ainWEEKBIADc;pGED.GD0nDSlA6 woqoIZUID^HOUb;ZEEUW3CHC CIIAnDErt N.V. DitgeTersmaatscIiappü „ËiLANDEN-NIEDWS" Buitenland VerlaBgen naar dêo dag. 14e Jaargang ZATERDAG 22 NOVEMBER 1941 No. 1296 4TELIJKE OVHRDENKING Uit het Kijkvenster WAARIN SEDERT! NOVEMBER 19 35 OPGENOMEN HET BLAD .O N Z E E I L A N D E N" -18E JAARGANG VnGAVE VAN Geves%d te MldEdelhaiinis i Frins Hencb#9tr. 122 G i Gin» 167930 i Fositbos 8 x Tel, 17, MET DUITSCHLAND TEGEN HET BOLSJEWISME U ziet, dat er Jn \Eilanden-nieuws" veel wordt geadverteerd. Het is ook het meest gelezen en meestge- vende Blad voor dit eiland. K1783 n^iEUW Abonaementsprijs 93 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling. Verscbönt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderiyke nummers 6 cent Buitenland 8 gulden per jaar, Bykamtoor vo«f ZedMid: St. MaartenadPc QtteEfct, Tetef. Advertentle-prfls 20 cent per regel. Reclames 40 cent Hoofdredacteur: TH. DE WAAL MIDDEUIARNIS C 122. DIT NUMMER BESTAAT UIT 3 BLADEN En wenschten dat het dag werd. (Hand. 27 29b.) Bovenvermelde tekst verplaatst ons' met onze aandacht naar de groote en ontzagge lijke reis die eens de Apostel Paulus maak te om Rom^e te bereiken. Het was vanzelf een zeereis. Een reis met vele bezwaamissen en moeite, waarbij hij met het groote getal schepelingen maar nauwelijks aan ,den dood. ontkwam. Een reis waarvan het meerendeel van ,den tijd werd afgelegd met groote spanfling, als het schip worstelt met de woedende zee en van golf op golf gedreven wordt en welks einde nochtans de belofte Gods Zijne Kerk ge daan in zekere vervulling brengt: De Hee- re zal Zijn volk niet begeven en Hij zal Zijne erve niet verlatsn. In den grootsten nodd, in het nachtelijk duister, als het schip aan dè zee overge geven is, geeft de Heere Zijn luieoht, die als een gevangene om Zijns Naams wil nu naar zijn laatste verblijfplaats op aarde is reizende, de verzekering dat Hij hem' vei lig het doel van zijn reis zal doen bereiken. Hij doet dat door middel van een heerlijke hémelboöe die het slingerende ^chip betreed en de juiste plaats weet het hutje of armelijk nachtverblijf waar Zijn knecht zich bevindt. Hij geeft hem door middel van dezen engel de verzekering, dat hoe hol >2n hoog de zee mag stijgen, hoezeer de scheeps lieden vreezen elk oógenblik in de diepte te zullen nederstorten, dat Hij, de God van zee en land, Zijn kind bewaren en hem te Rome breng>3n zal om ook aldaar het Evan, geile der zaligheid aan verloren menschen te verkondigen. Deze hemelbode verzekert hem dat de Heere hem al het scheepsvolk geschonken heeft en dus ge^n verlies van iemands leven zal j:eschieden, maar alleen van het schip. Hoe troostrijk en beteekenis- vol voor hem, die reeids geeselpaïen en ge vangenissen .voor den Naam en zaak van zijn grooten Koning trotseerde, dat de Hee re ook dezen nood zou wenden en hem tot de haven zijner begeerte brengen. Welk een verschil: een menigte van tweehonderd-zes- en zeventig zielen die zonder voedsel dagen achtereen met angst en schrik hun on'der- gang tegemoet zagen daaronder een man in het gezelschap van een hemelbode. Een man in de banden vanwege de hope Israels. Een man om wiens wil allen die met hem .voeren een vrijgelelde beloofd werd. Een keuii^ en Keveling van Jehova al is hij de uitgeworpene uit zijn vader land, al is hij bij zijn eigen volk uitgekre- ten als een pes't en oproermaker, die niet waar&ig is te levsn, een ander krijgt het le- vi3n door hem. Aandoenlijk schouwspel, als hij met een «geruste consciëntie, zonder vreeze of beroering in den morgen de me nigte der schepelingen, die hongerig en ont roerd den dood verwacht aan tafel noodigl en hun hun behoudenis verzekert. Roerende oogenblikken voorwaar, als hij tusschen de hoogoplaaiende golven en de bruischende zee van zijn "kinderlijk vertrouwen op zij nen Grod de menigte kennis geeft, zeggen de: Ik geloof Gade dat het alzoo geschie den zal. - Wat ééne bidder toch vermag die het zw3.rt is van GjOds oogappel. Welk een pro fijt de werefd van die bidders trekt; welk een zegen zij werpen over een land een volk een huis dat dreigt te vergaan. Hoe hoog zulke bidders mochtan gewaa-r deerd worden in huis en familie, waar ze dikwijls de verachte fakkel zijn. Hoe arm zal de wereld staan als ze er niet meer zijri. Wat kwarti er van de eerste wereld toen de laatste bidder in de ark was Wat kwam er van Sodom toen Loth er uit was Wat van Jeruzalem toen de Christenen in Pella waren? Maar laat ons thans nog een blik werpen op de Kerke Gods die op de holle baren der wereldzee, voortdobberen en wsnschen dat het dag wordt. Wei lag de belofte van redding en veilige overkomst voor Paulus en de schepelingen, maar zij waren er nog niet. Een groote hinderpaal om voort te komen was de d u i s te r n i s. Overdag za gen ze,geen zon en 's nachts geen maan nog stenisn. De lucht was zwaar bewolkt. Ook de geestelijke 'pelgrim weet bijzonder van die zwarigheid. Waar hebben ze meer mee te kampen dan daarmee, dat er gedurig duisternis verspreid ligt over den weg van Gods voorzienigheid met hen? Dikwijls Wachten ze op het licht, maar zie, het is duisternis^; op tijd van genezing maar zie het is verschrikking. Duister is het dikwijls als ze gaan naar de binnenkamer, 't Is alsof ze,.zuchten onder een gesloten hemel. Duister als ze onder de bediening vaA het Woord nederzitton. 't Is alsof alles en elk woord afstuit op een steenen, een diaman ten hart. Duister is het dikwijls als ze lezen of overdenken; 'duister als ze zijn bij Gods volk; hun mond is dan gesloten en de be lagers van binnen zeggen dan: ge behoort bij dat volk.niet. De wegen van druk en tegenheid kunnen ze nu niet doorzien als voorheen dat de Heere uit liefde kastijdt en tuchtigt en vanwege deze duisternis ligt de gansehe weg die de Heere met hun hield als onder een wolk en in het duister gehuld. Is het wonder dat zulk een volk als de zee om hen en van binnen kookt en bruischt dat zij verlangen naar den dag? A!s hun de 2fwarte dampen dés daags éii de zwarte duisteri^s bij nacht verschrikt en dat stlles hun het ongenoegen Gods predikt zij verlangen dan naar den dag Een andere reösn van dit verlangen naar den dag wordt ons bij de scheepslieden dui delijk toen zij vermoedden dat hun eenig la^d naderde. Zij wisten nu niet waar ze waren en daarom verlangden zij naar licht om te kunnen zien. Ook Gods kindensn ver langen naar den dag als ze niet weten waar ze zijn. Dagen maakten ze voorheen wel door dat de Zuidenwind zachtkens waaide en dat ze in hun schatting zoo recht op Kanaan aangingen en zóó haast hun wensch dachten verkregen te hebben. Maar o, die donkere dagen die daarna wel vol gen, dat ze^iet weten waar ze .zijn. Niet eens weten of ze wel zijn op disn rechten weg. Ze zuchten 'dan wel met de Kerk: 6e- wijl Gij mij gebracht hebt in een plaats der draken en mij met doodsschaduwen overdekt hebt. En als ze dan vermoeden dat hun land. nadert"dat het einde komt dat ze aan wal zullen stappen, och, dan bekruipen hun soms duizend vreezen dat 2e op de boorden der eeuwigheid nog schip breuk zullen lijden en voor eeuwig omko men. Als dan de vijand van binnen zegt: het is al verstandswerk en beschouwing geweestwat ge doorgemaakt hebt en ze hebben geen antwoord voor hun smaders, is het dan wonder dat ze wfenschen dat het dag worjdt? Nog een andere zaak was er die de scheepslieden naar 'dan dag deed verlangen, n.l. dat zij toen eerst scheepsgereedschap, maar daarna ook de voorraad van levens middelen uitgeworpen waren in zee, zij het schip maar aan de zee overgaven, want alle kenfnis van de zee en alle krachten en hulpmiddelen ifaalden alle redding was onmogelijk; O,' wat heeft een ziele al 'een levensvoorraad waarop hij teert: Een belofte, troostwoord van vroeger, een aan gename gewaarwording of een gezicht in den weg der verlossing waar ze het lang mee doet. Maar als de geweldige baren van Gods toorn haar laat-ste levensvoorraad op. eischen, als de wet dreigt en vloekt, dan moeten .ze noodgedwongen het scheepje van hun vertrouwen de zee overgeven en op genade of ongenade zicfi nederwerpen aan de voeten van Hem, Die over de hoo- ge" zeeën en over ^e holle baren henen- loopt om 'een zinkend en verloren liggend volk te redden. En dit verlangen naar den da,g bij 's Heeren kinderen wordt ons soms voorge steld in Gods Woord ^onder het beeld van de jnoeder van Sisera als ze schreeuwt door de traliën en uitroept: waarom vertoeft de wagen mijns zoons*te komen? Soms onder ,ö3n noodg'alm: Haast u tot mijne hulpe of wel: Ik verwacht mijne ziele verwacht en ik hope op Zijn Woord. Het is een bran dende begeerte die niet te stuiten is. Het is een holle plaats van binnen die niet te vervullen is dan met hetgeen waarna zij verlangen dat-is naar den dag. Deze dag komt ons voor onder symbool en beteekenis van licht. Zie Gen. 1 5. En God noemde het licht da,g. Onder het teeken van "blijdschap en verheuging: Eon dag der zalig'heid waarin Hij geholpen heeft 2 Cor. 6. Als een tijd van vreugde, 1 Petr. 1 29. "totdat de dag aanlicht en. de mor genster opga in uwe harten. Dan wordt de nu zuchtende kerke voorgesteld in het ge waad des lichts en der schoonheid, Hoogl. 6 10: Wie is zij die daar uitziet-als de dageraad? Schoon gelijk de maari^ zuiver als de zon. Deze dag, waarnaar 't volk vei'langt, gaat over hen op. Vooreerst als de Heere ze hier liefelijk omhelst en Zijnen Zoon in hunne ziele openbaart. Als ze genezing vinden van al hunne kwalen onder de vleu gelen van dezen Zon der gerechtigheid. Dan zien ze in de lieflijke stralen van het God delijk aangezicht de teweeggebrachte verlos sing door den gezegenden Heëre Jezus en roepen uit met David: Gij hebt mijne wee klagen veranderd in een rij. Gij hebt mijnen zak ontbonden en mij met blijdschap om gord. Ten ahdere: Zoo dikwijls als ze hier op aarde bij vernieuwing na duisternis, strijd en banden, wederom het licht zien dagen over hunne bestredene ziele en de vfland vluchten moet die het licht schuwt en zich daarom in zijne holen wederom ver. bergt. Ten derde: Eenmaal zal de dag glo ren voor al dat bedrukte volk als ze het li chaam der zonde en des doods zullen afleg gen en verwaardigd worden door de poor ten van vrede in de stad van eeuwig licht in te gaan. O, dan zal hunne duisternis voor eeuwig wezen als de middag. Die hier hulpeloos kermden, verdrukt en vol ge brek, ,zijn dan uit vrij ontfermen voor eeu wig gezet in dat hoog vertrek waar nooit goan duis,terjtiis of vreeze op hunne ziele meer vallen zal. Waar ze de zeeën nooit zullen hooren kookenen het schip nooit zal breken. O, volk van God, laat uw verlan gen naar den "dag, .bij den dag sterker worden. Gewen u niet te veel aan de duis ternis, maar zegt en zucht gedurig met de Kerke: Den morgen; ach, wanneer? M. Ds. H. De spreuk op de kerk November- maaind, slaehtiiiiiiaand Dankdagen Het gehalveerde biainkblljet. „Honi soit qui mal y pense" Schande over hem, die er sleöht van denkt!... Deze spreuk zajg ik op een pro- testantsoh kerkje staan, ergens in eeg Bra bants' dorp. Nu, bepaald mooi was die kerk niet, ^at moet ik zeegen, en het zou kun nen, dat ,dlt de aanleidende oorzaak is ge weest, dat men dit ;fezegde op den muur had geschilderd. De spreuk is ai ,oud, én eigenlijk afkom stig uit een balzaal. Als ik mij goed her inner zit de stichting yan de Orde van den Kquseband er aan vast, opgericht in 1350 door koning Eduard Hl van Engeland. Ei genlijk dus.fiiet fraai om op een kerkmuur te pleisteren! Nu is deze spreuk wel op, veel zaken toepasselijk. Want .gr is veel, dat in 't ver acht staat en" waar men slecht van denkt. Dat was ook zoo met het varken van een klein boertje in onze omgeving, een ma ger scharminkel, waaraan goed te zien was, dat het rantsoen niet voldoende was ge weest, om hem een dikke laag spek" te be zorgen. Maar schande van hem, die daar kwaad van denkt! En mij dimkt dat velen wel eeii varken in de kuip zouden willen hebben, al. was het dan mager! Novembér-maand is de slachtmaand. Ge lukkig zijn de huisslachtingen als gewoon toegestaan en wordt er op onze eilanden menig varkentje gekeeld. De varkens zijn niet zoo zwaar als an ders maar ze worden dubbel gewaardeerd. De vleeschbonnen worden er weliswaar voor ingehouden, maar er_zit toch nog wel 'n extra pondje meer aan, als men zelf mag slachten. Bovendien heeft men de rij ke variatie van spek, worst, karbonad^s en reuzel,die men door de omstandigheden nu eenmaal in den winkel niet koopen kan. Traditiegetrouw kan dus voor den boer en de arbeider, die het geluk had een varksn te kunnen houden, het feest van het slach ten doorgang "vinden. De November-maajad is ook de maand, waarin in onze kerljen dankdag wordt ge houden voor het gewas. De origineele dag die onze, "Vaderen daarvoor hebben uitge schreven., was de tweede Woensdag in No- vemjber. Meestal moet daar om verschil lende redenen van worösn afgeweken; in Zeeland wordt aan dien datum echter .nog 3 streng de hand gehouden. Dan is het op de dorpen in ille kerken, in de Hervormde en Gereformeerde, dien dag „kerk," net als op Zondag. Het werk ligt stil, men gaat naar°'s Heeren Huis, om daar Zijn Naam te erkennen voor de rijke zegeningen ,die Hij dit jaar gaf. Alle goede giften en gaven ze zijn toch van Boven afvloeiende en het is noodzaak den Gever van alle--'g06d te danken. En als TLU de oogst is misgeloopen, de opbrengsten schraal en de besomming wei nig, dan tóch dankdag houden? Ja tóch! 't Zijn alle onverdiende welda den, we hebben alles vei?beurd en verzon- digd. Dan in schuldbelijdenis erkennen dat het is om onze zonden, dat' de Heere Zijn zegen inhoudt. Zoo zou het moeten! Is er een kwaad in de stad, dat de Heere niet doet?- Het is een verblijdend verschijnsel dat er aan het -vieren van de bid- en dankdagen nog zoo hier en daar In'ons land de hand wordt gehouden. Dat het niet, zooals veel gebeurd, des Zondagsavonds in een bedrijf met de kerkdiensten in een „dankstond" doorgaat, 't Is zoo'n zwaar werk, om er, een heele dag voor te reserveeren! "Verblijdend is ook, dat de predikanten der protestantsche kerken dan met elkaar contact zoeken, om het gezamenlijk op één dag te doen. 'Een streven naar eenheid die te prijzen is. De eenheid op kerkelijk terrein wat is ze ver zoek. Mogelijk was die ïnilde ge ver te Bennekom daar zeer mee bezet, die een origineel middel te baat nam, om twee predikanten van onderscheiden kerkgroe- peering bij elkaar te brengen. Ik las er het .volgende van: De prediltant van de Gereformeerde Kerk te Bennekom, ds. Ozinga, ontdekte in zijn brievenbus een enveloppe, waarin zich de helft bevoni van een bankbiljet van hon derd gulden. Een bijgevoegd anoniem brief je vermeldde, dat de andere helft zich be vond in de brievenbus van den hervormden predikant ter plaatse en de gift bestemd was voor de diakonieën der beide kerken. Aangezien een half bankbiljet geen waar. de heeft, begaf de Gereformeerde predi kant zich naar zijn Hervormden collega, ds. Bouthoorn, die inderdaad ook met een half bankbiljet verblijd bleek te zijn. De helften werden fluks aan elkaa,r ge lijmd, zoodat bet bankbiljet zijn oorspron kelijke waarde bad teruggekregen - en de som broederlijk kon worden gedeeld. Toen peinsden de predikanten over de bedoeling van den onbekenden gever, waar bij zij tot de conclusie kwainen dat hij op deze origineele manier uitdrukking wilde geven aan zijn wensch naar meerdere een heid ook op "kerkelijk terrein. Een lumineus idee! Geld dat stom is, maakt recht dat krom is! „Honi soit qui mal y pense" Schande van hem, die dadr kwaad van dénkt! WAARNEMER. Regen en hevige koude hebben de laatste weken de krijgsverrichtingen aan het Sovjet-front belemmerd. De regen maakte van de we gen ontzaggelijke modderpoelen, waarin het bijna ondoenlijk was vooruit te komen. Toen de regen ophield trad een scherpe, •vinnige koude jn, welke eveneens oorzaak was, dat van operaties op eeiiigszins groo- teschaal, weinig of niets komen kon. Rondom Leningrad en Moskou, alsmede in het Donetsbekken bleef alles vrijwel on gewijzigd. Thans nu de weersgesteldheid iets gunstiger is, worden weer Duitsche aanvallen gemeld in het Donetsbekken. Op het eiland de Krim gaat de opmarsch der Dultschers nog steeds voort. Zondag is }na hèvigen strijd de belangrijke haven- plaats Biertsj genomen, waardoor ongetwijifeld weder een voorname positie is veroverd. De .zee van Asof is nu practisch door Duitschland af gesloten. Thans gaat het over het "Wteste- lijk deel van het eiland, waarvan de voor naamste havenplaats Sebastopol is, welke plaats in staat van verdediging wordt ge bracht. Hoelang de Bolsjewisten dit gedeelte nog zullen kunnen behouden, durven wij met te zeggen. De terreingesteldheid, als mede de sterkte der Duitsche troepen is ons niet bekend. De berichten zullen het ons melden, hoelang dit laatste van het schiereiland De Krim nog door de Sovjets kan worden verdedigd. De Sovjet-vloot loopt zeer groote kans, haar laatste marine-basis te verliezen. Wat betreft de verdediging van de plaat, sen Leningrad en Moskou gaan de Bolsje- "wisten door, deze steden zoo in staat van verdediging te brengen, dat indien de Duit. schers zouden oprukken, zg moeten rekenen op voorsteden, ondermijnd met dynamiet, terwijl alle groote en voorname gebouwen en werkplaatsen eveneens vernietigd zullen worden. Uit militair oogpunt en vooral in ■fle Sovjet-Unie mag dit vernielen waarde hebben. De- Sovjets beoogen ermede, den vijand geen genoegzame dekking te geven tegen de koude en alle voordeel in het be lang van zijn leger .zooveel als in hun ver mogen is, te benemen. De vijand ophouden zoolang dit mogehjk Is, daaraan wagen zij zelfs hunne hoofdsteden. Én wat zien wij gebeuren: dat het "Vree- selijke oordeel der verharding en verwoes- ting zelf woi'dt uitgevoerd, dat Jesaja eens zag: „Totdat de steden verwoest worden, zoodat er geen inwoner zij, en de huizen, dat er gesn mensch zij, en dat het 'land met verwoesting ver stoord worde." Parijs, waarvan reeds zooveel ongerech tigheid is uitgegaan is dit oordeel nog be spaard gebleven. Minister Reynaud wilde Parijs verdedigen en het desnoods een puin. hoop doen worden, doch ,de legerleiding ,zag év het nuttelooze van in, wegens ge brek aan vliegmachines. In Rusland zien wij het gebeuren,; de tijd schijnt rijp en wie zal durven zeggtsn, wat God de Heere verder nog over onze Europeesche steden brengen zal, als de geweldige luchtvloten op elkander worden losgelaten. Gelukkig diegenen, welke ihogen erva ren: Mijne tij,den zijn in'Uwe hand" en zoo geloovig berusten in datgene, wat God over de werfeld en .daarin ook mogelijk over ons brengen zal. Wat wij mogen besluiten uit de houding van Japan durvisn wij niet zeggen. Al reeds eerder hebben wij het opgemerkt, de snaren tus schen Japan en Amerika staan zoo nu en dan strak, ja .zeer strak gespannen, doch .gesprongen zijn ze tot op heden niet. De~ politiek van Roosevelt is zeer eigen aardig. In feite is Amerika in oorlog met Duitschland, Italië en Japan. ^nder de hulp van Amerika zou En geland het onderspit reeds hebben moeten ■delven. Amerika strijd aan de zijde van Engeland, met materiaal," doch tot hiertoe nog zonder menschen. Zoo doet Amerika ook bij Japan. Japan wordt geblokkeerd als of.het Ben vijandig land ware, en aan de met Japan in oorlog zijnde mogenheid levert "Amerika wat het voor den strijd onmisbaar noodig heeft. Duitschland valt de Amerikaansche en Engelsche schepen aan die het materiaal trachten over te brengen, doch dat .durft- Japan nog niet te doen. "Vergissen wij ons niet, dan zullen de "Vereenigde Staten niet toegeven, tenzij Japan het overwonnen Chineesche gebied terug geeft en Tsiaog Kai Sj.e(k of althans diens aanhangers, weer heer en meester laat in China,- onder verbinding en bescherming van andere groote mo gendheden zooals voorheen. Het besluit voor Japan is ontegenzeggelijk .uiterst moeilijk, want toelaten dat China'steeds sterker wordt en daardoor het einde van het oonflict hoe langer hoe meer wordt verlegd naar een later tijdsti,p, kan Japan niet gedogen. Als Amerika niet toegeeft, schiet er voor Japan niets anders over dan er in berusten, of anders het groote Ame rika den oorlog verklaren. Ook de verklaringen van den minister president 'Togo, alsmede die van generaal Tojo hebben geen helderheid gebracht. Het geldt hier weder afwachten wat de tijd zal brengen. Intusscheji gaat Amerika verder met, zich hoe laiiger hoe meer in het gevaar te begeven. De neutrallteitswet is aangenomen met 213 tegen 194 stemiuien. Hét Huis van Afgevaardigden bestaat uit 435 leden, zoodat nog niet eens de helft van de afgevaardigden voor de "wij ziging van de wet hebben gestemd. Heel moeilijk is het te weten te komen, om wel ke motieven die 194 tegenstemmers zoo

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1941 | | pagina 1