OIOWECKUADÖpGEaODOnDSlAG vöoRDcZUID-HOainZCElJ^^ EHAMDEn N.V. UitgeversmaatSGhappu „EILANDEN-NIEUWS" Buitenland STICHTELIJKE OVERDENKING 13e Jaargang ZATERDAG 21 JUNI 1941 No. 1252 Nauwelijks zalig Uit het Kijkveaster WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 19 3 5 OPGENOMEN HET BLAD .O N Z E E IL A N D E N" - 18E JAARGANG ÜIIGAVE VAN ffl niEuws «'«■■BBMaiHHI^KBBBaBMHMHH^HIHHiHMBBHiH Absimementsprigs 90 cent per 3 maanden bQ vooruitbetaling. Verschgnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderl^ke nummers 5 eeat Buitenland 8 gulden per jaar. Gevestigd te MiddelhamSs Prins HendrjJtStr. 122 C Giro 167930 Postbox 8 Td. 17. BykantooT voor Zeeland: St. Maartensdp: IVËurkt, Telet. 69. Advertentie-prijs 20 cent ,per regel. Reclames 40 cent Hoofdredacteur: TH. DE WAAL MIDDEUHARNIS C 122. En indien de rechtvaardige nauwe- Ipis z<alig wordt, waar zal de godde- looze en de zondaar verschijnen? (1 Petrus 4 18.) (Wij laten hieronder het slotstuk volgen van, de predikatie van Ds. Theodoras van der Groe, gepredikt den 12 Februari 1764. Zooals onze lezers weten, hebben wij dit deel even onderbroken. Red.) Ziet daar, geliefden! voor zoo menigvuldi ge vijanden, droefheden en tegenspoeden liggen de geloovigen hier op aarde gedurig open, en zij hebben of bezitten in zichzelve de minste kracht en sterkte niet om die te kunnen tegenstaan. De geringste dezer vij anden is machtig ban geheel overhoop te werpen, en hun al hunne verkregene zalig heid te benemen, bijaldien zij niet in de kracht Gods gedurig bewaard worden. De Heere moet hier elk oogenblik uit den He. mei aan die zwakke schepsels ondersteu ning en bijstand doen; Jezus moet gedurig voor hisn bidden, dat hun gelooif niet ophou- de. DeH. Geest moet hen gedurig door Zijnen hemelschen invloed versterken en be vestigen, of het was gedaan met het erfdeel des Heeren. Oordeelt dan nu eens uit alle dezen, oif het niet wel ontwijfelbaar en ten volle waarachtig is, dat osn rechtvaardige n a u w e 1 ij k s zalig wordt, en niet dan met de grootste afwisselingen van geduri- gen strijd, arbeid en moeite. Voorzeker ja, liet God de hand Zijner ge nade hier maar eens wederom los, het zou blijken, hoe naar het er hier zou uitzien en hoe onmogelijk het zou zijn voor den besten ge^qovige, om^poif jneeuwigheid za- hg te worden. Terecht dan stelt onze Apos tel dit hier zoo als eene ontwijfelbare waar heid voor, vast zeggende: En indien de rechtvaardige nauwelij'ks zalig wordt. Nu wordt het tijd nog kortelijk die an dere waarheid te beschouwen, die hij hier nu verder als een wettig gevolg van af leidt, schrijvende: en Indien de rechtviaiairdi- ge nauwelijks zalig wordt, waar zal de god- deiooize en de zondaar verschijnen? Door den fgoddelooze en den zondaar verstaat hij hier in het gemeen alle ongeloovlgen .sn on bekeerde menschen, zoowel openbare zon daars en goddeloozen, als zondaars in eenen minderen graad, gelijk als daar zijn: alle welgeschikte, godsdienstige en zedige bur gerlijke menschen, aan, Welke dit maar ont breekt, dat de Heere de hand van Zijne hartveranderende en wederbarende genade aan hen niet gelegd heeft; allen die maar zondaars zijn, en dus ook goddeloozen, die buiten de gemeenschap van God en Chris tus In de zonde en in de wereld leven, en dus wandelen in wegen des doods en op paden des eeuwigen verderfs. Van de zoo- danigen nu doet de Apostel deze merkwaar dige vraag: indien dat waarachtig is, ge lijk wij nu breedvoerig getoond hebben, dat de rechtvaardige nauwelijks zajjig wordt, waar zijlieden, zij zondaars en goddeloozen dan nu vierstMjnen zuUen? Niet alsof het onbekend en verborgen was, waar alle god deloozen en zondaars eens zullen moeten verschijnen om van God geoordeeld te wor den. Neen, dat' weten wij; de H. Schrift leert ons, dat wij allen ziuUen moeten geopen baard worden voor den rechterstoel Chris- ti, opdat ©en ieder wegdrage hetgene door het lichaam geschiedt, naar dat hg gedaan heeft, hetzij igoed lietzy ikwaiad, 2 Cor. 5 10 Dat staat dan vast, de goddeloozen en zondaars zullen voor den rechterstoel van Christus verschijnen, zoowel als de geloovi gen, om geoordeeld te worden. Maar als Pe. trus hier vraagt: waar zij zullen verschij nen? dan wil hij daar dit mede te kennen geven, waar zij namelijk verschijnen zullen om te kunnen bestaan in het gericht en niet veroordeeld te worden, zoodat de zin en meening van Petrus is, waar zal de god. delooze en zondaar verschijnen, daar hij bestaan zal kunnen? Voor wat gericht van den levendigen God zal hij kunnen komen, waar hij vrijgesproken zal worden, en het oordeel van eene eindelooze en eeuwige verdoemenis zal kunnen ontgaan? En zoo is het dan eene dergelijke vraag, als de Apostel Paulus eens deed, Hebr. 2 3, Hoe zullen wfl ontvlieden, indien wij op zoo groote zaligheid geen acht meannien Petrus wil dan met deze vraagswijze voorstelling op een sterke wijze, ontkennsn, dat een goddelooze en zondaar ergens voor eenig Goddelijk gericht zal kunpen bestaan of vrijspraak verwerven, maar dat hij ze ker en gewis, zoo spoedig hij daar maar voor verschijnt, zal moeten veroordeeld en voor eeuwig verdoemd wordenü alsof hij zei (je: De goddelooze en zondaar zal nergens voor het hoogste Goddelijke gericht kunnen verschijnen of bestaan; waar of wanneer hij daar voorkomt, hij zal moeten verwezen en veroordeeld worden tot de eeuwige ver doemenis, hij zal schuldig moeten uitgaan; zijne veroordeeling en verdoemenis liggen vast en zeker besloten en zijn onherroepe lijk. En dit leidt de Apostel nu als een on twijfelbare waarheid af uit het nauwelijks zalig worden der rechtvaardigen, zeggende: En indien de rechtvaardige nauwelijks zalig- wordt, als wilde hij zeggen: Is dat waar achtig, leert ons dat Gods Woord en de be- vindiug, dat er zooveel werk, arbeid en moeite moet geschieden en aangewend wor. den om een rechtvaardige te doen zalig wor den; geschiedt en gaat dat zoo nauwelijks in, zijn werk, wel waar zal de goddelooze en zondaar verschijnen? die moet dan voorze- ked in de vierschaar van God veroordeeld worden, en voor eeuwig verloren gaan; die kan dauj onmogelijk zalig worden, al waren hemel en aarde, engelen en menschen, ja al, was alles buiten God vóór hem, en dat is ook zoo, geliefden. Die nauwe en enge weg, waar een rechtvaardige door zalig wordt, leert en onderwijst ons zoo klaar, als de zon schijnt aan den hemel, dat a"Ie godde loozen en zondaars, en zoovelen als er on bekeerd in de zonde leven en sterven, ge- wisselijk voor eeuwig moeten verloren gaan, zonder in Gods rechtvaardig en heilig ge richt te kunnen bestaauv, want al dat nau we werk van bekeer»2nde en hartverande rende genade is aan hen niet gewrocht); zij hebben daar buiten geleefd en gewandeld op den breeden en gemakkelijken weg des verderfs, en dus ligt hun vonnis dan geveld en is en blijft onherroepelijk; zij moeten in hunne doemwaardige zonden sterven en voor eeuwig verloren gaan. Terecht dan: indien de reohtivaardi|ge nau'. welijlts zalig wordt, waar zal de goddeloo ze en de (zomdaar verschijnen? Dit knoopt Petrus nu aan zijn vorige redenen vast door het samenbindend woordje en, en in- .dien enz., om dit zekere verderf en den on- vermijdelijken ondergang der goddeloozen en zondaars den geloovigen voor oogen te stellen als een heilzaam tegengif tegen alle vervolgingen en verdrukkingen, die zij hier op de wereld van die zondaren en goddeloo zen hadden te lijden, teneinde zij die stand vastig en met alle lijdzaamheid zouden ver dragen, en geheel stil zijn onder de hoog- wijze en albesturende hand des Heeren, qm daar toch niet tegen aan te gaan en te murmureeren, maar op Zijn heil en ver lossing te wachten, gelijk wij dit, zoo er maar tijd overig was, breeder zouden kuur nen aantoonen en openleggen. Ziet daar, geliefden! zoo hebben wij u dan nu voorgehouden den nauwen, moeilij ken en ongemakkelijken weg der zaligheid, zooals die van de rechtvaardigen en geloo vigen bewandeld wordt, als een zeker en onfeilbaar kenmerk van het gewisse ver derf en de eeuwige rampzaligheid van alle onbekeerde zondaren en goddeloozen. In plaats van eene toepassing, die ons de ver loopene tijd nu belet te maken, trekken wij uit al dit verhandelende nu maar dit korte, noodige besluit. Hebben mijne toehoorders en die van mij ne gemeente, voor dezen gehoord of in Gods Woord gelezen, dat de weg tot de zaligheid voor alle arme, blinde en kreupele zondaars en zandaressen een zeer liefelijke, aange name, ruime en gemakkelijke weg is, waar God ze zelf op de vriendelijkste wijze toe noodigt, zendende Zijne dienaars en gezan ten om uit te gaan in de wegen en heggen, en de zondaars, die arm, kreupel isn bUnd zijn, te dvrtngen in te gaan, opdat Zijn huis vol worde; zoo hooren zij hier evenwel ook mede, uit dat zelfde Woord van God, dat die eigen weg tot de zaligheid ook alleszins een nauwe, enge, moeilijke en ongemakkelij ke weg is, waar groote arbeid, strijd en moeite op moet worden aangewend. Die dan het eene gelooft, die moet het andere ook gelooven. Het zijn beide goddelijke waarhe den, doch dezelve nu recht te verstaan en geestelijk van elkander te onderscheiden, be hoort nu alleen tot de wetenschap der heili gen, die niet verkregen wordt dan door de verborgene zalving des H. Geestes. Doch wij hebben het noodig geoordeeld er onze ge meente eene getrouwe onderrichting van te moeten doen, opdat niemand zich al te licht zou toeëigenen de liefelijke en troostelijke noodigingen isn aanbiedingen van des Hee ren genade, die overal in de H. Schrift maar alleen aan recht arme, blinde en kreupele zondaars gedaan worden, die God best weet, hoe weinigen er hier nog onder ons gevon den worden, daar meest allen nog zoo ge rust, stil en gemakkelijk in de zonde leven. De Heere geve Zijnen zegen over ons ge dane werk, en bevestige het tot Zijne eer en tot zaligheid van onsterfelijke zielen. Amen. De boeren weer in tel God en de boeren Afhankelijk heid noodzaaik Het versje in lijst Tellen en nog eens tellen De boer en het landbouwbedrijf zijn nu weer in tel. Dat is, vooral bij den stede ling' wel eens anders geweest! In normale tijden was het alsof brood, boter, groente, aardappelen als vanzelf op tafel kwamen. Aan de herkomst werd ternauwernood ge dacht Een boer was en blfef bij den stedeling ,,a2n boer," een lomp eii plomp mensch, die eigenlijk van beschaving niet veel afwist. Misschien is daarom ^ten onrechte! het spreekwoord ontstaan: o boer wordt mensch! Ik herinner mij als jongen met mijn Vader eens in dén Haag te zijn ge weest, waar wij ook voor ,,boer" werden gescholden. Wij hadden met het eigenlijke vak van den boer niets te maken, mogelijk dat het was om onze ifetwat folkloristische kleederdracht, dat de dames giebelden: „'t Zijn boeren!" Nu is dat wel een beetje ver andert. Als nu een boer van het platteland in de stad komt, al ziet hij er dan een beetje „boerachtig" uit, zou men wat gaar ne" een pondje boter, een stukje spek of wat aardappelen van hem Izien los te krijgen. Natuurlijk gaat dat niet, want alles loopt over de distributie. Mejn benijdt hem, want hij is, menschelijkerwijs gesproken, de pro ducent van de eerste Vereischte levensmid delen, die .nu eenmaal onmisbaar zijn en men denkt, die het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het best. Dat zij zoo. Het is eigenlijk nai^, om zoo „min" van een boer te denken. de Heilige Schrift lezen we, dat de KonifSg' èelfs van het veld wordt gediend en ook dat God de boer on derricht hoe hij de wikken zal uitstrooien en het komijn, hoe hij zaaien zal en oog sten, dien oogst dorschen en verzamelen. Geen geringe onderscheiding die de boer te beurt valt, van den Allerhoogste zelf ge leerd hoe hij zij.Tii werk doen zal. Dat toe kent ons volk v/el de belangrijkheid van het boerenvak. Ons land staat op agrarisch gebied aan de spits. Met alle landen ter wereld kun. nen wij te dien opzichte wedijveren en in veel gevallen zijn wij andere landen de baas. Rogge, haver, tarwe en gerst beslaan één-zesde deel van ■ons land en in 70 jaar tijds is de opbrengst van deze producten met 70% gestegen: de opbrengst van aard appelen wel met 100%! Hiertoe heeft de betere bemesting en de meer wetenschappe. lijke werken op bodemgebied in ons land veel bijgedragen. Wetenschap en practijk gingen in ons land hand aan hand. Dank zij onzen uitstekenden voorlichtingsdienst staan we, met Denemarken, vooraan in de opbrengst van de tarwe en ook vooraan met de suikerbieten. Ons land is de groot ste leverancier vani pootaardappelen, die verzonden worden tot naar Brazilië. Onze zaaizaden en aardappelsoorten zijn wereld beroemd. Neem verder onze veestapel, daar in halen we met Denemarken het wereld record. De Priesohe veestapel is de beste, ook op zuivelgebied zijn de Friesche boeren de pionniers. Het Westland is één van de grootste tuinbouw-centra van Europa; de tuinbouw en de organisatie van veilingen verdienen alle respect. Wereldberoemd is ook onze bollen, en bloemteelt; in de parken .der grootste wereldsteden sieren onze bloem bollen, zoowel in de Vereenigde Staten van America als in Rusland. Wijd en zijd is b.v. de Aalsmeersche snijbloementeelt be kend. Er werden eens 150 millioen rozen gesneden in de rozenkassen, die per K.Li.M. naar alle hoofdsteden van Europa werden verzonden. Om 6 uur in Aalsmeer gesneden standen ze vier uur later, voor 't raam van de bloemanmagazijnen van Berlijn en Pa rijs. Ook op dit gebied wordt er door de tuinbouw dus veel ge,presteerd. Nu in dezen tijd van schaarschte aan levensmiddelen wordt alles op alles, gezet om zooveel mogelijk uit den bodem te ha len. We hebben nu de „productie-slag" en in afdeelingen over het geheele land wordt nauw toegezien, dat op land-, tuinbouw en zuivelgebied zooveel mogelijk wordt voort gebracht. Dat kunnen we niet anders dan toejuichen. Er wordt nu door den stedeling meer dan voorheen geïnformeerd hoe het er met den landbouw voorstaat. Men voelt het aan, wanneer er b.v. een totale mislukking van den aardappeloogst zou zijn, dat er dan Op de modelboerderij van het Rijkslandbouwproefstation te Hoorn is men begonnen met de hooibou%v. De resultaten van dezen arbeid wordt op de landbouwscholen onderwezen en den boeren door een staf van landbouwconsulenten bekend gemaakt. Een gedeelte van het proefweideveld is verdeeld in stukken van 1 vierkante meter groot. Deze stukken worden op verschillende manieren gemest. Men snijdt nu het gras van deze lapjes grond met de hand af, weegt het en kan dus zoo direct de resultaten aflezen. Het wegen van 1 "Ui? gras. (Foto Polygoon) weinig kans is op verhooging van het rant soen. Gelukkig kunnen we hen tevreden stellen. De oogst staat er gezegend voor. Was het eerst verbazend droog, een ver kwikkende regen heeft het gewas met ver sneld tempo doen groeien. De verwachtin gen zijn goed. Haalden we hierboven aan dat God zich met de boer inlaat de boer heeft ook mét God te maken. Immers hij kan planten en natmaken maar God moet den wasdom geven. Bij al zijn kennis die hij van den bodem en van het product heeft, is hij een afhankelijk schepsel. Er moet gearbeid wor den maar in afwachting van de gunste Gods, uitziende naar den hemel, ver-wach tende de kostelijke vrucht des lands, lank moedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ont vangen. Zoo .prediken ons de thans groenende en groeiende veld,3n dat de Schepper van de einden der aarde noch moede noch mat wordt, dat Hij lust heeft in een volk dat boven alles Zijn zegen zoekt. Doen we dat in waarheid, «dan, leeren we ook pas recht afhankelijk zijn. Het ,,wat zullen wij eten en wat zullen wij drinken" is intusschen de vraag van de dag. Het neemt vooral, nu het bonnen stelsel er is meer dan anders moeder de vrouw in beslag. Bij de zorg die er is om rond te komen is er nu ook de zorg, om zoo gelijkmatig mogelijk de rantsoenen in het gezin te oordeelen. Dat is niet altijd even gemakkelijk en er komt veel vinding rijkheid bij te pas. En als dat nu steeds maar met ev.an veel opgewektheid gebeurd, omdat het eenmaal .niet anders is, is dat gelukkig. Het is ook wel eens anders, een gemopper van je-welste. Geen wonder. Maar die huis-moeders moeten de medaille ook eens aan de andere kant bezien. Daar hangt in mijn kamer, waar ik dit epistel zit te schrijven een vers in een keu. rig lijstje. Het luidt als volgt: Tel Uw zegeningen Tel ze één voor één^ Tel ze, tel ze alle. En vergeet er geeni Tel ze, tel ze alle Noem ze één voor één En ge ziet Gods liefde Dan door alles heen. Daar heb ik mijn eigen vrouw ook al eens op gewezen. En, is het niet waar, wat daar staat? Tel nu eens o,p, wat ge tekort hebt, maar tel ook op, wat U nog gelaten is. Ik tel het U niet voor, maar ik weet, dat de balans .naar de gunstigste zijde zal doorslaan. Bij de schaarschte, bij het gebrek dat ge misschien lijdt, zijn U nog tientallen weldaden gelaten. Moeten we dan eigenlijk niet beschaamd staan? Dat is Gods Uefde jegens zijn schepsel, omdat Christus is geworden de Zaligmaker der wereld naar Johannes 1 14. Bekeerd en onbekeerd trekken we van Zij.n zoenver. dienste de profijten, zoodat we nog leven en ons bewegen kunnen, en tal van gaven, als uit Zijne Hand ontvangen. Dit mag voor sommigen onzer misschien wat vreemd klinken, maar het is toch een waarheid, waar .niet aan valt te torrsisn. WAARNEMER. Het Koningrijk Kroatië heeft zich aangesloten bij het drie-mogend- hedenpact. Kroatië heeft de plaats van, Joe. ,go,Slayië ingenomen. ■^■^-^^■^t^.^. De plecht'ig-heid heeft plaats gehad te Ve. netië in het historische Dogenpaleis onder voorzitterschap van graaf Clano. De oorzaak hiervan is heel duidelijk. Hon garije, Roemenië en Bulgarije staan meer onder Diütschen invloed, terwijl Kroatië, het oude Servië, Montenegro, Albanië en Griekenland onder Italiaanschen invloed ko men te staan. Het oude koningrijk Mo.n,tenegro zal zeer waarschijnlijk weder in eere worden her steld. Verwondering behoeft dit niet te ba ren, aangezien de gemalin van den Koning- Keizer van Italië, een dochter is, van den laatsten Montegrijnsche vorst Nikita. Griekenland zal zijn zelfstandigheid her krijgen echter na het afstaan van verschil lende gebiedsdeelen b.v. Saloniki aan Bul garije; Korfoe aan Italië, en een gedeelte van zijn noordelijke grens aan Albanië. Ook Joego-Slavië komt deerlijk gehavend uit den strijd. Alleen het oude Servië zal waarschijnlijk gehandhaaifd blijven, doch overigens gaan de andere gebiedsdeelen weer terug naar de genabuurde landen, waartoe zij voorheen hetzij geheel of ge deeltelijk behoord hebben. De Duitsche bezettingstroepen zijn in de genoemde landen grootendeels vertrokken en vervangen door Italiaansche troepen. Een tweede diplomatieke gebeurtenis van belang is het door Duitschland met TurWje gesloten vriendschapsverdrag. In den vorigen oorlog streed Turkije aan ,de zijde van Duitschland. In den aanvang van dezen oorlog scheen het alsof Turkije de zijde van Engeland zou kiezen. Dat de knaipp'e Duitsche diplomaat Von Papen benoemd werd tot ambassadeur te Ankara, wees op het feit dat de Duitsche regeering groot belang had, bij de Turksohe houding, en al heeft het wat lang geduurd, uiteindelijk hebben zijn pogingen toch suc ces gehad. Voor Engeland is dit weer een streep door de rekening, waaraan de capitulatie van Griekenland en Joego-Slavië niet ge heel vreemd zal zijn. Turkije heeft het aan deze landen gezien, dat Engeland als de nood aan den man komt, niet in staat is, doeltreffende hulp te verleenen. De houding van Turkije ten opzichte van Duitschland is nu verduidelijkt. Zeer waar schijnlijk zullen nu bimienkort ook omtrent Rusland nadere gegevens bekend worden. W|aar de Balkan geheel onder Duitsch-Ita- liaansche invloed staat, Turkije een vrien- sohapsverdrag gesloten heeft, spreekt het vanzelf dat nu ook Rusland zijn houding duidelijk zal dieiksn te bepalen. Redenen voor een mobilisatie van het Russische le ger, zijn in verschillende gebieden en langs

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1941 | | pagina 1