ChQWEEKEiADopGED.GD0nD5IAG^ÖÖDlZUID-H0aEnZEE^^ EHAHDCn
N.V. ünCEVERSMAATSCHAPPIJ „EIIANDEN-NIEÜWS"
De toekomst van het
Chr. Onderwijs
Officieele berichten.
13e Jaargang
WOENSDAG 11 DECEMBER 1940
No. 1201
DE BO
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER1935 OPGENOMEN HET BLAD .O N Z E E I L A N D E N" - 1 8E J A A R G A N G
UITGAVE VAN
lAnOEII
GeresUgd te MiddeUiaiall Ftins Hendrikstr. 122 G Giro 167930 i Fo«tb<» 8 k T«I. 17,
Bpowtoor voor Zeeland: St. Slaartensi^k MarËt, Telef. 69.
Aboimementsprtls 80 cent per 3 maandenby vooruitbetaling.
VeischSnt lederen Woensdag en Zatjadag 2 maal per week.
Afzomdermtc aummeii 5 cent Buitenland 8 gulden per "jaar
Advertentie<vi||s 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst*
aanvragen en aanbiedingem vm 1—6 rebels 80 et.; Boelo'aa&'
kondiging 10 cent per r^el Contracten belang^l: lager.
De geweldige oorlogsgebeurtenissen en
hun gevolgen, hebben ook in ons land diep
ingrijpende veranderingen gebracht op al
lerlei gebied en zij zullen er, vooral als
de oorlog lang duurt, nog meer brengen. Dit
is ook het geval op het terrein van het
onderwijs en het is dan ook geen wonder,
dat men zich in de kringen, die daarmede
in nauw verband staan, afvraagt, wat de
toekomst brengen zal op het gebied van
de organisatie van het schoolwezen' en hoe
met name de positie zal worden van ons
Christelijk onderwijs.
Het lager onderwijs hier te lande is, ge
lijk men weet, onderscheiden in openbaar
onderwijs, dat uitgaat van de overheid en
bijzonder onderwijs uitgaande van particu
lieren of kerken. Het eerste, dat in de 19e
eeuw schier alleertheerschend was, heeft nu
nog slechts 30 der leerUngen, terwijl het
Prot. Christelijk en het Roomsch-Katholiek
Onderwijs de rest hebben. Na een school
strijd, die 80 jaar duurde en eindigde met
de gelijkstelling in 1920, heeft het bijzon
der onderwijs zich een gevestigde positie
verworven en zijn rechten grondwettelijk
vastgelegd. Het werd financieel op gelijke
voet behandeld met de neutrale overheids-
school, tervrtjl de vrijheid van richting en
inrichting werd gewaarborgd.
De vraag is nu, of en in hoeverre déze
schoolorganisatie onder het huidig bewind
zal worden gewijzigd. De jongste benoe
mingen aan het gesplitste Département
van Onderwijs schijnen op een nieuwe
koers te wijzen en de toenemende invloed
der N.S.B, op "het regeerbeleid verhoogt
de kans op nieuwe maatregelen, wellicht
op een nieuw onderwijssysteem. Eenig licht
daarover is dezer dagen verschaft door Dr.
H. W_ van der Vaart Smit, de leider van
het uitgeversbedrijf De Pauw, dat regel
matig artikelen ter plaatsing in de pers
aanbiedt en directeur is van het Ned.
Chr. Persbureau. Deze zond een artikel
van zijn hand aan de bladen over: „De ko
mende onderwijsherziening," waaraan wij
het volgende ontleenen.
„Dat er een onderwijshervorming in voor
bereiding is, is een publiek geheim. De be
staande toestand is onbevredigend, de wet
van 1920 heeft groote gebreken en een
nieuwe wet zal niet uit kunnen blijven.
Voor de Duitsche autoriteiten was de toe
stand op lager-onderwijsgebied hier te
lande zeer vreemd. In Duitschland heeft
men nimmer de ontkerstende openbare
school gehad, zoodat een schoolstrijd er
nooit is geweest als in ons land. Het alge-
meen karakter der Duitsche scholen was
en is nog: algemeen Christelijk. Daarom
stonden de Duitsche autoriteiten vreemd
tegenover de toestand hier in Holland en
moeten zij eerst doorvorschen, hoezeer de
Fransche revolutie hier indertijd de volks-
school ontkerstend had en verstaan, dat de
kerken hier te lande de schoolstrijd begon
nen en volstreden. Deze peiling is nu ge
schied en hun belangstelling groeit voor
de oplossing, die hier te lande hun als de
eenig mogelijke ter kennis kwam.
De oplossing, die wij hier bedoelen, heeft
een allermerkwaardigste geschiedenis, In
1922 en 1923 verschenen onder de hoede
van Dr. H. Colijn als hoofdredacteur series
artikelen in „De Standaard," getiteld::
„Om de vrijheid der school." Schrijver de
zer artikelen was Dr. H. W. van der Vaart
Smit (toen nog Geref. predikant te Zwijn-
drecht Red.) In 1925 verschenen deze arti
kelen in boekvorm met een voorwoord van
Dr. CoUjn. Ook van C.H. en R.K. zijde
bleek interesse ervoor. Een daarop inge
stelde staatscommissie zou tot taak heb
ben, deze voorstellen te onderzoeken en in
een wetsvoorstel te belichamen. Door het
verzet uit partijkringen kwam hiervan ech
ter niets en ook Dr. Colijn week voor dit
verzet terug,
In later jaren kwam de schrijver in aan
raking met Ir. Mussert (hij is thans, naar
we meenen, lid der N.S.B. Red.) en legde
hem één en ander voor. Dit contact had tot
resultaat, dat Ir. Miussert deze plannen
overnam en uitwerkte. Sindsdien zijn deze
plannen tot program der N.S.B, geworden.
En langs dit kanaal bereikten ze de Duit
sche overheid, die uiteraard van het pro
gram der geestverwante partij in Neder
land nauwgezet kennis nam.
Over deze plannen bestaat thans in de
kringen der ingewijden vrij groote een-
stenunigheld. En bij de uitvoering zal deze
eenstemmigheid ook onder ons volk open
baar moeten worden. Want plannen, die
door Dr. Colijn werden gesteund, zullen, nu
ze door de N.S.B, zijn overgenomen van de
geestelijke dollar tot de geestelijke Schel
de instemming moeten vinden.
De grondidee dezer plannen is, dat van
3 typen van scholen wordt uitgegaan, die
elk een „corporatie" zullen vormen, n.l.
de algemeene vakschool, de R.K. school en
de School met den Bijbel. Deze zullen drie
elk met eigen inrichting met volko
men gelijkstelling van de staat uitgaan,
terwijl de invloed van ouders, personeel en
kerk wordt gewaarborgd.
Wij meenen, dat zoowel van links als van
rechts de naderende hervorming met in
stemming zal kunnen v/orden begroet. Eén
ding staat reeds volkomen vast, namelijk,
d^t hoe het ook in de naaste toekomst
moge loopen geen sprake zal ziijn ivan
eeiiigerlei geforceerde eenheldsschool. Er
zal met de geschiedenis van de schoolstrijd
rekening worden gehouden."
Tot zoover het artikel van Dr. Van der
Vaart Smit. Wij hebben in ons krantenar
chief eens gesnuffeld en daarin de serie
artikelen gevonden van zijn hand (1922)
getiteld: „Om de vrijheid der school." Men
bemerkt daaruit, dat hij zich daarin geheel
en al stelt op anti-revolutionair standpunt,
gelijk in de titel reeds duidelijk uitkomt.
Hij betoogt in het eerste, dat we niet moe
ten gaan in de richting van de Staats
school. Daarvan wil hij niets weten. Als
artsenij tegen de staatsschoolinrichting
prijst hij daarom een uitzetting en wette
lijke versteviging aan de positie der school,
besturen, terwijl hij in het derde artikel
erop wijst, dat het beginsel der vrije school
alleen dan vervulbaar wordt, wanneer het
als beginsel der wetgeving voor héél de
natie, dus ook voor de openbare school
wordt aangehouden. Deze moet het insti
tuut van het schoolbestuur van het Bijz.
onderwijs overnemen en dus ook „bijzon
der" worden. Na 1920 is volgens schr. de
ontwikkeling te veel in de richting der
staatsschool gegaan en daarvan moeten
we terug. De vrije school voor heel de na
tie zij het ideaal en daarom moeten de hui
dige oudercommissies der Openbjare School
wettelijk worden omgevormd tot school
besturen, „'t Beginsel der waarachtige vrij
heid zal daardoor worden gebaat, de volks
energie zal erdoor worden ontwikkeld en
gebruikt, het onderwijs zal erdoor worden
opgeheven en de doodsche en doodende
Staatsbenioeiïng zal erdoor tot de juiste
verhoudingen kunnen worden terugge
bracht."
Voorts stelt de schr. voor, dat de Over
heid aan al deze scholen alleen betale het
minimum van wat eenvoudig ingerichte
scholen ^- bij bouw en exploitatie ge
acht worden te mogen kosten. Hij spreekt
daarbij over een zesklassige school, want
het zevende leerjaar, dat toen pas was in
gevoerd ,,is ietwat van boven opgelegd.
En daarmee komt men er nooit. Dat drukt
ireeleer, dan dat het opheft, 't Worde dus
als wettelijke verplichting ingetrok
ken of opgeschort. Wil een schoolbestuur
het' zelf Invoeren, uitstekend, maar daji
ook zelf betalen." De overheid stelle be
schikbaar minimum-bouwsommen, mini.
mum-exploitatiekosten en minimum-sala-
rissen, evenwel met volledige vrijheid der
schoolbesturen, uit eigen beurs meer te
doen. Zoo komt er meer vrijheid, want „uit
het dwangbuis eener al te groote Over
heidszorg moet de volks-energie worden
bevrijd."
Het Vraagstuk der schoolsplitsing, die op
Protestantsch erf wel voorkomt, wil de
schr. als volgt oplossen. Hij wenscht niet,
dat in dit opzicht de vrijheid wordt beknot,
maar wel, dat de Staat niet alles betaalt.
In een dorp, waar b.v. plaats is voor de
neutrale, een R.-Kath. en een Chr. School,
doch waar de voorstanders der laatste zich
splitsen, betale de Overheid voor het Chr.
Ondervrijs, ongeacht of het op één of twee
scholen gegeven wordt, alleen het mini
mum; waarop het Chr. onderwijs als een
heid recht heeft. De rest zullen dan de
schoolbesturen zelf moeten betalen. De
schr. wil echter op de voorgrond stellen,
dat de vrijheidsgedachte tot elke prijs moet
worden gehandhaafd.
De eindconclusie van den schr. is, dat
ter bereiking van deze doeleinden een om
vangrijke wetsvrtjziging noodig is, omdat
het heele streven in de richting eener
Staatsalzorg moet worden afgebroken, het
instituut der schoolbesturen zorgvuldig
moet worden opgebouwd en de financiëele
paragraaf moet worden omgewerkt. Er
moet een gezonde decentralisatie komen.
,,Het edele en mooie uit de schoolstrijd is,
dat men niet alleen negatief opkwam te
gen financiëele onbillijkheden, maar veel
eer positief voor de „souvereiniteit in eigen
kring" van de heilige beginselen der Chris
telijke geloofsovertuiging de strijd aan
bond."
Ziehier in het kort de idleën van Dr. van
der Vaart Smit uit 1922. Principieel geno
men dus afgezien van de formeele uit
werking stelt hij zich geheel en al op
het atandpunt, dat steeds door de voorman
nen uit de schoolstrijd is ingenomen. De
vrijheid van onderwijs en opvoeding, van
richting en inrichting, is in dit systeem
volkomen gewaarborgd. Alleen gelooven
we, dat de financiëele voordeelen ervan
lang niet zoo groot zijn als schr: zich voor
stelt. Bovendien is dit stelsel slechts door
te voeren In een tijd van maatscha^ppelijk
hoogconjunctuur, wanneer het particulier
initiatief werkelijk in staat is, zich groote
offers te getroosten.
Intusschen weten we niet, inhoeverre de.
ze voorstellen vervormd zullen worden, al
vorens ze wet zijn. We zullen dit moeten
afwachten. Het is niet gemakkelijk aan te
nemen, dat een nieuwe onderwijswetgeving
uitgaande van de nat. socialistitsche staats
gedachten, welke de staat op allerlei ge
bied zeer groote, ja onbeperkte bevoegdhe
den toekent, op dezelfde grondslagen zal
rusten als de huidige. Volgens de mededee-
lingen van Dr. Van der Vaart Smit zal re
kening worden gehouden met het histo
risch gewordene. Wij spraken daarom de
hoop en de verwachting uit, dat ons Chris
telijk Onderwijs in alle opzichten zijn na
80-jarige strijd veroverde positie kan blij
ven behouden en ongerept uit dit droevig
tijdsgewricht, waarin zooveel wordt ver
nield, zal te voorschijn treden.
Wrijf 's avonds rug en borst in met
Dampo.Danonderde wol! Volgende
morgen beter! Pot 50ct. Doos 30ct.
BENZINE VOOR TRACTOEEN EN STA-
TIONNAIRE MOTOREN IN LAND- EN
TUINBOUWBEDRIJVEN.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd maakt het volgende be
kend
Aanvragen voor vergunning tot het koo-
pen en verbruiken van benzine als motor
brandstof voor die tractoren en stationnal-
re motoren, welke gewoon waren uitslui
tend op benzine te loopen, ten behoeve van
land- en tuinbouwbedrijven, voor de maand
Januari 1941, moeten uiterlijk 16 Decem
ber a.s. zijn binnengekomen bij het Rijks
bureau voor, de Voedselvoorziening in Oor
logstijd, Afdeeling II D, Alexanderstraat 19
te 's-Gravenhage.
De aanvragen moeten ingediend worden
op de rose formulieren B I, die aan alle
distributiekantoren verkrijgbaar zijn. Land
en tuinbouwbedrijven, aangesloten op het
electrische net, mogen geen aanvragen
voor benzine indienen.
Werkzaamheden, waarvoor benzine kan
worden aangevraagd, zijn voor het land
bouwbedrijf dorschen, waterpompen (voor
zoover niet anders mogelijk) en in zeer
bijzondere omstandigheden grondbewer-
king.
Voor het tuinbouwbedrijf komen voor
benzineverstrekking in aanmerking werk-
zaaniheden als bespuiten van boomgaarden
en kassen, voor zoover deze werkzaamhe
den niet met handkracht kunnen geschie
den. In sommige gevallen kan benzine wor
den verstrekt voor grondbewerking en be-
vloeiïng van kassen.
Nog wordt de aanda,cht erop gevestigd,
dat zij, die gewoon waren petroleum te ge
bruiken, doch in de plaats daarvan thans
benzine toegewezen krijgen, hun aanvragen
op de gebruikelijke wijze moeten blijven in
dienen.
Duidelijke invulling en behoorlijke on-
derteekening van formulieren zijn noodza
kelijk.
ROOM VOOR ZIEKEN.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoor
ziening in Oorlogstijd maakt bekend, dat
de voorloopige regeling voor de verstrek
king van room aan zieken waaromtrent
19 Juli j.l. een mededeeling in de pers is
gedaan, inmiddels is vervallen.
Voortaan zal room aan zieken uitslui
tend tegen een door het distributiekantoor
afgegeven bewijs worden verstrekt, een
soortgelijke regeling derhalve als reeds
voor extra-rantsoenen van gedistribueerde
levensmiddelen voor zieken bestaat. De ge-
neesheeren zijn van deze regeling op de
hoogte; zij die meenen voor de verstrek
king -van room in aanmerking te komen,
dienen zich tot hun geneesheer te wenden,
door wiens bemiddeling een bewijs kan
worden verkregen, hetwelk door de plaat
selijke distributiediensten wordt- afgege
ven.
Indien een dergelijk bewijs is afgegeven,
kan tegen inlevering daarvan aan den nor
malen roomleverancier de op het bewijs
vermelde hoeveelheid room worden ver
kregen.
Het bereiden van room en het afleveren
daarvan aan zieken, hetgeen dus slechts
tegen overlegging van bedoeld bewijs kan
geschieden mag uitsluitend plaats yin-
den door houders van een zgn. karnver-
gunning, die tevens in het bezit zijn van
een vergunning tot het bereiden en afleve
ren van room voor zieken, afgegeven door
de afd. Zuivelcontrole der Nederlandsche
Zuiveloentrale in de betreffende provincie.
Room voor andere doeleinden kan niet
beschikbaar worden gesteld.
VORDERING VAN PAARDEN.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd maakt bekend, dat in
de komende weken door de Duitsche le
gerautoriteiten hier te lande paarden zul
len worden gevorderd.
Teneinde te bereiken, dat de te vorderen
paarden ,zoo juist mogelijk over de pro
vinciën worden verdeeld en om rekening,
te kunnen houden met de omstandigheden
op de verschillende bedrijven, is genoemd
Rijksbureau belast met de voorbereiding
van deze vordering.
Voor de uitvoering hiervan worden de
Provinciale Voedselcommissarissen inge
schakeld. Deze zullen voormonsteringen or
ganiseeren, waarop commissies, door hen
aangesteld, de paarden, die voor monste
ring door de Duitsche autoriteiten in aan- I
merking komen, zullen aanwijzen. Op deze
voormonsteringen moeten alle paarden bo
ven drie jaar, met uitzondering van de
hengsten, worden voorgeleid.
Het zich onttrekken aan voormonstering
of monstering is strafbaar, terwijl boven
dien inbeslagneming van de paarden kan
volgen.
Plaatsen en data voor de voorrnonsterin-
gen zullen t.z.t in de provinciale bladen of
anderzins bekend gemaakt worden.
LEVERING VAN SLACHTVEE.
Het Rijksbureau voor Voedselvoorziening
in Oorlogstijd maakt in verband met
de getroffen regeling inzake de leve
ring van slachtvee bekend, dat in de peri
ode, welke loopt tot 28 Februari 1941 de
volgende aantallen moeten worden gele
verd:
door veehouders met 59 runderen
1 rund
door veehouders rriet 10^14 runderen
2 runderen
door veehouders met 1519 runderen
3 runderen
door veehouders met 2024 runderen
4 runderen
door veehouders met 2529 runderen
5 runderen.
Door veehouders met meer dan 29 run
deren per 5 runderen of gedeelte daarvan
telkens 1 rund meer.
Veehouders, die meer dan 1 rund moeten
aanbieden, moeten de helft van het aantal
geleverd hebben vóór 20 Januari 1941. Bij
oneven aantallen moet daarbij naar boven
worden afgerond, zoodat van 3 runderen
vóór dezen datum, 2 runderen moeten zijn
geleverd, van 5 runderen voor dezen da
tum, 3 runderen, enz.
De veehouders met minder dan 5 runde
ren v/orden voor de eerste periode vrijge
steld, hetgeen uit den aard der zaak niet
insluit, dat zulks ook voor de volgende pe
riode het geval zal zijn. Met leveringen bo
ven het aantal in het hiervoren aangege
ven schema genoemd, zal bij de definitie
ve regeling rekening worden gehouden.
Ten bewijze dat de levering heeft plaats
gehad, zullen de veehouders bij de Land-
bouw-Crisis-Organisaties de aifrekeningen
der Nederlandsche Veehouderijcentrale moe
ten inleveren. Afrekeningen van vee, gele
verd op of na 25 November, dienen over
eenkomstig hetgeen daaromtrent reeds eer
der is gepubliceerd als bewijs, dat levering
heeft plaats gevonden, mits het vee aan
de bovenvermelde eischen heeft voldaan.
Voor vee dat op of lia 25 November 1940
voor uitvoer geleverd is, zullen door de Ne
derlandsche Veehouderijcentrale leverings-
bewijzen worden afgegeven. Deze leverings
bewijzen hebben dezelfde waarde als de af-
rekeningsbevsrijzen.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
de thans geldende prijzen voor slachtvee
in geen geval verhoogd zullen worden bo
ven de thans geldende schaal, daar er een
regeling is getroffen, dat nu al het slacht
vee bij den centrale moet worden aangebo
den.
Een stipte uitvoering van dit leverings-
plan is noodzakelijk om het economisch ge
bruik van de aanwezige voedermiddelen
voor de melkverzorging in de wintermaan
den te verzekeren en om in de voorjaars
maanden als er weer voer beschikbaar is
den veestapel te kunnen sparen.
Door het intrekken \van de teeltregeling
en het niet bestemmen voor de slacht van
vrouwelijke graskalveren is de mogelijk
heid geschapen, in het algemeen den vee
stapel op peil te houden door toevoeging
van jongvee.
SLACHTEN, KOPPEN EN VERKOOPEN
VAN PAARDEN.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd maakt bekend, dat een
besluit van den Secretaris-Generaal van
het Departement van Landbouw en Vis-
scherij is verschenen, waarbij het slachten
en het koopen en verkoopen van paarden
zonder vergunning verboden is.
Slachtvergunningen worden afgegeven
door of vanwege de Nederlandsche Veehou
derijcentrale te 's-Gravenhage en vergun
ningen voor het koopen van paarden door
of vanwege de betreffende Landbouw-Cri-
sls Organisatie, behalve indien het betreft
het koopen van voor slachting bestemde
paarden, waarvoor de vergunning door de
Nederlandsche Veehouderijcentrale zal wor
den verstrekt.
De vergunningen voor het koopen van
paarden worden in tweevoud uitgereikt.
Het origineel moet door den verkooper
worden bewaard en het duplicaat door den
kooper opgezonden naar de instantie, die
de vergunning heeft uitgereikt.
TOEWIJZING VAN BINDTOUW VOOR
TOMATEN, BOONEN ENZ.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd vestigt er de aandacht
op, dat telers, die in aanmeriiing wenschen
te komen voor een toewijzing van bindtouw
voor tomaten, boonen enz., hiertoe een aan
vraagformulier moeten aanvragen bij de
veiling, waarbij zij zijn aangesloten. Perso
nen, die niet bij de veiling zijn aangesloten
dit zullen in het algemeen zijn de markt
tuinders, die niet tevens een veiling heb
ben gekozen moeten dit formulier recht
streeks aanvragen bij het Centraal Bureau
voor Tuinbouwveilingen in Nederland, Ja-
vastraat 80, 's-Gravenhage.
De veilingen dienen aan dit bureau op
te geven het aantal aanvraagformulieren,
dat zij voor haar telers noodig hebben. De
aanvragen om formulieren, zoowel van de
veilingen als van de niet bij een veiling,
aangesloten tuinders moeten uiterlijk
Maandag 16 December a.s. in het bezit
van het genoemde Centrstal Bureau zijn,
hetwelk de formulieren dan direct toe
zendt
LEVERING VAN SLACHTVEE.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd maakt het volgende be
kend.
Tengevolge van de vrees voor eeii even-
tueele vordering, is het aanbod van slacht
vee in de laatste weken zoodanig terug-
geloopen, dathet noodzakelijk is, maatre
gelen te nemen om een regelmatige vleesch
voorziening te verzekeren. Daartoe zal aan
de houders van rundvee de verplichting
worden opgelegd om door bemiddeling van
een handelaar volgens een bepaalde schaal,
welke in een officieele publicatie is bekend
gemaakt, rundvee voor slachtdoeleinden
aan te bieden. Aanvankelijk zal bij de vast
stelling van het aantal stuks vee dat iede
re veehouder moet aanbieden, uitsluitend
worden uitgegaan van het aantal sttiks
melk- en kalfkoeien, mestvee en stieren
van één jaar en ouder, dat volgens dë ge
gevens, vermeld op de registratiekaart in
November in zijn bezit was. Deze regeling
zal van kracht zijn tot 28 Februari 1941.
Daarna zal een definitieve regeUng worden
ingevoerd, waarbij tevens rekening wordt
gehouden met den aard van het bedrijf en
met het aantal dieren, dat in de periode
van 25 November tot 28 Februari gele
verd is. Onder de aan te bieden dieren be-
hooren niet kalveren, rundvee met een le
vend gewicht van minder dan 400 kg. en
wrakke dieren. Wel zullen deze dieren ook
in het vervolg worden afgenomen. Kenne
lijk drachtige dieren worden niet overgeno
men.