 JULI 1942
No, 1363
Stiebteltjke OveMenking
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 19 35 OPGENOMEN HET B LA D N Z E E I L A N D E N" 18^ JAARGANG
Alwimementsprös 93 cent per 3 maajiden bt| voorultbetaimg.
Verschgnt 2 maal per week.
Afsonderljfke nummers S centBuitenland 8 golden per Jaar.
Veiranttv^ooiideiyii: Hoofdr^idlaetnDT.: Ib. m Waial
MSaSëlbaniSL
UIT HET
KIJKVENSTER
Vrijstelling van de
rijwielvordering.
K'1783
ElliUilJEI14ilElJlo
Gewone regelprijg 7 et. per m.m. Contracten belangrijke
reductie. Prijsverhooglng toegestaan door het Dept. van
Handel, Nijverheid en Scheepv. onder Ho. 16236 N.P. d.a.
24 Maart 1942.
Maar op dezen zal Ik zien op den
arme ein iverslagene van geest en die
voor Mijn Woord beeft.
(Jesaja 66 3.)
Men kan uitwendig veel goede dingen
doen. Veel barmhartigheid en liefdadigheid
verrichten.
Men kan gelijk de rijke jongeling, al Gods
gebodon naar de letter onderhouden, of ge
lijk het Israël van weleer een schoonen
tempel bouwen, de slacht- en brandoffers
vermenigvuldigen,-ja, men kan wat nog na
der komt, zelfs zijn lichaam geven om ver
brand te worden, en bij dit alles de witge-
pleisterde graven gelijk zijn, die van buiten
wel schoon schijnen maar, waar van bin
nen het verderf heersoht en de verrotting.
De Heere ziet naar waarheid in het bin
nenste. De Hooge en Verhevene, Die in de
eeuwigheid woont, speurt met Zijn alziend
oog rond en gaat voorbij al het voorname
en dat bij de wereld edel genoemd wordt.
Dë wijzen, de schriftgeleérdisn, de hoogen,
de aanzienlijken, de uitwendige tempelbou
wers. Degenen die op hun goed vertrouwen,
op hun stipten levenswandel, op hun gods-
dienstphchten, op hun bidden, ten Avond
maal gaan, omgang met God's volk. Of op
een kloppende consiëntie, gemoedsaandoe-
nitigen voorkomende beloften, psalmversjes.
Of hen die mèenen leven te- bezitten, een
tweemensch te zijn en daarom wederge
boren.
D'ie allen en die het leven in eig.sn hand
nog vinden en in hun eigengerechtigheid
met een zuivere belijdenis voor een heilig
en rechtvaardig God staan, ziet Hij wel aan,
maar in ongenoegen en in Zijn gramschap,
Op wien ziet de Heere dan neer in Zijn
gunstrijk welbehagen? Op dén arme en-
verslagene van geest, zegt onze tekst
en die voor Mijn Woord beeft.
Wat zijn dat voor menschen? Het zijn
mensohen gelijk alle andere, Adamskinde-
r3n; zondaars, ze liggen met geheel de we
reld van nature verdoemelijk voor God.
Maar met ,dit verschil; dat zij door ont
dekkende- genade zichzelf hebben leeren
kennen als ontbloot van alle gerechtigheid
en heiligheid. Die door het overtuigende en
zieldoorvlijmende licht des Heiligen Gees-
tes hebban leeren zien dat zij met al hunne
goede werken, met hun zuchten, tranen, Ie.
zen, bidden, niet Voor God kunnen bestaan.
Want al wat uit hen voorkomt zien zij bij
het licht van Gods heilige wet als zonde.
Het zijn'de zulken, die hun vijandschap
teg.3n Christus en het Evangelie recht lee
ren inzien. Zij hébben God in den weg ge-
staan en met al wat zij deden, met al hun
deugden en plichten, met al hun godsdienst
het den Heere toegeroepen: Wijkt van mij,
want aan de kennis Uwer wegen hebjk
geen lust. O, dit zijn zonden, die gaan pp
de ziel wegen.als een centenaarsgewieht!
Hier wordt de ziele zwaar gedrukt, hier
is geen ontkomen meer, maar gaat zij uit
roepen: O, wee nu mijner, dat ik zoo ge
zondigd heb! -
Zij kan nu niet meer hopen op God, dat
Hij haar wel zal genadig zijn. Zij ziet hare
inbeeldingen en haar valsch vertrouwen
dat zij op den Heere had. Als zij aan God
denkt maakt zij misbaar, want zij ziet hel
der en klaar, dat God alleen bevredigt is
in Christusi;, dat doet haar harte van
schaamte en berouw ineenkrimpen.
Wat zal er nu gebeuren, ontkomen is
niet meer mogelijk, Christus heeft zij ver
acht, gëlooven kan zij niet, want hier
leert men werkelijk verstaan dat het ge-
locf een gave Gods is zij kan niet meer
staande' blijven en valt voor God in, als
een arme en verslagene "van geest en roept
het uit: Gena.^j, God, gena hoor mijn ge
bed. -
En o eeuwig eeuwig wonder, van vrije
souvereine'genade: Op dezen zal-ik zien,
zegt de Heere: Christus-wordt.ontdekt a'an
de ziele, als de eisnige weg tot zaligheid.
Daar heeft een ontsluiting plaats waarin
een heilig en rechtvaardig God betoond
barmhartig en genadig te kunnen zijn, in
den Zoon Zijner eeuwige liefde.
Nu kan zij van Jezus niet meer wegblij
ven. Hij vsfordt haar in alles dierbaar ge
past en beminnelijk. Hoe worden alle din
gen nu anders; men krijgt ooren om te
hoeren, oogen om te zieil; zij leeren het
Wijde geklank van het Evangelie kennen,
dat hen toeroept: O,, alle gij dorstigen
Ifomt tot de wateren, en gij die geen geld
hebt komt, koopt en eet, ja komt koopt,
zonder prijs, wijn en melk.
Zij worden dronken van liefde. Hier proe
ven en smaken zij dat de Heere goed is.
Hier wordt het vette van Gods huis ge-
smaakf, een volle beek van wellust maakt,
hier elk in liefde dronken.
Op dezen zal ik zien zegt de Heere. Op
dsn arme en verslagene van geest' en die
Voor mijn woord beeft. Niet, dat, dit men-
schen zijn die waardiger of beter zijn dan
een ander. Neen, maar de Heere heeft de
zulken opgezocht met Zijn opzoekende
liefde. Het is alles uit Christus, die door
Zijnen dood, den dood gedood heeft en
door Zijne kracht hen trekt uit de macht
der zonde, waar onder ieder mensch be
sloten ligt.
Uit dat eeuwig welbehagen, dat 'Hij be
toond - in het schenken van ,een Verlosser
en Zaligmaker komt Hij Zijne uitverkore
nen te ontledigen van zichzelf om plaats
te maken voor vrije genade, opdat Chris
tus in hare harten een plaats mag ver
krijgen en^zij in de genade en kennisse van
Hem mogen wassen en toehemen.
Dat volk leert, voor Gods Woord beven;
omdat zij de levendmakende en zonde doó-
dende kracht bij bevinding hebben leeren
kennen, niet als een menschsn woord, maar
als het Woord des Almachtigen Gods.
Voor dat Woord gaan zij uit den weg, zij
hebben geen tegenredenen, maar aanvaar
den het voor eigen hart en leven, zoowel
de dreigemenbsn als de beloften, de oor-
deelen als de zegeningen. Het is voor hen,
ja en amen, Gode tot heerlijkheid.
Mijn waarde lezer of lezeres! Kent gij
iets van het ontblootende, ontgrondende'
werk van Christus Geest, waardoor Hij
door arm en verslagen makende genade, U
tot Hem kwam te trekken met een uit-
gestrekten arm en een onweerstaanbare
kracht, waardoor ge als een doodarme,
naakte en ontbloote zondaar, een gewillig
volk werd op'den dag van Gods heirkracht
om tot Christus te kom.en en van Hem al
leen geholpen te worden.
Om van Hem gewasschen, .gereinigd, ge
kleed, gedekt, gevoed en gelescht te wor
den.
Trap en mate in de overtuiging en ver-
ootn-roediging mogen verschillsn, maar als
het U nooit arm van geest, nooit waarlijk
ontledigt heeft van Uzelven, dan hebt ge
ook nooit de toevlucht waarlijktot Chris
tus genomen als den gegevene des Vaders.
Misschien wordt Uw ziele geschud door
ongeloof en twijfelingen. Door onzekerheid
van Uwen. staat, zonden en verdorvenhe
den, of dat gij beducht zijt voor de bedrie-
gelijkheid en arglistigheid van Uw hart.
Houdt U dicht bij Jezus, klemt U aan Hem
vast. Leert Hem benoodig'en als profeet,
priester en koning. Zie, Ik sta aan de deur
zegt de Heere Jezus en lic klop: indien
iemand Mijne stem zal hooren en de devir
opendoen. Ik zal tot Hem inkomen en Ik
zal met hem Avondmaal houden, enhij
met Mij.
De schande en verkeerdheid, is onzer,
volk des Heeren, de rivier Gods is vol wa
ter, h-et gebrek, het tekort is bij ons. Ont
dekt Gij Heere onze- oógeh dat wij mogen
aanschouwen .de wonderen Uwer V/et.
Maar kent gij niets van dit werk mijn
lezer, dan komt ook U de belofte niet toe;
dan zijt ge niet arm, maar hebt Uw schat.
Uw rijkdom in Uzelven. Misschien leeft ge
ingetogen rechtvaardig voor de menschen.
wat op zichzelf niet af te keuren is. Ja,
misschien zijt gij wel ambtsdrager, of
Leeraar in Gods kerk en hebt ^.daar Uw
leven in gevonden. De Heei'e doe het U
zien dat ge geen verslagene, maar, strij
dende geest zijt, die loopt in het harnas,
van den Vorst der duisternis, die^ U ge
vangen houdt onder zijn rnacht. Bidt dan
den God des hemels 'en der aarde, Wiens
handen' alle deze dingen gerriaakt hebben,
dat Hij U bekeere en Hij U leere tof Zijn's
Naam's roem en heerlijkheid.
Leasen en verkeerd lezen 't Oor
deel van kriantenlezers De discus-
.sie met dte Farizeeërs Hoe léést
gij?
Daskommt vom^ lesen!
Ja, daar komt veel door. het- lezen, door
het verkeerd lezen althans.
Multatuli heeft het in zijn Ideëen over een
oude grompot, in een zeker stuk, die alle
fouten, verkeerdheden en misdaden aan 't
lezen toeschrijft. Hij schrijft hiervan: „Z'n
telkens voorkomende uitroep, das ko m m t
v(^m lesen! levert titel en pointe aan 't'
stuk. Is de soep aangebrand das
kommt vom lesen! Heeft-ie last van vlie
gen das kommt vom lesen! Dringen
z'n arbeiders op hooger loon aan das
kommt vom lesen!
Welnu, .zegt Multatuli, er ligt meer
waarheid in, dan waarschijnlijk de schrij
ver zeK bekend was. Hij, die slechts de be-
doehng had, er om te laten lachen, leverde
aan denkers een uitmuntend onderwerp tot
studie. Ik'zeg 't den ouden pruttelaar, bij
ergernis over heel veel verkeerdheden, in
vollen ernst na: das kommt Vom lessen!
"Het Verschil tusschen hem en mij ligt
hoofdzakelijk hierin, dat hij alle boeksn
wilde zien verbranden, terwijl ik- aandring
op'n geheel ander sport, van verlichting.
Ik wenschte, dat men goed las, dat men
lezen 1 e'er de."
Dit schreef Multatuli omstreeks 1870. Nu
in 1942 is 't nog zoO. Ik ben het met zijn
ideeën niet eens, maar daélrin heeft hij ge
lijk. Men staat er verbaasd over, hoe slecht
de meesten lezen kimnen. Dat is nu mis
schien niet prAtig, om tegen lezers- en le
zeressen van eigen blad te zeggen, maar
toch is het zoo. Krpntenmenschen weten
dat het best. Over een of ander artikel
hooren ze b.v. de meest .uiteenloopende be
schouwingen. De een prijst iiet, de ander
laakt het. Das kommt vom'les.en!...
Het is nopdig, dat Kien eens nadenkt over
■'t geen men leest. Met andere woorden, dat
men zich oefent in critiek en oordeelkunde.
Men ergert zich dikwijls door verkeerd te
lezen. Soms ook wel aan de rubriek Kijk-
venster. „Zou ^.Waarnemer" nu wel voor
honderd procent Hollander zijn?" vraagt
men dan. 't Ja, hoe is 't mogelijk? Weet
ge, hoe dat kpmt, dat men dat vraagt?
Das kommt vom lesen!...
Zoo bijvoorbeeld 't oordeel over de kran
ten. Er -zijn er die zeggen: kranten met
oorlogsberichten, ajlemaal leugens. Wel wat
grof gezegd vindt U niet? Ze lezen mis
schien niet óf half en pordeelen toch, óf,
ze kunnen niet lezen. Terwijl ze later moe
ten toestemmen, dat het tóch waar. was,
wat er stond. Waarnemer doet niet aan po
litiek, maar bekijkt, dat toch een beetje
anders dan velen. Hij leest een beetje an
ders. Is hij daarom geen goed Vaderlan
der?
De Parizeeën konc'en ppk niet lezen. De
Heere Jezus in Zijn omwandeling pp aarde
heeft het huh bij ')r;';,?rsche1den gelegenhe
den rnpeten vragen: „hebt- gij nooit gelezen
in de Wet?... Natuurlijk, hadden ze de
Wet gelezen, ze beroemden zich op hun
W^etskennis, maar ze lazen niet goed! Daar
zat de fout. Nooit hadöisn ze b.v. gelezen in
de Wet, dat de priesters den Sabbat ont
heiligden in den tempel op de Sabbatdagen,
en nochthans onschuldig waren. Lees
Matth. 12 5. Zij veroordeelden de onschul.
digen, omdat ze verkeerd lazen. Bij een
andere gelegenheid moest de Heere vra
gen aan een groot Wetgeleerde: Hoe leest
gij En toen Hij hem hetgeen er stond na
der verklaarde, .moest hij openlijk toege
ven, niet goed gelezen te hebben.
De discussie met de Farizeeërs liep dus
over 't lezen.
De Farizeeën en Schriftgeleerden lazen
en verklaarden de oude boekrollen, zooals
het hun te pas kwam en zij er bij over
eind bleven.
Dat dpen wij eigenlijk ook. Geestelijk.zijn
wij ook blind om te lezen. Wij lezisn in on
zen bijbel-PnZen vloek, maar wij lezen er
over heen.. Wij worden er het pnderwerp
niet -van. Wij lezen van de ppenbaring van
Christus maar Hij wordt ons 'niet geopen
baard. Zonder de verlichting des H. Geé^-
tes verstaan we 't niet.
De machtige moorman van'Candacé had
er erg in,dat hij 't niet verstond wat hij
las. Dat was al een voornaam punt. Hij
wilde direct van den eenvoudigen Filip-pus
onderricht worden.
Wij lezen niet goed.
En daar kan zooveel van afhangen. -
Daar kan onze zaligheid mee gemoeid'
zijn.
Zouden wij niet schrikken als de Heiland
zelf, ook ^ns de vraag eens op 't hart léj:
Hoe leest gij -
WAARNEMER.
De RIJKSCOMMISSABIS,
DR. A. SEYSS-INQUABT
WERD WOENSDAG j.l. 50 JAAR.
Woensdag 22 Juli, bereikte Dr. A. Seyss-
Inquart, de Rijkscommisasris voor het be
zette Nederlandsche gebied, den leeftijd
van 50, jaar.
Rijksmjnister dr. Arthur Seyss.Inquart
bracht zijn j%ugd door in het pude markt-
dprp .Stannern m het Duitsche bevolkings
eiland Iglau. Bij het uitbreksn van den we
reldoorlog was hij student.in de rechteri
Als keizerlijk jager stond hij aan het Ison-
zofront. Na het einde van zijn studie ves-.
tigde hij zich te Weenen als advocaat,;, van
den aanvang af nam hij deel aan het p'li-
tieke leven. Aan de oprichting van den Oos
tenrijksch-Luitscben Volksbond, die een zoo
nauw mogelijk-^n band rnet net D-uitsche
rijk ten c'oel had, aad hij een üelangriJK
aandeel. Zijn groote politieke taak echtfir
begon op 16 Februari 1938, toen hij tot
bondsminister \an binnenlandsche zaken
en veiligbeid benoemd werd. Toen Schusch^
nigg kort daarop een staatsgreep wilde on
dernemen, belastte dr. Seyss-Inquart zich
vastberaden met de leiding van het lot der
Osjtmark. Hij nam de leiding der nieuwe
Oostenrijksche regeering op zich en ver-,
zocht op 11 Maart 1938 in een telegram
aan den Führer en rijkskanselier, zoo spoe
dig mogelijk Duitsche troepen te zenden
Pm orde en rust'te herstellen. Op 15 Maart
1938 werd hij benoemd tot rijksstadhoüder
van de Ostmark en op 1 Mei 1939, na de
afwikkeling der aanhechting van de Ost-
markt, tot rijksminister. Na den veldtocht
tegen Polen benoemde de Führer hem tpt
plaatsvervanger van den gpuverneur-gene-
raal van het bezette gebied in Polen. Na
de capitulatie van Nederland werd rijks
minister dr. Seyss-Inquart door den Führer
bij decreet van 18 Mei 1940 benoemd tot
rijkscómmissaris voor het bezette gebied in
Nederland. Met erkentelijkheid voor zijn
succesvoUen arbeid onderscheidde de
Führer hem op 10 September 1940 met het
oorlogsverdiénstekruis Ie klasse; op 20
April 1941 bevorderde de Führer hem tot
s.s. Ober gruppenführer.
jBij zijn ambtsaan-vaarding heeft de Rijks
commissaris o.m. gezegd: „Wij zijn niet
g;aarne met wapengeweld gekomen. WJj
willen beschermers en bevorderaars zijn
om dan vrienden'te blijven. Djt alles echu
ter in den zin van de hoogere taak, die wij
Europeanen hebben." Afgezien van de ver
ordeningen en verdere maatregelen, die de
ambtsuitoeifening van den Rijkscómmissa
ris hebben nOodig gemaakt, heeft'hij in tal
van indrukwekkende redevoeringen de lijn
doorgetrokken, die hij bij zijn eerste optre
den aangegeven had: „Wijvvillen ons in ons
pptreden alleen laten leiden dpor de nppd-
zakelijkheid van den huidigen bijzonderen
toestand. Bovendien echter zullen wij niet
anders werkzaam zijn dan door onze hou
ding en pns vpprbeéld, dat de kracht van
onze gezindheid en de onvoorwaardelijkheid
van ons streven Voor het volk in het Rijk
kunnen geven."
's-GRAVENHAGE, 22tJuli. Door het
departement van binnenlandsche zaken
Wordt bekend geinaakt:
1. van de inlevering van heerenrijwielen
zijn vrijgesteld
a) personen, voorzien van een Aus-
weis van den rijkscómmissaris, ten
bewijze, dat zij bij het rijkscom-
missariaat werkzaam zijnj;
b) personen, voorzien van een Aus-
weis van den commissaris-generaal
voor de openbare veiligheid, den
befehlshaber der Ordnungspolizei
of .den befehlshaber der sicher-
heitspolizei, ten bewijze dat zij bij
Duitsche politie-instanties werk
zaam zijn;
c) leden van de Nederlan,dsche poli
tie, de brandweer af den luchtbe."
schermingsdienst
d) personen met opsporjngsbevoegd-
held;
e) zij, die in het bezit zijn van een
ambtsrijwiel;
f) zij, die in deh landbouw werkzaam
zijn;
g) handwerkslieden, waaronder Wor
den verstaan fabrieksarbeiders,
mijnai^beiders en overige handar
beiders;
-h) persanen, die het rijwiel Vgor de
uitoefening van hun beroe^pi ter be-
oordeeling van den burgemeester
(volstrekt nöodig' hebben.
2. Personen, behoorende tot een der on
der 1 sub f t.m. i genoemde categorieën
kunnen, teneinde hun -rijwiel ongehin
derd te kunnien-gebruiken, zich op een
nader door den burgemeester van hun
woonplaats bekend te maken plaats en
tijd vervoegen. Indien zij deugdelijk
kunhen aantoonen, dat zij inderdaad
daarop aanspraak kunnen maken, zal
hun esn schriftelijk bewijs van vrijstel
ling worden uitgereikt, dat bij gebruik
making van het rijwiel -desgevraagd
vertoond moet worden.
3. Personen, die deugdelijk kunnen aan-
toonen dat hun rij'wiel in beslag geno-,
men is en -behooren tot een der 1 ge
noemde categorieën kunnen zich op
een nade r.door den burgemeester van
hun woonplaats bekend te inaken
plaats en tijd vervoegen teneinde zoo
mogelijk jn het bezit te worden gesteld
van het eigen rijwiel dan wel van een
ander ter beschikking staand rijwiel.
4. een nadere bekendmaking betreffende
de vergoeding van in beslaggenomen
rijwielen is binnenkort te verwachten.
v6. Aan de burgemeesters worden nog na.
dere aanwijzingen verstrekt.
De berichten welke van het
Oostfi-ont
binnenkomen wijzen erop, 'dat de Duit-
schers nadat zij de plaats Woronesch geno
men hebben, meer naar het Zuiden afzak
ken, en trachten het geheele gebied van
den rivier de Don in handen te krijgen.
In het laatst der vorige week hebben zij
de rivier de Donets overschreden en de
plaats Worosjilowgrad (Loegansk) ingeno
men. Van hieruit hebben zij hun opmarsch
voortgezet en rukken verder pp om den ge-
heelen Donboog in bezit te krijgen. De laat
ste berichtsn spreken dat zij -de groote in
dustriestad Stalingrad tot op 90 K.M. ge
naderd zijn.
Nog meer naar het Zuiden zijn eveneens
de troepen in beweging gekomen.
Het vorige jaar hadden vooruitgescho-
-ven afdeelingen de plaats Rostof aan den
beneden loop van den Don bezet. De win
ter zette in en met het oog oj» een betere
!ff ont verdediging hebben de Duitschers zich
terug getrokken op Taganrog waar zij heb
ben standgehouden. Thans zijn diezelfde
troepen weer aangetreden en rukken op
nieuw naar
R<^stdf,
welke plaats in brand staat. Het schijnt daf?
de Sovjets niet. het plan hebban deze stad
tot een vesting te maken en huis na huis
te verdedigen, doch dat zij als het hun al
te warm wordt, zich verder terug trekken,
hiermde Timosjenko's legerorder op-,
volgende.
De Sovjets hebben dit oprukken nog wilV
len verijdelen en gepoogd bij Mariopol te
landen. Het doel was de trpepen van Ta-
ganrpg in d3n rug aan te vallen. t)eze pp-
ging is mislukt. Wanneer iemand een kaart
raadpleegt, dan ziet hij direct het Duit
sche dpel voor opgen, n.l. verbinding zoe
ken van 'de zee van 'Azof met dé Kaspische
Zee, en bezetting van de Wolga monding
opdat deze rivier niet zal kunnen worden
gebruikt voor het zenden van versterkin
gen. Schelding derhalve van het Kauka^
sische front van het overige gedeelte - der
Sovjet Unie. Volgens de laatste mededee-
hngen zou maarschalk
WorposjUow
belast zijn met de verdediging van den
Kaukasus. In allerijl zou een'nieuwe linie
worden aangelegd tusschen Stalingrad en
Astrakan de. zeer bekende haven en markt
plaats van de Kaspische zee en het Wolga
gebiedl.
Het ligt natuurlijk in de uitvoering van
het opesatie plan dat de Duitschers verbin
ding ~zoek2n in het Zuiden en nu niet zoo
zeer bij Woronesj verder oprukken. Daar
werd de wig gedreven in het Russische
front om zoo verder naar het Zuiden af te
zakken en de Don in bezit te krijgen.
De Bólsjewisten'laten niet na Woronesj
aan te vallen. Ja zelfs de radio's uit Mps-
kou en Londen beweren, dat enkele brug-
hoofden door de Bolsjewjsten heroverd zijn
en de Duitschers welke daar over den Don
getrokken zijn, afgesneden zijn van hun
troepen. Het Duitsche opperbevel spreekt
deze berichten pertinent tegen en noemt dit
leugens om het verlies van Rostoif dat elk
ppgenblik vallen kan en de bedreiging van
Stalingrad wat te verzachten.
Wel blijkt dat de Belsjewisten trachten
hun doel zooveel mogelijk te verwezenlij
ken. Standhouden teneinde ,de vijand op te
houden, maar groote zware verliezen ver
mijden.
De Engelsche minister voor productie
Lyttelton heeft ter gelegenheid van de ope
ning eener Engelsch-Sovjet Russische week
een rede gehoudsn waarin hij erop ^wees
dat nog
tachtig dagen
de Russen ^scheiden van een nieuwen win
ter. In deze tachtig dagen zal het erom
gaan of de Sovjets stand bouden of niet.
Hij wees op .den zeer érnstigen toestand,
want stort het front in het Oosten in, dan
is het een vanzelfsprekend feit dat Afrika
het eveneens niet houden kan, en dat het
beeld van ,den oorlog ineens een geheel an-
der aanzien krijgt.
Zoowel te Washington als te Londan^wor
den daarom drukke besprekingen gehouden
over de vorming van een nieuw front tèr
ontlasting der Russen. Uit de maatregelen
welke genomen worden blijkt, dat de Ame
rikanen en Engelschen toch iets in het
schild voeren. Duitschland ziet er voorbe
reidingen in om dezen winter met meer
vliegtuigen naar het vasteland te komen.
De machines van het houden van bespre-
ki-ngen, het benoemen van ministers en ge
neraals enz. draaien, mogelijk dat er dan
van de daderi óok iets komt. Alle groote