OinWEEKBIADÖpGED.GR0ni)&IAG vöÖRolZUID-HOaEnZEElJW^ EHAHDEn N.V. UitgeTersmaatscliappii „EILANDËN'NIEUWS" Buitenland STICHTELIJKE OVERDENKING De geopende fontein 13e Jaargang ZATERDAG 28 JUNI 1941 No. 1254 Uit het Kijkveaster WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER1935 OPGENOMEN HET BLAD .O N Z E E l L A N D E N" - 1 8E JAARGANG ÜITGAVS VAN »m3 ffl (Foto Polygooa) niEUWS Aboimementsprïjs 90 cent per 3 maanden bg vooruitbetaling. Verschgnt lederea Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden per jaar. Gevestigd te I^ÜddeQuainSs i Prins Hemdiilcstr. 122 G Giro 167930 «t Fostbox 8 Tel. 17. BykantooT voor Zeeland: St. Miaiartensdöb Markt, Telef. 69. Advertentie-prijs 20 cent per regel. Reclames 40 cent Hoofdredacteur: TH. DE WAAL M3DDELHARNIS C 122. Te dien dage zal er een Fonteliü ge opend zijn ivoor het huis Davids en voor de imwoners van Jeinizalem te gen de zonde en togen de onrelnig- heid. (Zacharia 13 1). Wij benijden niet Israël naar het vleesch, de eerste toepassing van deze kostelijke belofte. Er zal een dag komen, dat zij, die zoola.Tvg geweigerd hebben, Jezus als de Messias te erkennen, de teekenen Zijner zending zullen onderschelden >3n zullen wee- nen, dat zij Hem doorstoken hebben. Wan neer de geslachten Israels hun zonden zul len betreuren als in de vallei van Megiddo. Wanneer zij tot de ontdekking zullen ko men, dat hun natie de Zone Gods verwor pen heeft, door Jezus van Nazareth te krui- sigi3n, dan zal hun ziel vervuld worden met een allersmartelijkst berouw en een ieder man of vrouw zal tot den God van barm hartigheid roepen om vergeving. Dan zal de volle en volkomene vergif fenis- onmiddellijk op dit berouw volgen, de o,nigereohtigheid Israels zal op eenen dag worden weggedaan. Zij zullen ontdekken dat de zijde, die zij doorstoken hebban een Fontein heeft voortgebracht om hen van hunne zonden te reinigen. Met vreugde zul len zij dan aanschouwen de kopeiisn slang op Golgotha opgericht tot hun genezing, het Paaschlam geslacht tot hun verlossing, het zondoffer in hun plaats geofferd. Te dien 'dage zal de fontein van' SBcles ^'eini- gende en heiligende genade ontsloten wor den. Zulks mogsn ook wij aanschouwen. Alleen zij, die hunne vuile zonden en eigen on macht hebben leeren kennen, zullen daarin groote waarde zien. In het Avondmaal komt Christus als de Bedienaar van Gods heiligdom tot Zijn volk, hen toeroepende, laat u van alle zonden wasschen. Gelijk éénmaal die hoveling kwam tot Eliza, om van.zijn melaatschheid genezen te wordsn, /alleen de raad ontving om zich zevenmaal te wasschen in de Jordaan. Alzoo komt de Heere met deze fontein tot al Zijn volk, op dat zij hunne reinigheid en zaligheid niet zouden zoeken in hun eigen reiniging, maar komende tot Christus, begeerende om al leen door Hem gewasschen te worden. Ook dit blijft voor Gods volk van groote betee- kenis: „Te dien dage," en wel; als zij in schuld en schande voor God staan, gevoe lende dat zij de Zone Gods gekruisigd heb ben. 2. Als zij de rechten en volmaaktheden Gods erkennen, dat de mensch, die zulke dingen deed, des doods waardig is. 3. Als alle hoop op eigen reiniging ver loren wordt, dan zal van des Heeren zijde te dien dage de fontein ontslotsn worden tot afwaSsching hunner zonden. O, dat dien dag eens aanbrak en de Heere de fontein eens opende. Staan wij stil bij die fontein. Het was voor den profeet een onuitspre kelijk voorrecht, dat hij het schuldige volk wijzen mocht op die Fontein. Deze zou ge opend worden tegen de zondisn en de on- reinigheid. Waar toch het vleeschelijke Is raël zich vasthield aan allerhande wasschin. gen, waardoor evenwel de zonden niet kon. den worden weggenomen. Ja, al namen zij zich nog zooveel zeep, zij zouden niet rein worden. Maar wanneer zij nu in schuldbesef tot deze Fontein de toevlucht mochten ne- msn, dan zouden zij ondervinden de wegne ming van zonden en onreinheid. De fontein Jezus Christus ontspringt toch uit het eeuwig liefdeharte Gods des Va ders. Die wateren alleen zijn tot reiniging en vertroosting. De vuilste zondaren worden door deze (fontein rein gemaakt. Dat is toch de oor zaak van eeuwige vreugde en zaligheid. Waar moesten wij gereinigd worden, als deze fontein er niet ware Door Hem alleen worden de ongerechtigheden weggenomen. Nimmer wordt die fontein ledig. Altijd blijft zrj van kracht, geen vijand kan haar stoppen, zij houdt altijd haar waarde. Lee ren wij Hem veel te gebruiken om dagelijks de reinigende kracht te mogen ondervinden tot Gods heerlijkheid. Deze fontein is U Geopende Fontein. Oudtijds was men gewoon de fonteinen te sluiten, omdat zij door het inwerpen van vuiligheid niet mochten worden verontrei nigd. Zoo was de put bij Horan bedekt met e^n groote steen. Maar deze fontein zou ge. opend worden, opdat er een vrije toegang zou zijn. Oudtijds waren zij gesloten, opdat niemand er eenige onreinigheid in zou wer pen. Gansch anders is het met deze fon tein. David zag de reinigende stroom en wiesch er zijn karmozijn roode zonden in aif, doch de bron bleef onbezoedeld. Wanneer toch werd deze fontein geopend De Bron Christus is altijd geweest, maar niet ge opend. Maar toen Christus als zijnde het vleesch geworden woord, stierif, werd de fontein geopend. Bloed en water kwam uit zijn zijde, reiniging en heiliging zou door Hem teweeggebracht worden. Opdat de zon den kon weggedaan worden, moest Hij ster ven, maar in Zijn dood ontsloot zich de fon tein. Maar zal nu des Heeran volk er de bate van ontvangen, dan moet Hij met bewust heid voor hen zelf ook geopend worden. En dat is: ,,Te dien dage," als gij in de schuld doemstaat mag worden ingeleid, ja u leert kennen als een kruisiger van Jezus Chris tus, dan zal op uw berouw de fontein ont sloten worden, al waren dan uw zonden als scharlaken, dan wordisn zij wit als wol. III Voor wie is deze fontein geopend? Deze fontein ontsprong ten Zuidwesten van Jeruzalem aan den voet van den berg Sion. Daar was Davids huis en burcht ge bouwd. Dus was deze fontein wel voor den koning het eerst en het meest ten dienste,^ alsook voor het koninklijke huis, maar ook ten nutte en dienst van de inwoners, van Jeruzalem. Het water uit deze fontein was iets wonderbaarlijks, vanwege haar reini gende kracht, dus voor Jeruzalems' inwo ners was deze fontein geopend. Wanneer wij dan geboren zijn in het gees telijke Jeruzalem is die 'fontein ook voor ons geopend. Zal daarom die fontein van waarde zijn, is het noodig, dat wij onze onreinigheid leeren kennen, ja een walg van ons zelf leeren krijgen. Dit toch blijft ten allen tijde het bsnmerk van Jeruzalems' in woners, dat zij leeren hoe groot hun zonden en ellenden zijn. Daarom ook als noodzake lijkheid, de onmacht, om zichzelf te reini gen. Opdat God in Christus zich ontsluit als in de geopende Fontein, opdat zij in Christus vinden hunne reinlgmaking. Dan niet door de werken der wet, m&ar door het geloof in Christus. Hem aannemende zooals Hij zich verklaart, onder de teekenen Van het Heilig Avondmaal. Dan vindt een Manassa, David, de moordenaar aan het kruis, hun reinigingmaking door het geloof in Hem. IV Deze fontein is geopsnd tegen de zon de en de onreinigheid. Naaman, de Syriër mag van zijn me laatschheid genezen worden, door zich te wasschen in de Jordaan. Maar ten aan zien van zijn ongerechtigheid zal hij voor Gods aangezicht geteekend blijven. Zal men daarvan ontzondigd worden, het kan niet anders geschieden dan door de kracht van Jezus' bloedige verdienste. Tegen de zonde en onreinigheid js deze fontein geopend. Met recht wordt de zonde zoo genoemd, omdat ze van zoo'n vuile en besmettelijke aard is, zoodat ze den mensch geheel en al veront reinigd en hem de toenadering tot en de gemeenschap met God, ten eenenmale on waardig maakt, zoodat dan de samenvoe ging dezer twee woorden ons de zonde leert kennen in al hare afschuwelijkheid, hetwelk d3n mensch onderworpen maakt aan het hoogste kwaad. Doch hiertegen zou deze fontein geopend zijn. Het bloed van Chris tus, zou zoowel, van een verzoenend als van een reinigend vermogen zijn. Het dient zoowel tot rechtvaardigheid als tot afwas- sching, zoodat degenen, die daarmee gewas, schen zijn, wederom tot God mogen toegaan met een waarachtig harte en Ui volle ver zekerheid des geloof s. Middelburg. Ds. A. VERHAGEN. Biiandweeiwerbeterimg BevoUdngs- toeuHaanie. Gelijk ik al eens aan, het Kijkvenster heb opgemerkt, moeten wij ons inspannen om den tijd, in welken wij leven, bij te houden. In onze maatschappij voltrekken zich zoo vele veranderingen en zij treden zoo snel in, dat we gevaar loopen achter te blijven. Betreft het nu zaken, waarin wij reeds eeni- germate in de achterhoede waren, dan moet de inspanning verdubbeld worden. Deze ^gedachte dringt zich weder met kracht aan ons op, als wij lezen van de nieuwe maatregelen welke op het gebied van brandweer zullen genomen worden. Me de op instigatie van de Bezettende Macht wordt overal de brandweer gereorganiseerd en ^verbeterd. Dat zijn voor mij nog twee begrippen, want ik heb al meer brandreor- ganisaties gadegeslagen die géén verbeterin. gen waren. Zooals de zaak nu wordt aange. pakt zal hij voor eensien voor al goed ge regeld zijn. I Zoo als de lezers ztóh wel zullen herin neren werd te dezer ;|laatse al eens meer gewezen op het zeer ïje betreuren feit, dat in de kleinere gemee|H:en groote branden voorkomen, die zoo n|aar geheele boerde rijen met vee en oogstfen al in de asch leg gen. Dat ook een gans^he rij woningen ver nietigd wordt is nooit een zeldzaamheid geweest. De courantonberichten worden op dit punt feelfs eentooiüg; in een regel of zes druks ligt dan een zee van leed beslo ten. Bijzonder zwaar ijioet dergelijk verlies vallen in den boerenstand, waar men vaak met een levenlang hard werken bij groote zuinigheid, zich een ^igendom verworven had. Dat in vele gevallen de assurantie te hulp komt moge waaf zijn, maar dat pleit de zaak ,niet vrij. Hoïvelen zijn er boven dien niet, die niet-ver^ekerd zijn, om welke reden dan ook. Bovenc^en brengt elke brand kapitaalvernietiging i^ede, die toch ergens geleden wordt. Wanneer wij nu inV aanmerking nemen, dat het in dezen tijd ^eer veel moeilijker is ■geworden, een verbrand gebouw te vervan gen, komt het mij zejer juist gezien voor, dat er eens met forsclie hand wordt aange pakt. Dit had jaren geleden reeds moeten gebeuren, maar het schijnt wel, dat wij naar onzen hoUandschen aard er al te lang over moesten denken. Natuurlijk zie ik niet over het hoofd de belangelejoze toewijding welke door onze brandmeesters en spuitgasten is aan den dag gelegd e^ die ook in vele ge vallen verlies van have en goed heeft mogen voorkomen. Maar het kan niet ontkend wor den, dat er in weerwil van dezen ijver, nog veel is verloren gegaan dat gered had kun nen worden. Maar, deze nu bevolen verbetering zal geld kosten! Indei;daad, veel geld, veel meer dan wanneer wij eerder orde op de brand weer gesteld hadden, i De Gemeentebegroo- ting zal er den weerslag van ondervinden. Nu zij echter de vraag gesteld, of het hier niet een uitgave van Jt, eerste orde betreftj een zaak, die meer dan eenige andere de saamhoorigheid der menschen demonstreert Is er brand, dan wil een ieder helpen, dan voelen we Ineens elkanders gevaar of leed mede. Welnu, is het dan ,niet plicht om ge zamenlijk de penningen op te brengen waar door de mogelijkheid om rampen met succes te bestrijden zooveel grooter wordt? Is en was er .geen geld in Nederland Men spreke nu niet van dan toestand waarin gemeente en rijk finantieel ver keerden; reeds jarenlang werd er met te korten geworsteld, die bedenkelijk stegen. Op den duur kon dat zoo niet blijven. Nu zal er hier en. daar nog eenige duizenden guldens bijkomen, 't is waar, maar is dat onoverkomelijk? Ik heb hier nu meer het oog op de kleinere plaatsen. Een uitgave als thans voorgenomen is toch in hooge mate urgent. De gemeente zal er zeker niet door ten onder gaan; integendeel, zij werkt mede tot verlies vermindering onder de in woners. Hier moet men het bestuur der gemeente weer eens breed zien. Laat het zijn dat an deren ons daar nu plotseling vóór zetten, nu't feit ligt er en we moeten erkennen dat er verbetering noodig is. Welnu, dan kan men niet overal een geldkwestie van ma ken. Een belang als dit mag niet op een uitgave van een paar duizend gulden of een rentelast van enkele honderden guldens stranden. Wethouder en Raadslid zijn valt niet me de. Deze moeten „neen" durven zeggen. Daar was immer veel moed voor noodig. want tusschen de twee oorlogsn In was er in ons politiek leven véél aandrang om als een pop op alles maar „ja" te knikken. Evenwel, ja-zeggen brengt óók zijn moei lijkheden mede en daar is óók moed toe noodig. Wie echter terzake van de hoog noodige verbetering van de plattelands brandweer ja hebben gezegd en we zei den dat immers? dien zal ik een woord van dank niet onthouden, dien prijs ik om zijn juisten blik op wat onze tijd van hem eischt. Er Is in het behartigen van de openbare belangen geen stilstand. Het maatschappe lijk leven vervormt nu eenmaal van dag tot dag, zoo gingen wij steeds als onge merkt in nieuwe tijden over. Wat leeft en wat groeit stelt telkens nieuwe levenselschen, waaraan voldaan moet wor den. De gemeenten groeien ook, zoo niet di rect In aantal Inwoners dan toch in nieu we levensbehoeften. Daardoor stelt ook de ze ontwikkeling der dingen telkens nieuwe eischen aan de bekwaamheid en toewijding van alisn, die het openbaar belang dienen. Men kan de klok van den tijd niet stil zetten, nog veel minder achterultdraaien. Dat is ook geenszins des christen's roeping, 't Zou ook geen blijk van helder oordeel geven, als wij aldus gezind waren. Elke Daar de vraag naar klompen zeer groot is, heerscht er bij de klompenmakers in Overijsel een ongekende drukte om aan de vele aanvragen te kunnen voldoen. Zijn de klompen eenmaal droog, dan worden ze in de vereischte kleuren geschilderd. Dit gebeurt echter alleen bü „Zondagsche" klompen. tijd stelt zijn eigen problemen, die om oplos sing vragen, ook In zaken, die ons persoon lijk allerminst bekoren, maar die voor een gemeente als geheel toch van nut zijn en een functie in het volksleven vervullen. Dan moeten wij „ja" durven zeggen, ja-zeggen tegen den nieuwen tijd die in een nieuwsn geest getuigt, mits de' beginselen waaruit de christen leeft en leven moet, niet worden aangerand. Dat het volksleven gecompliceerder wordt en voor vele nieuwe vraagstukken stelt, ligt voor de hand. .Reeds de toeneming van het getal inwoners in Nederland leidt daar toe. Telde ons land In 1920 6.865.314 inwo ners, in 1930 wansn het er 7.935,565 en In 1939 weder bijna één mlllloen meer, zoodat Nederland thans 9 millioen inwoners heeft Gemiddeld komen er per jaar honderddui zend bij. Procentsgewijs stijgt de toeneming zelfs, In 1920 1.24%, in 1939 1.39%, In 1939 1.45%. Voor die allen moet voedsel, werk, woongelegenheid zijn, zij vormen alle een object van registratie voor belasting, en voor alles waarin zij met het openbaar be stuur in aanraking komen. Zoolang wij nog de Zuiderzee kunraan droog maken en ook elders woestenijen vruchtbaar maken, zal er voor deze toename plaats zijn. Zoo niet, dan begon zelfs de plaatsruimte een woord je mee te spreken, en welk een woordje! Want- dat zal dan een vraagstuk van be lang worden voor ons kleine landje. Daar zinkt de brandweervérbetering bij in het niet. Op dit chapiter beland ik weer bij de kindertjes: er werden er In 1939 180.913 ge boren, In 1938 178 duizend en in 1937 170 duizend. Dat cijfer is dus omhoog geloopen en dat is verheugend, ('k Zou al die schat- jes wel eens bij elkander willen zien.) Re kent men, deze nieuwgeborenen echter per 1000 inwoners dan Is het cijfer over 1939 20.6 tegen 20.5 in 1938. In 1901 was dat nog 31.6 in 1926 23.2 en zoo sukkelen we langzamerhand omlaag. Er zou toch zoo veel levensdurf uit spreken als wij weer veel kinderlijke gezinnen hadden. Hierover schreef ik meermalen en volsta nu met bo venstaande cijfers, waar over een ieder kan, nadenken. De heeren van de RIjksstatlstiek hebben alles netjes opgeschreven, een dik boek vol cijfers. Ik ben er dankbaar voor, want Ik weet gaarne hoe de zaken staan, 'k Hoop dat zij zulten voortgaan jaarlijks zulk een boek te drukken. Tegenover de kindertjes staan de over ledenen: dit cijfer blijft zich bewegen om 75000 per jaar; In 1939 stierven er 1800 menschen meer dan In 1938. Wfat mij min der aanstaat Is, dat er 976 in Westei'veld zijn verascht. In 1921 slechts 224, dus er zit toename in,. Ook Is „Westerveld" geheel gemoderniseerd en naar de allerlaatste eischen des tijds ingericht. Hier ligt alzoo geenszins reden tot roem, integendeel. Het is zeer te betreuren dat men weleer door een slappe houding deze verbrandingen heeft toegelaten. En men moet de gedachte maar loslaten dat men hiervan ooit terug komt. WAARNEMER. Dinsdag hebben wij reeds In ons blad me degedeeld, dat Dultschlajid sedert Zondag nacht in oorlog Is met de Sovjet-Unie. In een breedvoerige proclamatie heeft de Führer de motieven voor het Duitsche volk uiteengezet. Tezamen met Duitschland zijn nu ook Italië,. Roemenië, Bulgarije, Hon garije en Slowakije met de Sovjet-Unie in oorlog. Omtrent de eerste oorlogsdagen valt veel en toch ook weer weinig te melden. De Duitsche legers zijn met de Roeme nen de Sovjet-Unie binnen gevallen en rukken ,nu volgens een vast plan op. Al bieden hier en daar de Sovjettroepen krach tigen tegenstand, zij vermogen niet de op- marsch tot staan te brengen of eenig plan te verijdelen. Het is ook In dezen veldslag weer vooral de luchtmacht, die In nauwe samenwerking met de andere troepen, op nieuw groote successen weet tot stand te brengen. De Duitsche berichten zijn tot hiertoe vrij pover, doch ,nu reeds wordt bij voorbaat medegedeeld, dat binnen enkele dagen zeer waarschijnlijk groote vorderingen kunnen worden gemeld. In totaal zijn reeds 400 vij andelijke vhegtuigen vernield. De teerling is dus nu geworpen. De zoo raadselachtige houding van, de Sovjet-Unie tegenover Duitschland heeft uiteindelijk tot een breuk geleld. Vanaf Aug. 1940 heeft Duitschland zijn grenzisn In het Oosten ver sterkt en daar een zeer groot leger samen getrokken. Maanden vroeg men zich af, wat dit enorme leger daar deed, en wat de toekomstige taak zou zijn. Thans Is hierop het antwoord gegeven. Zeer belangrijk was met het oog hierop een passage uit de pro clamatie van den Führer. De Russische bedreiging is van dien aard geweest, dat vooral wat betreft dé lucht macht een poging den krijg in het Westsn radicaal te beëindigen ,niet raeer voor de Duitsche leiding te verantwoorden was. Met andere woorden wil dit het volgende zeggen.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1941 | | pagina 1