V. Victorie
CHQWECK&lADopGCD.GR0nD5IAG vöönolZUID-HOLLIriZECUWSCliE EILAflDEn
N J. Uitgeversmaatschappij „EIIANDEN-NIEUWS"
Buitenland
STICHTELIJKE
OVERDENKING
De KananeeFche Vrouw.
14e Jaargang
ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1941
No, 1268
Uit het
Kijkvenster
Duitschland strijdt voor
Europa
Duitschland wint
voor Europa op
alle fronten.
WAARIN SEDERT 1 N O V EM B ER 19 35 OPGENOMEN HET BLAD ONZE Ei LA ND E,N" - 18= JAARGANG
UITGAVE VAN
niEuws
Gevestigd te Middelliaimjs Fiins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 i Fostboz 8 TcL 17i
Abonnementsprijs 93 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling.
Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden per Jaar.
K 1783
Bykmitoor voor Zeeland: St. Maartensd^k Markt, Telef.
Advertentie-prijs 20 cent per regel.
Reclames 40 cent
Hoofdredacteur
TH. DE WAAL. MIDDEUHARNIS C 122.
(Matth. 15 22—28.)
Zal de Heere Christus nog niet antwoor
den? Onze tekst zegt het ons. Wat erover
Zijne gezegende lippen kwam, schokt ons
echter. Luister maar.
Doch Hij antwoordde en zelde: Het is
niet betamelijk het brood der kinderen te
nemen en diSn hondekens voor te werpen.
De Evangelist Marcus zegt: laat eerst
de Idnderkens verzadigd worden. Hieruit
bltjkt, dat de Heere Jezus meer tot haar
gesproken heeft, dan we bij Mattheüs ver
nemen. Trouwens, dit zal wel .dikwöls het
geval zijn geweest, want de Heilige Geest
heeft alléén laten te boek stellen, hetgeen
wtj noodlg hadden te weten. Dat nu de
evangelist>3n elkander aanvullen, stelt ons
voor de taak rekening te houden met alle
gegevens, die de Schrift biedt om hare
leering te verstaan. De Schrift is de schat
der Kerk, maar zij heeft tevens de taak
haar te onderzoeken en hare schatten als
op te delvön.
Uit de opmerking van Mlarcus blijkt ons nu,
dat de heidenen niet voor altoos worden bui
tengesloten. Maar tot Pinksteren had het
volk Israël kinderrecht en voorkeursrecht.
Recht der genade dan wel te verstaan,
want Israël was niet beter dan andere na
ties, die de Heere in hunne wegen liet wan
delen. Israël was het bondsvolk, de Heere
gedacht den eed aan Izaak en het verbond
met Abraham Zijn vriend. Hij kwam tot
het Zijne en tot de Zijnen. Dochde
Zijnen hebben Hem niet aangenom.3n. Nie
mand? Enkelen, in vergelijking met de
massa des volks. De massa verwierp Hem,
die de Middelaar was des verbonds, mee-
nende, dat zij genoeg hadden aan hun uit
wendige voorrechten. Maar een overblijfsel
naar de verkiezing der genade was er ook
toen en zoovelen als Hem aangenomen
hebban, .die heeift Hg macht gegeven Inn-
deren Gods genaamd te worden, namelijk
die in Zijnen naam gelooven.
Het 'brood der ikjnderen. Ik ben het brood
dat uit den hemel is nedergedaald. Dit ge
zegend voedsel is door God bereid. Jezus is
het brood, het brood des levens. Die spijze
kan alleen een hongerende ziel verzadigen
•3n bevrijden van den hongerdood. Ik verga
van honger. Tot het brood der kinderen
behoorde dus ook, blijkens het verband, de
oefening van de wondermacht van Jezus.
Dit waren weldaden des verbonds, dat Je
zus hunne kranken genas, dooven deed
hooren en hunne dooden opwekte. Het wa
ren weldaden des verbonds, dat Hij duive
len uitwierp en aan anderen de zondenver-
gaf. Jezus is het brood der kinderen, het
brood des levens. Het geestelijk leven kan
alléén worden gevoed door Hem. Zijn er
verloren zonen en dochteren, die leerden
kermen: ik verga van honger? Hier is
brood, levend brood. Brood is voedsel voor
levsnde menschen en heeft geen waarde in
het graf. De zondaar gaat bewust leven
door Hem te eten. Hij voorziet in alle be
hoeften des nieuwen levens. Hij verzadigt
den honger der ziel. Israël dacht, dat het
manna het wonderbrood b\j uitnemendheid
was, en toch, hunne vaders waren gestor
ven in de woestijn. En zg spraken van „dit
lichte brood". Het smolt als de zon erop
scheen en de menschen die ervan aten,
stierven op hun tijd. Toch was het he-
melsch brood, dat smaakte naar ieders
smaak, zeiden de oude rabbijnen. Het werd
niet gezaaid, noch gebakken, maar viel van
den hemel. Maar dit graan moet sterven
om vrucht te dragen. De vrucht der aarde
zal tot voortreffelijkheid zijn; bereid met
bloed des verbonds. Zoo is Jezus het brood
der kinderen met alles wat Hij is en heeft.
Wie enkel leefde van dit brood ,zou volko
men zalig en h'eilig zijn. Maar helaas, hoe
menigmaal geven wij ons geld uit voor
hetgeen geen brood is en onzen arbeid voor
hetgeen niet verzadigen kan.
De zure vruchten der aarde en der zon
de verwoesten het ingewand der ziel. Za
lig, wie dit brood der kinderen als kind
mag eten, gezeten aan de ronde tafel, waar
na,rdus haren reuk geeft. Dit brood stelt in
staat tot zwaren ziele-arbeid, tot den
strijd tegen de zonde ten bloede toe, tot
worstelen om menschenzielen voor den
Koning. Tot den kamp met satan en we
reld. In Jezus is zoetheid enkracht tot
levensversterking genoeg. - Dit brood is
goed voor de wildernis der aarde en het
paradijs des hemels. Maar brood kan ons
niet baten of het moet worden gegeten.
Een brood onder uw arm kan wel uw
bezit zijn, maar niet de bron van kracht als
gij het niet eet en opneemt in uw bloed.
De Kananeesche had honger, want in
haar worstelen en aanhouden was hare
gansche ziel betrokken en zocht zij genade
voor eigen hart en niet alleen genezing
van haar kind. Zij zou geholpen worden in
de genezing van haar kind, want dan bleek
Zijn hart tot haar gekeerd. Zult gij sterven
bij dezen overvloed? De weerhouding, die
de Heere Jezus in acht nam naar den aard
van de bedeeling des verbonds heeft opge
houden. De middelmuur des afscheidsels
is verbroken. Gij leeft in het verbond onder
de genadige aanbieding van dit hemelsche
brood. Misschien zijt gij druk met het on
derzoek naai; de samenstelling van dit
brood, maar hebt er zelf geen behoefte aan
omdat gij geen waren honger kent. Die Mij
eet, zal leven door Mij. Dit brood is gege
ven brood van den levenden Vader. In Hem
zijn de innerlijke bewegingen der barmhar
tigheid. O, hoe gelukkig is toch dat volk,
hetwelk op dit brood leeft en sterft. Het
zal u wellicht gaan als deze vrouw, die een
brokske onder de tafel mocht opeten als
een hondeke. Het smaakt er niet minder
goed om en de gunst ds dezelfde als voor
de kinderen aan de tafel.
Het brood der kinderen, voor de kinderen
voor het zaad Abrahams bestemd aller
eerst. Maar gij weet, de kinderen des Ko-
ninkrijks zijn buitengeworpen en velen van
Oosten en Westen zullen aanzitten aan den
maaltijd van dit levende brood en degenen
die er toe geroepen waren, zullen buitan
blijven en dat waren nog welkinderen
des Koninkrijks. Maar helaas, de massa
had geen honger naar dit brood. Integen
deel, zij waren als hongerende avondwol-
ven en wilden Jezus verslinden.
Hoe gansch anders is het gesteld met
de Kananeesche. Zij heeft honger, honger
naar dit brood, dochhet is niet voor
haar bestemd. Zij behoort tot de hondekens
Jezus spreekt van de hondekens, dat zijn
schoothondjes, huishondjes. Wie moeten dan
ook wel niet denken aan de verachte rond
zwervende wilde honden ,die weerzin wek
ken. Zeker, zoo was wel de waardeering
van de Joden voor de heidenen, maar hun
oordeel is nog niet dat van den Heere Je
zus. Zoo groot als de. Joden maakt Jezus
den afstand niet. Hij weet, dat de heidenen
menschen zijn. Uit éénen bloede heeft God
het gansche menschelgke geslacht ge
maakt. Er is bij alle verschil, gesteld door
de onderscheidende genade Gods, ook reeds
eenige betrekking tusschen Israël en de
heidensn, die tot Jezus gaan, die zoeken
naar inlijving in Israël. Het is als met de
huishondjes die verkeeren met de men
schen.
Het is niet betamelijk, het brood der kin
deren te nemen en den hondekens voor te
werpen. Het gaat niet, het past niet. Het
is niet onmogelijk, maar het is verboden,
omdat eerst moet worden gedacht aan de
kinderen. Al wil de Heere Jezus niet iets
verachtelijks zeggen, toch is er een diepe
tegenstelling. Het brood is allereerst voor
de kinderen én dan pas komen de honde
kens in aanmerking. De tegenstelling Wn-
deren - hondelkens is veelzeggend genoeg,
ook al is het een vergelijking.
B. Ds. K.
(Wordt vervolgd).
Over droomen Zijn ae be|3rog?
Jezus Slnach en Joost van den Von
del Godsopenbaring en het ge
openbaarde Woord.
In deze rubriek heb ik er wel eens op
gewezen, dat ik aan droomen niet veel
waarde hecht. Al wil dat niet zeggen, dat
zekere droomen niet uitkomen, of dat God
ze gebruikt tot een zeker einde, b.v. om
den mensch te waarschuwen of af te ma
nen van het ,pad der zonde.
De catastrophale gebeurtenissen van de
zen tijd bnsngen de geest des menschen
vaak in beroering; misschien is het daar
om dat er thans meer wordt gedroomd dan
anders. Waarnemer heeft, omdat hij veel
onder de menschen verkeerd in de periode
van dezen oorlog nog al eens een droom
moeten aanhooren, die dan, vooral omdat
hij van een geestelijke strekking was, met
zekere extase als een godsopenbaring werd
verteld en .zéker zou uitkomen. Het is daar.
om dat hij er nog eens op terug komt om
na te pluizen in welke verhouding de
droom staat, tot de Gods-openbaring.
Alvorens we deze urgente vraag beant
woorden, bekijken we eerst eens, wat er
eigenlijk in ons denken gebeurd, wanneer
we droomen. In den slaap denken we niet,
de werking van onze hersenen zijn tijdelijk
onderbroken. De werking van ons zenuw
stelsel staat bij den zoogenaamden diepen
slaap geheel stil; in dé tijdruimte echter
die aan dien diepen slaap vooraf gaat of er
o,p volgt, rust het zieleleven niet geheel,
maar werken de zenuwen weer en laten
ook de hersenen zich gelden. Door die werk
zaamheden ontstaan voorstellingen die we
verbeelding noemen en zoo komen we tot
droomen.
In dien niet diepen slaap dus in die
onvolkomen rust werken vaag de 11-
chaams-organen, men hoort b.v. stappen
op straat, geruisch in de kamer en, mede
door de stemmingen en, belevenissen van
den vongen dag, worden de meest wonder
lijke dingen gecombineerd. Zoo vormt zich
het droombeeld.
Zoo zijn er dan droomen, die letterlijk
.zoo verward zijn, dat het totalen onzin
kan worden genoemd, maar er zijn er ook
die meer afgerond zijn en waarin zich een
compleet verhaal o!f gebeurtenis afspeelt.
Zulke droomen kunnen voor onze zelfken
nis waarde hebben. De beelden uit den
droom komen uit ons onderbewustzijn op,
ze zijn een product van ons zieleleven en
als zoodanig kunnen ze in sommige geval
len een onderwijzende beteekenis hebben.
Men zij echter bij de „beoordeeling" zeer
voorzichtig.
Het spreekwoord zegt: droomen zijn be
drog, wat op ervaring is gegrond. In het
Apocriefe Boek van Jezus Sirach (kapittel
34 3-7 staat over de droom: „Wat men
in de droomen ziet is dit na dat, evenals
de gelijkheid van het aangezicht tegen het
aangezicht over. Waarzeggerij en vogelge-
schrei en droomen zijn ijdele dingen, waar
van Uw hart inbeeldingen krijgt. Indien ze
door den Allerhoogste ?U niet zijn toege
zonden om U te bezoeken, zoo geef Uw
hart daartoe niet. Want de droomen heb
ben velen verleid en die daarop hoopten
zijn gevallen." In oud-SederlandscH' heette
het: „droemeTdat zijn 'bedroghen dinghen!"
En het oordeel van Joost van den Vondel
was: de droomen grenzen dicht aan ijdel
heid en leugen!
Dat een droom een waarschuwende be
teekenis kan hebben, wil ik met het vol
gende voorbeeld verduidelijken. Ik las eens
het moet historisch zijn dat een man
tot driemaal .droomde, dat hij een vreenad
gekleeden man zag. Kort daarna moest hij
ergens van een lift gebruik maken. Plot
seling zag hij in de lift dien vreemden
man, die precies gekleed was, zooals hij in
zijn droom gezien had. Hij was zoo ver
bouwereerd, dat hij niet instapte en de lift
liet gaan Wat gebeurd? De lift stortte om.
laag en allen verongelukten. Was die droom
nu uitgekomen? Weineen! De man had van
de lift en het ongeluk immers heel niet ge-
.droomd. Maar God had dien droom ge
bruikt om dien man te waarschuwen.
Kan er nu van Gods openbaring sprake
zijn in den droom?
Oudtijds openbaarde God zich vaak wat
Hij ging doen met personen, met steden
en volken, zooals we dat in de H. Schrift
lezen kunnen. Hij openbaarde Zich daarbij
niet alleen aan Zijn kinderen, maar ook
aan de heidenen die alleen van de Gods
openbaring in de natuur wisten, zooals b.v.
bij Farao en NebucadneZar.
De voornaamste openbaring was door de
profetie, die de uitnemendste was boven
alle andere; dan was er het spreken Gods
door de Urim en Thummim, en tenslotte
door de droom. Omdat dit een door God
herhaaldelijk gebruikt middel was om Zijn
wil bekend te maken, meenen wij, kortzich
tige menschen en bovendien bijgeloovig van
aard, dat het droomlevisn nog iets inhoud
van het vroegere, dat God Zich door droo
men openbaarde. Maar die bijzondere open
baring is ïJgesloten! Wij hebben nu de
volle openbaring in Jezus Christus, Die ons
den Vader volkomen heeft verklaard. Er
worden aan die openbaring geen nieuwe
elementen toegevoegd. Niet onze droomen
en visioenen, maar het levende en krach
tige Woord Gods, dat moet het zijn wat
ons leven richt en bestiert, het maar op,
naarmate de voltooiing der H. Schrift na
derde, naar die mate nam de onmidde-
lijke toespraak Gods af en van de Apos
telen lezen we niet meer dat ze droomden.
Laat ons de Schriften onderzoeken, want
die getuigen van God en Zijnen Christus
en niet onze droomen en inbeeldingen!
Voor wie b ij dat Woord Gods leeft en
er uit leeft, is dat Woord volkomen en al-
genoegzaam.
Er wordt in dezen tijd met het oog op
de toekomst, aan zooveel beuzelachtige
dingen waarde gehecht. Ook aan de droom.
Het is daarom, dat we eenigszins breed
voerig op deze materie zijn ingegaan.
WAARNEMER.
Productieslag 1941. In de Wieriugermeerpolder wordt reeds jaren
koolzaad verbouwd, en is men met de oogst hiervan begonnen.
(Foto Polygoon-Kuiper}
DUITSCH WEERMACHTSBEBICHT.
ZWARTE ZEE BEREIKT TUSSCHEN
ODESSA EN MONDING DER BOEG.
Sovjet-tramsportschepen door vleigers
bestookt.
Bommen op Sunderland.
Hoofdkwartier van den Pührer, 14 Aug.
Het o.pperbevel van de weermacht maakt
bekend:
In de Oekraïne is bij de verdere, ruste,
looze achtervolging door Duitsche en Roe.
meensche troepen de kust van de Zwarte
Zee tusschsn Odessa en de monding van
de Boeg bereikt. Ook aan de rest van het
front verloopen de operaties volgens de
plannen.
Het luchtwapen heeft gisteren zware
slagen toegebracht aan de voor de vlucht
der Sovjet-troepen in gereedheid gehouden
transportschepen in het kustgebied van
Odessa en Nikolajef. Het heeft twee trans
portschepen van te zamen 14.000 ton in.
houd vernield en nog vijf groote schepen,
.zwaar bescha,digd.
Aan de Britsche Oostkust hebben giste
ren vliegtuigen, die gestart waren voor ge
wapende verkenningen, in scheervluchten
bomtreffers geplaatst op een staalfabriek
ten Zuiden van W|hitby en op ravitaillee-
ringsbedrijven in de stad Sunderland. Mari
ne-artillerie heeft twee, een patrouilleboot
één, Britsch gevechtsvlieg neergeschoten.
In Noord-Aifrika hebben gevechtsvliegtui
gen groote deelen v\n een Britsch muni
tiedepot bij Tobroek vernield.
Aan het Suez-kanaal hebben Duitsche ge.
vechtsvliegtuigen in den afgeloopen nacht
Britsche luchtsteunpunten aangevallen.
Gevechtshandelingen van den vijand bo-
visn rijksgebied zijn overdag noch des
nachts voorgekomen.
SOVJET-TEGENSTAND IN
W. OEKRAÏNE.
INEENSTORTING NABIJ.
Odessa omsingeld.
Extna Bericht van Opperbevel.
Hoofdkwartier van den Pührer, 14 Aug.
(D.N.B.) Het opperbevel deelt mede:
Onder den druk der Duitsche, Roemeen-
sche, Hongaarsche en Italiaansche afdeelin
gen, die, den vijand zonder ophouden ach
tervolgend, tusschen Dnjestr en Dnjepr
naar het Zuiden oprukken, staat de verde-
diging der Westelijke Oekraïne door de
Sovjet-weermacht op het punt geheel ineen
te storten.
Odessa is door Roemeensche troepen om
singeld. Nikolajef is door Duitsch-Hon-
gaarsche afdeelingen aan West- en Oostzij
de ingesloten. Ten Westen van de Boeg
gaan sterke vijandelijke afdeelingen haar
vernietigrlng tegemoet.
Diegenen onder onze lezers, welke eeni
ge studie maken van het oorlogsfront, zul
len hebban gezien, dat de
Dnltschers
de aanvalsrichtingen drie en vier hebben
gecombineerd.
Aanvalsrichting drie, richtte zich naar
Kiew, welke plaats hardnekkig verdedigd
werd door de Sovjets. Naar het schijnt heb
ben de Duitschers nu in het Zuiden groote
versterkingen aangevoerd, en is een nieuw
Zuidelijk offensief ingezet. Tusschen Kiew
en .de Zwarte Zee maakt de rivier de
Dnjepr een groote bocht, en volgens de be
richten van de Duitsche Wehrmacht is de
ze bocht door de Sovjets niet te houden.
De bedoeling der Duitschers schijnt te
zijn, de Dnjepr linie geheel te bezetten tot
aan de Zwarte Zee, en het leger dat nu
nog rondom Odessa en daar in het Zuiden
strijdt, geheel in te sluiten.
De Engelsche pers, welke ook met aan
dacht de operaties aan het Oostelijk front
volgt, stemt toe dat de positie der Sovjets
daar in dien sector zeer critiek is.
Het blijkt dat de Duitschers bij hun
strijdmethode blijven. Op bepaalde plaat
sen, krachtig doorstooten en dan omsin
gelen. Daardoor doen zij den vijand ernstig
afbreuk, niet alleen aan manschappen,
maar ook aan materiaal. Op dit afbreuk
doen hebben zij het juist gezet, om te
trachten, de vijandelijke verdediging te des-
organiseeren en ineen te doen storten. Al;
is terrein verlies erijstig, toch zoolang de
Sovjets kunnen terug trekken en een front
bezet kunnen houden, is Duitschland ver
plicht een front ertegenover te stellen,, en
blijven de handen voor een .zeer groot ge
deelte gebonden.