CI1QWEEKBLADÖpGED.GR0nD^UAG vöÖRDcZUID-HOIlIFi^ EHAHDEII N.V. üitBeTersmaatschapDiJ JILANDEN-NIEÜWS" Het vraagstuk der Textiel goederen in Enropa. 13e Jaargang WOENSDAG 19 FEBRUARI 1941 No. 1219 Een strijdbaar held. Marktberichten WAARIN SEDERT 1 NOV EMBER 19 35 OPGENOMEN HET BLAD .O N Z E E I L A N D E N" 1 8E JAARGANG UITGAVE VAN LAl^B. EN TUINBOUW. n. niEuws Gevestigd te Middeltamis Prins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17. BijkantooT voor Zeeland: St. .Maiartensdijk Markt, Telef. 59. Abonnementsprijs 90 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling. Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per weelt. Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden per jaar. Advertentie-prijs- 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst- aanvragen en aanbiedingen van 16 regels 80 et.; Boekaan- kondiging 10 cent per regel Contracten belangrijk lager. 24. De rotssteen was dus het altaar, waarop het offer was verteerd. Over Christus als het ware altaar en dus hier als de ware rotssteen hebben we de vorige maal gehan deld. Thans dienen we te gaan spreken over Christus als het ware offer. Het offer is zéér oud en van Goddelijke instelling. Zeer lezenswaardig is hetgeen Ds. J. G. Staringh in zijn „Bijbels zakelijk woorden, boek" schrijft omtrent de oorsprong der of ferande enz. Een en ander moge hier dan ook volgen. „Zij beweren daarom, dat de oorsprong der offerande is af te leiden van een God delijke instelling. Dat het wel waar is, dat men in die vroege tijden daarvan geen uit drukkelijk bevel vindt, maar evenwel zo iets, hetwelk zo een bevel, of tenminste een voordaad van God veronderstelt, want, leest men in Genesis 3 vers 21, dat God voor Adam en Eva rokken maakte van vel len, na alvorens het verbond der genade met hen opgericht te hebben in het beloof de Vrouwenzaad, er is niets gereder te den ken, dan dat van offerdieren, die geslacht waren, om al van den beginne aan der men sen geloofsoog te vestigen op het toekom stig zoenoffer van dat Vrouwenzaad, als zullende het middel zijn, waardoor de oude slang de kop vermorzelen zou; alsmede ter inwijding en bevestiging van het nieuw op gericht genadeverbond. Te meer dertkt men zo, omdat men in het vervolg g'ezien heeft, dat bij plechtige vei'bondsmakingen de offe randen altoos plaats gehad hebben. De of feranden dus in gebruik gebracht zijnde, zijn ook, tot op de invoering van het' Nieu we Testament, in bestendlng gebruilc ge bleven. Onder de tijdbedeling der belofte, zo vóór de zondvloed, gelijk kennelijk is uit het voorbeeld van Kaïn en Abel, hetwelk zekerlijk is nagevolgd door de Godvruchti ge Sethieten, bij het plechtig aanroepen van Gods naam, als nS, de zondvloed, want het offeren was het eerste werk van No- ach, nadat hij ter arke was uitgegaan op het droge. En vermits deszelfs zonen de stamvaders geworden zijn van alle volken, zo is het niet te verwonderen, dat de offe randen ook onder de volken zijn in gebruik geweest, als hebbende deze godsdienstige plechtigheid geleerd van hun stamvaders, en even daarom, dat ze van die was, en te groter waarde gehouden en te bestendiger nagevolgd. Doch, gelijk geheel de gods dienst, zo zijn ook de offeranden, hoe lan ger hoe meer verbasterd en op een Godont- erende wijze misbruikt bij die volken, die men heidenen noemt, en die, zich verwijde rende van de kennis en dienst van den énen waren God, hoe langer hoe verder vervallen zijn tot afgoderij en bijgeloof. Maar in de patriarchale huisgezinnen van Abraham, Izaak en Jacob zijn dezelve in hun eerste zuiverheid gebleven. De tijdbedeling der wet is bij uitstek de tijd der offeranden geweest. Maar Gods bevel aan Mozes, en door Mozes van Israël voorgeschreven, met een nauwkeurig be richt van de tijd, wanneer, de plaats, waar, de personen doorwelke, de gelegenheden waarbij, en de wijze op welke die zouden moeten worden waargenomen, werden de af feranden toen grotelijks vermenigvuldigd." En wat verder vervolgt hij: „De offerhan den houden naar het ontwerp der onder scheidene hulshoudingen, onder welke God zijn kerk wilde doen leven hier op aarde, van geen bestendinge duur zijn. Zo geschikt ze waren voor de tijdbedeling der wet, zo ongeschikt zouden ze geweest zijn voor die van het evangelie, en daarom moesten ze maar duren tot op de tijd der verbetering. Onder de tijdbedelingen der wet waren er redenen, die de offeranden nuttig en nood zakelijk maakten: zo dienden de offeranden zelf om het geloofsoog te wijzen op het toe. komstig zoen- en borgwerk van den Messi as, als het enig middel, waardoor de zonden verzoend en de dankplichten Gode veraan genaamd zouden kunnen worden. Derzelver veelheid en gedurige herhaling om hen, door die gedurige bloedstortingen, te meer te overtuigen van hunne doemwaar- dlgheid, als ook van de onvolkomenheid dier oifferanden, opdat zij op die niet het minste vertrouwen stellen, maar hetzelve in het geheel wentelen mochten op het toe komstig zoenoffer van den Messias, als waardoor op eenmaal en tot in eeuwigheid zouden volmaakt worden allen, die geheiligd worden. En derzelver lastige omslag, om Israels volk, hetwelk een zeer balorig volk was, te beter in de toom en onder het juk te houden, en het te vuriger te doen verlangen naar de komst van den Messia!^, de openba ring van Gods Koninkrijk en de daarin te genieten vrijheid. Maar onder de tijdbede ling van het evangelie zouden al deze rede nen ophouden." Tenslotte eindigt hij met deze korte sa menvatting: „De offeranden, en v/el voor namelijk die, welke strekten tot verzoening en reiniging van zonden, waren voorbeelden van het rantsoenerend en reinigend vermo gen van Christus dood, welk daarom ook omschreven wordt als het stellen Zijner ziel tot een schuldoffer en als een offerande, waardoor de eeuwige verzoening te weeg gebracht en de concientie van dode werken gereinigd is, om den levenden God te die nen. En die, welke strekten tot een bewijs van de godsdienstigheid en dankbaarheid van den offeraars verbeeldden de godsdienst plichten van de geloovigen, die daarom ook omschreven worden als geestelijke pries ters. En hun boetvaardigheid als de offeran den van een gebroken geest en verslagen hart, hunne gebeden als een reukwerk, hun ne dankzeggingen als een offerande des lofs, en hunne weldadigheid en mededeel zaamheid, als een offerande, waaraan God een welbehagen heeft; het betrachten van de redelijke godsdienst, als het .•stellen hun ner lichamen tot een levende, heilige en Go de welbehagelijke offerande; en lijden en marteldood, die zij om der waarheid wille ondergaan, als het opofferen van een drankoffer." Dit moge genoegzaam zijn, om u te laten aanvoelen, dat Christus is het enig ware offerlam, dat geslacht is van voor de grondlegging der wereld, en waarvan de Hebreër-brief zegt: „Want het is onmoge lijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme. Daarom komende in de wereld zegt hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt m.ij het lichaam toebereid; brandofferen in offer voor de zonde hebben U niet behaagd; toen sprak ik: Zie, ik kom (in liet begin des boeks is van mij geschreven) om uwen wil te doen, o God!" En, ziet Hem daar gaan, naar den hof van Gethsemané, ziet Hem daar kruipen als een wormen geen man in krachten, terwijl het bloedig zweet Hem van het li chaam druipt. Beladen is Hij met de .sciiuld der zijnen, en bewaarheid wordt het woord van Zacharia: „Zwaard, ontwaak tegen mij nen herder en tegen den man, die mijn met gezel is." Hij moet dragen de last van de toorn Gods tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht, ja, van dien ongedeel- den toorn, en dat, terwijl de satan hoogtij viert, om de verzenen van het Vrouwen zaad te vermorzelen, doch dat hem de kop vermorzelen zal. Hoor Hem ook klagen in het midden der diepe duisternis: „Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten," het Eli, Eli, lama sabachtani. Luther riep in verwondering uit: „God van God verlaten, wie kan dat vatten?" En welgelukzalig zijn ze, die krachttns dit zoenoffer, dat gans verteerd is, vanwege hot vuur van Gods grimmigheid tegen de zon de, want Christus was immers tot zonde gemaakt, hoewel Deze bleef Gods enig ge liefden Zoon, in welke Hij Zijn welbehagen had, in der eeuwigheid van God niet ver laten zullen zijn, maar eeuwig bij hun God en Koning wezen mogen. Maar diep ongelukkig zijn ze ook, die straks dat vuur, die toorn Gods tegen de zonde, gevoelen zullen, zonder bekleed te zijn met de bedekkende gerechtigheid van Vorst Immanuël. O, wat zal dat toch uit maken, onbëkeerd te sterven, en zo voor God te moeten verschijnen. Wat zal dat een vuur zijn, dat nimmer wordt uitgeblust. Geen smart of pijn of ellende op aarde zal daarmede te vergelijken zijn. Daarom ook, ontvlied de toekomende toorn. Het is nog het heden der genade. De deur is nog niet op het nachtslot. Het is nog mogelijk om zalig te worden. Zo kostelijk zegt Erskine over de tekst uit het Hooglied: „Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn lieifste onder de zonen," dat Christus hierin wordt voor gesteld als een appelboom, niet onder de bo men van een gesloten hof of ommuurde tuin, waar niemand bij kan, maar als een a,ppelboom' onder de bomen des wouds, om dat een woud voor iedereen toegankelijk is. O, wat is die aanbieding van dat kostelijk Evangelie toch ruim. En wat zal het toch uitmaken, dit versmaad te hebben. Maar ook, wat is de diepte van de val toch ontzettend groot. Vrijwilüg en moed willig het verbond Gods verbroken, maar ook vrijwillig en moedwillig het aanbod van genade verzaakt. Doch, Gode zij dank, is er nog een volk op de aarde, dat door genade leert hongeren en dorsten naar de aangebodene gerechtig heid, en dat in de uitgangen der ziel, het de Bruid uit het Hooglied wel eens na- klaagt: „Zeg mij aan, gij, dien mijn ziel liefheeft, waar gij weidt, waar gij de kudde legert op de middag; want waarom zoude ik zijn als een die zich bedekt bij de kudden uwer metgezellen?" Och, zulk een heeft toch wel eens iets gezien van de heerlijkheid van dat enig aan gebrachte offer. En daarom een vraag. Kent ge iets van die lijdende knecht? Kent ge iets van die vernederde Zaligmaker? Hebt ge nooit iets van Hem aanschouwd door de traliën van Zijn Woord? Is het te midden van uw diepe geestelijke armoe de en vreemdelingschap het u nooit tot troost geweest, dat Hij nog lager heeft gebukt en uitroepen moest: „De vossen hebben holen en de vogelen des hemels hebben nesten, doch de Zoon des mensen heeft niets, waar Hij het hoofd op neder- legge Hebt ge nooit uit de diepte van uw geestelijke droeifheid, eens mogen blikken op Hem, die eenniaal uitroepen moest: ,,Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe." Of hebt ge er jnooit hope uit mogen scheppen, dat van I^em geschreven staat: „Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het (zaad) zien, en verzadigd worden?" Och, bedrukte schaar, houd moed. Want gelijk een bruidegorn vrolijk is over zijn bruid, alzo zal uw Gbd over u vrolijk zijn. Daarom ook, zo Hiji thans nog vertoeven moge, verbeid Hem itoch. Hij zal gewisse- lijk komen en niet achterblijven. Belangrijk tekott aan klassieke textielgrondstoffen. Ir. J. van Ettingeiv schrijft aan de Nieu we Rott. Courant: De behoefte van ten mensch aan klee ding en andere text lelgoederen, is sedert het begin van deze eeuw, sterk toegeno men. Hoe belangrijk Ie vele voor de be staande levensgewooii ten onmisbare tex tielproducten zijn, blikt wel eerst goed in dezen bijzonderen tijfe, nu de sohaarschte ingrondstoffenhet v^ngstuk der 100 pun ten naar voren heeft gebracht. Tot voor enkele tientallen jaren was de voortbrenging vaji textielgoederen geheel gebaseerd op het gebruik van natuurlijke plantaardige vezels en dierlijk haar. Hon derden jaren lang waren wol, vlas, hennep, katoen, jute en zijde de voornaamste grond stoffen der textielindustrie. Een industrie, welke zich evenals vele andere oude tak ken van nijverheid in de laatste eeuwen van handwerk in huis voor de leden van het gezin tot groote industrie heeft ontwik keld. De bijzondere omstandigheden, waarin de landen van Continentaal-Europa, het vaste land van Europa zonder Rusland, verkeeren, brengen voor de textielindustrie moeilijke problemen met zich mede. Con tinentaal-Europa is namelijk niet in staat voldoende klassieke textielgoederen voort te brengen. Zoolang deze omstandigheden voortduren zal een groot deel der Euro- peesche bevolking ,zich, wat textielproduc ten betreft, belangrijk moeten beperken en textielgoederen moeten gaan gebruiken, welke vervaardigd zijn van andere grond stoffen, dan waaraan zij gewend is. Teneinde eenig inzicht te krijgen in het vraagstuk der textielvoorziening, is het van belang, na te gaan in hoeverre Continen taal-Europa zich zelf met textielgrondstof fen als wol, vlas, hennep, katoen, jute en zijde kan voorzien. Verder is het belang rijk te onderzoeken, hoe aan dit tekort door het gebruik van nieuwere vezels kan worden tegemoet gekomen. Van de natuurlijke vezels is katoen kwantitatief de belangrijkste. Katoen. De katoenvoortbrengende planten (fami lie der Malvaceae) bezitten zaden, welke met lange haren en kort pluis bezet zijn. De oogst bestaat ongeveer 2/3 uit katoen- piten en voor 1/3 uit zaadharen. In een zoogenaamde gin-inrichting wordt de ka toen ontpit. Een overzicht van de wereld productie is onderstaande gegeven, waarbij ook het aandeel van Continentaal-Europa is vermeld. Wereldiproductie van katoen, verdeeld naar de belangrijlkste productielanden. Gemiddeld per jaar in mill, in van 1934/1938 tonnen wereldprod. Vereenlgde Staten 2.76 42.7 Britsch-Indië 1.03 16.0 SowjetRusland 0.68 10.6 China 0.67 10.4 Egypte 0.40 6.2 Continentaal-Europa 0.03 0.4 Andere landen 0.88 13.7 Wereldproductie '6.45 100.0 De productie van ruwe katoen van Con tinentaal-Europa is in die jaren gemiddeld minder dan pet. van de wereldproductie geweest en dus van geen beteekenis. Wol. Van de zoogdieren, die haren producee- ren, welke voor textielproducten kunnen worden gebruikt is het schaa,p verreweg het belangrijkste. Bij het schaap heeft een selectie, vermoedelijk van duizenden jaren, tenslotte geleid tot een vrijwel homogeen haarkleed, dat dus, behoudens gedeelten met wol van verschillende kwaliteit, een homogeen soort wol oplevert. Een over zicht van de wereldproductie van wol is hieronder gegeven, wederom met vermel ding van de productie van Continentaal- Europa. Were-ldproductle van wol, verdeeld naar de voornaamste productielanden. Gemiddeld per jaar in duizend, in v. d. 1934/1938 tonnen wereld,prod. Australië 452 26.1 Vereenigde Staiten 406 23.5 Argentinië 172 9.9 Nieuw-Zeeland 136 7.9 Unie van Z.-Afrika 114 6.6 Sowjet-Rusland 95 5.5 Continentaal-Europa 193 11.2 Andere landen 161 9.2 Wereldproductie 1729 100.0 Het aandeel van Continentaal-Europa van wol is ruim 1/9 van de wereldproductie; de hoeveelheid, welke in Europa geprodu ceerd wordt, is echter niet voldoende om te eigen behoefte te kunnen dekken. Vlas, hennep, jute en ruwe zijde Van de andere belangrijkste natuurlijke textielgrondstoffen is hieronder de wereld productie en het aandeel van cintinentaal- Europa gegeven. Wereldproductie van ivlas, hennep', jute en ruwe zijde. Gemiddeld ,per jaar in duizend, in y. d. 1934/1938 tonnen wereldprod. Vlas Sowjet-Rusland 546 70.2 Continentaal-Europa 128 16.5 Wereldproductie 777 100.0 Hennep Sowjet-Rusland 135 36.3 Continentaal-Europa 194 52.2 Wereldproductie 372 100.0 Jute Britsch-Indië 1479 99.5 Continentaal-Europa 0 0.0 Wereldproductie 1487 100.0 Ruwe z ij d e Japan 42 77.8 Continentaal-Europa 3 5.6 Wereldproductie 54 100.0 Uit deze gegevens blijkt, dat Continen taal-Europa slechts van hennep een belang rijk aandeel van de wereldproductie voort brengt. Kwantitatief is hennep echter van veel minder beteekenis dan katoen, wol en jute. Van dit laatste wordt in Continentaal Europa in het geheel niets voortgebracht. Van vlas wordt in Continentaal-Europa 1/6 van de wereldproductie voortgebracht en de hoeveelheid hiervan is zoodanig, dat productie en verbruik elkaar in de laatste jaren voor den oorlog nagenoeg hebben ge dekt. In het tweede gedeelte van dit artikel zal worden nagegaan welke nieuwere grondstoffen voor de textiel-industrie be langrijk zijn en de totale voorziening der textielgrondstoffen worden onderzocht. De gegevens van deze beschouwing zijn voor een belangrijk deel ontleend aan een nog niet gepubliceerde studie van den schrijver met A. L. G. M. Rombouts ing. I. G. Lg-I. E. G. ,,De oeconomische struc tuur van Continentaal-Europa." Marktbericht van Jac. Knoop, Make laar in aardappelen, groenten en Ërnit Adm. de Buijterweg 196, Telef. 81431 Amsterdam. Heden werden de volgende prijzen voor de aardappelen te Amsterdam vastgesteld door de regeering loopende van 17 Febr. tot 22 Pebr. 1941. Prijs per kilo: Zeeuw- sche Bonten f 4.21%; Zeeuwsche Blauwen if 4.21%; Blauwen en Bonten poters f 3.511/2; Z. Industrie f 3.511/2;;, Ypolder Be velanders f 3.86%; Haarlemmermeer Be velanders f 3.86%; Ypolder Bonten en Blauwen f 4.21%. Overige soorten geen aanvoer. OVER PROEFVELDEN EN PROEFNEMINGEN MET UIEN IN 1940. Beschouwingen omtrent het sortiment der Nederlandsche Uienselecties. Door de resultaten van het selectiewerk, zullen de uientelers thans, door het onder brengen van de meest belovende selecties van ons uiensortiment in een drietal typen, beter een hun passende keuze kunnen doen, dan voorheen het geval was. Immers, ieder type heeft zijn bijzondere beteekenis, welke zich weerspiegelt in de beschrijving van het landras, waaruit de door hem vertegenwoordigde selecties ont sproten, doch tengevolge van door den kweeker toegepaste selectie, in mindere of meerdere mate daarvan afwijken. Het Rijnsburger tj^e omvat productieve of zéér productieve bolvormige, doch mee rendeels matig tot tamelijk duurzame uien met een tamelijk laag percentage inwen dige roodkleuring. Deze uien leenen zich uitstekend voor direct opruimen van het land o£ export naar dichtbij gelegen gebie den na niet te lange bewaring. De vertegenwoordigers van het Zeeuw sche bruine type zijn weliswaar minder pro ductief en meerendeels aanzienlijk sterker inwendig roodgetint dan die van het eerst genoemde type, doch over het algemeen be ter houdbaar. Ook bevatten zij veelal nog eenig sterk uitwendig rood, hetgeen bij de vertegenwoordigers van het Rijnsburger ty pe slechts sporadisch voorkomt. Door zijn over het algemeen grootere duurzaamheid leenen de selecties van het Zeeuwsche bruine type zich bij uitstek voor extra lange bewaring of export naar ver deraf gelegen streken. Dit type omvat de echte bewaaruien. De uien van het derde type, het N.-Hol- landsche stroogele, komen in productiviteit veel met die van het Rijnsburger-overeen. Wat hun roodkleuring betreft, staan zij zelfs boven dit type. Zij bezitten echter één eigenschap, welke hen al naar de omstan digheden ten goede of ten kwade gerekend kan worden, nl. hun tijdstip van afrijpen. Geldt weliswaar vroegrijpheid gewoonlijk als een gunstige factor, het feit evenwel, dat gebleken is, dat het tijdstip van aïrajpen van de selecties der verschillende typen, eenige weken uiteenloopt, biedt den uiente- ler tevens de mogelijkheid, door een zorg vuldige keuze, een meer doelmatige werk- verdeeling bij den oogst van de uien op zijn bedrijif, te bewerkstelligen. Hierdoor wordt het op tijd plukken bevorderd, waar van de practijk zich de beteekenis voor de houdbaarheid van het product terdege be wust is. Bij mijn gegeven uiteenzetting van de beteekenis der inlandsche uülentypen, heb ik deze geschetst naar het gemiddelde beeld, dat hun beste vertegenwoordigers vertoonen. Deze vertegenwoordigers zelf munten uit onder hun conourrenten, die wij allen om bepaalde redenen van zooda nige beteekenis achtten, dat zij nader on derzoek wettigden. Daarom acht ik het bil lijk en nuttig voor deze selecties, die zooals werd opgemerkt, ook vermeld worden in de 17e Beschrijvende Rassenlijst, bijzondere aandacht te vragen. Bedenkt, dat de luttele meerdere onkos ten aan zaaizaad, tegenover willekeurig handelszaad van overigens goede qualiteit, ter belooning van den kweeker voor zijn arbeid, veelvoudig zullen terugkeeren in hoeveelheid en hoedanigheid van het te oogsten product. Kiest vertegenwoordigers van het Rijns- burger, en N.-HoUandsche stroogele type, voor zoover U direct wenscht op te ruimen of miatig lang bewaren. In de eerste plaats komen hiervoor in aanmerking de selecties van het Rijnsburger type Johan v. Nieu- wenhuijzen van Johan A. van Nieuwenhuij- zen te Ooltgensplaat, M. v. Zielst van M. van Zielst te Nieuwe Tonge,, Favoriet van N.V. Wed. P. de Jongh te Goes en Gala thee van Maarten C. van Nieuwenhuijzen te Ooltgensplaat alsmede de selecties Bola van J. Jong te Noordscharwoude en Bart vam Loenen van Bart van Loenen te Zuidschar- woude van het N. Hollandsche stroogele type. Kiest vertegenwoordigers van het Zeeuw sche bruüie type, voor zoover U zéér lang wilt bewaren of Uw exporteur exportuien voor veraf gelegen gebieden wenscht te kun nen leveren. Hiervoor komen in het bijzonder in aan merking de vertegenwoordigers van dit ty pe Perijika van Centraal Bureau te Rotter dam, sel. P. Voogd van P. Voogd te Goe- dereede en sel. Ir. Mijs van Ir. J. B. Mijs te Sommelsdijk.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1941 | | pagina 1