CHRWECK&IADopGED.GQ0nDSIAG^ÖRDlZUID-H0UEnZEElJW3CH^ EHAHDEn V Victorie N.V. DitgeversmaatSGhappü „EILANDEN-NIEÜWS" DUITSCHLAND STRIJDT VOOR EDROPA. STICHTELIJKE OVERDENKING Verschillende berichten 14e Jaargang ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1941 No. 1280 Uit het Kijkvenster Duitschland wint voor Europa op alle fronten. WAARIN SEDERT 1 N O V EM B ER 19 35 OPGENOMEN HET BLAD .ONZEE ILAND EN" 18E JAARGANG iniGAVE VAN Geves%d te MlddeUuanls i Fiins Hendiilbtr. 122 O i Giio 167930 i Fostbox 8 Tel. 17, ffl K1783 uws Abonnementsprijs 93 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling. Verschyat lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderl^ke nummers 6 cent Buitenland 8 gulden per Jaar. BykfuitooT Toor Zeeland: St. Maartensdyii Markt, Telef. 69. Advertentle-priJs 20 cent per regel. Reclames 40 cent Hoofdredacteur TH. DE WAAL MIDDBLHARNIS C 122. „Alzoo zijn de paden van allen, die God vergetan, en de verwachting des huichelaars zal vergaan." Job 8 13. Een zeker spreekwoord zegt: „Schijn bedriegt." Dit wordt bevestigd op allerlei terrein. Hoe vele voorbeelden zien vnj daaxvan niet in het maatschappelijk leven,; dingen, die sohoonsohijnend zijn en toch zoo bedriege- lijk in werkelijkheid. Zij zijn gelijk aan So- doms-appelen^ die heel schoon toonen, maar van binnen niet meevallen. Hoe dikwijls zijn wij jaloersch als men voor groote gebouwen komt te staan, met allerlei pracht, maar als ge wellicht eens binnen kwaamt, hoe menige teleurstelling zoudt ge aantreffen. Kortom, schijn be driegt. En wel inzonderheid als gij een blik slaat in het zoogenaamd godsdienstig leven. Hoevelen, helaas, zijn de sjachtoffers ge worden van godsdienstige woorden, lange gebeden, een schijn-liefde voor God en Zijn zaak, waarvan het einde soms allertreu- rigst is. O, laten wij toch bedenken, dat de Heere met geen schijn tevreden is, maar alleen let op esn zijn." Niet, hoe wij ons openbaren, maar wat Gods Geest uit ge nade in onze harten werkt. Laten wij daar mede rekening houden, want éénmaal zal God ons en onze zaken onderzoeken; neen, dan geen schijn, maar dan zal het aanko men op het werkelijke,daar Gods Woord ook in dezen tekst ons leert, dat „de verwachting van den huichelaar zal vergaan. Letten wij allereerst op „verwachting van den huichelaar." Het grondwoord beteekent: „Een, die kromme beenen heeft," en daardoor kwalijk gaat. Dit is de zeer eigenaardige beschrij ving van den huichelaar. Hij -wil God en ,den Mammon dienen. Hij vertoont 03n gedaante van Godzaligheid^ maar in zijn hart is hij een liefhebber der wellusten. Hij gelaat zich vreemd met zijn lippen en smeekt met zijn stem, maar ze ven gruwelen zijn in zijn hart. Spr. 26 24 en 25. Hij mist een inwendige godzaligheid, neemt de uitwendige vorm aan en werkt onder uitwendige schijn. Kort gezegd, het is een godsdienst en godzaligheid zonder hart. Zijn verwachting is op Go.ds zegenen de gunst, vanwege zijn uitwendige vertoo ning en nauwgezette godsdienstigheid. Hij koestert een verwachting om eere, aanzien en rijkdom te verwerven, want hij vertoont zich vroom en oprecht, om van de menschen bewonderd en toegejuichd te worden, om hun vertrouwen te winnen en daji dat gewonnen hebbende, ,dit te, misbrui ken om ten koste van deze, zijn geld- of eerzuchtige oogmerken te bereiken. Men 2iet dat in de Farizeeërs. Zij waren groote huichelaars. Zij baden op ,de hoeken der straten. Zij deelden aalmoeasn uit op het geklank der trompetten en hadden hier van een groote verwachting. Zij hadden die verbeelding, dat zij in de oogen Gods recht, vaardiger waren dan andere menschen. Hun bedoeling met dat alles was, om van de menschen gezien en geprezen te worden want zij beminden de vooraanzitting in den maaltijd, en in de Synagoge en de be groeting op de markten. -En niet alleen dit, maar om van alles een misbruik te 'maken tot verrijking van zichzelf en dat alles on der den schijn van godsdienst. Van buiten waren zij gelijk aan ge schuurde en si^oonblinkende schotelen, maar van binnen waren zij vol roof en on matigheid. Men leest het verwijt, dat Christus tot hen zegt in Math. 23 2—32: ,,die verwachting zal vergaan." En wel, ten aanzien Van het tijdelijk ge bruik. Tijdelijk gelukt het hen, dat zij Hun oogmerk bereiken, maar dikwijls wordt door Gods straffende hand hun boosheid ontdekt en hun verwachting teleurgesteld. Tot een groot voorbeeld is de geschiedenis van Absalom. Hij was een huichelaar; hij vleidde het volk om zich door een voorgeven de goedhartigheid en gedienstigheid on,der hen een aanhang te maken. Hij misleidde zijn Vader en vroeg verlof om naar He- bron te gaan, onder voorwendsel van Gods dienstigheid, om zijn belofte, aan den Heere gedaan, te betalen. Maar zijn toeleg was, om het volk achter zich aif te trekken en een gevaarlijke \3pstand te verwekken. Het scheen hem te gelukken en er faalde niet veel aan, naar het zich liet aanzien, of zijn vader zou van kroon en scepter beroofd zijn en hijzelf zou als koning gezet worden op zïjn troon. Maar de kans keerde, zijn aanhang werd geslagen en verstrooid en hijzelf schoot er het leven bij in op een ellendige wijze. 2 Sam. 18 15. En schoon het al eens gebeu!rt, dat de huichelaar het vermogen vermenigvuldigd en rust heeft in de vVereld en geen banden heeft tot zijn dood toe, evenwel zal zijn verwachting vergaan ten aanzien van het eeuwige. De huichelaar zal voor Gods aan gezicht niet komen. Alzoo zal hij beschaamd uitkomen voor den tijd en de eeuwigheid. Letten wij nu nog even op de verkeerde toepassing van Bildad in dit hooifdstuk. Bildad paste zulks toe op Job de knecht des Heeiren. Hij werd door zijn vrienden voor een huichelaar gehouden. De grond van hun liefdeloos vermoeden was de hoog gaande rampen, ,die hem troffen. Zij merk ten deze aan als nchterlijke straffen, waardoor God zlijn bedekte goddeloosheid voor het oog der gansche wereld in het licht stelde. Maar zoo liefdeloos dit vermoe den was, evenzoo verkeerd en ongegrond was het ook. Want hoewel het waar is, dat God ,den huichelaar straft en zijn verwach ting doet vergaan, zoo geeft dit evenwel geen gevolg, dat elk, die van den Heere getuchtigd wordt, een huichelaar is. Had, Bildad dit behoorlijk onderscheiden en daar bij overwogen: ,,dat de tegenspoeden ,der Rechtvaardigen vele zijn." Dat de Heere dikwijls kastijdt, dien Hij liefheeft, ter hun ner verbetering en beproeving van hun ge loof en lijdzaamheid. M. Üs. V. Herfsttijid Wiaiter Nova Zemblia! De zome/r is doende afscheid^ van ons te nemen. In de natuur is het stil, .droomend staan boom en struik langs den weg, in dommelend in den» groöten winterslaap, wanneer stormen komen, die met doode takken en bladeren hun aloud spel zullen spelen. Het korten der dagen en de intre- d.ende kilte doen ook den mensch den win ter verwachten. De avonden worden langer en dan zoeken wij de gezelligheid in huis, meer nog dan in andere winters. Volstrek te duisternis houdt ons nu binnen. Soms komt er tóch nog een „buurtertje," die een uurtje, eigen stulpje ontvlucht om wat van gedachten te wisselen. Straks zitten we weer irond de kachel en we praten over den oogst, die zoo .zOrgenvol is binnenge haald, over den oorlog, die heel de wereld in spanning houdt en over wat al niet meer Er gaal nu eed groote beproeving over het Nederlandsche volk. Met den dag groeien de moeilijkheden en met den dag worden wij geoefend in het verdragen van versobering en het ons ontzeggen van veel, wat wij gaarne zouden behouden hebben. Dan gaan toch de gedachten wel eens te rug naar de vorige geslachten, die ook zoo veel oorlogen doormaakten en op vrie de slagen zeker niet min,der hard aankwa men dan thans op ons. Men moet zeggen, dat het volk immer met bewonderenswaao'- dlgo.i naocd dien nood der tijden heeft door staan. Niet vergeten mag worden, dat in vorige eeuwen de godsvrucht meer het deel van heel het volk was, dat de kerk door hare prediking meer beslag op het volk legde dan in cnzen tijd. En waaruit komt ons meer troost tegen dan uit den Woorde Gods, hetweik ons onze nietigheid predikt tegenover Gods alwijs bestier en de belof ten Zijner genadige hulp aan e<en volk dat zich voor Hem verootmoedigt? WTie onze geschiedenis nagaat, ontmoet naast de diepste beproevingen de heerlijk ste uitreddingen. De mensch def- twintig ste eeuw waant zich door zijn ontdekkingen meea- onafhankelijk van God; de natuur predikt hem Gods Almacht minder, althans hij verstaat die prediking niet meer in haar diepsten grond. Bewust otf niet bewust steu nen wij op onze techniek, die ons van de natuur minder afhankelijk maakt. Het ver schil met de mentaliteit van vroegere ge slachten springt uit onze geschiedenis dui-' delijk in het oog. Het is opmerkelijk hoe 2!elfs in .den tijd van ,den 80-jarigen oorlog nog de moed be stond om handel en verkeer uit te breiden. Kon men niet ongehinderd handel drijven op de Middellandsche Zee en Indië, welnu, men zocht den weg naar het Zuiden en Oosten door de Noordpool! Nova Zembla! D^e naam is de samen vatting van holl^|HSien moed en vertrou wen op God; van'^^^pe menschelijke ellende en Van klaar - doorleefde uitredding Gods. Reeds enkele malen was beproefd door dat onbekende koude Noorden naar China en Indië te varen. Tevergeefs. De Staten van Holland Wilden er nu geen geld meer aan wagen. De groote Ds. Planclus, die óók sterrekundige was en menige zeekaart had geteekend, bleef aandringen om door te zet- tei. De stad Amsterdam rustte nu in 1596 twee schepen uit onder bevel van Jacob van Heemskerk en Jan Cornells de Rijp. Bij van Heemskerk was Barentsz als opperstuur man aan boord. De Rijp keerde bij Spits bergen terug, maar van Heemskerk en Bartensz gingen verder en het is aan .deze twee namen dat de geschiedenis van .de reis naar Nova Zembla het innigst verbonden is. Het relaas van dien tocht is bekend ge worden uit het dagboek van den matroos de Veer, terwijl men in 1871 op Nova Zembla het ingestort Behouden Huijs", vond, dat de rnai?nen er in 1596 gebouwd hadden als. mede boeken, kaarten en diverse gebruiks voorwerpen, in het Huys achtergelaten. In het Pijk? Museum te Amsterdam zijn deze voorwerpen te bezichtigen. Steeds Noordelijker varend, raakten de schepen al spoedig in het ijs bekneld. De mannen, niet wetend wat het barre noor den verborgen hield, bleven zoo lang moge lijk aan boord. Totdat op zekenen Zondag, „toen wij in het gebed waren, het ijs begon te schuiven en het schip wel twee voet om hoog rees." Toen is hun duidelijk geworden, 'dat langer aan boord blijven levensgevaar lijk was en onder hevige sneeuwstormen be gon men het schip te lossen en werd van planken en balken een houten huis ge bouwd. Als uit Gods hand ontvangen, deelt het dagboek de vondst mede van twee boo- men, met wortel en al, boomen die hun zoo goed van pas kwamen in dat boomlooze barre oord. Ja zij grijpen nieuwen moed en hopen dat „Godt ons nog wijders zijn ghe- nade verleenen soude." Dat het er koud was blijkt, als zelfs het zoute water be vriest! En die koude zou nog zeer toene men. Daar zaten zij dan in hun huis Van één kamer. Nu nam de koude toe en, de zon scheen steeds korter, tot eindelijk geen licht meer verrees: het was en bleef nacht! Sneeuwstormen gieren om de houten wo ning, beeren en vossen ."-besnuffelen het to taal ingesneeuwde huif,', voorwaair, zij heb ben daar wel vaak gédach<(;, zouden wij Amsterdam, zouden wij vrouw en kind wel ooit terugzien? Koude, zoo erg, dat men van 't vuur geen warmte kreeg, dat wel schoenen en kousen verbrandden aan de voeten, hetwelk zij konden ruiken, maar nog niet voelen! Het niet meer opkomen van de zon, op (Jen 4en November, luidde ook voor onze kloeke zeelieden de distributie in. Niet we tend, hoelang zij het zouden moeten of kunnen uithouden, werden spijs en. drank gerantsoeneerd. Toch vindt men in het Journaal van den matroos geen enkele klacht. Zij hadden niet veel te ,,bicken," dankbaar waren zij dus als God hun een, vos ter jacht beschikte. Het vleesch aten -zij en van de vachten maaktpn zij zich mut sen en schoenen. De koude nam nu dermate toe, dat de klok, hun „horlogerie" genoemd, bleef stilstaan en er 2 vinger dik ijs op de planken van hun kooien stond, 't Zag er nu somber uit en elks gedachten waren aan dezelfde vraag gewijd: Zouden wij hier ooit vandaan komen? Maar men sprak dat niet uit. Het vuur, hoe 'fel gestookt, kon hen niet meer verwarmen, zoodat zij van tijd tot tijd genoodzaakt waren ,,naloopertje" te doen om warm te worden; .daar loopen de manmen elkander in dat eene, groote ver trek, als kinderen achterna. Wie .aich bui ten waagt om een vossenvaJ na te zien, komt met blaren op het gelaat weer bin nen. Gevaren zijn er vele doorleefd, dan in gevecht met een grooten, witten beer, dan door de rook, in den slaap, als zij alle na den van het hout en den schoorsteen had den .dichtgemaakt. Gelukkig dat één hun- ner nog in staat is op 't laatste moment don prop uit den schoorsteen te trekken... Zoo tobben zjj voort, tot kort na Nieuw, jaar de stormen gaan liggen en men zich weder even buiten de deur waagt. Nu wordt fluks al wat vuil' is naar buiten ge worpen en nieuw hakhout binnengedragen. Als de vorst iets wijkt, zoodat het ijs bin nenkamers van de planken valt, wagen zij een wandelingetje en zien korten tijd een lichtstreep aan den horözon. Dat is de wederkeerende zon! 't Is nu 23 Januari. Met dat al is het nog hard vrinter. Ook zijn er zieken geweest, één man is er over leden. Bewogen stonden ,de maats aan zijn sponde, vertroostten hem en „zeggen hem wat goets voor.'' Des nachts sterft hij. Men delft in de sneeuw een graf, maar men doet dit werk in ploegen, omdat blijkt, dat veler krachten .^eer zijn afgenornen. Er werd een lijkpredikatie gedaan eenige psal. men gezongen en toen begroef men den doode. Tollens, die aan. Nova Zembla een vers gewijd heeft, zegt er van... en Nova Zembla hoorf de psalmen van Datheen." Dat is het wat deze zeelieden van de men-, schen van thans onderscheidt; waar zal men van onze zeelui aan 't einde der aarde ^en psalm hoonen? Als ten slotte de zon weder schijnt, dan ken zij God Die hun deze heerlijke gave bereid heeft. ïn Mei beginnen zij ernstig over den terugtocht te denken, welken zij op hun s.-hip, dat deeiJijk geleden had, den 13 Juni aanvangen. Ea,rentz, .die ziek is, schrijft een relaas van hun wedervaren, doet dit in een „cedelken" en hangt het in den schoorsteen van het Behouden Huys op, voor wie ooit na hen daar mochten ko men. Earentz sterft op de terugreis. Hij komt in 't Vaderland niet weder. Er zSjn mee|r zieken. Het dagboek meldt: „Godt de Heere heeft ons dikwijls op 't onversienste gehol- p.en en verlost, Zijn arm is niet verkort dat Hij ons noch wel con helpen als het Zijn liefste wil ware.'' Onder veel wederwaar digheden komt men ten slotte toch in Am sterdam en wandelt weer langs den Schrei- erstoren vanwaar men vertrokken was. Men had de mannen al lang dood gewaand. Ze gaan over den Dam en melden zich plichtgetrouw bij den Schout. De Ambassa. deur van Denemarken, die in Amsterdam is, laat hen ook bij zich komen om verslag te doen en daarna zijn zij naalr huis gegftan. Zoo eindigde een vergeefsche tocht, die echter van den moed, de eenvoud en de godsvrucht van ons volk getuigde. Men moet over dergelijke prestaties niet gering denkon. Het Calvinisme, door ons volk be leden, staalde het in het vervullen van zijn taak, te werken voor de welvaart des volks. Met een oog r-aar den Hemel, vanwaar de hulpe alleen komen kon. Welnu, in ,de troos teloo.sheid onzer dagen mogen wij overwe gen dat God nog onveranderd is de ver anderingen liggen bij ons'! Laat ons weder- l.eeren tot den Heere. Hij heeft den hoorn Zijns volks verhoogd, den roem aller Zijner gunstgenooten; der kinderen Israels; des volks, dat nabij Hem is Hallelujah! WAARNEMER. BCPER OP BON EN 37. 's-GRAVENHAGE, 24 September. -^ De secretaris-generaal van het departement van landbouw en visscherij maakt bekend ,dat, zooals reeds eerder werd aangekon digd, in den vervolge gedurende een tijd vak van 19 daigen twee bonnen voor het koopen van boter zuUenv worden geldig ver klaard. Gedurende het tijdvak van Donderdag 25 September tot en met Maandag 13 Oc- tob^ a.s. geven de met „36" en „37" ge nummerde bonnen van de boter- en vetv kaart elk recht op het koopen van 250 gr. boter. Op de bonnen van de vetkaart zal per 250 gram boter 22% cent reductie worden verleend. AFBONDING VERKOOPKIJZEN DOOR KRUIDENIERS. Met lingang van 1 Juli 1941 is de omzet- belastin,g, welke de kruideniers zijn ver schuldigd, verlaagd van 2%-2% van dien ver koopprijs. Deze verlaging heeft ten gevolge,- dat de regeling, die per 1 April 1941 voor ,de kruideniers is getroffen ter zake van de aifronding der verkoopprijzen, niet kan v/orden gehandhaafd. Deze regeling toch, die inhoudt, dat in afwijking van ,de gel dende voorschriften de kruideniers de nood zakelijke afronding der verkoopprijzen naar boven mogen uitvoeren voor artikelen met een verkoopprijs van 10 cent of meer, doch minder dan 20 cent, was gebaseerd op het oude heffingspercentage van 2%%. De Secretaris-Generaal van het Depar- tementvan Handel, Nijverheid en Scheep, vaart heeft nu evenwel beslist, dat in af wachting van een nieuwe regeling het ,den kruideniers is to^estaan tot nadere aan kondiging nog de per 1 April 1941 getrof fen regejing toe te passen. Doorberekening Molestverzekering. De Gemachtigde voor de Prijzen deelt mede, ,dat het niet geoorloofd is aan afne mers kosten voor molestverzekering door te berekenen. Dit geldt in het bijzonder bij jnolestverzekering voor het vervoer van goederen binnenslands. VERMINDERING VAN PRESTATIE NIET TOEGESTAAN. Aankoopen of ^.fbetaling. Reeds eenige malen deelde de Gemachtig. de voor de Prijzen mede, dat iedere direc te of indirecte vermindering van de presta tie bij een transactie wordt beschouwd als een verka,pte prijsverhooging, die uiteraard verbeiden is. Dit beteekent, dat ook het la ten vervallen van aan de koopers verleen de .raciliteiten, zonder dat hiermede een prijsverlaging gepaard gaat, is verboden. Wanneer ,dus b.v. een winkelier op 9 Mei 1940 bereid was zijn afnen.ers zekere cre- .diet-faciliteiten toe te staan (afbetaling b.v.) en hij dit thans niet mee(r doet, is hij v^i plicht een prijsverlaging toe te passen. Hij moet de prijzen der op 9 Mei 1940 on der dergelijke voorwaarden verkochte arti- Icelen brengen op den prijs, die op 9 Mei 1940 voor contante betaling gold. PRIJSREGELING VOOR CICHOREI-, EN WITLOFWORTELEN. De Gemachtigde voor de Prijzen maakt bekend, dat binnenkort prijzen zullen wor den vastgesteld, waartegen .de telers groe ne cichoreiwortelen en versche getrokken wit'ofwortelen aan daartoe door de N.A.C, erkende drogerijen mogen verkoopen. Even eens zal een prijs worden vastgesteld voor versche witlofwortelen, welke voor vee voeder worden verkocht. De prijs van groene cichoreiwortelen zal eenige verhooging ondergaan in vergelij king met die van het vorige jaar, terwijl de prijs van witlofwortelen, bij verkoop aan drogerijen, hieraan ongeveer gelijk zal zijn. De prijs van de tot veevoeder bestemde wit lofwortelen zal lager liggen. Nadrukkelijk wordt er op gewezen, dat ongemotiveerde prijsopdrijving slechts tot groote'teleurstelling zal kunnen leiden. In dit verband wordt onder de aandacht gebracht, dat het drogen van deze produc ten slechts zal zijn toegestaan aan droge rijen, die daartoe een vergunning van de Nederlandsche Akkerbouw-Centrale hebben ontvangen. DUITSCH WEERMAOHTBERICÖT. KONVOOI TOT ZINKEN GEBRACHT 'piN W. VAN AFRIKA. tJitvalspoglngen der SoiVjets ten O. van Klef ai^geslajgen. Haven ivan Dover bestookt. Hoofdkwartier van ,den Führer, 25 Sept. Het opperbevel van de weermacht maakt bekend: „Wanhopige uitvalspogingen van de laat. ste nog in het gebieü- ten Oosten van Klef ingesloten vijandelijke strijdkrachten wer den met bloedige verliezen voor dien vijand afgeslagen. Bij de zuivering van het slagveld werd het lijk van den in den strijd gesneuvelden opperbevelhebber van het Zuidwestelijke 'front der Sovjets, kolonel-generaal Kirpo- nos .gevonden. Zijn staf, alsmede de staven van het vijfde en 21ste Sovjet-legercorps werden in dé pan gehakt. De luchtmacht bombardeerde in den af- geloopen nacht met goede uitwerking mili taire installaties in Moskou en bewapenings bedrijven bij Tula. Zooals in een extra-bericht is medege deeld, hebben duikbooten ten westen van Afrika een naar Engeland varend konvooi van twaalf schepen aangevallen en het on danks de krachtige bescherming .door tor- pedojagérs vernietigd. Elf schepen met te zamen 78.000 B.R.T. werden tot zinken ge bracht. Aan de Schotsche Oostkust plaatste de luchtmacht overdag bomtrefifers op ver schillende spoorlijnen. Gevechtsvliegtuigen vielen in den afgeloopen nacht het haven gebied van Dover aan. In Noord-Afrika schoten Duitsche jagers ten Oosten van SoUoém zonder eigen ver liezen zeven Britsche jachtvliegtuigen en een bommenwerper neer. De vijand heeft overdag noch des nachts militaire acties boven het Duitsche Rijks gebied ondernomen.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1941 | | pagina 1