ai[UVEEKE^i^Öp(iED.GR0ni]lSIA6^ÖRDlZUID-H0UÊn EIIAMDEn N.V. UiïGEVERSMAATSCHAPPU „EILANDEN-NIEUWS" Uit het Kijkvenster. KRATZ 13e Jaargang ZATERDAG 16 NOVEMBER 1940 No. 1194 Dit nummer bestaat uit 2 bladen STICHTELIJKE OVERDENKING Een merkwaardig getuigenis WAARIN SEDERT 1 NOV EM B ER 1935 OPGENOMEN HETBLAD .ONZE EILANDEN" - 18E JAARGANG UITGAVE VAN Aboimeinentsprys 90 cent per 3 maandenbij vooruitbetaling. Verscbynt iedeien Woensdag en Zat^idag 2 maal per «eek. Ahoadul^ «ummea 5 oeat Bultenlamd SgMem per 'jaai Gevestigd te MiOéfbasai» i Prins Hcaubjkstr. 122 G i Gli» 167930 i Fostbox 8 m TtL 17. BOkantooT voor Zeeland: St. Maartensliyk Matlit, Tetet. 69. Adv«rteait{ei>pT§s 20 cemt per regeL Reclames 40 et.; loenst* aanvragen en aanUedtngen van 1—6 t^geb 80 ot.; Boeliwta»< koudlging 10 cent pa legel Contracten belan^;^ lagn. In de rechte straat is Saulus van Tarsen geleid. Wat heeft hij gedaan aldaar? Hij heeft niet gegeten noch gedronken. Voor het ééne noodige moet alles wijken. Een honger en dorst is in hem verwekt, welke door lichamelijk voedsel niet kan worden verzadigd. Alle aardsche verkwik kingen zijn niet in staat den zielenood van een door Christus gegrepene te lenigen. Wat heeft Saulus van Tar sen gedaan. Dat zegt ons de verheer lijkte Imananuël Zelf. Die kent Zijn eigen werk. „Want zie, hij bidt." Welk een getuigenis van de lippen van den Schoonste der menschenkin- deren Saulus, de vervolger, töt een bidder gemaakt. De lasteraar tot een smeekeling aan den troon der gena de. Hier is het: ,,0 God! wees mij zondaar genadig!" „Ik heb gedaan, wat kwaad was in Uw oog, Dies ben ik, Heer', Uw gramschap dubbel waardig." Drie dagen was Saulus in de een zaamheid, niet etend noch drinkend zonder eenige zielsverkwikking. Hoe menig woord in 2ijn brieven wijst te rug op dit drietal dagen, waarin hij niet wist, wat van hem worden zou. Waarin hij zich heeft leeren kennen, hoe hij als een vijand tegen Jezus van Nazareth heeft gewoed, waarin zijne ziel door smart verscheurd werd in de erkentenis, dat Jezus van Nazareth de ware Messias is, maar Dien hij vervolgd heeft. O bange le venservaring. Maar de hemelsche Smelter weet, hoe lang het goud in den smeltkroes moet liggen. Die weet, waar Saulus woont, want zie, hij bidt. Hoe menig- werf heeft hij, naar hij meende, als Farizeër gebeden. Maar zooals nu, nimmer. Nu in geest en waarheid, roepend uit de diepte. Welk een bemoediging voor het waarlijk bedrukte volk; voor allen, die als een veroordeelde over de aar de loopen, onder den vloek eener ge- brokene wet, onder 't levend besef van Gods ongenoegen. Die treuren en weenen vanwege de zonde, als de oor zaak van alle leed. Het uitroepen voor God. Christus wieet, waar zij wo nen. Hij zal opstaan op 't zuchten Zijner gevangenen, door Hem gegre pen, om al hunne banden te verbre ken. Hij maakt de gevangenen los. Drie dagen zijn voorbij. Een onbe kende treedt binnen en legt de han den op hem en zegt: Saul, broeder! De Heere heeft mij gezonden, name lijk Jezus. Die u verschenen is op den weg, dien gij kwaamt, opdat gij we der ziende en met den Heiligen Geest vervuld zou worden. En zie, als Ana nias dit gezegd had, vallen van zijn oogen af als schellen. Het licht van Gods vertroostend aangezicht be straalt zijne ziel en mag zich verheu gen in het licht des levens. Wat vriendelijke aanspraak, Saul, broeder. Met deze benaming worden allen, die door Christus gegrepen zijn, als in een bundelke tezaam ge bonden en verzegeld, dat zij niet meer vreemdelingen zijn en bijwo- ners, maar medeburgers der heiligen en huisgenooten Gods. Welk een ontmoeting. Hoeveel be zwaren had Ananias naar Saulus heen te gaan. Naar zulk een vijand en vervolger, maar van wien Chris tus getuigt; „hij is Mij een uitverko ren vat om Mijnen Naam te dragen onder de heidenen." Welk een ure. Het huis van Judas in de straat de Rechte, werd hem een Bethel, een huis Gods en een Poort des hemels. Hier Christus leeren kennen als de eenige grond der zaligheid. Hier ging zijn Farizeesche gerechtigheid te gronde, om met de gerechtigheid van Christus te worden bekleed. Hier be gon Saulus van Tarsen door de wet der wet te sterven, opdat hij Gode leven zoude. Van hier zou hij begin nen Christus te prediken als het eenig Fundament der zaligheid. Welk een genade hem bewezen. „Barm hartigheid is mij geschied," schrijft hij nog jaren later. Tot een prediker der gerechtigheid Christi geroepen, om Diens smaadheid te dragen. „Ik weet, waar gij woont, begon nen we te schrijven. Mijn lezer, waar woont gij? Waar is uw tehuis? Hoe vele duizenden in deze ontroerde en fel bewogen tijden wandelen voort op den breeden weg des verderfs. Ook gij? Weet, in de „rechte Straat" zul len we moeten komen. Ons eigen le ven moeten we verliezen om het le ven Christi te vinden. Het mocht uw hart eens aangrijpen, dat het belang uwer ziel u uitdreef van Christus ge grepen te worden en gezet-op den wteg naar Sion. Het waarUjk bedrukte volk mag be moedigd zijn. Christus is nog Dezelf de. Hij weet, waar gij woont. Peilt al uw kommer en zielesmart. Hij zal Zijn eigen werk bevestigen. Hij is de Smelter. Hij zal Zijn tijd niet laten voorbijgaan, maar ter goeder uur Zich openbaren tot ulieder vreugd. Welgelukzalig zijn allen, die honge ren en dorsten naar Zijne gerechtig heid, want zij zullen verzadigd wor den. „Zenuwen" „/Vare dagen"? Moe en maf? Moe en maf? Intusschen ben ik wat van mijn chapjtre afgedwaald: ik had het over de donkerte van de straat en eer ik dit venster sluit, moet ik daar toch nog een kort woord van zeggen. Alleszins hoor ik van sommige dor pen op onze eilanden, dat er in de donkerte dingen gebeuren, die het daglicht niet kun nen verdragen. Het past mij niet ze hier te noemen, in dit geval geliit dan maar die de In verband met de noodzakelijke voorziening van dekens voor de geteisterde gebieden, meer speciaal voor Rotterdam, is in opdracht van het Rijksbureau voor wol en lompen den deken fabrikanten opgedragen gedurende een zekeren tijd hun dekens uitsluitend aan te bieden aan de centrale commissie voorziening Rotterdam. Een klein deel van den enormen voor raad, welke door den dienst van M.H. zal worden uitgereikt. (Foto Polygoon). V. GINK'S DEVULPEN/ f Kans gév««Hgd l. PosHvanteorQaleni/ A22 Coolsingel /y tel: 57975 1/^ Hoor-Apparaten thans: Schoonenberg ----- MAGAZIJN „RIO" Muziekhandel C. W. H. SNOEK v/h J. G. Vlieger - Kaasmarkt 7, thans: Postkantoor Galerij niEuiia (VERVOLG EN SLOT) Want zie, lilj bidt. (Handel. 9 11b.) Ds. B. De NedeHandsche Pijnstiller Waarop wachten wij? Geleide in donkere dagen Het kruiersbaantje Onder een deftig kleed een een- voadlg hart Reformatie onder de jeugd. Wg leven wel in een zonderlinge tijd. Er woedt een oorlog om ons heen zooals de geschiedenis nimmer heeft gekend en mid. delerwijl houden wij het dagelijks leven op gang. Geen nacht gaat voorbij of wij hooren het monotoon geluid van vliegtuigen, in de verte of dichtbij het knetteren van afweer- geschut en terzelfder tijd rust op ons de plicht om de dingen van den dag gaande te houden. Realiseeren wij het ons wel goed? Of zijn wij alles weer zóó gewoon, omdat het weer zoo gewoon gaat, omdat, nu ja, óns geen bom treft en wij betrekkelijk txo% rustig kunnen doordoen? De sleur van den dag mag onze gedach ten van het wereldgebeuren afwenden, maar gewoon is het niet. Het is, nu ja, of we er gens op wachten. En waarop? Dat het be ter wordt Dit is zeker dat de producent en de con sument voor meer en meer moeilijkheden komen te staan. De producent zit met de grondstoffen, slechts beperkte hoeveelhe den kunnen worden gemaakt en afgeleverd en de consument kan met mondjesmaat in- koopen. Moeder de vrouw heeft voor bijna ieder artikel een bon noodig. Hebben we het wel gewaardeerd, dat we het altijd zoo goed hadden? We waren be hoorlijk gekleed, eten volop, behoorlijk ge huisvest (de roep ruim de krotwoningen op was aan 't versterven,) we hadden van hoog tot laag allerlei luxe om ons heen. Maar ontegenzeggelijk leefden we boven onzen stand. We moeten nu, of we willen of niet, versoberen. De goede .zijde daarvan is, dat we hetgeen we hebben weer meer op prijs stellen, en ons gaan afvragen wanneer we boven onze levensbehoeften iets koopen dit ook werkelijk noodig hebben. Wachten dat het béter wordt? Of, min stens zooals het geweest is? We doen het, maar wie gelooft er eigenlijk aan? Het is ons menschen eigen, ellende al maar van ons af te schuiven terwijl het toch soms zach tjes aan naar ons toekruipt. Het kan ook met een zeker fatalisme aanvaardt worden, dat er tóch niets aan te doen is en dat we dan maar zien zullen hoe het loopt en lijden wat we overkomen. Het is echter genade wanneer we het mogen accepteeren als uit de Goddelijke Hand, dat er niets is, of het komt ons van Zijne Vaderlijke Hand toe. Dan is de kastijding niet tot een oordeel, maar een liefdekastijding,- een vrucht der gerechtigheid die ons voordeel aanbrengt. 't Is nu kort dag de dagen gaan slechts even open en dan weer dicht. De lichte maan brengt even verademing in de donkerte, we kunnen ons dan weer wat vrijer buitenshuis bewegen. In de steden heeft men „vereenigingen van gelelde" waar jongelieden voor een geringe vergoeding iemand naar de plaats van bestem,ming brengen. Reeds vroeger had men in „donker Am sterdam" zulke geleide's, dit baantje werd uitgevoerd door de kruiers. Justus van Mau- rik geeft daar in een van zijn werken een aardige beschrijving van. De veelzijdige activiteit van zoo'n kruier in den ouden tijd leert men het beste kennen uit de kruier briefjes. Daarop kwamen b.v. de volgende posten voor: ,,De jonge juffrouw gehaalt en aange- kleet 25 cent." „De jonge juffrouw gehaalt en niet aan- gekleet 15 cent." „De jonge juffrouw gehaalt, nachtwerk gedaan 30 cent." „De jonge juffrouw van een salet gehaalt 25 cent." „De jonge juffrouw van een salet gehaalt maar zij niet meegegaan40 cent." Nu moet ik hier iets bij verduidelijken: „Aajigekleet" geldt den kruier als object, niet de jonge juffrouw. Als de kruier een boodschap deed „aangekleed" dan beteeken- de dit, dat hij over zijn boezeroen een duf- felsche jas had aangetrokken en dat kostte 10 cent meer. Ten dezen is het dus niet nieuw, dat er thans in donkere stads-straten weer gelei de's zijn. Die kruiers hadden in "vroeger jaren al lerlei baantjes. De Bank gebruikte ze om belangrijke geld-boodschappen te doen, zoo dat er dan wel eens op het kruiers-briefje voorkwam: „voor meneer 3 millioen naar de Turfmarkt gebracht" of: „Voor meneer f 85.000 bijeengeloopen." Hijschen en verhuizen behoorde ook bij zijn bezigheden en soms diende hij ook als informatie-bureau. Zoo waardeerden zij de aanstaande relaties van hun patroon als volgt: voorzichtigheid aan te bevelen re delijk goed goed van betalen puik als de Bank!" In dit verband wil ik U nog wat van een ouden kruier vertellen, die zoo'n veertig vijftig jaar geleden een aardige belevenis had. Behulpzaam bij het verhuizen van een zeer adelijke oude dame,, gingen de fijnste spullen door zijn handen. Er was ook een gevyeldig zware kist bij, die, o schrik, uit elkaar viel en waaruit tot verwondering van den kruier allerlei boeken met perka menten banden vielen. Tersluiks had de kruier daar eens inza:ge van genomen en ontdekt dat het „overjarig koren" was, waarnaar nu juist zijn ziele hunkerde. „Wat doet mevrouw toch ra&t al die ver geelde perkamenten." zei onze kruier, in de hoop, dat er hem eenige ten deel zouden vallen. Dan moet U vanavond eens bij me komen zei mevrouw dan zal ik U dat eens vertellen. De kruier er o,p af om mogelijk wat van die „oude cost" die mevrouw wellicht als curiositeit op den rommelzolder bewaarde, mee te krijgen. Maar mevrouw in haar mooie salon ver telde den kruier op eenvoudige vnjze welke wonderen van gefta de Heere aan haar zie le had verheerlijkt en hoe nu juist die boe ken de weergave waren van het geen er in haar hart en in dat van al Gods volk om ging. Daar stond de kruier paf van, dat had hij in die „deftigheid" niet verwacht. Nu, hij heeft wel een hoekje meegekregen en de rijke mevrouw en de arme kruier heb ben samen nog wel eens gepraat. Toen de kruier dio eerste avond het huis verliet, ontlastte hij zijn hart: „Ik wist niet mevrouw, dat er onder zulk een deftig kleed een tot God bekeerd hart kon huizen." schoen past, moet hem aantrekken. Hetgeen in het heimelijke geschiedt, is schandelijk te zeggen, zegt de Bijbel heel kie^ch. En dat gebeurd niet door de wereld," maar ook door de jeugd uit onze kerken. Daaruit blijkt alweer, dat er zoo weinig huiselijkheid in onze jeugd zit. Helaas zeg gen ook zooveel ouders van hun kinderen, als ze wat grooter worden: je kan Ze toch niet aan de poot van de tafel vastbinden. Ik laat het aan hun geweten over, of ze daar mee vrij uit gaan. Er is nu reformatie en overheids-bemoei- ïng op velerlei gebied, in vele gezinnen is ook reformatie noodig, dat het ouderlijk ge zag weer geldt. Daar kan zegen van uit gaan. Im.mers is de dienst van de wereld een arme dienst de Satan is een slechte belooner. Maar de dienst van God en het onderhouden van Zijn Wet geeft rijkdom en eer, in het houden van die, is grooten loon. Ik besluit voor ditmaal met de slotre gels van een vers aan de Jeugd, dat ik op de achterkant van mijn dun geworden* Kalenderblad vond: „Zoek vreugde niet op straat maar in het Huisgezin, „Zoek niet bij spel en dans, maar zoek bij Gods beminden." WAARNEMER. VRAAG EN ANTWOORD. Aan de vraag, en antwoord-rubriek van „HET VADERLAND" ontleenen wij „Mevrouw B. schrijift ons: Wat is dat nu voor een manier om over de bommen notabene in onze eigen stad niet m.eer te geven dan dat onnoozele berichtje. Nee, dan de zoo en zoo krant. Bent u inge slapen of heeft u er geen ,zin meer in? Ik bedank voor zoo'n krant, waarin ik geenszins kan lezen of er misschien ook familie of kennissen van me bij betrok ken zijn. ANTWOORD: Dank ja heusch vriendelijk dank voor uw openhartig heid. Die Is ons veel liever dan gemop per thuis of bij kennissen; en verder on ze waardeering voor het feit dat u voluit onderteekent. Veel kunnen wij niet zeg gen, maar als u Duitsche kranten leest zult u zien, dat die op dezelfde wijze over bominslagen berichten als alle Nederland- sche kranten thans doen, een enkele uit gezonderd, zelfs niet de krant, die u noemt. Wy zijn klaar wakker en stralen van arbeidsvreugd. Weet u waarom Om dat het zoo moeilijk is geworden. Be grijpt u dat?" Staalwaren Tafelzilver Eleotrische Slijperij COOLSINGEL A 24 (Postkantoor Galerij) TELEFOON 37963 ROTTERDAM v.h. GROOTE MARKT Bedden en MeubeUiuis groote sorteering BABY ARTHCELEN Kinderwagens Poppenwagens Beijlerlandschelaan 46 b/d' halte Stoomtram Putschelaan Rotterdam Telef. 'J0038 WALENBÜRGER-WEG 26 v/h Hoofdsteeig TEL. 47ÏS7 ROTTERDAM Beijerlandschelaan 61 ROTTERDAM Z. TELEF. 72227 Ruim gesorteerd in Pendules en Wekkers, Gero - Zilmeta, Glas en Porcelein. Coolsingel A 17 Teléf. 37874 van Heusdestnaat 5 - Rotterdam Weer alle Muziek leverbiaar.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1940 | | pagina 1