CniUVEEKEUADÖpGED.GQOnGlSIAG vööÖDlZUID-HOaEnZCEUWSCNC EHATtDEn
NJ. Uitgerersmaatsehapplj „EILANDEN-NIËUWS"
Over de lichamelijke
opvoeding.
Verschillende bericbteo
14e Jaargang
WOENSDAG 9 JULI 1941
No. 1257
Openbare uerkoop
uan land.
Politieke partijen
ontbonden.
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 19 3 5 OPGENOMEN HET BLAD .O N Z E E I L A N DE N" - 1 8E JAARGANG
UITGAVE VAN
niEuws
Gevesti^i te MldtkUüattt^ Fiins Heodijï&tr. 122 C Gito 167930 F<»tbk>x 8 Tel. 17,
BPcaatoor voor Zeeland: St. Maiarteiisditil)C Harkt, Telef. 69.
AbonHementsprijs 90 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling.
Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden per Jaar.
Advertentie-prijs 20 cent per regel.
Reclames 40 cent
Hoofdredacteur
TH. DE WAAL MIDDELHARNIS C 122.
Sedert op 1 Januari j.l. op alle lagere
scholen in ons land de lichamelijke oefening
of gymnastiek als verplicht leervak werd
ingevoerd, is het wel tot het groote publiek
doorgedrongen, dat ook in dit opzicht een
nieuwe koers is ingezet, daar de invoering
van dit vak in, de huidige omstandigheden
gevoeglijk kan worden beschouwd als een
onderdeel van de nieuwe denkbeelden, die
omtrent de opvoeding der jeugd thans op
geld doen.
Het is met de lichamelijke oefening in
ons land tot voor kort een soort lijdensge
schiedenis geweest. Over het algemeen was
misn er reeds 25 jaar geleden in alle krin
gen, dus ook in de Protestantsch-Christe-
lijke, van overtuigd, dat het voor een har
monische ontwikkeling van het kind, voor
een gezonde groei, voor de vorming van een
krachtig lichaam en niet het minst ook voor
het aankweken van verschillende sociale
eigenschappen noodig was, niet eenzijdig
het verstand te cultiveeren, maar ook door
lichaamsoefeningen een gezonde geest te
scheppan in, een gezond lichaam. De vader
van de tegenwoordige Lager Onderwijswet
Dr. de Visser, heeft dan ook met volledige
instemming van de Staten-Generaal in de
wet van. 1920 onder de verplichte leer
vakken van art. 2 ook de lichamelijke oefe
ning opgenomen onder letter j. Er werd
toen echter tegelijk in art. 195 van genoem
de wet de bepaling opgenomen, dat de ver
plichting voor alle openbare en bijzondere
scholen eerst na 15 jaar, dus op 1 Januari
1936 zou ingaan. Toen deze datum naderde,
zaten we echter midden in de economische
en financieële crisis, zoodat de Regeering
in, een Bezuinigingsontwerp in het n,ajaar
van 1935 o.a. voorstelde, de verplichting tot
algemeene invoering voor 5 jaar uit te stel
len tot 1 Januari 1941. Zoo is om verschil
lende redenen, meest uit financieel oogpunt,
gedurende twintig jaren na de totstandko
ming van de tegenwoordige onderwijswet-
geving het vak lichamelijke oefening op
zeer vele scholen niet ingevoerd en werd
dus alleen onderwijs gegeven, dat op de
geestelijke ontwikkeling was ingesteld.
Men meene echter niet, dat op alle scho-
isn het onderwijs in de gymnastiek ont
brak. In de groote steden waren reeds 25
jaar geleden prachtige gymnastiekscholen,
waarvan door alle takken van onderwijs
gebruik werd gemaakt. En ook in verschil
lende grootere dorpen waren gymnastiek-
zalen, zoodat dit onderwijs geheel volgens
een leerplan gegeven kon worden. Over het
algemeon werd het op de openbare scholen
meer gegeven dan op de bijzondere al wa
ren er in 1935 nog 360 gemeentescholen,
die vrijstelling hadden.
Bij het Christelijk Onderwijs ten platte-
lanide, ook op ons eiland, kwaon het slechts
sporadisch op de lesrooster voor. Vandaar
dat met name in deze kringen het aantal
onderwijzers, dat nimmer in dit vak les
gegeven heeft en er dus weinig meer van
weet, zeer groot is.
Thans is deze toestand veranderd. Met in
gang van 1 Januari j.l. werd de gymna
stiek voor alle lagere scholen verplicht, In
dien we niet in oorlogsomstandigheden had
den geleefd, althans zelf buiten de oorlog
waren gebleven, zou zeer waarschijnlijk de
Regeering wel aanleiding hebben gevonden
om de verplichting nogmaals op te schor-
ban. Het huidige Departement van opvoe
ding heeft evenwel de verplichting doorge
zet, ondanks de inderdaad groote moeilijk
heden, die aan algemeene invoering verbon
den waren. Voor vele gemeentebesturen op
het platteland was de inrichting van een
gymnastlekzaal en de aanschajffing van de
benoodigde leermiddelen, welker materiaal
juist nu enorm duur is, zeer bezwaarlijk.
Bij het thans geldend systeem, dat de geld
kwestie geen overwegende rol mag spelan,
werden deze bezwaren echter spoedig opge.
lost, al doet het gebrek aan materiaal bij
nieuwe inrichting zich terdege gelden, zoo
dat nog niet alles kan worden aangeschaft.
Uit de invoering ondanks al deze bezwa
ren blijkt, dat ook op dit gebied de nieuwe
koers zich doet gelden. De lichamelijke oefe
ning is nu, zooals onlangs werd opgemerkt,
„van stiefkind troetelkind geworden." Dit
hangt samen met de reactie, die zich open
baart tegen het voorheen eenzijdig intellec
tueel georiënteerd onderwijs. Men komt er
van terug om de kinderen vol te pompen
met allerlei veelal onpractische leerstof en
men wil nu meer tijd disponibel stellen voor
de lichaamscultuur. Bij de nieuwe opvattin
gen omtrent de volksopvoeding speelt de ar.
beidsdienst en de waarde van militaire
disnst een groote rol, zoodat als voorberei
ding voor een lichamelijk sterk en goed
gedisciplineerd volk ook de gymnastiek
voor de jeugd een ruime plaats moet inne-
men. Momenteel is per week als minimum
1% uur lichamelijke oefening voor elke
schoolklas voorgeschreven en hét is waar
schijnlijk, dat dit nog meer zal worden op
de duur. Uiteraard komen bij het huidig
o.nderwijssy'steem de andere vakken op deze
wijze in het gedrang, maar het laat zich
aanzien, datop dit gebied toch een reor
ganisatie tot stand ,zal moeten komen.
Er kan niet gezegd worden, dat de ver
plichte invoering der gymnastiek met on
verdeeld gunstige gevoelens is ontvangen.
De schooljeugd zelve heeft ze in hoera-stem
ming begroet, wat geen verwondering be
hoeft te wekken, daar zij er niet op tegen
zou zijn, desnoods de heele dag te voetballen
inplaats van sommen en taallessen te ma
ken. Maar onder de onderwijzers zijn er ve
len, die weinig belangstelling voor dit vak
hebban. Dit is trouwens reeds lang zoo. In
het Onderwijsverslag, dat telken jare ver
schijnt, klagen de inspecteurs hierover.
Toen in 1935 de verplichting voor 5 jaar
werd opgeschort, schreeif de inspecteur in
de inspectie Doetinchem: „dat een zucht
van verlichting is opgegaan bij zeer veel-
leden van het onderwijzend personeel." Hij
meende die zucht te kunnen billijken, daar
invoering van dit vak een taak op hun
schouders zou leggen, die velen ervan, ook
bij goeden wil, niet zouden kunnen uitvoe
ren. De inspecteur van Roermond noemde
de gymnastiek de Asschepoes onder de vak
ken, doordat vele gemeente- en schoolbe
sturen, ouders en onderwijzers dit onder
wijs overbodig achten, zoodat de laatsten
om nietige redenen vaak geneigd zij.n de
les te laten uitvallen. Ook nu is het zoo,
dat vele onderwijzers de invoering met zeer
weinig enthousiasme hebten begroet. Dit zit
naar onze meening niet hierin, dat zij niet
van het nut van het vak "overtuigd zijn,
al zal er verschil kunnen bestaan over de
meerdere of mindere beteekenis en het aan.
tal uren, dat eraan moet worden besteed,
maar wel hierin, dat vooral de ouderen on
der hen, die reeds 20 of meer jaren geleden
hun akte hiervoor haalden en er sedert dien
geen les meer in hebben gegeven en even
min de theorie hebben bijgehouden, zich
niet in staat of te oud voelen, behoorlijk
les erin te geven. Daarbij komt nog, dat ook
in dit vak geheel nieuwe ideeën naar voren
zijn gekomen en het onderwijs erin gansch
anders wordt gegeven dan 20 jaar terug.
De bezitters van de akte voor vrije- en or
deoefeningen hebben aan hun diploma, dat
h)3n bevoegd verklaart, practisch vrijwel
niets meer. E,nj nu heeft het Departement
dit bezwaar wel ondervangen door de aan
stelling in elke inspectie van adviseurs,
„consulenten" van den inspecteur, die spe
ciaal dit vak onder hun opzicht hebben en
die op verschillende plaatsen a,pplicatie-cur-
sussen voor de onderwijzers houden, waar
door deze in staat worden gesteld, keimis
te nemen van de nieuwe methoden en van
de leerstof, ma,ar onzes inziens zal dit niet
voldoende blijken. Het komt ons voor, dat
dit vak speciale vakonderwijzers eischt en
dat het ninamer goed tot zij.n recht zal ko
men, als men het geheel toevertrouwt aan
de klasseonlderwijzers, van wie een groot
aantal, hetzij door ouderdom, te geringe
kennis van het vak, lichamelijke gesteld
heid of andere bezwaren niet in staat is,
dit onderwijs zoodanig te geven, als met de
bedoeling overeenkomt. Vertrouwt men het
toe aan speciale gymnastiekonderwijzers,
dan zijn al deze bezwaren vervallen en kun
nen bovendien de klasseonderwijzers in de
uren, dat de jongens gymnastiek hebben, de
meisjes les geven en omgekeerd, zoodat het
andere onderwijs er niet zoo onder lijdt.
Wel zijn ook aan deze oplossing moeilijkhe
den verbonden, daar het gemeentelijk bud
get dan belast wordt met het salaris van
zulk een vakonderwijzer, maar door combi
natie van gemeenten is dit wel te onder,
vangen. Bezwaarlijker is, dat het aantal be
voegde krachten momenteel veel te klein is
voor deze oplossing. Indien echter de
opleiding voor dit examen gestimuleerd
werd er zit toekomst in dan zou bin
nen afzienbare tijd dit euvel zijn te verhel
pen. Want dit staat voor ons vast, dat in
het algemeen genomen slechts bij specifiek
vakonderwijs in dit geval de gewenschte re.
sultaben auUen bereikt worden.
GEPOOGD MIJN TE DEMONTEEBEN.
Twee jongens igedoodL
UITHUIZEN, 4 Juli. Gisteravond heeft
te Uithuizermeeden het onbevoegd demon-
teersn van een mijn twee slachtoffers ge-
ëiscït.
Twee jongens, de 20-jarige H. Klein, 3n
de 18-jarige E. Bonnema, beiden uit Uit
huisermeeden, troflfen achter de boerderij
van den heer Schut een mijn aan, welke
zij trachtten te demonteeren. Hierbij
sprong de mijn uit elkaar met het noodlot
tig gevolg, dat de jongens op slag gedood
werden. (A.N.P.)
Mr. W. Rip schrijft in „De Rotterdam
mer"
Zooals bekend is wordt thans de eigen
domsoverdracht van landbouwgronden,
krachtens Besluit No. 219/1940, aan een ze.
kere controle onderworpen. De overschrij
ving in de daartoe bestemde registers van
ö3n akte van overdracht van landbouwgron
den kan slechts plaats vinden indien een
schriftelijke verklaring wordt overgelegd
van een erkend Pachtbureau, waaruit blijkt
dat tegen de tegenprestatie, indien deze be.
dongen is, de voorwaarden en den verkrij
ger geen bezwaar bestaat en dat de alge
meene of bijzondere landbouwbedrijifsbelan-
gen niet worden geschaad.
Volgens art. 2 lid 3 van genoemd Besluit
geldt het bovenstaande niet voor executo-
rialen verkoop en anderen verkoop in het
openbaar indien het Pachtbureau vóór den
verkoop heeft verklaard, dat tegen de vei-
lingsvoorwaarden geen bezwaar bestaat en
dat de algemeene of bijzondere landbouw
bedrijf sbelangen niet worden •geschaad.
In art. 6 van, de Uitvoeringsbeschikking
van 30 Jan. 1941, wordt opgesomd wat de
veillngsvoorwaarden dienen in te houden.
Allereerst dat de verkoopprijs niet hoo-
ger zal zijn dan die, welke het Pachtbu
reau vóór de -peiling vaststelt. De verkoop
prijs mag echter ook niet lager zijn dan die
welke het Bureau vaststelt.
Het is dus wenschelijk dat het Pachtbu
reau een maximum- en een minimumprijs
bepaalt.
Daarnaast dat allééni door landgebrul-
kers aan de veiling mag worden deelge
nomen, tenzij de SecretaKs-Generaal in een
bijzonder geval anders l|esluit.
Voorts dat de persoon pp,n den toekomsti-
gen verkrijger een vakkundige uitoefening
van het bedrijf ,niet in den weg zal staan.
En tenslotte kunnen de veillngsvoorwaar
den niet worden goedgekeurd, Indien de vei
ling betrekking heeft op land, dat afkom
stig is van een bedrijf, waarvan de ratio-
neele exploitatie tengevolge van, de veiling
van dit land op ernstige wijze zou worden
belemmerd.
Zooals men kan zien, blijft er van het
karakter van openbaren verkoop niet veel
over.
Het zou ons te ver voeren alle hierge-
stelde eischen aan een bespreking te onder-
wer,pen.
Slechts op één vereischte, ,n.l. dat alleen
landgebruikers aan de veiling kunnen deel
nemen, willen wij even ingaan.
Onder landgebruiker wordt verstaan, de
gene, die rechtstreeks en zonder tusschen-
persoon de leiding van het bedrijf heeft.
Niet dus van een, doch van het be
drijf. D.w.z. het bedrijf of het bedrijfsge-
deelte, dat in veiling is.
Het begrip landgebruiker heeft dus een
beperkte beteekenis. Indien b.v. een bedrijf
voor onbepaalden tijd verpacht is en ver
kocht zal worden, is de pachter de eenige
die het land kan koopen.
Voorzoover het betreft een openbaren ver
koop van een min of meer gedwongen ka
rakter kan dit groote moeilijkheden geven.
Wenscht of kan de pachter niet koqpen dan
is het land practisch onverkoopbaar. Het
moet dan ook al eens voorgekomen zij.n, dat
op een veiling de door het Pachtbureau voor
gestelden minimumprijs niet kon worden
bereikt.
In zoo'n geval ligt het voor de hand dat
de verkooper den Secretaris-Generaal ver
zoekt (floor middel van het Pachtbureau)
toe te staan dat ook niet landgebruikers
aan de veiling deelnemen. Dan zal de ge
stelde maximumprijs meestal wel bereikt
kunnen worden.
Hiernaast komen nog gevallen voor waar
bij men als verkooper (b.v. met het oog op
de belangen van de crediteuren van den
verkooper) gaarne een hoogeren prijs zou
willen bereiken dan den door het Pachtbu
reau vastgestelden maximun^prijs, welke is
afgestemd op den gemiddelden prijs van het
jaar 1939. Men zal dan zijn toevlucht moe
ten nemen tot art. 3 van het Besluit dat be
paalt dat de Secretaris-Generaal bevoegd is,
na overleg met,het Pachtbureau, de toe
stemming tot overdracht te geven, ook in
dien aan de verschillende eischen niet is
voldaan.
De Secretaris-Generaal kan dus ook toe
stemming geven in bijzondere gevallen
de koopprijs hoqger te stellen dan de
gemiddelde prijs van 1939.
Zooals wij reeds eerder betoogden komt
dit ons gewenscht voor, vooral in de geval,
len waarin een bezwaarde boer-eigenaar
zijn grond kan verkoopen en voor een billij.
ken prijs voor onbepaalden tijd pachter kan
word!3n.
's-GRAVENHAGE, 5 JuU. Het RijkS-
commissiariaat maakt bekend:
De Rijkscommissaris voor de bezette Ne-
derlandsohe gebieden heeft in een verorde
ning van 5 Juli een reeks partijen ontbon
den, t.w.:
den Vrijzinnig Democratischisn Bond,
de Staatkundig Gereformeerde Partij,
de Christelijk Democratische Unie,
de Anti-Revolutionnaire Partij,
de Christelijk Historische Unie.
de Liberale Staatspartij,
de Roomsch-Katholieke Staatspartij en
de Sociaal-Democratische Arbeiderspar
tij.
Deze partijen, die het stelsel van de par
lementaire democratie en dus van een voor
bije gedachtenwereld vertegenwoordigen,
hebben haar inwendige draagkracht en daar
mede het gros van haar aanhangers verlo
ren, die zich in andere groepeering3n ver
eenigen.
Het optreden van deze partijen, althans
van enkelen harer toonaangevende leden,
die zich voor hun streven bedienden van de
inrichting van hun partij, was duidelijk en
ondubbelzinnig gericht tegen de belangien
van de bezettende overheid, zooals blijkt uit
tal van concrete voorvallen, die ten slotte
het ingrijpen van de Duitsche politie ver-
eischten. Daarmede was de noodzakelijk
heid om deze partijen te ontbinden, ont
staan.
Tot liquidateur van de heden ontbonden
politieke partijen is bij besluit van den Rijks
commissaris aangewezen: de commissaris
voor de niet-commercieele vereenigingen en
stichtinjgen de heer H. W. Muller Lenning.
OFFICIEELE PUBLICATIE VAN HET
DEPARTEMENT VAN HANDEL,
NIJVERHEID EN SCHEEPVAART.
Duitsche bestellingen in Nederland op ijzer
en staal en fabrikaten daarvan.
De Directie van het Rijksbureau voor
IJzer en Staal maakt bekend, dat met be
trekking tot opdrachten, direct of indirect
l van Duitsche zijde in Nederland geplaatst
op ijzer en staal of op fabrikaten, geheel of
gedeeltelijk van ijzer en staal, belangrijke
wijzigingen in de uitvoeringsbepalingen zijn
aangebracht.
Een uitvoerige circulaire in dit verband
is reeds aan vele ondernemingen toegezon
den. Belanghebbenden, welke deze circulai
re nog niet hebben ontvangen, kunnen de
ze bij het Rijksbureau aanvragen.
Stroo.
Ingevolge een wijziging van de Pa,pierbe-
schikking 1939 No. 1, gepubliceerd in de
Nederlandsche Staatscourant d.d. 3 Juli
1941 No. 127 is thans „stroo, bestemd om
te worden verwerkt tot stroocellulose en tot
stroocarton, stroovezelplaten öf aanver-
wante producten" aangewezen als papier
grondstof.
Als gevolg van deze wijziging is voor fa
brikanten van bovengenoemde producten
het koopen, te koop aanbieden, verkoopen,
afleveren, gebruiken, verbruiken, bewerken,
verwerken, doen bewerkisn, doen verwerken
van deze papiergrondstof met ingang van
dien datum verboden zonder vergunning
van het Rijksbureau voor Papier.
Van dit verbod is echter bij een publica
tie eveneens opgenomen in de Nederland-
sche Staatscourant van 3 Juli 1041 No. 127,
tot wederopzegging algemeene dispensatie
verleend ten aanzien van het koopen, te
koop aanbieden, verkoopen en afleveren,
voorzoover het stroo nog niet in het bedrijf
der onderneming is afgeleverd.
VerguTvnlng van den directeur van het
Rijksbureau voor Papier is voor bovenge
noemde fabrikanten dus noodig ten aanzien
van het gebruiken, verbruiken, bewerken,
verwerken, doen bewerken, doen verwerken
van stroo, bestemd om te worden verwerkt
tot stroocellulose en tot stroocarton, stroo^
vezelplaten of aanverwante producten en
voor het te koop aanbieden, verkoopen en/
of afleveren, voorzoover het betreft stroo,
dat in het bedrijf der onderneming is af
geleverd.
Deze verguimingen dienen te worden aan
gevraagd bij het Rijksbureau voor Papier
Schotersingel 9, Haarlem.
ONGEOORLOOFDE VERHOOGING VAN
HUREN.
R. te Schiebroek verhuurde in Maart van
dit jaar een huis te Rotterdam voor f 28.-
per week. Op 9 Mei 1940 bedroeg de huur
prijs van de woning echter slechts if 15.-.
Deze overtreding van het Huurprijsbesluit
1940 werd door d^sn Inspecteur voor de Prijs
beheersching te 's-Gravenhage beboet met f
600.-; bovendien moet de eigenaar den huur
der het teveel betaalde restitueeren.
Te Roterdam werd in December 1940 een
kantoorruimte met inventaris verhuurd
voor f 80.. per maand. De Commissie van
Advies inzake uitvoering van de woning
noodverordening constateerde evenwel, dat
deze huurprijs te hoog was. De betrokken
ruimte was van 1935 tot Mei 1940 niet af
zonderlijk verhuurd geweest, zoodat er geen
mogelijkheid tot beroep op den 9 Mei-huur
prijs bestond, echter werd vastgesteld dat f
60.- per maand inclusief gebruik der inven.
taris een redelijke huur was. Ook hier was
dus het Huurprijsbesluit 1940 overtredi3n,
waarvoor den eigenaar een boete van f 125
werd opgelegd.
Een bouwondernemer te Rotterdam ver
huurde een huis te Schiedam voor f 35.p.
maand; hij had deze woning op 9 Mei 1940
echter verhuurd voor f 31.Hij zag zich
tot if 100.boete veroordeeld. Ook in deze
beide gevallen moest het teveel berekende
worden terugbetaald.
V. te 's-Gravenhage had bij een woning
bureau aldaar een huis te huur aangeboden
voor f 1400.per jaar. De huur van dit
pand bedroeg tot dusver echter slechts f
1200.De overtreding van het Huurpijsbe-
sluit 1940 was slechts onvoltooid gebleven
door het feit, dat zich nog geen gegadigde»
hadden gemeld. V. werd door den Inspec
teur voor de Prijsbeheersching te 's-Graven.
hage veroordeeld tot een boete van f 50.
SCHRIJFMACHINES.
Een N.V. te Rotterdam met fiUalen ifl)
Den Haag en Dordrecht importeerde vóór
den oorlog Amerikaansche schrijfmachines.
Na het wegvallen van den Amerikaanschen
invoer werd het bedrijf omgeschakeld op
den handel in schrijfmachines, welke door
andere importeurs uit Duitschland waren
betrokken. Bij het vaststellen der verkoop
prijzen hadden zoowel de N.V. als verschil
lende importeurs zich niet aan de prijsvoor-
schriften gehouden en er werden bijgevolg
schrijfmachines duurder verkocht, dan vol
gens de Prijzenbeschikking 1940 I was toe
gestaan.
Rekening houdend met de hierbij gemaa,k
te extra-winst veroordeelde de Inspecteur
voor de Prijsbeheersching te 's-Gravenhage
d.3n directeur van de N.V. tot een boete van
f 1850.—.
PEIJSOVEBTREDING BERECHT.
Een textielfabriek te Enschede werd in
den ,zomer van 1940 door de omstandighe
den genoodzaakt voor de fabricage van be-
hanglinnen van Belgisch op Nederlandsch
vlasgaren over te gaan. Dit laatste was
duurder en de fabriek had vanaf Augustus
1940 de gestegen grondstofifen,prijs op den
verkoopprijs van het product verhaald. Ech
ter was het ook in dit geval ,niet toege
staan zonder vergunning van een bevoegde
instantie de prijzen te verhoogen boven die,
welke gol&n in het tijdvak 9 April 9 Mei
1940. Stijging der grondstoffenprljzen mag
nu eenmaal .njet automatisch worden door
berekend. De overtreding der Prijzenbeschik
king 1940 I, welke hier had plaatsgevonden,
werd berecht door den Inspecteur voor de
Prijsbeheersching te Arnhem, die den Direc
teur der N.V., B., een boete van f 3000.- op.
legde.
TE DURE DEKENS.
Een winkelier te Voorburg, L., verkocht
zijn dekens te duur. Beducht dat de prijzen
van d.3n ouden voorraad te gurtstig zouden
afsteken bij die van .nieuwe, duurder inge
kochte dekens, had altijd volgens den
winkelier de verkoopster deze eigen
machtig van f 9.50 en f 9.95 op f 13.50 en
If 14.50 gebracht. Waar de eigenaar uiter
aard ook in dit geval verantwoordelijk was
voor het optreden van zijn personeel, waar
op hij blijkbaar te weinig toezicht had uit
geoefend, werd L. door den Inspecteur voor
de Prijsbeheersching te 's.Gravenhage we
gens overtreding vanj de Prijzenbeschikking
1940 I veroordeeld tot osn boete van f
1000.—.