CniUVEEKEUADÖpGED.GQOnGlSIAG vööÖDlZUID-HOaEnZCEUWSCNC EHATtDEn NJ. Uitgerersmaatsehapplj „EILANDEN-NIËUWS" Over de lichamelijke opvoeding. Verschillende bericbteo 14e Jaargang WOENSDAG 9 JULI 1941 No. 1257 Openbare uerkoop uan land. Politieke partijen ontbonden. WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 19 3 5 OPGENOMEN HET BLAD .O N Z E E I L A N DE N" - 1 8E JAARGANG UITGAVE VAN niEuws Gevesti^i te MldtkUüattt^ Fiins Heodijï&tr. 122 C Gito 167930 F<»tbk>x 8 Tel. 17, BPcaatoor voor Zeeland: St. Maiarteiisditil)C Harkt, Telef. 69. AbonHementsprijs 90 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling. Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden per Jaar. Advertentie-prijs 20 cent per regel. Reclames 40 cent Hoofdredacteur TH. DE WAAL MIDDELHARNIS C 122. Sedert op 1 Januari j.l. op alle lagere scholen in ons land de lichamelijke oefening of gymnastiek als verplicht leervak werd ingevoerd, is het wel tot het groote publiek doorgedrongen, dat ook in dit opzicht een nieuwe koers is ingezet, daar de invoering van dit vak in, de huidige omstandigheden gevoeglijk kan worden beschouwd als een onderdeel van de nieuwe denkbeelden, die omtrent de opvoeding der jeugd thans op geld doen. Het is met de lichamelijke oefening in ons land tot voor kort een soort lijdensge schiedenis geweest. Over het algemeen was misn er reeds 25 jaar geleden in alle krin gen, dus ook in de Protestantsch-Christe- lijke, van overtuigd, dat het voor een har monische ontwikkeling van het kind, voor een gezonde groei, voor de vorming van een krachtig lichaam en niet het minst ook voor het aankweken van verschillende sociale eigenschappen noodig was, niet eenzijdig het verstand te cultiveeren, maar ook door lichaamsoefeningen een gezonde geest te scheppan in, een gezond lichaam. De vader van de tegenwoordige Lager Onderwijswet Dr. de Visser, heeft dan ook met volledige instemming van de Staten-Generaal in de wet van. 1920 onder de verplichte leer vakken van art. 2 ook de lichamelijke oefe ning opgenomen onder letter j. Er werd toen echter tegelijk in art. 195 van genoem de wet de bepaling opgenomen, dat de ver plichting voor alle openbare en bijzondere scholen eerst na 15 jaar, dus op 1 Januari 1936 zou ingaan. Toen deze datum naderde, zaten we echter midden in de economische en financieële crisis, zoodat de Regeering in, een Bezuinigingsontwerp in het n,ajaar van 1935 o.a. voorstelde, de verplichting tot algemeene invoering voor 5 jaar uit te stel len tot 1 Januari 1941. Zoo is om verschil lende redenen, meest uit financieel oogpunt, gedurende twintig jaren na de totstandko ming van de tegenwoordige onderwijswet- geving het vak lichamelijke oefening op zeer vele scholen niet ingevoerd en werd dus alleen onderwijs gegeven, dat op de geestelijke ontwikkeling was ingesteld. Men meene echter niet, dat op alle scho- isn het onderwijs in de gymnastiek ont brak. In de groote steden waren reeds 25 jaar geleden prachtige gymnastiekscholen, waarvan door alle takken van onderwijs gebruik werd gemaakt. En ook in verschil lende grootere dorpen waren gymnastiek- zalen, zoodat dit onderwijs geheel volgens een leerplan gegeven kon worden. Over het algemeon werd het op de openbare scholen meer gegeven dan op de bijzondere al wa ren er in 1935 nog 360 gemeentescholen, die vrijstelling hadden. Bij het Christelijk Onderwijs ten platte- lanide, ook op ons eiland, kwaon het slechts sporadisch op de lesrooster voor. Vandaar dat met name in deze kringen het aantal onderwijzers, dat nimmer in dit vak les gegeven heeft en er dus weinig meer van weet, zeer groot is. Thans is deze toestand veranderd. Met in gang van 1 Januari j.l. werd de gymna stiek voor alle lagere scholen verplicht, In dien we niet in oorlogsomstandigheden had den geleefd, althans zelf buiten de oorlog waren gebleven, zou zeer waarschijnlijk de Regeering wel aanleiding hebben gevonden om de verplichting nogmaals op te schor- ban. Het huidige Departement van opvoe ding heeft evenwel de verplichting doorge zet, ondanks de inderdaad groote moeilijk heden, die aan algemeene invoering verbon den waren. Voor vele gemeentebesturen op het platteland was de inrichting van een gymnastlekzaal en de aanschajffing van de benoodigde leermiddelen, welker materiaal juist nu enorm duur is, zeer bezwaarlijk. Bij het thans geldend systeem, dat de geld kwestie geen overwegende rol mag spelan, werden deze bezwaren echter spoedig opge. lost, al doet het gebrek aan materiaal bij nieuwe inrichting zich terdege gelden, zoo dat nog niet alles kan worden aangeschaft. Uit de invoering ondanks al deze bezwa ren blijkt, dat ook op dit gebied de nieuwe koers zich doet gelden. De lichamelijke oefe ning is nu, zooals onlangs werd opgemerkt, „van stiefkind troetelkind geworden." Dit hangt samen met de reactie, die zich open baart tegen het voorheen eenzijdig intellec tueel georiënteerd onderwijs. Men komt er van terug om de kinderen vol te pompen met allerlei veelal onpractische leerstof en men wil nu meer tijd disponibel stellen voor de lichaamscultuur. Bij de nieuwe opvattin gen omtrent de volksopvoeding speelt de ar. beidsdienst en de waarde van militaire disnst een groote rol, zoodat als voorberei ding voor een lichamelijk sterk en goed gedisciplineerd volk ook de gymnastiek voor de jeugd een ruime plaats moet inne- men. Momenteel is per week als minimum 1% uur lichamelijke oefening voor elke schoolklas voorgeschreven en hét is waar schijnlijk, dat dit nog meer zal worden op de duur. Uiteraard komen bij het huidig o.nderwijssy'steem de andere vakken op deze wijze in het gedrang, maar het laat zich aanzien, datop dit gebied toch een reor ganisatie tot stand ,zal moeten komen. Er kan niet gezegd worden, dat de ver plichte invoering der gymnastiek met on verdeeld gunstige gevoelens is ontvangen. De schooljeugd zelve heeft ze in hoera-stem ming begroet, wat geen verwondering be hoeft te wekken, daar zij er niet op tegen zou zijn, desnoods de heele dag te voetballen inplaats van sommen en taallessen te ma ken. Maar onder de onderwijzers zijn er ve len, die weinig belangstelling voor dit vak hebban. Dit is trouwens reeds lang zoo. In het Onderwijsverslag, dat telken jare ver schijnt, klagen de inspecteurs hierover. Toen in 1935 de verplichting voor 5 jaar werd opgeschort, schreeif de inspecteur in de inspectie Doetinchem: „dat een zucht van verlichting is opgegaan bij zeer veel- leden van het onderwijzend personeel." Hij meende die zucht te kunnen billijken, daar invoering van dit vak een taak op hun schouders zou leggen, die velen ervan, ook bij goeden wil, niet zouden kunnen uitvoe ren. De inspecteur van Roermond noemde de gymnastiek de Asschepoes onder de vak ken, doordat vele gemeente- en schoolbe sturen, ouders en onderwijzers dit onder wijs overbodig achten, zoodat de laatsten om nietige redenen vaak geneigd zij.n de les te laten uitvallen. Ook nu is het zoo, dat vele onderwijzers de invoering met zeer weinig enthousiasme hebten begroet. Dit zit naar onze meening niet hierin, dat zij niet van het nut van het vak "overtuigd zijn, al zal er verschil kunnen bestaan over de meerdere of mindere beteekenis en het aan. tal uren, dat eraan moet worden besteed, maar wel hierin, dat vooral de ouderen on der hen, die reeds 20 of meer jaren geleden hun akte hiervoor haalden en er sedert dien geen les meer in hebben gegeven en even min de theorie hebben bijgehouden, zich niet in staat of te oud voelen, behoorlijk les erin te geven. Daarbij komt nog, dat ook in dit vak geheel nieuwe ideeën naar voren zijn gekomen en het onderwijs erin gansch anders wordt gegeven dan 20 jaar terug. De bezitters van de akte voor vrije- en or deoefeningen hebben aan hun diploma, dat h)3n bevoegd verklaart, practisch vrijwel niets meer. E,nj nu heeft het Departement dit bezwaar wel ondervangen door de aan stelling in elke inspectie van adviseurs, „consulenten" van den inspecteur, die spe ciaal dit vak onder hun opzicht hebben en die op verschillende plaatsen a,pplicatie-cur- sussen voor de onderwijzers houden, waar door deze in staat worden gesteld, keimis te nemen van de nieuwe methoden en van de leerstof, ma,ar onzes inziens zal dit niet voldoende blijken. Het komt ons voor, dat dit vak speciale vakonderwijzers eischt en dat het ninamer goed tot zij.n recht zal ko men, als men het geheel toevertrouwt aan de klasseonlderwijzers, van wie een groot aantal, hetzij door ouderdom, te geringe kennis van het vak, lichamelijke gesteld heid of andere bezwaren niet in staat is, dit onderwijs zoodanig te geven, als met de bedoeling overeenkomt. Vertrouwt men het toe aan speciale gymnastiekonderwijzers, dan zijn al deze bezwaren vervallen en kun nen bovendien de klasseonderwijzers in de uren, dat de jongens gymnastiek hebben, de meisjes les geven en omgekeerd, zoodat het andere onderwijs er niet zoo onder lijdt. Wel zijn ook aan deze oplossing moeilijkhe den verbonden, daar het gemeentelijk bud get dan belast wordt met het salaris van zulk een vakonderwijzer, maar door combi natie van gemeenten is dit wel te onder, vangen. Bezwaarlijker is, dat het aantal be voegde krachten momenteel veel te klein is voor deze oplossing. Indien echter de opleiding voor dit examen gestimuleerd werd er zit toekomst in dan zou bin nen afzienbare tijd dit euvel zijn te verhel pen. Want dit staat voor ons vast, dat in het algemeen genomen slechts bij specifiek vakonderwijs in dit geval de gewenschte re. sultaben auUen bereikt worden. GEPOOGD MIJN TE DEMONTEEBEN. Twee jongens igedoodL UITHUIZEN, 4 Juli. Gisteravond heeft te Uithuizermeeden het onbevoegd demon- teersn van een mijn twee slachtoffers ge- ëiscït. Twee jongens, de 20-jarige H. Klein, 3n de 18-jarige E. Bonnema, beiden uit Uit huisermeeden, troflfen achter de boerderij van den heer Schut een mijn aan, welke zij trachtten te demonteeren. Hierbij sprong de mijn uit elkaar met het noodlot tig gevolg, dat de jongens op slag gedood werden. (A.N.P.) Mr. W. Rip schrijft in „De Rotterdam mer" Zooals bekend is wordt thans de eigen domsoverdracht van landbouwgronden, krachtens Besluit No. 219/1940, aan een ze. kere controle onderworpen. De overschrij ving in de daartoe bestemde registers van ö3n akte van overdracht van landbouwgron den kan slechts plaats vinden indien een schriftelijke verklaring wordt overgelegd van een erkend Pachtbureau, waaruit blijkt dat tegen de tegenprestatie, indien deze be. dongen is, de voorwaarden en den verkrij ger geen bezwaar bestaat en dat de alge meene of bijzondere landbouwbedrijifsbelan- gen niet worden geschaad. Volgens art. 2 lid 3 van genoemd Besluit geldt het bovenstaande niet voor executo- rialen verkoop en anderen verkoop in het openbaar indien het Pachtbureau vóór den verkoop heeft verklaard, dat tegen de vei- lingsvoorwaarden geen bezwaar bestaat en dat de algemeene of bijzondere landbouw bedrijf sbelangen niet worden •geschaad. In art. 6 van, de Uitvoeringsbeschikking van 30 Jan. 1941, wordt opgesomd wat de veillngsvoorwaarden dienen in te houden. Allereerst dat de verkoopprijs niet hoo- ger zal zijn dan die, welke het Pachtbu reau vóór de -peiling vaststelt. De verkoop prijs mag echter ook niet lager zijn dan die welke het Bureau vaststelt. Het is dus wenschelijk dat het Pachtbu reau een maximum- en een minimumprijs bepaalt. Daarnaast dat allééni door landgebrul- kers aan de veiling mag worden deelge nomen, tenzij de SecretaKs-Generaal in een bijzonder geval anders l|esluit. Voorts dat de persoon pp,n den toekomsti- gen verkrijger een vakkundige uitoefening van het bedrijf ,niet in den weg zal staan. En tenslotte kunnen de veillngsvoorwaar den niet worden goedgekeurd, Indien de vei ling betrekking heeft op land, dat afkom stig is van een bedrijf, waarvan de ratio- neele exploitatie tengevolge van, de veiling van dit land op ernstige wijze zou worden belemmerd. Zooals men kan zien, blijft er van het karakter van openbaren verkoop niet veel over. Het zou ons te ver voeren alle hierge- stelde eischen aan een bespreking te onder- wer,pen. Slechts op één vereischte, ,n.l. dat alleen landgebruikers aan de veiling kunnen deel nemen, willen wij even ingaan. Onder landgebruiker wordt verstaan, de gene, die rechtstreeks en zonder tusschen- persoon de leiding van het bedrijf heeft. Niet dus van een, doch van het be drijf. D.w.z. het bedrijf of het bedrijfsge- deelte, dat in veiling is. Het begrip landgebruiker heeft dus een beperkte beteekenis. Indien b.v. een bedrijf voor onbepaalden tijd verpacht is en ver kocht zal worden, is de pachter de eenige die het land kan koopen. Voorzoover het betreft een openbaren ver koop van een min of meer gedwongen ka rakter kan dit groote moeilijkheden geven. Wenscht of kan de pachter niet koqpen dan is het land practisch onverkoopbaar. Het moet dan ook al eens voorgekomen zij.n, dat op een veiling de door het Pachtbureau voor gestelden minimumprijs niet kon worden bereikt. In zoo'n geval ligt het voor de hand dat de verkooper den Secretaris-Generaal ver zoekt (floor middel van het Pachtbureau) toe te staan dat ook niet landgebruikers aan de veiling deelnemen. Dan zal de ge stelde maximumprijs meestal wel bereikt kunnen worden. Hiernaast komen nog gevallen voor waar bij men als verkooper (b.v. met het oog op de belangen van de crediteuren van den verkooper) gaarne een hoogeren prijs zou willen bereiken dan den door het Pachtbu reau vastgestelden maximun^prijs, welke is afgestemd op den gemiddelden prijs van het jaar 1939. Men zal dan zijn toevlucht moe ten nemen tot art. 3 van het Besluit dat be paalt dat de Secretaris-Generaal bevoegd is, na overleg met,het Pachtbureau, de toe stemming tot overdracht te geven, ook in dien aan de verschillende eischen niet is voldaan. De Secretaris-Generaal kan dus ook toe stemming geven in bijzondere gevallen de koopprijs hoqger te stellen dan de gemiddelde prijs van 1939. Zooals wij reeds eerder betoogden komt dit ons gewenscht voor, vooral in de geval, len waarin een bezwaarde boer-eigenaar zijn grond kan verkoopen en voor een billij. ken prijs voor onbepaalden tijd pachter kan word!3n. 's-GRAVENHAGE, 5 JuU. Het RijkS- commissiariaat maakt bekend: De Rijkscommissaris voor de bezette Ne- derlandsohe gebieden heeft in een verorde ning van 5 Juli een reeks partijen ontbon den, t.w.: den Vrijzinnig Democratischisn Bond, de Staatkundig Gereformeerde Partij, de Christelijk Democratische Unie, de Anti-Revolutionnaire Partij, de Christelijk Historische Unie. de Liberale Staatspartij, de Roomsch-Katholieke Staatspartij en de Sociaal-Democratische Arbeiderspar tij. Deze partijen, die het stelsel van de par lementaire democratie en dus van een voor bije gedachtenwereld vertegenwoordigen, hebben haar inwendige draagkracht en daar mede het gros van haar aanhangers verlo ren, die zich in andere groepeering3n ver eenigen. Het optreden van deze partijen, althans van enkelen harer toonaangevende leden, die zich voor hun streven bedienden van de inrichting van hun partij, was duidelijk en ondubbelzinnig gericht tegen de belangien van de bezettende overheid, zooals blijkt uit tal van concrete voorvallen, die ten slotte het ingrijpen van de Duitsche politie ver- eischten. Daarmede was de noodzakelijk heid om deze partijen te ontbinden, ont staan. Tot liquidateur van de heden ontbonden politieke partijen is bij besluit van den Rijks commissaris aangewezen: de commissaris voor de niet-commercieele vereenigingen en stichtinjgen de heer H. W. Muller Lenning. OFFICIEELE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT VAN HANDEL, NIJVERHEID EN SCHEEPVAART. Duitsche bestellingen in Nederland op ijzer en staal en fabrikaten daarvan. De Directie van het Rijksbureau voor IJzer en Staal maakt bekend, dat met be trekking tot opdrachten, direct of indirect l van Duitsche zijde in Nederland geplaatst op ijzer en staal of op fabrikaten, geheel of gedeeltelijk van ijzer en staal, belangrijke wijzigingen in de uitvoeringsbepalingen zijn aangebracht. Een uitvoerige circulaire in dit verband is reeds aan vele ondernemingen toegezon den. Belanghebbenden, welke deze circulai re nog niet hebben ontvangen, kunnen de ze bij het Rijksbureau aanvragen. Stroo. Ingevolge een wijziging van de Pa,pierbe- schikking 1939 No. 1, gepubliceerd in de Nederlandsche Staatscourant d.d. 3 Juli 1941 No. 127 is thans „stroo, bestemd om te worden verwerkt tot stroocellulose en tot stroocarton, stroovezelplaten öf aanver- wante producten" aangewezen als papier grondstof. Als gevolg van deze wijziging is voor fa brikanten van bovengenoemde producten het koopen, te koop aanbieden, verkoopen, afleveren, gebruiken, verbruiken, bewerken, verwerken, doen bewerkisn, doen verwerken van deze papiergrondstof met ingang van dien datum verboden zonder vergunning van het Rijksbureau voor Papier. Van dit verbod is echter bij een publica tie eveneens opgenomen in de Nederland- sche Staatscourant van 3 Juli 1041 No. 127, tot wederopzegging algemeene dispensatie verleend ten aanzien van het koopen, te koop aanbieden, verkoopen en afleveren, voorzoover het stroo nog niet in het bedrijf der onderneming is afgeleverd. VerguTvnlng van den directeur van het Rijksbureau voor Papier is voor bovenge noemde fabrikanten dus noodig ten aanzien van het gebruiken, verbruiken, bewerken, verwerken, doen bewerken, doen verwerken van stroo, bestemd om te worden verwerkt tot stroocellulose en tot stroocarton, stroo^ vezelplaten of aanverwante producten en voor het te koop aanbieden, verkoopen en/ of afleveren, voorzoover het betreft stroo, dat in het bedrijf der onderneming is af geleverd. Deze verguimingen dienen te worden aan gevraagd bij het Rijksbureau voor Papier Schotersingel 9, Haarlem. ONGEOORLOOFDE VERHOOGING VAN HUREN. R. te Schiebroek verhuurde in Maart van dit jaar een huis te Rotterdam voor f 28.- per week. Op 9 Mei 1940 bedroeg de huur prijs van de woning echter slechts if 15.-. Deze overtreding van het Huurprijsbesluit 1940 werd door d^sn Inspecteur voor de Prijs beheersching te 's-Gravenhage beboet met f 600.-; bovendien moet de eigenaar den huur der het teveel betaalde restitueeren. Te Roterdam werd in December 1940 een kantoorruimte met inventaris verhuurd voor f 80.. per maand. De Commissie van Advies inzake uitvoering van de woning noodverordening constateerde evenwel, dat deze huurprijs te hoog was. De betrokken ruimte was van 1935 tot Mei 1940 niet af zonderlijk verhuurd geweest, zoodat er geen mogelijkheid tot beroep op den 9 Mei-huur prijs bestond, echter werd vastgesteld dat f 60.- per maand inclusief gebruik der inven. taris een redelijke huur was. Ook hier was dus het Huurprijsbesluit 1940 overtredi3n, waarvoor den eigenaar een boete van f 125 werd opgelegd. Een bouwondernemer te Rotterdam ver huurde een huis te Schiedam voor f 35.p. maand; hij had deze woning op 9 Mei 1940 echter verhuurd voor f 31.Hij zag zich tot if 100.boete veroordeeld. Ook in deze beide gevallen moest het teveel berekende worden terugbetaald. V. te 's-Gravenhage had bij een woning bureau aldaar een huis te huur aangeboden voor f 1400.per jaar. De huur van dit pand bedroeg tot dusver echter slechts f 1200.De overtreding van het Huurpijsbe- sluit 1940 was slechts onvoltooid gebleven door het feit, dat zich nog geen gegadigde» hadden gemeld. V. werd door den Inspec teur voor de Prijsbeheersching te 's-Graven. hage veroordeeld tot een boete van f 50. SCHRIJFMACHINES. Een N.V. te Rotterdam met fiUalen ifl) Den Haag en Dordrecht importeerde vóór den oorlog Amerikaansche schrijfmachines. Na het wegvallen van den Amerikaanschen invoer werd het bedrijf omgeschakeld op den handel in schrijfmachines, welke door andere importeurs uit Duitschland waren betrokken. Bij het vaststellen der verkoop prijzen hadden zoowel de N.V. als verschil lende importeurs zich niet aan de prijsvoor- schriften gehouden en er werden bijgevolg schrijfmachines duurder verkocht, dan vol gens de Prijzenbeschikking 1940 I was toe gestaan. Rekening houdend met de hierbij gemaa,k te extra-winst veroordeelde de Inspecteur voor de Prijsbeheersching te 's-Gravenhage d.3n directeur van de N.V. tot een boete van f 1850.—. PEIJSOVEBTREDING BERECHT. Een textielfabriek te Enschede werd in den ,zomer van 1940 door de omstandighe den genoodzaakt voor de fabricage van be- hanglinnen van Belgisch op Nederlandsch vlasgaren over te gaan. Dit laatste was duurder en de fabriek had vanaf Augustus 1940 de gestegen grondstofifen,prijs op den verkoopprijs van het product verhaald. Ech ter was het ook in dit geval ,niet toege staan zonder vergunning van een bevoegde instantie de prijzen te verhoogen boven die, welke gol&n in het tijdvak 9 April 9 Mei 1940. Stijging der grondstoffenprljzen mag nu eenmaal .njet automatisch worden door berekend. De overtreding der Prijzenbeschik king 1940 I, welke hier had plaatsgevonden, werd berecht door den Inspecteur voor de Prijsbeheersching te Arnhem, die den Direc teur der N.V., B., een boete van f 3000.- op. legde. TE DURE DEKENS. Een winkelier te Voorburg, L., verkocht zijn dekens te duur. Beducht dat de prijzen van d.3n ouden voorraad te gurtstig zouden afsteken bij die van .nieuwe, duurder inge kochte dekens, had altijd volgens den winkelier de verkoopster deze eigen machtig van f 9.50 en f 9.95 op f 13.50 en If 14.50 gebracht. Waar de eigenaar uiter aard ook in dit geval verantwoordelijk was voor het optreden van zijn personeel, waar op hij blijkbaar te weinig toezicht had uit geoefend, werd L. door den Inspecteur voor de Prijsbeheersching te 's.Gravenhage we gens overtreding vanj de Prijzenbeschikking 1940 I veroordeeld tot osn boete van f 1000.—.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1941 | | pagina 1