CriDWEÉKBiiU)opGED.GROnDS^ EflAHDEn N.V. DitgmrsmaatschapDli „EILANDEN-NIEUWS" De toeiemiot fan de Staatsschald Officieele berichtep. Verschillende bericbten 13e Jaargang WOENSDAG 2 APRIL 1941 No. 1231 Een strijdbaar held. 4- Pijn - Pijn - Pijn Het Christelijk U.L.O. POSTERIJEN WAARIN SEDERT 1 N O V EM B ER 19 35 OPGENOMEN HET BLAD ONZE E ILAND EN" 18B JAAROIANtt ÜHGAVB VAN Al)oimcment«pr^'B 90 cent par 8 maandwi bij vooruitbetaling. Varsehynt i«l«r«ii Woaosdaf «a Zaterdag 2 maal par week. AfsMidariyke nummers 6 c«sit Buitenland 8 jfuldeu per Jaar. Gv^uüii to Middellkaait Ftiai HeubO:^. 122 C Gka M7930 P«stWx 8 IA, 17. Bykantoor voor Zeeland: St. Maortensd^ Markt, Telef. 59. Advertentle-prjjs- 20 cent per re^el. Reclame* 40 et.; Di«iat- aanvragea ea aanbledlnf«a van 1reg^a 80 ot; Boekaan- kondlfing 10 eent per regel OontraetMt belangrgk lager. 25. Christus is de ware Rotssteen, Hij is ook het ware offer, en voorts de Ware Ho gepriester. Daarover dienden wij in ver band met onze geschiedenis in de derde plaats te handelen. Reeds eerder hebben we voor U geciteerd een uitspraak van den theoloog Christoph Starcke, die omtrent deze verschijning van den Engel des Heeren o.m. neerschreef: „Zijn profetisch ambt vertoonde Hij in Zijn zending en voorzegging, (vers 16) Zijn koninklijk ambt in Zijn roeping en be- kwaammaking van Gideon ter verlossing van Israël, en Zijn hogepriesterlijk ambt in de offerande en in het zegenen (vers 12 en 23). Over dit laatste nu, over het hoge priesterlijk ambt zouden we het dus met u willen hebben. Eerst zouden we dan iets willen zeggen van de naam „priester," zoals deze in de Heilige Schrift voorkomt. In de grond tekst staat „Kohen" of in het meervoud „Kohanim." Dit woord betekent eigenlijk een geëerden en aanzienlijken dienaar, en dat hetzij met betrekking tot het 'kerkelijk leven, dan wel met betrekking tot het bur gerlijk leven. Daarom ook worden met deze woorden bedoeld óf kerkelijke hoogwaar digheidsbekleders óf soms burgerlijke of staatshoogwaardigheidsbekleders. Beide ge vallen zijiu dus mogelijk. In het eerste ge val lezen we dan van priesters, in het twe- de geval van prinsen, oversten oiE bevel hebbers. Zo in 2 Samuel 8 18 „Davids zo nen waren prinsen" en 2 Samuel ^0 26 „Ira was Davids opperoffioier." Zie hier omtrent b.v. Brakels „Redelijke godsdienst." Tweeërlei opmerkingen zouden we nog disnaangaande willen maken. Eerst dan. Verschillende van de injeuwere theologen zijn het met deze vertaling niet eens en schrijven dan ook liever, ook hier pries ter" en dus inplaats van „Davids zoneii waren prinsen," „Davids zonen waren pries ters," en inplaats van „Ira was Davids opperofficier,,' „Ira was Davids priester." Een en ander hieromti*3nt kunt ge lezen in het werk van D. J. Baarslag „De man van macht" blz. 8>9 en in het werk van Prof. van Gelderen. Korte, verklaring Ko ningen I blz. 88. Zij zijn dus deze mening toegedaan. Wij voor ons houden het met on ze Staten vertaling en met Brakel. Ten tweede. Aan de andere zijde zag men in een enkel geval liever het woord „pries ter" vervangen door het woord „vorst" of „kaning." Tsn deze zijn het de Socinianen geweest, die gepoogd hebben misbruik te maken van de tweeërlei betekenis van het woord „kohen", om zodoende de welbeken de tekst uit Psalm 110 4: „Gij zljt pries ter in eeuwigheid" te verdraaien en daar voor in de plaats te schrijven: „Gij zijt Ko ning of Vorst in eeuwigheid," en wel, om dat zij loochenen de voldoening en de toe rekening van de volmaakte gerechtigheid van Jezus Christus an dieswege een aan slag plegen op Zijn hogepriesterlijke arbeid en zeggen, dat Christus op aarde geen priester is geweest, maar eerst in de he mel aan' de rechterhand Gods, door zich als koning voor te stellen en aan te bieden aan den Vader. Zij houden daarmee tevens staande, dat Christus priesterlijke en ko- >nlnklijke bediening één en hetzelfde is. Zie P. v. Maastricht. Godgeleerdheid II. Inder daad een mooi, oud theologisch werk. Thans komen we tot de korte omschrij ving wat eigenlijk een priester of hoge priester is en van zijn werk. Een mooie de- fenitie daarvan geeft de apostel Paulus in de brleif aan de Hebreen, hoofdstuk 5 vers 1, waar hij schrijft: „Want alle hogepries ter uit de mensen genomen, vfordt gesteld voor de mensen in, de zaksn, die bij God te doen zijn, opdat hij offere gaven en slacht offeren voor de zonde. Hierin wordt ons de hogepriester in het algemeen beschreven en wel: Ie in zijn oor sprong hij is genomen uit de menssn, 2e m de natuur van zijn ambt wordt ge steld voor de mensen in de zaken, die bij God te doen zijn en 3e in het doel er van: opdat hij offere gaven en slachtofferen voor de zondsn. Dr. Owen in zijn verklaring over deze tekst tekent hierbij o.m. nog aan: „Hij is eén uit de mensen genomen, uit het midden van hen voorwien hij priester zoude zijn, opdat hij zo deel had aan dezelve natuur niet hen. Hij moest geen engel wezen, wel kers natuur onvatbaar was voor die mede lijdende indrukksn, welke gevorderd wor den tot recht volbrengen van dit ambt. Be halve, dat de bedieningen van een engel onder zondaars hadden gepaard gegaan met schrik en vreze, en hadden weggeno men die geestehjke vrijmoedigheid en ver trouwen, waartoe een hogepriester de men. sen moet bemoedigen. Daardoor ware ook niet vertoont de vereniging tussen de Hee- re Christus en ons, die onvermijdelijk nodig was voor onzen hogepriester, die zelfs moest wezen Priester en Offerande. Daar om moest een hogepriester uit de mensen genomen zijn, en zo was onze Heere Chris tus." Daarom moest Hij ook naar luid van Hebreen 2 17 en 18 den broederen in alles gelijk worden, opdat hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zoude zijn in de dingen, die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen. Want in hetgeen hijzelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan hij degeni2n, die verzocht wor den, te hulp komen. O, wat maakt dat toch de troost uit van dat bedrukte Sion Gods van dat erfdeel des Heeren, dat door zovele verdrukkingen ho3n moet. Ze hebben een Hogepriester in den hemel. Die behoorlijk medelijden met hen hebben kan en hen te hulp kan komen, zelfs in de zwaarste nood. Wlil ik Calvtjn voor u eens laten spreken over laatstgenoemden tekst? Luister dan maar eens. „In een hogepriester (wiens ambt is, de gramschap Gods te verzoenen, de ellendigen te helpen, de gevallenen op te richten, en de belasten te ontlasten) is vooral barmhartigheid van node, welke in ons het gemene medelijden baart. Niet, dat het den Zone Gods van node was, getrok ken te worden tot beweeglijke barmhartig heid door lijden en moeilijkheid, maar om dat men ons anders niet zo wel zoud.3n kun nen doen verstaan, dat Hij barmhartig en genegen wg,r«, om ons te helpen, zo Hij niet geoefend geweest ware in, onze ellen de: want dit (als vele andere dingen) is ge schied ora onzentwil. Daarom, zo dikwijls als ons enig verdriet, kruis of lijden aan komt, hetzij ook wat hetzij, zo laat ons gedenken, dat ons niets geschiedt, of de Zone Gods heeft dat ook zelf geproefd, op dat Hij medelijdsn met ons zou hebben. En wij zullen niet twijfelen, of Christus is ans altijd alzo behulpzaam, alsof Hij zelf met ons lijdende ware." Tot zover Cal- vijn dus. Door hun, uitdrijvende en pijnstillen de werking helpt hierbij altijd veilig en vlug als geen ander een poeder of cachet van Mijnhardt. Mijnhardt's poeders per stuk 8 et. Doos 45 et. Cachets, genaamd „M4}iihardtjes" Doos 10 en 50 cent. Naar aanleiding van het aftreden van. Mr. Trip als secretaris-generaal van, financiën en president der Nederlandsche Bank geeft de heer V(on) B(rucken) F(ock) in „Het Nationale Dagblad" de volgende bereke ning van de toeneming van onze staats schuld: „Reeds eenlge dagen werd gefluisterd, dat Mr. Trip gemeend had, de verantwoor ding voor 's lands (financiën niet langer te kunasn dragen. Wij achten die fluister campagne tendentieus, al moge. het waar zijn, dat Mr. Trip van deze zij,n persoon lijke meening „ter bevoegder plaatse" heeft doen blijken. Daar zulk ee» fluister campagne aan onze financiën en aan onze geheele volkshuishouding onherstel bare schade zou kunnen toebrengen, lijkt het ons gewenscht, en ook het meest ver standig, de naakte feitsn open ónder het oog te zien. W]p,t zijn die feiten? Een stijging der gefundeerde en der zwevende Staats schuld (vorderingen min verplichtingen) met rond f 12000 millioen in rand 10 maanden, d.i. met gemiddeld f 120 mil lioen per maand, welk bedrag de laatste maainden js toegenomen tot rond f 140 millioen. Ongetwijfeld is dit een formida bel bedrag, dat zou beteekenen, dat onze Staatsuitgaven (incl. voorschotten aan derden) 1500 tot 1700 milUoen gulden, over het jaar gerekend,^ meer bedragen dan de Staatsinkomsten.' Stellen wij die, in, verband met de recente belajstingver- hoogingen en met de stijging van het volksinkomen op 50 pCt. meer dan de óver 1940 te schatten opbrengst van f 800 millioen, dus op rond f 1200 mil lioen, dan beteekent dit, dat met een totaal aan Staatsuitgaven op het tegen woordige niveau is te rekenen van een kleine f 3 milliard, wa<arbij echter de voorschotten aan derden zijn Inbegrepen. iHet valt niet te ontkennen, dat dit bedrag er huiveringwekkend uitziet. Men vraagt zich dan ook terstond af, hoe zulk een totaai aan uitgaven bij elkaar kan komen. Laten wij ons eens aan het reke- .nen zetten. De „gewone" (loopende) Staatsuitgaven kunnen wij, gezien het toe nemend aantal ambtenaren en de stijgen de loon- en salariskosten, zeker stellen op een bedrag van f 900 f 1000 millioen, vermoedelijk nog meer. Dan komt daarbij het bedrag der „buitengewone uitgaven" (openbare werken enz.) van rond f 200 millioen. Feitelijk moeten vrij dit bedrag bezien tezamen met de bijdragen van den wederopbouw, die gedurende dit jaar wel grootendeels zullen worden gecredi teerd aan de getroffenen, maar daarom lalng nog niet alle zullen kunnen worden „verbouwd" en dus slechts de begrootings- positie belasten, maar daarom nog ndet, in hun totaal de' kaspositie van het Rijk. Stellen wij het geheel der huidige oorlogs schadevergoedingen op een f 600 millioen, dan zullen daarvan gedurende 1941 wel niet meer dan if 200 millioen tot uitbetaling komen. Dan komt het bedrag der bezettingskos- ten. Hoeveel da,arvan uiteindelijk ten laste van de Nederalndsche schatkist zal ko men, onttrekt zich aan alle althans aan onze beoordeeling.' Voorshands moeten wij ze in allen gevalle betalen. Wij weten uit de laatste periode der Nederlgmdsche parlemssntaire geschiede, nis, dat de mobilisatiekosten werden ge schat op ten minste f 800 millioen per jaar. Neemt men in aanmerking, dat de Duitsche bezetting numeriek zeker niet minder zal zijn, en dat bovendien nog een aan,merkelijk civiel bestuursapparaat in tal vam gebouwen, groote particuliere woningen, villa's buitens enz. is gehuis vest, dan lijkt het ons niet te boud ge- sprok)3n, indien wij de bezettingskosten op een bedrag van f 1200 millioen per jaar ramen, w Wij komen thans tot de „voorschotten aan derden." Wij doelen daarmede op ver schillende posten, die onze clearing met het buitenland belasten, doch die inmid dels door de Nederlandsche schatkist moe ten worden geflna-nctii&l. in de eerste plaats noemen wij het saldo van onzen uitvoer (naar Duitschland) boven onzen invoer van daar. Wij moeten daarbij ook vooral niet vergeten, dat het plaatsen van Duitsche opdrachten bij de Nederlandsche industrie ter waarde van f 1000 millioen over het eerste kwartaal, indien dit zoo zou voortgaan, beteekenen zou, dat het veredelingsloon, dat in die opdrachtsom is begrepen zeg gemdideld 30 pCt. over het jaar gerekend een bedrag van f 1200 millioen zou uitmaktsn, dat geheel door de Nederlgoidsche schatkist zou moe ten worden gefinancierd. In, de tweede plaats noemen wij de geld zendingen onzer in Duitschland tewerk gestelde arbeiders naar hier. Daar door hen' in doorsnee zeer goede loonen worden verdiend, mede als gevolg van langeren arbeidsduur dan. hier te lande (er zijn er, die gemiddeld f 60 per week naar hier zenden), kan men zonder overdrijving met een gemiddelde geldzending van f 20 per week rekenen. Dat zou per jaar voor 100.000 arbeiders f 100 millioen uitmaken, die alweer de Nederlandsche schatkist moet financieren. In de derde plaats wordt de clearing aan Duitsche zijde nog belast door de rentebetalingen op Nederlandsche' beleg gingen in Duitsehlaoid, die thans in hun volle bedrag getransfereerd worden. Daar onder het systeem der transferprotocollen de renteremise uit Duitschland rond f 35 millioen bedroeg, kan mi3n thans zeker met een bedrag vaui f 50 millioen 's jaars rekenen, die door Nederland gefinancierd worden. Dan worden nog steeds hier te lande Duitsche „Relchskreditkassenscheine" en Duitsche bahkbiljetten ter inwisseling aangeboden, die gedeeltelijk wel ongeoor loofd hier te lande binnen zullen zijn ge komen. Naar ons ter oore kwam, zijn daarmede den laatsten tijd tientallen mil- lioenen gemoeid geweest, en gaat dit nog door. Laten wij hiervoor ook nog eens een bedrag van f 50 millioen voor het geheele jaar aianjiemen. Wij komen zoodoende tot een totaal aan voorschotten voor Duitsche rekening van f 1400 mililoen over het jaar gerekend, ongeacht onze invordering op Duitschland wegens meerderen uitvoer van landbouwproducten dan invoer van machines e.a. fabrikaten «n van grond stoffen anders dan ter veredeling. Hoewel minister Fïschböck ons dezer dagen ver klaard heeft, dat in- en uitvoer elkaar ongeveer com,penseeren, zullen wij met het oog op den aanzienlijken ongecontro- leerden uitvoer, vooral naar het Zuiden, het bedrag van ons i^itvoersgido ,naar Duitschland met een jaar totaal van f 100 millioen opnemen. Ons handelsverkeer met de overige landen is eerder passief, en kan dus buibsn rekening blijven. Tellen vrij thans de diverse posten, die door de Nederlandsche schatkist moeten worden gefinancleerd, bij elkaar op en trekken we daarvan de geschatte staats inkomsten ad f 1200 millioen daarvan af. dan komen wij tot een totaal aantal mil lioen van f 1000 4- f 200 -|- f 1200 -|- f 1400 -I- f 100 f 1200 of 2700 mil lioen, terwijl uit de vermeerdering onzer staatsschuld op de tegenwoordige basis slechts een jaarbedrag van rond f 2000 millioen resulteert. Het verschil is gelegen in de finan,ciering der veredelingsopdrach- ten, die pas een paar maanden aan den gang zijn, en waarmede, naar wij zagen, wellicht een bedrag valn f 1200 millioen per jaar gemoei d is. Daartegenover staat dan weder, dat de vermeerdering van de belastingopbrengst door ons met een f 400 millioen is aangenomen. Doch een en ander zou toch medebrengen, dat de Staat netto een bedrag vajn ruim 2^ milliard gulden per jaar door schuld opname zou moeten financieren, dus nog f 300 millioen minder dan uit de vermeer dering onzer staatsschuld zou blijken. Het verschil is gemakkelijk te verklaren uit de rekbaarheid der hierbowsn aangenomen bedragen." BEWAARLOON KABWIJZAAD, GRA NEN, BOEKWEIT EN PEULVRUCHTEN. Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie ning maakt het volgende bekend. Teneinde de aanbieding aan de P.I.C.A.'s van karwijzaad, granen, boekweit en peul vruchten door de telers te bevorderen, zijn de bepalingen betreffende het z.g. bewaar- loon gewijzigd. Dit bewaarloon, t)3n bedra ge van f 0.03 per 100 kg. per week, is van 9 September 1940 af aan de telers uit gekeerd in den vorm van een verhooging der voor den aankoop van akkerbouvsrpro- ducten vastgestelde prijzen. Thans is ech ter bepaald, dat-deze-^rijsverhooè'ing t:!i.v. karwijzaad met ingang van de week aan vangende met 31 Maart en t.a.v. granen, boekweit en peulvruchten met ingang van de week aanvangende met 28 April, niet meer zal plaats vinden. VERBOUW VAN ZAADMAïS ,(borrelmaïs) Zooals reeds vroeger in de publicaties be treffende het teeltplan Akkerbouw 1941 is bekend gemaakt, Is voor 1941 de verbouw van zaadma'is (korrelmaïs) onbeperkt toe gestaan. De richtprijs van deze ma'is is intusschen reeds bekend gemaakt. Thans kan door het Rijksburea,u voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd worden medegedeeld, dat de verbouwers van zaad- maïs van den oogst 1941 500 kg. voor eigen gebruik zullen mogen behouden. De hoogere opbrengst .zal aan de Provinciale Inkoop-Centrales voor Akkerbouwproduc ten ter overname moeten word>3n aangebo den. VADER VAN ZEVEN KINDEREN VERKOOPT DISTRIBUTIEKAARTEN 1 VAN. ZIJN GEZIN. „Zoo'.n, laffe daad heb ik nog nooit te berechten gehad. Het Is een schande!" Zoo sprak de president van de Rotter- damsche rechtbank gistermiddag tot een 48-jarigen werklooze. „Je laat je vrouw en 7 kinderen in den steek," zoo vervolgde de magistraat, ,,en neemt bovendien alle dis- tributiekaarbsn mee." De man In de rechtbank bleef voor zich uit statt-en. „Nu, aldus de president, „spreek nu eens. Verdachte gaf het feit toe. Hij vertelde dat zijn vrouw lastig geweest was. Daarom had hij maar besloten alleen naar Den Haag te vertrekken. Voor zijn vertrek had hij den muntmeter geledigd en alle distrbiutiekgar- ten bij zich gestoken. De penningen had hij in een winkeltje nabij zijn- huis Ingewisseld de kaarten van de distributie had hij te Den Haag te gelde gemaakt. „Om jenever te koopen, hé", aldus de president, „en je trok er je niets van aan, dat je vrouw en kinderen zonder eten zaten Ook de distributiekaarten van den kost ganger heb je meegenomen. Bah, wat een laffe daad!" Uit het getuigenverhoor bleek, dat de vrouw van verdachte na veel moeite door bemiddeling van de politie nieuwe kaarten had gekregen. De gaspennangen heeft ze moeten vergoeden. Het O.M. vond het antreden van verdach te ergerlijk. Op jeugdigen leeftijd is ver dachte op verzoek van zijn ouders in een opvoedingsgesticht geplaatst. Daarna heeft hij herhaaldelijk wegens landlooperrj te- rechtgestaan. De laatste tien jaar is het goed gegaan. Nu is het weer mis. Hij vroeg een jaar en drie maanden gevangenisstraf. Uitspraak op 10 April. PROF. DR. J. R. SLOTEMAKER DE BRUINE ERNSTIG ZIEK. 's Gravenhage, 28 Maart. Naar wij ver nemen is de toestand van den oud-minister Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine in den laatsten tijd zeer achteruitgegaan. Vandaa.g werd de toestand van den pa tiënt al zeer ernstig beoordeeld. KRUIDENIERSZAKEN TOT ZEVEN UUR OPEN. 's Zaterdags tot acht uur. Een uniforme regellinjg. Het centraal bureau kruideniersbedrijf te 's Gravenhage heeft, In everleg met de bij het bureau aangesloten organisaties van detaillisten, besloten dat de kruideniersza ken voortaan met ingang van 1 April 1941 op de eerste vijf da.gen van de week zullen sluiten om zeven uur n.m. en des Zater dags tot acht uur. De meeste zaken zul len voorts een middagslulting invoeren van één uur tot half drie. Deze regeling zal in de verschillende zaken door middel van een imiforme aankondiging worden bekend gemaakt. DE SLIPPER-LIMPED VOEDINGS MIDDEL? Met den zoozeer gevreesden vijand van onze oesters, de slipper-limped, worden thans proeven genomen om ze als voedings rnlddel te kunnen benutten. Mochten deze proeven gunstig verloopen en een behoor lijke winst bij het in den handel brengen mogelijk zijn, dan zal levering in grooten getale zeker mogelijk zijn, daar de slipper in zeer groot aantal aanwezig is in onze wateren. Binnenkort is er v^eer gelegenheid, leer- lingijn aan te geven voor de Christel. IT. L. O. School. I Het lijkt ons gewenscht, nog eens de aan dacht te vestigen op deze onderwijsinrich ting. De ervaring leert, dat het U.L.O. in ons land door zeer velen begeerd en gewaar deerd wordt. Het aantal leerlingen der U. L. O. Scholen neemt steeds toe en vanzelf sprekend ook het aantal examencandidaten, dat de laatste jaren de tienduizend verre overtreft. Dat is ook te begrij,pen. De leer lingen krijgen op deze scholen een mooie en prachtige ontwikkeling. Vooral op ,de moderne taien en op handelsrekenen en boekhouden wordt de nadruk gelegd. Het laatste maakt het ook voor kinderen van middenstanders, die later in de zaak hopen te komen, van groot belang. i Maar ook verschillende landbouwers la ten hun, jongens eerst de U.L.O. school doorloopen, alvorens hen aan de speciale landbouwstudie te laten beginnen. En wat nu de Christelijke U.L.O.-school voor ons eiland betreft, mogen we gerust zeggen, dat ze niet achterstaat bij andere scholen. Het personeel is ten volle voor zijn taak berekend. De resultaten zijn dan ook heel mooi. In, de afgeloopen jaren slaagde meer dan 90% der candidaten voor het eind examen. Het is ook geen dure onderwijsinstelling. De noodige boeken worden kosteloos in bruikleen gegeven, het schoolgeld is lager dan velen vermoeden en voor leerlingen, die nog leerplichtig zijn, kan geheele of gedeeltelijke vergoeding van reiskosten worden toegekend door het Bestuur der eigen gemeente. We durven daarom met vrijmoedigheid de ouders opwekken, aan het U. L. O. alle aandacht te schenken. Dat dit voor onze menschen de Christelijke U. L. O. is, spreekt vanzelf. Met ingang van 1 April 1941 zullen de hieronder vermelde poststations weder voor den POSTDIENST geopend worden als vóór October 1940 het geval was, t.w.: Achthulzen: 910.30; 17.1518.45. den Bommel: 10—11; 14—14.30); 17.30—19 Goedereede: 99.45; 1414.45; 1718.30 Herkingen: 9.30—10.30; 15—16; 17.30-18.30 Stellendam: 9.30—10.30; 14—14.30|; 17-18.30

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1941 | | pagina 1