CI1QWEEKBLADÖpGED.GR0nD^UAG vöÖRDcZUID-HOIlIFi^ EHAHDEII
N.V. üitBeTersmaatschapDiJ JILANDEN-NIEÜWS"
Het vraagstuk der Textiel
goederen in Enropa.
13e Jaargang
WOENSDAG 19 FEBRUARI 1941
No. 1219
Een strijdbaar held.
Marktberichten
WAARIN SEDERT 1 NOV EMBER 19 35 OPGENOMEN HET BLAD .O N Z E E I L A N D E N" 1 8E JAARGANG
UITGAVE VAN
LAl^B. EN TUINBOUW.
n.
niEuws
Gevestigd te Middeltamis Prins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17.
BijkantooT voor Zeeland: St. .Maiartensdijk Markt, Telef. 59.
Abonnementsprijs 90 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling.
Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per weelt.
Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden per jaar.
Advertentie-prijs- 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst-
aanvragen en aanbiedingen van 16 regels 80 et.; Boekaan-
kondiging 10 cent per regel Contracten belangrijk lager.
24.
De rotssteen was dus het altaar, waarop
het offer was verteerd. Over Christus als
het ware altaar en dus hier als de ware
rotssteen hebben we de vorige maal gehan
deld. Thans dienen we te gaan spreken
over Christus als het ware offer.
Het offer is zéér oud en van Goddelijke
instelling.
Zeer lezenswaardig is hetgeen Ds. J. G.
Staringh in zijn „Bijbels zakelijk woorden,
boek" schrijft omtrent de oorsprong der of
ferande enz. Een en ander moge hier dan
ook volgen.
„Zij beweren daarom, dat de oorsprong
der offerande is af te leiden van een God
delijke instelling. Dat het wel waar is, dat
men in die vroege tijden daarvan geen uit
drukkelijk bevel vindt, maar evenwel zo
iets, hetwelk zo een bevel, of tenminste een
voordaad van God veronderstelt, want,
leest men in Genesis 3 vers 21, dat God
voor Adam en Eva rokken maakte van vel
len, na alvorens het verbond der genade
met hen opgericht te hebben in het beloof
de Vrouwenzaad, er is niets gereder te den
ken, dan dat van offerdieren, die geslacht
waren, om al van den beginne aan der men
sen geloofsoog te vestigen op het toekom
stig zoenoffer van dat Vrouwenzaad, als
zullende het middel zijn, waardoor de oude
slang de kop vermorzelen zou; alsmede ter
inwijding en bevestiging van het nieuw op
gericht genadeverbond. Te meer dertkt men
zo, omdat men in het vervolg g'ezien heeft,
dat bij plechtige vei'bondsmakingen de offe
randen altoos plaats gehad hebben. De of
feranden dus in gebruik gebracht zijnde,
zijn ook, tot op de invoering van het' Nieu
we Testament, in bestendlng gebruilc ge
bleven. Onder de tijdbedeling der belofte, zo
vóór de zondvloed, gelijk kennelijk is uit
het voorbeeld van Kaïn en Abel, hetwelk
zekerlijk is nagevolgd door de Godvruchti
ge Sethieten, bij het plechtig aanroepen
van Gods naam, als nS, de zondvloed, want
het offeren was het eerste werk van No-
ach, nadat hij ter arke was uitgegaan op
het droge. En vermits deszelfs zonen de
stamvaders geworden zijn van alle volken,
zo is het niet te verwonderen, dat de offe
randen ook onder de volken zijn in gebruik
geweest, als hebbende deze godsdienstige
plechtigheid geleerd van hun stamvaders,
en even daarom, dat ze van die was, en te
groter waarde gehouden en te bestendiger
nagevolgd. Doch, gelijk geheel de gods
dienst, zo zijn ook de offeranden, hoe lan
ger hoe meer verbasterd en op een Godont-
erende wijze misbruikt bij die volken, die
men heidenen noemt, en die, zich verwijde
rende van de kennis en dienst van den énen
waren God, hoe langer hoe verder vervallen
zijn tot afgoderij en bijgeloof. Maar in de
patriarchale huisgezinnen van Abraham,
Izaak en Jacob zijn dezelve in hun eerste
zuiverheid gebleven.
De tijdbedeling der wet is bij uitstek de
tijd der offeranden geweest. Maar Gods
bevel aan Mozes, en door Mozes van Israël
voorgeschreven, met een nauwkeurig be
richt van de tijd, wanneer, de plaats, waar,
de personen doorwelke, de gelegenheden
waarbij, en de wijze op welke die zouden
moeten worden waargenomen, werden de af
feranden toen grotelijks vermenigvuldigd."
En wat verder vervolgt hij: „De offerhan
den houden naar het ontwerp der onder
scheidene hulshoudingen, onder welke God
zijn kerk wilde doen leven hier op aarde,
van geen bestendinge duur zijn. Zo geschikt
ze waren voor de tijdbedeling der wet, zo
ongeschikt zouden ze geweest zijn voor die
van het evangelie, en daarom moesten ze
maar duren tot op de tijd der verbetering.
Onder de tijdbedelingen der wet waren er
redenen, die de offeranden nuttig en nood
zakelijk maakten: zo dienden de offeranden
zelf om het geloofsoog te wijzen op het toe.
komstig zoen- en borgwerk van den Messi
as, als het enig middel, waardoor de zonden
verzoend en de dankplichten Gode veraan
genaamd zouden kunnen worden.
Derzelver veelheid en gedurige herhaling
om hen, door die gedurige bloedstortingen,
te meer te overtuigen van hunne doemwaar-
dlgheid, als ook van de onvolkomenheid
dier oifferanden, opdat zij op die niet het
minste vertrouwen stellen, maar hetzelve in
het geheel wentelen mochten op het toe
komstig zoenoffer van den Messias, als
waardoor op eenmaal en tot in eeuwigheid
zouden volmaakt worden allen, die geheiligd
worden.
En derzelver lastige omslag, om Israels
volk, hetwelk een zeer balorig volk was, te
beter in de toom en onder het juk te
houden, en het te vuriger te doen verlangen
naar de komst van den Messia!^, de openba
ring van Gods Koninkrijk en de daarin te
genieten vrijheid. Maar onder de tijdbede
ling van het evangelie zouden al deze rede
nen ophouden."
Tenslotte eindigt hij met deze korte sa
menvatting: „De offeranden, en v/el voor
namelijk die, welke strekten tot verzoening
en reiniging van zonden, waren voorbeelden
van het rantsoenerend en reinigend vermo
gen van Christus dood, welk daarom ook
omschreven wordt als het stellen Zijner ziel
tot een schuldoffer en als een offerande,
waardoor de eeuwige verzoening te weeg
gebracht en de concientie van dode werken
gereinigd is, om den levenden God te die
nen.
En die, welke strekten tot een bewijs van
de godsdienstigheid en dankbaarheid van
den offeraars verbeeldden de godsdienst
plichten van de geloovigen, die daarom ook
omschreven worden als geestelijke pries
ters. En hun boetvaardigheid als de offeran
den van een gebroken geest en verslagen
hart, hunne gebeden als een reukwerk, hun
ne dankzeggingen als een offerande des
lofs, en hunne weldadigheid en mededeel
zaamheid, als een offerande, waaraan God
een welbehagen heeft; het betrachten van
de redelijke godsdienst, als het .•stellen hun
ner lichamen tot een levende, heilige en Go
de welbehagelijke offerande; en lijden en
marteldood, die zij om der waarheid wille
ondergaan, als het opofferen van een
drankoffer."
Dit moge genoegzaam zijn, om u te laten
aanvoelen, dat Christus is het enig ware
offerlam, dat geslacht is van voor de
grondlegging der wereld, en waarvan de
Hebreër-brief zegt: „Want het is onmoge
lijk, dat het bloed van stieren en bokken
de zonden wegneme. Daarom komende in de
wereld zegt hij: Slachtoffer en offerande
hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt m.ij het
lichaam toebereid; brandofferen in offer
voor de zonde hebben U niet behaagd; toen
sprak ik: Zie, ik kom (in liet begin des
boeks is van mij geschreven) om uwen wil
te doen, o God!"
En, ziet Hem daar gaan, naar den hof
van Gethsemané, ziet Hem daar kruipen
als een wormen geen man in krachten,
terwijl het bloedig zweet Hem van het li
chaam druipt. Beladen is Hij met de .sciiuld
der zijnen, en bewaarheid wordt het woord
van Zacharia: „Zwaard, ontwaak tegen mij
nen herder en tegen den man, die mijn met
gezel is." Hij moet dragen de last van de
toorn Gods tegen de zonde van het ganse
menselijke geslacht, ja, van dien ongedeel-
den toorn, en dat, terwijl de satan hoogtij
viert, om de verzenen van het Vrouwen
zaad te vermorzelen, doch dat hem de kop
vermorzelen zal.
Hoor Hem ook klagen in het midden der
diepe duisternis: „Mijn God, mijn God,
waarom hebt gij mij verlaten," het Eli, Eli,
lama sabachtani.
Luther riep in verwondering uit: „God
van God verlaten, wie kan dat vatten?" En
welgelukzalig zijn ze, die krachttns dit
zoenoffer, dat gans verteerd is, vanwege hot
vuur van Gods grimmigheid tegen de zon
de, want Christus was immers tot zonde
gemaakt, hoewel Deze bleef Gods enig ge
liefden Zoon, in welke Hij Zijn welbehagen
had, in der eeuwigheid van God niet ver
laten zullen zijn, maar eeuwig bij hun God
en Koning wezen mogen.
Maar diep ongelukkig zijn ze ook, die
straks dat vuur, die toorn Gods tegen de
zonde, gevoelen zullen, zonder bekleed te
zijn met de bedekkende gerechtigheid van
Vorst Immanuël. O, wat zal dat toch uit
maken, onbëkeerd te sterven, en zo voor
God te moeten verschijnen. Wat zal dat een
vuur zijn, dat nimmer wordt uitgeblust.
Geen smart of pijn of ellende op aarde zal
daarmede te vergelijken zijn. Daarom ook,
ontvlied de toekomende toorn. Het is nog
het heden der genade. De deur is nog niet
op het nachtslot. Het is nog mogelijk om
zalig te worden.
Zo kostelijk zegt Erskine over de tekst
uit het Hooglied: „Als een appelboom onder
de bomen des wouds, zo is mijn lieifste onder
de zonen," dat Christus hierin wordt voor
gesteld als een appelboom, niet onder de bo
men van een gesloten hof of ommuurde
tuin, waar niemand bij kan, maar als een
a,ppelboom' onder de bomen des wouds, om
dat een woud voor iedereen toegankelijk is.
O, wat is die aanbieding van dat kostelijk
Evangelie toch ruim. En wat zal het toch
uitmaken, dit versmaad te hebben.
Maar ook, wat is de diepte van de val
toch ontzettend groot. Vrijwilüg en moed
willig het verbond Gods verbroken, maar
ook vrijwillig en moedwillig het aanbod van
genade verzaakt.
Doch, Gode zij dank, is er nog een volk
op de aarde, dat door genade leert hongeren
en dorsten naar de aangebodene gerechtig
heid, en dat in de uitgangen der ziel, het
de Bruid uit het Hooglied wel eens na-
klaagt: „Zeg mij aan, gij, dien mijn ziel
liefheeft, waar gij weidt, waar gij de kudde
legert op de middag; want waarom zoude
ik zijn als een die zich bedekt bij de kudden
uwer metgezellen?"
Och, zulk een heeft toch wel eens iets
gezien van de heerlijkheid van dat enig aan
gebrachte offer. En daarom een vraag. Kent
ge iets van die lijdende knecht? Kent ge
iets van die vernederde Zaligmaker?
Hebt ge nooit iets van Hem aanschouwd
door de traliën van Zijn Woord? Is het
te midden van uw diepe geestelijke armoe
de en vreemdelingschap het u nooit tot
troost geweest, dat Hij nog lager heeft
gebukt en uitroepen moest: „De vossen
hebben holen en de vogelen des hemels
hebben nesten, doch de Zoon des mensen
heeft niets, waar Hij het hoofd op neder-
legge Hebt ge nooit uit de diepte van uw
geestelijke droeifheid, eens mogen blikken
op Hem, die eenniaal uitroepen moest:
,,Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood
toe." Of hebt ge er jnooit hope uit mogen
scheppen, dat van I^em geschreven staat:
„Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het
(zaad) zien, en verzadigd worden?"
Och, bedrukte schaar, houd moed. Want
gelijk een bruidegorn vrolijk is over zijn
bruid, alzo zal uw Gbd over u vrolijk zijn.
Daarom ook, zo Hiji thans nog vertoeven
moge, verbeid Hem itoch. Hij zal gewisse-
lijk komen en niet achterblijven.
Belangrijk tekott aan klassieke
textielgrondstoffen.
Ir. J. van Ettingeiv schrijft aan de Nieu
we Rott. Courant:
De behoefte van ten mensch aan klee
ding en andere text lelgoederen, is sedert
het begin van deze eeuw, sterk toegeno
men. Hoe belangrijk Ie vele voor de be
staande levensgewooii ten onmisbare tex
tielproducten zijn, blikt wel eerst goed in
dezen bijzonderen tijfe, nu de sohaarschte
ingrondstoffenhet v^ngstuk der 100 pun
ten naar voren heeft gebracht.
Tot voor enkele tientallen jaren was de
voortbrenging vaji textielgoederen geheel
gebaseerd op het gebruik van natuurlijke
plantaardige vezels en dierlijk haar. Hon
derden jaren lang waren wol, vlas, hennep,
katoen, jute en zijde de voornaamste grond
stoffen der textielindustrie. Een industrie,
welke zich evenals vele andere oude tak
ken van nijverheid in de laatste eeuwen
van handwerk in huis voor de leden van
het gezin tot groote industrie heeft ontwik
keld.
De bijzondere omstandigheden, waarin
de landen van Continentaal-Europa, het
vaste land van Europa zonder Rusland,
verkeeren, brengen voor de textielindustrie
moeilijke problemen met zich mede. Con
tinentaal-Europa is namelijk niet in staat
voldoende klassieke textielgoederen voort
te brengen. Zoolang deze omstandigheden
voortduren zal een groot deel der Euro-
peesche bevolking ,zich, wat textielproduc
ten betreft, belangrijk moeten beperken
en textielgoederen moeten gaan gebruiken,
welke vervaardigd zijn van andere grond
stoffen, dan waaraan zij gewend is.
Teneinde eenig inzicht te krijgen in het
vraagstuk der textielvoorziening, is het van
belang, na te gaan in hoeverre Continen
taal-Europa zich zelf met textielgrondstof
fen als wol, vlas, hennep, katoen, jute en
zijde kan voorzien. Verder is het belang
rijk te onderzoeken, hoe aan dit tekort
door het gebruik van nieuwere vezels kan
worden tegemoet gekomen.
Van de natuurlijke vezels is katoen
kwantitatief de belangrijkste.
Katoen.
De katoenvoortbrengende planten (fami
lie der Malvaceae) bezitten zaden, welke
met lange haren en kort pluis bezet zijn.
De oogst bestaat ongeveer 2/3 uit katoen-
piten en voor 1/3 uit zaadharen. In een
zoogenaamde gin-inrichting wordt de ka
toen ontpit. Een overzicht van de wereld
productie is onderstaande gegeven, waarbij
ook het aandeel van Continentaal-Europa
is vermeld.
Wereldiproductie van katoen, verdeeld naar
de belangrijlkste productielanden.
Gemiddeld per jaar in mill, in van
1934/1938 tonnen wereldprod.
Vereenlgde Staten 2.76 42.7
Britsch-Indië 1.03 16.0
SowjetRusland 0.68 10.6
China 0.67 10.4
Egypte 0.40 6.2
Continentaal-Europa 0.03 0.4
Andere landen 0.88 13.7
Wereldproductie '6.45 100.0
De productie van ruwe katoen van Con
tinentaal-Europa is in die jaren gemiddeld
minder dan pet. van de wereldproductie
geweest en dus van geen beteekenis.
Wol.
Van de zoogdieren, die haren producee-
ren, welke voor textielproducten kunnen
worden gebruikt is het schaa,p verreweg
het belangrijkste. Bij het schaap heeft een
selectie, vermoedelijk van duizenden jaren,
tenslotte geleid tot een vrijwel homogeen
haarkleed, dat dus, behoudens gedeelten
met wol van verschillende kwaliteit, een
homogeen soort wol oplevert. Een over
zicht van de wereldproductie van wol is
hieronder gegeven, wederom met vermel
ding van de productie van Continentaal-
Europa.
Were-ldproductle van wol, verdeeld naar de
voornaamste productielanden.
Gemiddeld per jaar in duizend, in v. d.
1934/1938 tonnen wereld,prod.
Australië
452
26.1
Vereenigde Staiten
406
23.5
Argentinië
172
9.9
Nieuw-Zeeland
136
7.9
Unie van Z.-Afrika
114
6.6
Sowjet-Rusland
95
5.5
Continentaal-Europa
193
11.2
Andere landen
161
9.2
Wereldproductie
1729
100.0
Het aandeel van Continentaal-Europa van
wol is ruim 1/9 van de wereldproductie;
de hoeveelheid, welke in Europa geprodu
ceerd wordt, is echter niet voldoende om
te eigen behoefte te kunnen dekken.
Vlas, hennep, jute en ruwe zijde
Van de andere belangrijkste natuurlijke
textielgrondstoffen is hieronder de wereld
productie en het aandeel van cintinentaal-
Europa gegeven.
Wereldproductie van ivlas, hennep', jute
en ruwe zijde.
Gemiddeld ,per jaar in duizend, in y. d.
1934/1938 tonnen wereldprod.
Vlas
Sowjet-Rusland
546
70.2
Continentaal-Europa
128
16.5
Wereldproductie
777
100.0
Hennep
Sowjet-Rusland
135
36.3
Continentaal-Europa
194
52.2
Wereldproductie
372
100.0
Jute
Britsch-Indië
1479
99.5
Continentaal-Europa
0
0.0
Wereldproductie
1487
100.0
Ruwe z ij d e
Japan
42
77.8
Continentaal-Europa
3
5.6
Wereldproductie
54
100.0
Uit deze gegevens blijkt, dat Continen
taal-Europa slechts van hennep een belang
rijk aandeel van de wereldproductie voort
brengt. Kwantitatief is hennep echter van
veel minder beteekenis dan katoen, wol en
jute. Van dit laatste wordt in Continentaal
Europa in het geheel niets voortgebracht.
Van vlas wordt in Continentaal-Europa 1/6
van de wereldproductie voortgebracht en
de hoeveelheid hiervan is zoodanig, dat
productie en verbruik elkaar in de laatste
jaren voor den oorlog nagenoeg hebben ge
dekt.
In het tweede gedeelte van dit artikel
zal worden nagegaan welke nieuwere
grondstoffen voor de textiel-industrie be
langrijk zijn en de totale voorziening der
textielgrondstoffen worden onderzocht.
De gegevens van deze beschouwing
zijn voor een belangrijk deel ontleend aan
een nog niet gepubliceerde studie van den
schrijver met A. L. G. M. Rombouts ing.
I. G. Lg-I. E. G. ,,De oeconomische struc
tuur van Continentaal-Europa."
Marktbericht van Jac. Knoop, Make
laar in aardappelen, groenten en Ërnit
Adm. de Buijterweg 196, Telef. 81431
Amsterdam.
Heden werden de volgende prijzen voor
de aardappelen te Amsterdam vastgesteld
door de regeering loopende van 17 Febr.
tot 22 Pebr. 1941. Prijs per kilo: Zeeuw-
sche Bonten f 4.21%; Zeeuwsche Blauwen
if 4.21%; Blauwen en Bonten poters f
3.511/2; Z. Industrie f 3.511/2;;, Ypolder Be
velanders f 3.86%; Haarlemmermeer Be
velanders f 3.86%; Ypolder Bonten en
Blauwen f 4.21%.
Overige soorten geen aanvoer.
OVER PROEFVELDEN EN
PROEFNEMINGEN MET UIEN
IN 1940.
Beschouwingen omtrent het sortiment der
Nederlandsche Uienselecties.
Door de resultaten van het selectiewerk,
zullen de uientelers thans, door het onder
brengen van de meest belovende selecties
van ons uiensortiment in een drietal typen,
beter een hun passende keuze kunnen doen,
dan voorheen het geval was.
Immers, ieder type heeft zijn bijzondere
beteekenis, welke zich weerspiegelt in de
beschrijving van het landras, waaruit de
door hem vertegenwoordigde selecties ont
sproten, doch tengevolge van door den
kweeker toegepaste selectie, in mindere of
meerdere mate daarvan afwijken.
Het Rijnsburger tj^e omvat productieve
of zéér productieve bolvormige, doch mee
rendeels matig tot tamelijk duurzame uien
met een tamelijk laag percentage inwen
dige roodkleuring. Deze uien leenen zich
uitstekend voor direct opruimen van het
land o£ export naar dichtbij gelegen gebie
den na niet te lange bewaring.
De vertegenwoordigers van het Zeeuw
sche bruine type zijn weliswaar minder pro
ductief en meerendeels aanzienlijk sterker
inwendig roodgetint dan die van het eerst
genoemde type, doch over het algemeen be
ter houdbaar. Ook bevatten zij veelal nog
eenig sterk uitwendig rood, hetgeen bij de
vertegenwoordigers van het Rijnsburger ty
pe slechts sporadisch voorkomt.
Door zijn over het algemeen grootere
duurzaamheid leenen de selecties van het
Zeeuwsche bruine type zich bij uitstek voor
extra lange bewaring of export naar ver
deraf gelegen streken. Dit type omvat de
echte bewaaruien.
De uien van het derde type, het N.-Hol-
landsche stroogele, komen in productiviteit
veel met die van het Rijnsburger-overeen.
Wat hun roodkleuring betreft, staan zij
zelfs boven dit type. Zij bezitten echter één
eigenschap, welke hen al naar de omstan
digheden ten goede of ten kwade gerekend
kan worden, nl. hun tijdstip van afrijpen.
Geldt weliswaar vroegrijpheid gewoonlijk
als een gunstige factor, het feit evenwel,
dat gebleken is, dat het tijdstip van aïrajpen
van de selecties der verschillende typen,
eenige weken uiteenloopt, biedt den uiente-
ler tevens de mogelijkheid, door een zorg
vuldige keuze, een meer doelmatige werk-
verdeeling bij den oogst van de uien op
zijn bedrijif, te bewerkstelligen. Hierdoor
wordt het op tijd plukken bevorderd, waar
van de practijk zich de beteekenis voor de
houdbaarheid van het product terdege be
wust is.
Bij mijn gegeven uiteenzetting van de
beteekenis der inlandsche uülentypen, heb
ik deze geschetst naar het gemiddelde
beeld, dat hun beste vertegenwoordigers
vertoonen. Deze vertegenwoordigers zelf
munten uit onder hun conourrenten, die
wij allen om bepaalde redenen van zooda
nige beteekenis achtten, dat zij nader on
derzoek wettigden. Daarom acht ik het bil
lijk en nuttig voor deze selecties, die zooals
werd opgemerkt, ook vermeld worden in de
17e Beschrijvende Rassenlijst, bijzondere
aandacht te vragen.
Bedenkt, dat de luttele meerdere onkos
ten aan zaaizaad, tegenover willekeurig
handelszaad van overigens goede qualiteit,
ter belooning van den kweeker voor zijn
arbeid, veelvoudig zullen terugkeeren in
hoeveelheid en hoedanigheid van het te
oogsten product.
Kiest vertegenwoordigers van het Rijns-
burger, en N.-HoUandsche stroogele type,
voor zoover U direct wenscht op te ruimen
of miatig lang bewaren. In de eerste plaats
komen hiervoor in aanmerking de selecties
van het Rijnsburger type Johan v. Nieu-
wenhuijzen van Johan A. van Nieuwenhuij-
zen te Ooltgensplaat, M. v. Zielst van M.
van Zielst te Nieuwe Tonge,, Favoriet van
N.V. Wed. P. de Jongh te Goes en Gala
thee van Maarten C. van Nieuwenhuijzen te
Ooltgensplaat alsmede de selecties Bola van
J. Jong te Noordscharwoude en Bart vam
Loenen van Bart van Loenen te Zuidschar-
woude van het N. Hollandsche stroogele
type.
Kiest vertegenwoordigers van het Zeeuw
sche bruüie type, voor zoover U zéér lang
wilt bewaren of Uw exporteur exportuien
voor veraf gelegen gebieden wenscht te kun
nen leveren.
Hiervoor komen in het bijzonder in aan
merking de vertegenwoordigers van dit ty
pe Perijika van Centraal Bureau te Rotter
dam, sel. P. Voogd van P. Voogd te Goe-
dereede en sel. Ir. Mijs van Ir. J. B. Mijs te
Sommelsdijk.