Ct1RWEEKUADÖpGED.GQ0nDSIA6vöÖRDlZUID-H0aEr;ZEElJW3C^
r
N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEÜWS"
Verschillende berichten
13e Jaargang
WOENSDAG 6 NOVEMBER 1940
No. 1191
Een strijdbaar held.
Bekendmaking
HOEST EN
f^l_ VERKOUDHEID.'
WAARIN SEDERT 1 NOV EMBER 19 35 OPGENOMEN HET BLAD .ONZE E ILAND EN" - 18E JAARGANG
UITGAVE VAN
niEuws
Ationnementsprys 90 cent per 3 maandenbtj vooruitbetaling.
Venchyat ledeien Woensdag en Zaterdag 2 maal pei ««de.
Afzonderl)ike aummeia 5 cent Buitenland 8 gulden per jaar
Gevestigd te Mlddelhamfa i Prins Hendrikstr. 122 G Giro 167930 Postbox 8 Td. 17.
Bt^antoor voor Zeeland: St. MaartenadUk Harbt, Telef. 69.
Advertentievpxis 20 cent per regeL Reclames 40 et.; Diensd
aanvragen en aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boeki»aaO)>
komdiging 10 cent po: legel Contracten belan^:^ lager.
16.
Gideon was dus door den Engel des
Heeren toegeroepen: .,De Heere is met u,
gij strijdbare held."
Maar, o vragen we ons af, hoe reageer
de Gideon daar nu op? Aanvaardde hij
deze woorden dadelflk als gekomen uit de
mond van den Zone Gods zelf en dus als
dat Wbord, dat onwankelbaar vast en ze
ker is?
Laten we het antwoord op deze vraag
trachten na te speuren uit het vervolg van
deze geschiedenis. En dan beginnen we
met ons een overeenkomstige vraag te^
stellen en wel deze: Heeft Gideon dadelijk
begrepen, dat hij hier met den Zone Gods
te doen had, of dacht hij, dat die vreem
deling onder de eikeboom met zijp staf in
de hand slechts een reiziger was, die mo
gelijk wat verkwikking zocht onder de
schaduw en zodoende ook met hem in aan
raking kwam? Of vermoedde hij misschien
dat hij te doen had met de één of andere
Godsgezant, een gewoon mensenkind dus,
maar één, die van Godswege tot hem ge
zonden was met een bijzondere boodschap,
of dacht hij mogelijk, dat hem verschenen
was een door God zelf geschapen engel?
Het antwoord op deze vragen is door
verschillende theologen ook al zéér ver
schillend gegeven. Het lijkt ons van weinig
nut dit in den brede uit te halen, 't Liefst
willen we dan ook volstaan met het ge
voelen van de Kanttekenaren der Staten
vertaling en dat van den theoloog Bur-
mannus naar voren te brengen, wier me
ningen overeenkomstig zijn. Het is hun ge
voelen, dat Gideon de Engel des Heeren
houdt voor een gewoon mens en profeet
tot op het ogenblik, dat vuur uit de rots
steen kwam en de engel uit zijn ogen ver
dween. Toen pas bemerkte hij, dat hij met
den Heere te doen had. (Dus tot vers 22
toe.)
Doch laten we het verhaal op de voet
volgen.
We hebben reeds de vorige maal gezien,
hoe Gideon de tegenwerping maakt: „Och,
mijn Heer, zo de Heere met ons is, waar
om is ons dan dit alles wedervaren," doch
hij voegt er nog een nadere vraag bij en
wel deze: ,,En wanneer zijn alle Zijne won
deren, die onze vaders ons verteld heb
ben, zeggende: Heeft ons de Heere niet
uit Egypte opgevoerd?" En tenslotte ver
volgt hij m.et een door hem zelf gemaakte
conclusie: „Doch nu heeft de Heere ons
verlaten en heeft ons in der Midianieten
hand gegeven."
Ja, 20 is de mens, wanneer hij meer gaat
zien op de uitwendige omstandigheden, dan
op de onwankelbare trouwe Gods eii de
Almacht des Heeren.
Evenwel, Gideon sprak voor de kerk
Gods geen vreemde taal. Want het is ook
waar, dat zo menig kind des Heeren kla
gen moet: „Waar zijn de dagen van ouds,"
de dagen, dat ze den Heere zo dikwijls
mochten ontmoeten, de dagen, dat Hij zo
veel wonderen voor hen deed in de weg
der voorzienigheid, de dagen, waarin het
zo treffend uitkwam, dat de Heere zo op
het allervolmaakst bekend was met- al hun
ne noden 'en behoeften, de dagen, waarin
a.h.w. de raven hen brood en vlees brach
ten, maar waarin ze ook dikwijls op z;o
Wonderlijke wijze van zielevoedsel werden
voorzien, de dagen, waarin hun zieletoe
stand, zonder, dat ze er iets van hadden
verteld op het gezelschap der vromen werd
besproken of door den leeraar van af de
kansel werd bepreekt. Ja, de dagen waar
in ze met een Izaflk uitgingen in het veld
om te bidden, en waarin de Heere naar
hun harte sprak.
En als dan de dagen der duisternis ko
men en vele worden, als dan de wederwaar
digheden zich gaan vermenigvuldigen, en
de zon der verdrukking zijn verzengende
stralen neerlaat, is het dan wonder dat
somtijds de conclusie gemaakt wordt, dat
de Heere hen tegen is?
Doch aan de andere zijde blijft het ook
een waarheid, dat de Heere inderdaad som
tijds Zijn kinderen bezoekt met zware sla
gen, vanwege hun om- en aifzwervend le
ven, vanwege hun afzakking en wereldge-
lijkvormlgheid, opdat ze wederom vragen
zouden naar dien God, die ze snood heb
ben verlaten.
Ook dat heeft Gideon begrepen en daar
om de schuld gezocht bij het afgekeerde
Israel.
En welk antwoord ontving hij nu van
deze vreemdeling, van den Engel des Hee
ren?
Daar staat: „Toen keerde zich de Heere
tot hem, en zeide: Ga henen in deze uwe
kracht, en gij zult Israël uit der Mdianie-
ten hand verlossen: heb Ik u niet gezon
den?"
„Toen keerde zich de Heere tot hem," de
Heere zag hem dus aan. Mogelijk heeft
eerst de vreemdeling, (de Heere) Gideon
meer van terzijde toegesproken, thans is
het ogenblik daar, dat Deze zich meer recht
streeks tot hem wendt en hem van meer
nabij aanziet. Bovendien gaat er kracht van
Hem uit, terwijl dit gepaard gaat met de
woorden: „Ga henen in deze uwe kracht,"
d.w.z. met dewelke ik u te voren aangeto-
geri heb en nu wederom aantrek, (zie Bur-
mannus) of naar luid der Kanttekenaren:
„in de kracht, die gij nu van mij ontvangt."
„Ga henen in deze uwe kracht," dit is de
roeping, waarmede Gideon geroepen wordt
tot het gewichtvolle werk, Israël te ver
lossen van onder de macht der Midianie
ten. Welk een geweldige taak legt de Hee
re hem hier op de schouders, ma,ar ook
welk een volheerlijke belofte wordt zijn
deel, een belofte van overwinning op den
vijand, en wel van een zekere overwinning,
want het staat er nadrukkelijk: „Gij zult
Israël uit der Midianieten hand verlossen."
Het blijft dus niet bij een mogelijkheid of
een waarschijnlijkheid, doch het wordt
hem beloofd als een stellige zekerheid, als
een belofte met onbedriegelijke lippen ge
sproken. Want God is geen man, dat -Hij
liegen zoude noch eens mensenkind, dat
het Hem berouwen zoude; zoude Hij het
zeggen en niet doen, of spreken en niet
bestendig maken?
En deze overwinning zou niet geschie
den, omdat er kracht in of uit Gideon van
hemzelf was, maar omdat de Heere hem
kracht had toegeschikt en Hij met hem
was en hem gezonden had. Daarom volgt
er ook: „Heb Ik u niet gezonden?"
De Heere zou dus het begin, de voort
zetting en het einde der verlossing zijn. 't
Zou al wezen, uit Hem, door Hem en tot
Hem. En Gideon bleef het daartoe door
Hem verordineerde middel.
En, zo vragen we u, zo de Heere met
ons is, wie zal dan tegen ons zijn. Of ge
looft ge niet, dat Gods kinderen nog wel
iets vermogen, wanneer ze gaan mogen in
de kracht en in de mogendheden des Hee
ren Heeren. En uiteindelijk zal toch de ge
hele overwinning voor den Heere en Zijne
kinderen zijn. Daarom blijft de kerk op
aarde hier ook de strijdende kerk, maar in
de hemel is de triumf, is de overwinning
en leeft daar dan ook alleen een triumfe-
rende kerk; de strijd is daar teneinde.
Doch nogmaals, op aarde blijift ze, hoe
lang de wereld ook bestaan moge, een
strijdende kerk. Strijd blijft er dus aan de
ze zijde van het graf, en zelfs de laatste
vijand, die te niet moet worden gedaan is
de dood. Doch Gode zij dank, de Kerke
Gods heeft in der waarheid slechts te doen
met vijanden, die in beginsel ree&s over
wonnen zijn. Dit legt dan ook wel eens
de geloofstaal op de lippen der kinderen
Gods: „Dood, waar is uw prikkel? Hel,
waar is uw overwinning?" De prikkel nu
des doods is de zonde, en de kracht der
zonde is de wet. Maar Gode zij dank, die
ons de overwinning geeft door onzen Hee
re Jezus Christus."
Neen, ze roemen niet in zichzelf, doch
ze mogen het Paulus wel eens nazeggen:
,,Want als ik zwak ben, dan ben ik mach
tig," niet, omdat ze die macht en kracht
zoeken in zichzelf, maar in een Ander, die
sterker is dan zij, en die als de Leeuw uit
Juda's stam reeds in de morgen der op
standing te voorschijn trad als overwin
naar over dood, hel en graf.
Welzalig dan ook, die bij bevinding eigen
krachteloosheid nla'g leren kennen, maar
daardoor ook geleid mag worden om schui-
ling te zoeken onder de vleugelen van Hem,
Die gesproken heeft: „Mijn kracht wordt
in zwakheid volbracht."
Dat moge ook de troost zijn van zo me
nig leraar, die daadwerkelijk geroepen is
tot het gewichtvolle ambt van de bediening
des Evangelies. Wfanneer hij gaat zien op de
menigvuldige bezwaren, op de macht van
den vorst der duisternis, op diens Ustige
omleidingen, op de toenemende verharding,
op de bekampingen van de wereld, op de
weinige twistingen des Geestes op de con-
centies der hoorders, en op zo veel ande
re dingen meer en inzonder waar we een
volgende maal zo de Heere vnl op terug
willen komen op eigen machteloosheid
en krachteloosheid, o, dan kan er niets van
komen, maar zien ze op Hem, waarvan ze
getuigen mogen, dat Hij hen gezonden heeift
en waarvan ze gelooven, dat Hij het is. Die
opent en niemand, die sluit, en dat Hij het
is, die sluit en niemand; die opent en dat
Hij de sleutels draagt van hel en dood, ja,
dan kan het wel.
Dan mogen ze het hoofd weer wel eens
uit de gebreken opheffen en het geloofsoog
slaan naar Hem, die wandelt in het midden
van de zeven kandelaren en in wiens rech
terhand de zeven sterren zijn.
EéN EI OP BON 65.
's-GRAVENHAGE, 2 Nov. In aanslui
ting op hetgeen reeds met betrekking tot
de distributie van eieren is gepubliceerd,
wordt medegedeeld, dat gedurende het tijd
vak van 4 tot en met 10 November a.s. de
met .,65" genummerde bon van het alge
meen distributiebonboekje recht geeft op
het koopen van één ei. De bonnen, welke 10
November a.s. nog niet gebruikt zijn. blij
ven voorts nog tot en met 17 November a.s.
geldig.
PE€I.VRUCHTEN OP DEN BON.
Met ingang van 19 November.
Verkoop stopgezet.
's-GRAVENHAGE. 2 Nov. De secreta
ris-generaal, wnd. hoofd van het departe
ment van Landbouw en Visscherij, deelt
mede, dat met ingang van 4 November
1940, tot en met 18 November d.a.v., de
verkoop en aflevering aan den consument
voor alle soorten groene en grauwe erwten
en spliterwten, capucijners, witte boonen,
bruine boonen en- andere soorten gekleurde
boonen, zijn verboden.
Op 19 November 1940 neemt de distri
butie van peulvruchten een aanvang. Het
rantsoen zal bedragen K.G. voor nader
vast te stellen perioden en verstrekt wor
den op nader aan te wijzen bonnen van het
algemeen distributiebonboekje.
Aanvankelijk zullen slechts groene erw
ten en spliterwten en wellicht ook capucij
ners worden beschikbaar gesteld.
NIEUWE KEGELING WINTERJASSEN.
Van 31 October tot 31 December zal elk
gezin, dat door de toP^ dusver geldende
regelingen nog niet in staat was een win
terjas of wintermantel te koopen, zich zulk
een stuk winterkleeding kunnen aanschaf
fen.
Deze regeling is aldus, dat op de textiel-
kaart van het hoofd van het gezin tegen aif-
levering van de bons A en AA tot 31 De
cember één vsdnterjas of één wintermantel,
of de stof voor één zoo'n kleedingstuk ge
kocht kan worden. Indien deze bons A en
AA reeds van de textielkaart van het hoofd
verwijderd zijn, blijkt daaruit, dat men al
een winterjas of mantel heeft verkregen en
kan men er riiet nog één bijkoopen.
De kern van deze regeling is, dat in elk
gezin slechts één jas of mantel (resp. de
stof er voor) bijgekocht mag worden. In
een gezyi zullen de ouders dus moeten uit
maken, wie de gelukkige is: moeder, of va
der, oif. één van de kinderen. En als van
vaders textielkaart de bons A en AA reeds
verwijderd zijn, dan komt er in het geheel
geen nieuwe jas of mantel bij, althans niet
voor 31 December. Bij den koop moet de
distributiestamkaart van het hoofd van het
gezin overgelegd worden.
Na 31 December zal er een regeling ko
men, waarbij het publiek gelegenheid krijgt
een speciale vergunning te vragen voor den
aankoop van een jas of mantel.
VARKENSBESLUIT 1940.
De Secretaris-Generaal, waarnemend Hoofd
van .het Departement van Landbouw en
Visscherij maakt bekend, dat een vidjziging
van het varkensbesluit 1940 is afgekondigd,
welke als volgt kan worden samengevat:
Ie is bepaald, dat het aan georganiseer
den bij de Landbouw-Crisis Organisatie is
toegestaan, behalve ifokzeugen en die voor
huisslachting bestemde varkens, waarvoor
namens den provincialen voedselcommissa
ris een bewijs van aanmelding is uitgereikt,
ook zeugen, die reeds eenmaal gebigd heb
ben, en stamboekbeeren voorhanden en in
voorraad te hebben boven een gewicht van
110 kg.
Onder „fokzeugen" wordt ten deze ver
staan, kennelijk dragende zeugen of zeugen
bij de biggen, en onder stamboekbeeren,"
heeren welke gerigistreerd zijn in een door
'het Centraal Bureau voor de varkensfok
kerij in Nederland erkend varkensstamboek.
2e is bepaald, dat het thans ook aan
varkenshandelaren niet is toegestaan var
kens boven een gewicht van 110 kg. voor
handen en in voorraad te hebben, met uit
zondering van fokzeugen, zeugen, die reeds
éénmaal gebigd hebben en stamboekbee
ren.
In verband hiermede wordt er de aan
dacht op gevestigd, dat, indien in den ver
volge andere dan bovenbedoelde varkens
zwaarder dan 110 kg. worden aangetroffen,
onmiddellijk tot inbeslagneming zal worden
overgegaan.
Een uitzondering zal slechts worden ge
maakt voor varkens, welke ter levering aan
de Nederlandsche Veehouderijcentrale zijn
opgegeven en zoo spoedig zulks mogelijk
is worflen geleverd, tenzij die varkens el
ders dan bij de leveranciers worden aange
troffen of worden vervoerd langs een an
deren dan den kortsten weg tusschen leve
rancier en leveringsplaats.
3e Is bepaald, dat slagers slechts die
varkens voorhanden en in voorraad mogen
hebben, ten aanzien waarvan door de Ne
derlandsche Veehouderijcentrale ontheffing
is verleend van het slachtverbod.
Vervanging van aardolieproducten (petro
leum, berminie), gasolie) voor licht- len
krachtdoeleinden in het land- en tuinbouw
bedrijf.
De toenemende schaarsohte aan aardolie
producten (petroleum, benzine, gasolie)
doet ernstig vreezen, dat in den komenden
winter op de land- en tuinbouwbedrijven
niet voldoende petroleum voor verlichting
van stallen en schuren alsook onvoldoende
petroleum, benzine of gasolie beschikbaar
zal zijn als brandstof voor de noodige
krachtinstallaties.
Belanghebbenden worden derhalve herin
nerd aan de wenschelijkheid, zich zoo mo
gelijk tijdig van andere licht- en kracht
bronnen te voorzien.
Indien daartoe gelegenheid bestaat ver
dient het daarom aanbeveling te overwegen
zich te laten aansluiten op het electrische
net. Waar dit niet mogelijk is wordt het ge
bruik van carbid, welk artikel in ons land
in voldoende mate aanwezig is, aangeraden.
Oprichting van de Nederlandsche Inkoop-
centnale van alKkerbouwproducten (N.I.C.A)
en van de Provinciale Inhoopcentralen van
aJkkerbouwproducten (P.I.CA.'s)
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd maakt bekend, dat ten
behoeve van een doeltreffende organisatie
voor de inlevering van akkerbouwproducten
In iedere provincie van ons land een gewes
telijke aankooporganisatie voor akkerbouw
producten is gevormd. In de provincies
waar reeds een Gewestelijke Tarwe-Orga-
nisatie gevestigd was. Is deze organisatie
omgevormd in een Provinciale Inkoopcen-
trale van akkerbouwproducten (P.I.C.A.),
terwijl in de overige provincies, t.w. Dren
the, Overijssel, Utrecht en Noord-Holland
nieuwe zoodanige Provinciale Inkoopcen.
tralen zijn opgericht.
In verband met deze reorganisatie is het
werkterrein der Nederlandsche Tarwecen-
trale, waaronder de Provinciale Inkoopcen-
tralen ressorteeren, verruimd tot alle ak
kerbouwproducten. Haar naam Is dienten
gevolge gewijzigd in Nederlandsche Inkoop
centrale van akkerbouwproducten (N.I.C.
A.). In het bestuur dezer Centrale zullen
de 11 provinciale voedselcommissarissen
zitting nemen.
VERGOEDING VOOR VERRICHTINGEN,
LEVERINGEN EN INKWARTIERINGEN
TEN BEHOEVE VAN DE DUITSCHE
WËERMACHT.
Verrichtingen.
Bij verordening van den rijkseommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied Is
bepaald, dat hetgeen op vordering van en
rechtstreeks voor de Duitsche weermacht in
Nederland is verricht, betaald zal worden
met een daarmee strookende vergoeding.
Leveringen.
fiit geldt ook voor het leveren van goe
deren, daarentegen niet voor het ten ge-
bruike geven van stukken grond of gebou
wen.
Indienen van verzoeken om vergoeding
voor iMerrichtrngen en leveringen.
Vergoeding voor verrichtingen en leve
ringen moet aangevraagd worden bij den
burgemeester der woonplaats van den recht
hebbende.
Ten aanzien van verrichtingen en leverin
gen, die tot en met 30 Juni 1940 geschied
zijn, moet het verzoek om vergoeding in
den tijd van 1 Juli tot en met 31 Augustus
1940 ingediend worden. Op later ingediende
verzoeken wordt geen acht geslagen.
■Ten aanzien van verrichtingen en leverin
gen, die na 30 Juni 1940 geschieden, moet
het verzoek om vergoeding ingediend wor
den uiterlijk op den 15en van de maand, die
volgt op de maand, waarin de verrichting
of levering geschiedde. Op verzoeken, welke
niet binnen dezen termijn ingediend zijn,
wordt geen acht geslagen.
De gegrondheid van het verzoek om ver
goeding en de hoegrootheid van den eisch
moeten bewezen worden door:
Ie. vertoon van de verklaring van het-
Dan rug en borst inwrijven mei
Dampo. Wonder liikzooalsdathelptl
Pot 50 cl. Tube 40 et. Doos 30 cl
geen verricht is of door het ontvangstbe
wijs, dat door de Duitsche weermacht is
afgegeven;
2e. afgifte van een verklaring, onder op
gaaf van getuigen oif van ander bewijsma
teriaal.
Formulieren voor een „verklaring" zijn
ter secretarie verkrijgbaar.
Inkwartieringen.
Voor de Inkwartiering aan de hand van
een Inkwartieringsbiljet ten behoeve van ds
Duitsche weermacht, vanaf 29 Mei 1940 te
12 uur, zullen de volgende vergoedingen
worden betaald:
voor generaals, stafofficieren en amb
tenaren der weermacht met overeenko-
menden rang f i.co
voor alle overige officieren, ambte
naren der weermacht en onderoffi
cieren met ,,portepee" 1.00
voor onderofficieren, met bed f 0.5Ö
voor onderofficieren, zonder bed f 0.30
voor manschappen, met bed f 0.20
voor manschappen, zonder bed f 0.10
Voor burgerpersonen, die op een of an
dere wijze bij de Duitsche weermacht werk
zaam zijn, worden door het plaatselijk com
mando Inkwartieringsbiljetten uitgereikt in
overeenstemming met hun bezoldiging.
Bij het, bij uitzondering, vorderen van ver
pleging, wordt de vergoeding telkens met
f 0.90 verhoogd. Bij gedeeltelijke verpleging
wordt voor ontbijt een zesde, voor middag
eten drie zesde en voor het avondeten twee
zesde van deze vergoeding betaald.
Voorts bedraagt de vergoeding voor:
1 paard 0.10
1 kantoor f o.30
1 wacht- qf arrestantenlokaal f 0.10
Bij inkwartiering in hotels of pensions
wordt uitgegaan van de gewone hotelkamer
prijzen en wordt van deze prijzen de volgen
de korting afgetrokken:
Bij een minimumprijs van kamers tot .en
met f 1.de gewone prijs per bed; van
f 1.tot en met f 2.met 1 bed f 1.
met 2 bedden f 1.50, korting 25 pot.; van
t 2.tot en met f 3.— met 1 bed f 1.50,
met 2 bedden if 2.25, korting 30 pet.; van
f 3.tot en met f 5.met 1 bed f 2.10,
met 2 bedden f 3.15, korting 40 pet.; van
meer dan f 5.— met 1 bed f 2.80, met 2
bedden f 4.25, korting 50 pet.
In plaats van fooien wordt een toeslag
van »10% van de vergoeding betaald.
indienen van verzoefken oim vergoeding
voor inkwartiering.
Vergoeding voor Inkwartiering moet aan
gevraagd worden bij den burgemeester der
woonplaats van den rechthebbende, onder
inlevering van het inkwartieringsbiljet,
waarbij de inkwartiering door het bevoeg
de plaatselijke commando gevorderd Is.
SOMMELSDIJK, 4 November 1940.
De Burgemeester van Sommelsdijk,
L. J. DEN HOLLANDER.
iJE MAANDELIJKSCHB TOETREDING
VAN LEDEN
Per 1 October trad per provincie het
hieronder vermelde aantal landbouwers als
lid der Landbouw Onderlinge toe:
Leden
Loon
F'riesland
6
f 3.048.—
Groningen
6
f 1.542.—
Drenthe
12
f 9.442.—
Overijssel
9
f 3.168.—
Gelderland
16
f 58.640.—
Utrecht
2
f 750.—
Noord Holland
4
f 1.398.—
Zuid Holland
10
f S.528.—
Zeeland
3
f 750.—
Noord Brabant
3
71
f 100.—
Totaal
If 88.366.—
Per 1 October 1940 traden als lid der
Tuinbouw Onderlinge toe: 14 werkgevers,
uitbetalende aan loon f 11.455.
Sedert 1 November 1939 bedraagt het
aantal toegetreden leden bij de Landbouw
Onderlinge 1833, uitbetalende aan loon f
1.986.988.—.
Tuinbouw Onderlinge 257, uitbetalende
aan loon f 157.380.
De Secretaris:
D. KEIJZEB.