CHDWEEKBLADÖpGED.GG0nD&IA6 vöÖRolZUID-HOaÊnZECUW^ CHAHDEn
V Victorie
N.V. UitgeTersmaatschappü „EILANDEN-HIEÜWS"
Buitenland
STICHTELIJKE
OVERDENKING
De Kaoaneesche Vrouw.
14e Jaargang
ZATERDAÖ 6 SEPTEMBER 1941
No. 1274
Uit het I
Kijkvenster
Duitschland wint
voor Europa op
alle fronten.
WAARIN SEDERT 1 N O VEMBER 19 3 5 OPGENOME tf HET BLAD .ONZEEJLANDEN" - 18^ JAARGANG
üitgAve van
K1783
uws
Abonnementsprijs 93 cent per 3 maanden bij vooruitbetaimg.
Verschgllt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlt^ke mmuners 5 cent Buitenland 8 gulden per Jaar.
Gevestigd te Middelhamis t Fthu Hendriksfr. 122 C <t Giro 167930 i Fostbox 8 Tel. 17.
Bp^antooT voor Zeeland: si Maartenadiik Morbt, Telef. 69.
Advertentie-prijs 20 cent per regel.
Reclames 40 cent
Hoofdredacteur:
TH. DE WAAL MIDDELHARNIS C 122.
(Matth. 15 22—28.)
10.
Ja Heere, doch... zoo pleit de benauwde
vrouw, die niet kan loslaten, omdat zij
wordt vastgehouden. Zij stelt tegenover
eene waarheid, waar zij volkomen bijvalt,
eene andere, die haar doet hopefi op hope
tegen hope. Want wanhopig is zij niet. Zij
openbaart hier het geloof van den vader
der geloovigen die ook hoopte, naar het
getuigenis van den apostel, op hope tegen
hope. En hij twijfelde niet aan de belofte'
Gods door ongeloof. Wel had deze vrouw
geen belofte, maar de Heilige Geest opende
haar hart naar de onliferming' Gods heen,
zoodat zij' den moed niet verloren gaf. Zij
mag uit een afwijzende waarheid troost
putten. Zoo gaat het niet alleen deze ge
folterde vrouw, maar allen, die op weg zijn
naar Sion en moeten leer>3n wat vrije ge
nade is. Zelfs in den brandnetel zit honig.
Mijn laatste toevlucht is voorwaar:
Zoo 'k sterven moet,,te sterven... daar!
Zij zal haar gebed niet staken alvorens
een antwoord der verhooring van Zijne lip
pen te hebben ontvangen. In dit volhouden
is toch eenige verademing der ziel, al over
valt de benauwdheid telksns met nieuwe
kracht.
Kunt gij, mijn lezer, uw eigen beeld in
den spiegel harer geschiedenis ontdekken?
Men zegt; geloof. Maar weet ge wat ge
loof is De weg tot Jezus en tot verhoo
ring aan den troon voert langs ongekende
paden. Hij leidt den blinde langs dert- weg,
dien hij niet heeft geweten. Zijn pad is in
de zee en Zijn voetstap in de groote Wa
teren.
Velen zijn wel vernederd in hun lippen,
maar niet in hun, hart. Ik denk aan die
vrouw, die met groeten nadruk zei: ik
heb al Gods geboden overtreden; ik heb
zwaar en menigmaal gezondigd. Ik ben zoo
slecht als Judas en zoo verkeerd als Saul.
Dat klonk wel zeer zwaar, maar wat ge
beurde? De prediker zei: Ja, dat heb Ik
altijd wel van u gedacht. Wp,t heb ik dan
gedaan? vroeg ze nu. Wat denkt ge wel
van mij? 'Wat ik denk? Dat gij veel slech
ter zijt dan ge daar zegt. Ik ben een groot
zondaar, zei de ander. Ongetwijfeld^ sprak
de leeraar. Laten wij de geboden eens na
gaan. Gij zult geen andere goden voor mijn
aangezicht 'hebben. Maar, zoo sprak hij:
'ik ben geen aifgodendiertaar!Ach ja, -wij
kunnen zoo gemakkelijk zeggen een dief
te zijn en toch ontkennen gestolen te heb-
'ben.
Gelukkig als wij de ,2onde zóó hebben
hooren blaffen in onze ziel, dat wij geen
aanstoot nemen als overtreder aan de kaak
te worden gesteld.
Ach Heere, zoo wordt het dan van bin
nen: jaagt Gij mij de straat op, zoo zal ik
wachten, tot Gij weer de deur uit komt.
Mijne smeekbeden zal ik toch voor U neer
leggen. Ik zal U naloopen en Gij kunt het
«lij niet als hinderlijk volgen aanrekenen.
Wanneer onder de nrnanschen iemand ons
hinderlijk volgt telkens weer, dan kunnen
wij de hulp der politie inroepen, omdat dit
bij de wet is verboden'. Maar wij hebben
het al, eens gezegd en herhalen het nog
maals, de Heere Jezus is een vluchteling,
die gaarne een vervolger heeft.
Zie, ik zal de genade op de hielen volgen
en voor hare voeten gaan liggen. Door ge-
nade vertreden te worden is zalig. Ja,
maakt het den Heere maar lastig tot Zijn
lust. Het zal zeker straks meevallen. Hij
moge wonderlijk handelen, toch woont de
eeuwigcv liefde tusschen Jezus'oogen en
wordt Zijn ingewand ontroerd, al houdt Hij
Zijn aangezicht strak. Gij kent Hem nog
maar weinig in Zijn doen. Worstel maar
voort, strijd den' goeden strijd des geloofs^
grijp naar het eeuvrige leven.
Bun jan vertelt ergens van zichzelf: ik
werd in zulk een angst en vrees voor Gods
troon gebracht, dat ik niet kon nalatsn in
Christus te gelooven; ik. gevoelde het, in
dien Hij met een uitgetogen zwaard voor
mij stond, ik liever op de punt van dat
zwaard zou toeloopen, dan langer de kwel
ling mijher zonden te verduren. Bunjan
heeft er zeker niet op gelet, dat met zijn
angst en vreeze droefheid naar God was
geniengd, want anders drijven deze van God
af en niet naar Hem heen.
Het geloof leert eene 'bijzondere kunst
beoefenen. In groote benauwdheden vindt
het een weg, waar geen pad is. Aan de
zwartste wolk ontdekt het nog een zilveren
rand. Ja Heere, doch de hondekens eten
ook van de brokskens, die daar vallen van
de tafel hunner heeren.
,Zij had groote gedachten van den Heere
Christus. Zij kon niet anders verwachten of
er was overvloed van brood nu Hij de
Huisheer was. Aan zijne'tafel moesten de
kinderen wel rijk verzadigd worden en toch
nog veel over blijven. Het kon onmogelijk
op een brokje aankomen bij zulk een huis
houding. Zeker, Hij heeft ook gezegd bij
allen overvloed: dat er niets verloren ga;
vergader de. overgeschoten brokken. Maar
in ieder geval was er overvloed van brood
aan Zijne tafel. Voor de hondekens is er
zeker genoeg', als de kinderen het laten val
len onder de tafel, waar de hondekens op
zien of er ook iets afvalt voor hen.
Zij begeerde, dat de duivel uit hare doch
ter uigeworpen zou worden. 'Het was, zoo
dacht zij, voor Hem maar een kruimel van
Zijn macht dit te doen. Niemand behoefde
er toch tekort bij te komen. Het is nood
zakelijk, dat de gedachten over onze noo-
den—en dooden worden overtroffen door
hoogere gedachten van Zijne genade. Kunt
gij dan Zijn gezegend aangezicht zien met
bloed bevlekt,en Zijn hoofd met doornen
gekroond zonder te gelooven, dat Hij u
kan en wil zalig maken? Hem is gegeven
a-ie macht in den hemel en op de aarde.
Dat gelooft gij toch ook voor ugelf
Hondekens leven van den afval van
Christus' tafel. De geringste dingen van
Christus zijn onwaardeerbaar goed en be
sluiten in zich eene volheid vs^r^ genade en
ontferming. Sions gruis is een zaak, waar
aan de knechten Gods een welgevallen heb
ben. Gij keAt 'de geschiedenis dier onwaar
dige vrouw, die slechts begeerde de voeten
des Heeren nat te maken met hare tranen.
Een ander kwam tot Hem, begeerende al
leen den zoom Zijns gewaads aan te raken.
Maria Magdalena verlangde zijn dood li
chaam in hare armen te hebben. Ja, het
leem van- Christus is zilver -en Zijn koper
is nog goud. De wonden die Hij slaat, zijn
zv/anger van vertroosting. Hoe wreed zijn
dan de barmhartigheden der goddeloozen.
Zij pijnigen om te verwoesten en zelfs hun
troost is een ijdel ding.
De schande en de versmaadheid van
Christus zijn grooter schatten voor Mozes
dan alie eer en rijkdom van Egypte. Ne-
bukadnezar lijdt meer in het vervolgen der
drie jongelingen dan .zij in den brandenden
oven. Zal het zoo zijn, o koning, onze God,
dien wij eeren, is machtig' öns te verlossen'
uit den oven des brandenden vuurs en Hij
zal ons, o koning, uit uwe hand verlossen.
Het geheiligde kruis van Christus druipt
van honig. Dan maken wij zelfs de vergis
sing: de roede kleeft aan den honig, ter-
vidjl wij gewoonlijk zeggen: er kleeft honig
aan de roede. De geringste en laagste be
trekking, die vrij op Christus hebben, is een
eere, die ons verheft boven prinsen en rijks
grootèn. Johannes de Dooper stelt er eene
eere in den riem Zijner schoenen te iViogen
ontbinden. Ja, wie van déze tafel, neen,
vrie zelfs maar onder deze tafel heeft ge
geten, moet erkennen en belijden, dat de
brokskens van Christus' brood lekkernijen
des hemels zijn. __HÈt water van Christus is
hemelsche wijn. O, Immanuël is een zielver.
overend Minnaar, die zelfs aantrekt door
Zijn afstooten. Hoe zal ik Hem naar-Jwaar-
de prijzen en verheffen? Hij heeft een ge
laat dat duivelen in liefde zou doen ont
branden indien zij slechts genade hadden
om Zijne schoonheid te zien.
En... Hij laat zich over'winnen. Luister
nu ^ns wat Hij ten slotte zegt:
Toen antwoordde Jezus en zeide tot haar:
o vrouw, groot is uw geloof: u geschiede
gelijk gij wilt. En hare dochter werd ge
zond van diezelfde ure.
De proef is zeer zwaar geweest voor de
vrouw, maar de uitkomst wordt des te
heerlijker. Juist door de zwaarte van de
proef. Zij is als goud uitgekomen en Je
zus... als een wondere liefhebber der zielen,
die zich verbergt, om des te heerlijker zich
te openbaren.
Zoo handelt Hij nog. Wie kan Zijn doen
verstaan als wij door de diepte gaan en de
scherpe Noordenwind der verzoeking ons
in het aangezicht blaast? Dan vermogen
wij niet te ,zien, dat wij weldra den heuvel
„liefelijikheid" zullen beklimmen en ons oog
zal weiden over de liefelijke landouwe des
vredes, terwijl een zachte Zuiden-wind waait.
Nu gaat de Heere Jezus eigen werk'prij
zen, want de lof des geloofs is de roem
Zijner genade.
B. Ds. Ki
(Wordt vervolgd.).
De sprak©! üit de Oudheid' De
Kerk in hêt nüddelpimt De Sy
node van Oordt Een ro>erend aJ-
schêid.
Waarnemer die |iogal eens zoo hier >3n
daar heenreist, h|eft veel de gewoonte,
wanneer hij in eenlbepaalde plaats in ons
land komt, en er is tgd voor, om een kijk
je te nemen in oude kerken.
Immers de kerk|ln stad of dorp dpmi-
neertj zelfs nog WfS ,in groote steden met
hun machtige uitbouw: pok nü nog is het
spreekwoord: ,,de kerk in 't midden'' let
terlijk toepasselijk.
Die oude gebouv/èn die een sprake spre
ken uit een ver ve^-leden, hebban derhalve
een bijzondere aan|rekkingskracht; Waar
nemer mag er gra'ag eens in ronddwalen
om dan zijn gedacB>ten den vrijen loop te
laten. De Schrift Spreekt in symbolischen
zin dat de steen en. de ba!k> uit den muur
roeptzoo spreken idle oude gewelven, die
balken en die bog^, een onhoorbare taal
uit een ver verledei;. Met den voet betreedt
men er de uitgesleten steenen op de gra
ven van vele eeuwen geleden gestorvenen
bij welks begraven het ongetwijfeld ge
klonken zal hebben'Uit'den mond der Gods-
knechten: „Het is ósa. mensch gezet een
maal te sterven en daarna het oordeel." En in
die holle ruimten Verd aldoor, in wisselende
accoorden gehoord het geluid van het liefe
lijk Evangelie, dat .stand houdt tot in der
eeuwen eeuwigheid Die oude kerk«n, ze
hebben hun geschiedenis, ieder de zijne.
Konden ze werkelijl-..eens spreken, die stee
nen en die balkenrsj'!i7at zou men al niet
hooren? De nagaln-jfVan predikers die een
leer brachten waa.füi God op het hoogst
verheerlijkt- sn de*)!:'i-'Ss'sdaar op het diepst
werd vernedert, maar ook zouden ze ver
tellen van het indringen der kleine vossen,
die de wijngaard verderven, ja, die in de
gemeente des Heeren een totale verwoes
ting trachten aan te brengen. -
De balk uit de muur zou het ook nü ge
tuigen dat op de zonde het oordeel volgt;
dat de algeheele verlating en vertreding
van Gods Wet oorzaak is van het diepe
verval van Gods Kerk, méér nog, dat 's-
lands volksschuld 's-lands overheersching
heeft teweeggebracht.
Of'dunkt U, dat b.v. de ruine van de St.
Laure'nskerk tusschen de puinhoopen van
Rotterdam niet met een sprake tot ons
komt?
ïN
Zoo b.ergen die oude Godsgebouwen een
sprake in zich uit den ouden vervlogen tijd.
Wanneer schrijver dezes b.v. te Dordt
komt en zijn pad voert langs de Groote
Kerk; gaan aanstonds .zijn gedachten, naar
hetgeisn anno 1618 en 19 binnen deszelfs
muren is afgespeeld. Immers daar werd
de groote Nationale Synode gehouden, die
zoo van zegenrijken invloed is geweest voor
Gods Kerk in Ne'derland en ver daarbui
ten. Deze Synode, om het Koelman na te
zeggen, is de vermaardste en gelukkigste
geweest die er nd de Apostolische tijden te
gehouden. Het was zoo men weet, eigenlijk
een Synode tegen de dwalingen der Remon
stranten en de scheuringen die zij aan
brachten wat niet wegneemt, dat er vele
uitgebreide zaken ten opzicht^ van de kerk
in het algemeen zijn behandelt. Men moet
zich daartoe eens de moeite nemen om het
dikke boek de ,,Acta of handelingen der
Synode anno 16181619" in handen te
krijgisn; heeft men het niet onder kennis
sen, kan men het wel in deze of gene lees
zaal bekomen. U kunt er om een greep
te doen behalve de leer^eschillen, in le
zen over allerlei besluiten en resolutiën,
heusch geen drooge kost, maar b.v. hoe
de Heidelbergsche Catechismus lederen Zon
dag zou gepredikt worden; hoe de jeugd
'moet gecatechiseerd en op de scholen on
derwezen, hoe de Sabbath zou worden on
derhouden en de verbintenis moest zijn
aan alle de geboden' Gods^ hoe het opzicht
der kerken zou zijn, hoe Visitaties, censu
res enz. zouden plaats vinden, over het
ambt van Ouderlingen en Diakenen, kort
om, ten opzichte ■van leer en leven en van
het beheer der kerk zijn door deze ge
leerde en godvruchtige mannen alle pun
ten aangesneden en voor het nageslacht ten
nutte van de Kerk Christi in het a:lge-
meen, bewaard.
Het ware te w-enschen, dat er van deze
dingen eens wat meer notitie werd geno
men. Want van het Kerkrecht weet men
in het algemeen heel weinig af. Hoevelen
zullen er niet zijn, die 'de 86 artikelen van
de Kerkordening nog nooit gelezen heb
bes?
Ik sprak zoo even van: ,,de kerk in 't
midden," maar de kerk zou inderdaad in
het midden onzer belangstelling moeten
staan. Dat zou wat meer vastheid geven in
leer en in leven, vooral voor onze jeugd
zou dat noodzakelijk zijn.
De beroemde Synode van Dordt diende
dan tot vaststelling der zuiver Gerefor
meerde leer. Het ging er om „het hart der
kerk." de uitverkiezing. De Re
monstranten die de vrijheid van den men-
schelijken vidl voorstonden, tornden hier te
genop, maar ze kwamen er niet best aif.
De eminente Voorzitter van het Concilie,
Johannes Bogerman, was zoo malsch niet;
een 200-:tal niet-rechtzinnig bevonden pi-e-
dikanten werd afgezet en een dozijn, met
Episcopius aan het hoofd, over den Moer
dijk gebannen.
Ja, Aasix Js toen binnen Dordrecht heel
wat gebeurd. Ma,ar men handelde in op
rechtheid en trouwe, naar den woorde
Gods, de kwaden wel verdragende maar de
eere Gods het hoogst achtende. God heeft
er kennelijk' zijn zegen aan verbonden, ge
lijk dat ook door Balthazar Lydius, de
plaatselijke predikant in de laatste, 180ste
zitting den 2éèn Mei 1619 in een treffende
predikatie over Jesaja 12 13 is gezegd.
Het moet daar een roerend afscheid ge
weest zijn, toen deze groote mannen van
elkaar zijn weggegaan. Ik lees er van: „dat
de Vergadering, na plechtige dankzegging
tot God en na onderlinge en vriendelijke
begroeting en toereiking van de rechter
hand der onderlinge gemeenschap, onder
overvloedige betuiging van broederlijke een
drachtigheid en liefde, in den Naam des
Heenan zijn gedimmiteerd en .gescheiden." -
Zoo heeft God oudtijds betoond voor Zijn
Kerk te zullen instaan. En hij zal dat blij
ven doen, tot het eind der eeuwen. Ook, al
is alles door onze zonden verdorven en al
zegt men dat er geen bediening meer is en
de Geest geweken^ is. Maar de steenen uit
de muur roepen, dat wij zullen terugkee-
ren tot de Wet en de Getuigenis, willen wij
Dageraad hebben.
WAARNEMER.
Van het Sovjet front zijn in de afgeloo-
pen week in hoofdzaak berichten binnen
gekomen uit het Noorden.
Al het gebied dat de Sovjets een ander
half jaar geleden van de Finnen hebben af
genomen is nu weer heroverd. De hoofdstad
■Viïpuri
op de Karelische landengte is deze week in
handen der Finnen en Duitschers gevallen
waardoor al het oude gebied is terugge
wonnen. I
De Führer heeft in verband daarmede
generaal Mannerheim begiftigd met het
IJzeren Kruis voorzien van de gespisn Ie
en 2e klasse 1914, om daarin hem en het
Finsche leger te eeren.
Verder heeft de bekende Estlandsche ha-
venplaats
Beval
welke zeer versterkt was als vlootbasis
zich moeten overgeven.
Beziet men de kaart, dan blijkt het, dat
St. Petersburg meer en meer wordt inge
sloten. Op sommige plaatsen nadeien de
Duitsche voorposten de'voorste verdedi
gingslinies der stad. Tenzij een zeer krach-
tigen aanval een spoedigen val zou for-
ceeren, staat hier een zeer hevigen strijd
voor den deur. De troepen en een gedeelte
der vloot .zijn geheel ingesloten' en voorne
mens zich tot het laatste te verdedigen.
De in het Zuiden gelegen ha-venplaats
der Oekraïne
Odessa
■wordt eveneens ineer en meer ingesloten.
Volgens de berichten zou de waterleiding
zijn afgesloten. Al is Ook het lot van deze
plaats bezegeld, de bedoeling .der Sovjets
is, de Duitschers zoo lang mogelijk hier op
te houden en ze zoo veel mogelijk verliezen
toe te brengen. Teneinde dit bloedverlies te
beperken worcisn dergelijke plaatsen niet
overhaast maar met tact genomen.
sN
Als tweede belangrijk feit vermelden wij
dat ,de Führer en de
Duoe
elkander in het Duitsche hoofdk:wartier
hebben ontmoet en besprekingen gevoerd.
Vanzelfsprekend zijn daar de politieke en
militaire kwesties onder de lóupe genomen.
Tegenover de samenkomst Roosevelt-Chur
chill staat hier weer de samenkomst BMih-
rer en Duce. De toekomst zal leeren of er
nieuwe plannen of nieuwe politieke beslis
singen besproken zijn, want gelijk vorige
ontmoetingen hebben geleerd, zijn er
meestal bijzondere oorzaken, waarom de
twee as-staatslieden met hun militaire en
politieke staven samenkomen.
Enkele bladen wijzen op Turkije, nu
Iran door de Sovjets en de Engelschen is
bezet. Anderen denken liever aai; êen op-
marsch in Noord.Afrika nu het weer
krijgsverrichtingen gaat toelaten.
Zijn er^besprekingen gevoerd welke hier
of daar verandering in den toestand bren
gen, zoo zullen ■wij het spoedig genoeg we
ten.
Verder heeft
Japan
deze vjreek weer bijzonder, de aandacht ge
trokken. Ons oordeel is natuurlijk dat van
een leek; m4ar het geheel overziende, dan
kunnen wij niet anders bezien oif Japan
voelt zich bedreigt en ingesloten, doch mist
den moed om door te tasten.
Toen in Juni 1940^ de tegenstand der
Franschisn zoo goed als gebroken was,
schaarde Italië zich aan de zijde van
,Duitsch]and om den oorlog tegen Engeland
gezamenlijk voort te zetten, en in de jVEd-
dellandsche Zee, in Afrika en op den Bal
kan ^an den Engelschen invloed afbreuk te
doen.
De indruk nu welke de Japansche poli
tiek vestigt is deze, dat zoolang het inge
sloten is, door de Sovjet-Unie, China, En
geland Amerika en Nederl. Indië het geen
oorlog aandurft, en daarom probeert tijd
te winnen. 'Wlaar Amerika niet officieel met
Duitschland in oorlog is, moet Japan na
tuurlijk trachten hiervan gebruik te ma
ken, om Amerika ook in Azië thans bui
ten het conflict te houden.
Zou het echter aan Duitschland geluk
ken de Sovjets militair te verslaan, waar
door, dit gevaar oók voor Japan zou worden
afgeweerd en krijgt het hulp van Duitsch
land, omdat de Duitschers dan zeer waar
schijnlijk de /Engelsche koloniën binnen
rukken, dan wordt de toestand anders. Dan
krijgt Japan ruimte en herademt. Tsiang
Kai Sjek zou dan ook zijn eenige kans ver.
keken zisn en mogelijk toeschietelijker
worden dan nu, terwijl voor Amerika het
risico om aan den oorlog deel te nemen,
dan heel wat grooter zou worden, vooral
in de oogen van het volk.
In dit licht verklaren wij de brief welke
de Japansche minister-president
Konoj©
deze week~ aan President Roosevelt heeft
laten overhandigen. Al is de inhoud niet
bekend, zooveel is wel bekend dat Japan
aandringt geen materiaal te leveren aan
China. Het conflict met China moet be
ëindigd worden.
President Roosevelt heeft nog niet ge-
an'twoord, doch de verwachting is, dat
Amerika niet zal berusten in de erkenning
van de Japansche overwinning in China,
en ook niet bereid zal zijn, dezen huldigen
bondgenoot welke zij zoo goed gebruiken
kunnen, los te laten en niet te steunen.
Deze oorlog heeft Tsiang Kai Sjek de kans
gegeven waarop hij tot het laatste toe ge
hoopt, heeft
Zou Amerika nu de materiaal leveranties
alsmede de finantieele ondersteuning los
laten, ,dan daalt de kans vóór China weer
voor een groot gedeelte. De uitslag van.
dezen oorlog is ook voor China beslissend.
Al is het Amerikaansche volk niet en
thousiast voor deelneming aan den oorlog,
toch is de stemming wel zoo, dat indien de
regeering Japan iets toe zou geven, dit
kwalijk zou worden genomen en daarom
is de verwachting dat Amerika voet bij
stuk zal houden.
De economische toestand is ook verre
van rooskleurig gelijk uit de berichten der
ronde tafel conferentie blijkt en verklaart
evenei3ns waarom Jaspan aarzelt. Aan de
andere zijde vragen wij ons.weleens af, of
Japan door de militaire en economische
omsingeling niet zoo in het nauw wordt ge.
bracht, dat het uit zelfverdediging moet
doortasten.
Wij voor ons gelooven dat Engeland en
Amerika ook heel goed zien, dat als Japan
hulp gaat krijgen uit Duitschland, de toe
stand in den Stillen Oceaan, zoo niet ver
loren is, dan toch heel bedenkelijk wordt.
Al behoeft Engeland voor deze bedreiging
nu niét direct te vreeasn, omdat de ■win
ter voor de deur staat^ en de krijgsover-
winningen'^-zoover nog niet zijn, toch aan
de andere zijde, is een jaar weer zoo voor
bij. Wij zien het aan .dezen oorlog, waar
van wij het derde jaar alweer zijn inge
gaan.
In Augustus 1914 was iedereen overtuigd
dat de oorlog niet langer dan drie maanden
duren kon. Er waren zooveel factoren die
daarop wezen, dat dit feit vast stond. Trots