CriDWEEKBL/^ÓpGEaGDOnDSIAGvöÖRDlZUID-HOairiZEElJWJ N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPU „EILANDEN-NffiüWS" Uit het Kijkvenster. STICHTELIJKE OVERDENKING Het geloof van Abraham beproefd. BINNENLAND I „AU BYOU" I 13e Jaargang ZATERDAG 2 NOVEMBER 1940 No. 1190 Spiekerman DEVULPEN Kou - Kou - Kou a W. G. van Schalk WAARIN S EDERT 1 N O V EM B ER 19 35 OPGENOMEN HET BLAD ONZE EILANDEN" - 18E JAARGANG Abraham ervaart, wat het betee- kent, het anker der hoop uitgewor pen te hebben in het binnenste van het voorhangsel. Hebr. 6 19. Wat er in hem geweest is vinden wij vertolkt in Ps. 62 2. „Immers is mijn ziel stil tot God, van Hem is mijn heil." Zoo gaan zij verder, vader en zoon, na dit antwoord. Izak vraagt niet meer. Hij weet uit vaders leven wat dit antwoord beteekent. Wat is dat groot, ais kinderen uit het leven van vader en moeder heb ben gezien wie de Heere is voor al Zijne gunstgenooten - ook in den grootsten nood. Als zij komen ter plaatse, die hem God gezegd heeft, bouwt Abraham aldaar een altaar. Hij stapelt steen op steen. Hij schikt het hout daar op, bindt zijn zoon en legt hem op het altaar op het hout. Dan strekt hij de hand uit, neemt het mes om. zijn zoon te slachten. Wat ziet hij, als de stem van den Engel des Heeren tot hem klinkt: „Strekt uw hand niet uit naar den jongen en doe hem niets" en hij een ram met de hoornen in de verwarde struiken vast ontwaart, dat ten brandoffer geofferd wordt in de plaats van zijn zoon? Hij ziet God aan het werk en dit is de zaligheid. Dit maakt hem geluk kig te aanschouwen de hand van het Opperwezen, des Heeren werk. Daarvan getuigt Gods kerk: Uw gunst sterkt meer dan de uitgezocht- ste spijzen en Uwe goedertierenheid is beter dan het leven. Abraham noemt dan ook den naam van die plaats: „De Heere zal het voorzien." Wat moet er verbaasdheid en ver wondering in zijn ziel geweest zijn! Wat moet hij niet neergevallen zijn in aanbidding. Hij had niet kun nen denken, dat het zóó terecht zou komen. Deze geschiedenis is vol van Chris tus. Op den berg des Heeren is het voorzien, toen en ten volle op ^Gol gotha. Moria is de offerplaats geworden van het volk, dat in Izak uit de len denen van Abraham is voortgeko men. Op Moria's kruin verrees Israels tempel en gingen dagelijks de offers op. Op de plaats, waar Abraham het altaar bouwde en de ram de plaats van Izak verving, daar is dag en jaar en eeuw met het bloed van ram men en varren het leven dier dieren weggevloeid, vertolkend: gij, zon daar, hebt uw leven verbeurd, voor wie deze offerdieren werden geof ferd en gij ontvangt het leven in Hem, op Wien deze offerdieren wij zen. Zoo leidt Moria naar Golgotha. Op Golgotha spreekt de Heere tot het geestelijke zaad van Abraham: Ik neem Mijn Zoon, Mijn Eenige, Dien Ik- lief heb, in Denwelke Ik Mijn welbehagen heb en Ik breng Hem voor u, Mijne en Zijne vijanden ten offer. Ik geef Hem in den dood op dat gij verzekerd zult zijn vfen Mijne hartelijke liefde en trouw jegens u, daar gij anders den eeuwigen dood hadt moeten sterven. Op den berg des Heeren is het voorzien - voor eeuwig. Want met één offerande heeft Gods Zoon in eeuwigheid volmaakt degenen die ge heiligd zijn. Hier ontmoeten recht en genade elkaar. Abraham wordt genoemd de va der der geloovigen, Rom. 4 16. Be zitten wij zijn geloof, dan zijn wij ook zijn kinderen, dan wandelen wij ook in zijne voetstappen en dan is de God van Abraham ook onze God. In Handel. 7 2 getuigt Stefanus: „de God der heerlijkheid verscheen on zen vader Abraham." Dit is het groo- te kenmerk. De God der heerlijkheid, dat is de levende God, dat is God in Christus Jezus. Wanneer de God der heerlijkheid aan iemand verschijnt, dan hoort hij evenals Abraham zich roepen en leert hij met Abraham uit te gaan. Hij verloochend zichzelf, onderwerpt zich aan den Heere en vraagt: „Wat wilt Gij, dat ik doen zal." En het ge loof wordt beproefd. Zijn liefde, waardoor Hij u heeft opgezocht, is een eeuwige liefde. Zijn trouw en goedheid geleiden u. Zijn Ayerk zal Hijzelf in u onderhouden. Hij zal u steeds onderwijzen in den weg dien gij zult hebben te verkie zen. Dat zaad van Abraham moet ge tuigen: „Gij hebt mij versterkt met kracht in mijn ziel." Wat is dat? Niets anders dan te zeggen: God is goed. Zijn goedheid gaat het al te boven. Zijn goedheid duurt in eeu wigheid. Dat is het heilgeheim dat God Zijn vrienden toont op den Moria, vervuld op (ïolgotha. MAGAZIJN „RIO" Muziekhandel C. W. H. SNOEK thans: Postkantoor Galerij PosFkanhooröalerij/ A22 Coolsingel hel: 57973 i^ G. FRANZEJLLl De knolrapen-oogst is begonnen. Te Bunnik bij Utrecht zijn de boeren druk bezig met het rooien van knolrapen. (Foto Polygoon), ':uniiiiii£!':!;;i;iitiii!!!:iiSËi£!Sii!i!!!i;aa!'>'i[i!;m;a!i!!ii WIIIIIWHIIIIW lAnDEn-niEui/s A.bomiementsprt|s 00 cent per 3 maandenbtj vooruitbetaling. Veischjtnt ledeien Woensdag en Zatp^lag 2 maal per week. Afzonderiyke Bummeta 5 ceoi Buitenland 8 gulden per jaar UITGAVE VAN Gevestigd te Mkldellianils Prins Hendiikstr. 122 C Giro 167930 i Postboy 8 Td. 17, BPiantoor voor Zeeluid: St. Maartenadjyfe Markt, Telet. 69. Advertentie'pilit 20 cent per regeL Reclames 40 et.; Dienst* aanvragen en aanbiedingen van 1—6 r«sels 80 et.; Boekmaan' kondiging 10 cent p» regel Contracten belangi^ lager. Aan den derden dag, toen hief AUrahatm z^ne oogen op en zag die plaats van verre. En Abraham zeide tot z^jne jon geren: Btgft g4j hier met den ezel en Uc en den jongen zullen heen- gaan tot daar; als wij aangebe den ziullen hebben, dan Kullen wij tot u wederikeeren. (Gen. 22 4, 5.) (VERVOLG EN SLOT) Ds. H. A. L. Coolstngel AIG - Postkantoor Galerij TEL,. 37903 ROTTERDAM PARAPLUEES en WANDELSTOKKEN Repareeren Overtrekken Voorheen Hoogstraat 227. Beijerlandschelaan 61 ROTTERDAM Z. TELEF. 72227 Ruim gesorteerd i,n Pendules en WeKkers, Gero - Zilmeta, Glas en Porceleln. v/h J. G. Vlieger - Kaasmarkt 7, Coolsingel A 17 Telef. 37974 ROTTERDAM Weer alle Muziek leverbaar. I-hans gcvcshigcJ P Fijne Staalwaren - Elec. Slijperij voorh. Moriaanstraat 1 onder het Viaduct, Sinds 1885 Thans: TIENDSTRAAT 49 bij de Westkruiskade ROTTERDAM Een groote Duitscher Hervormings dag Een -altijd ^tueele geschiede nis Rome en de Relformatie Gods kracht in zwakheid volbracht. Vandaag, dat -wij dit schrijven, is het 31 October, Hervormingsdag. Vierhonderd drie en twintig jaar is het geleden, dat de groote Duitscher, dr. Maar ten Luther, zijn 95 stellingen aansloeg aan de slotkapel te 'Wlittenberg. Wij hebben zoo lang ons Blad bestaat nooit nagelaten dit feit uit de Kerkgeschie denis te herdenken: hetzij in een Stichte lijke Overdenking, een speciaal artikel of anderzins, en ook nu wijken we daarvan niet af. In de felle bewogenheid van dezen tijd mag het lijken, dat er belangrijker dingen zijn die de aandacht vragen, echter is dit slechts schijn. De wereldgeschiedenis is een proces van gebeurtenissen, gericht op ,de eind-overwinning van Christus de ge schiedenis van de Kerk van Christus is méér, het is de spil waar alles om draait, alle gebeurtenissen houden daarmede ver band. Totdat het einddoel komt: Christus, komende op de wolken, om te oordeelen de levenden en de dooden. Dat God boven alles staat, boven het rumoer der volken, boven de macht der hel, heeft Luther ervaren. Immers van al het menschelijke maakte hij zich los, toen hij op weg ging naar den Rijksdag te Worms: „al waren er zooveel duivels als pannen op de daken" ze konden hem niet weerhouden. En in die geloofskracht stond hij daar, tegenover al hetgeen de macht van Rome hem tegenwierp, zeggend: ,Hier sta ik, ik kan niet anders, God helpe mij, Amen." Door hun kou, koorts en pijnuitdrij- vende werking he^pt hierbij altijd veilig en vlug een poeder of cachet van Mijnhardt te Zeist. Mrjnhardt's Poeders per stuk 8 et. Doos 45 et. Cachets, ge naamd „Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 et. In dezen decadenten tijd is het ook zoo, dat de Kerk van Christus wederom midden in de branding staat. De omstandigheden zijn anders, maar de eeuwige strijd tus- schen Christus en Satan duurt voort. Niet, dat het bestaan van de Kerke Christi op het spel staat, het zijn de voorteekenen van Zijn komst; niets is zekerder dan Zijn overwinning. Toen hij opvoer ten hemel was Zijn laat ste Woord „Vreest niet, ik heb de wereld overwonnen." Vandaar het onsterfelijke lied, dat Luther de strijdende Kerk naliet: Een vaste Burcht, is onze God Een toevlucht voor de Zijnen; Al drukt het leed, al dreigt het lot Hij doet Zijn hulp verschijnen. Bezien we zóó Luther den grooten Her vormer, en wat uit genade door hem tot stand gekomen is, dan is de eeuwenoude geschiedenis altijd actueel. „Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken." Het is niet onze bedoeling Luthers le ven en werk hier te herhalen. Slechts een enkele greep: Op 20-jarigen leeftijd kwam hij aan de hooge school te Erfurt. Daar vindt hij den Bijbel en leest Gods Woord, dat hem werd tot een lamp voor den voet en een licht op zqii pad. Na een bezoek aan zijn ouders overvalt hem op de terug reis naar Erfurt een zwaar onweer. Een bliksemstraal slaat naa,st hem in den grond, zonder hem te treffen. Voorover ge vallen roept hij tot den heiligen Antonius en belooft monnik te worden. Wonderlijke leiding Gods? In een kloos ter moest Luther leeren, dat door klooster- deugd en heiligheid geen vleesch gerecht vaardigd wordt voor God. Als afgevaardig de moest hij kort daarop naar Rome en loopt „als een dolle heilige" alle mogelij ke plaatsen af. Beklimt zelfs op z'n bloote knieën den Pilatustrap. Maar ook dat be vredigt hem niet. Totdat het in zijn ziel zinkt: Alleen het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden! De ladder der goe de werken wankelde onder zijn voet. La ter schreef hij: ,,God heeft mij in dat lee- lijk gedoe en Spel gebracht. Daarom zou ik voor geen honderdduizend gulden willen, dat ik Rome niet had gezien." Aan den middag van 31 October 1517 sloeg Luther zijn 95 stellingen aan tegen de dwaalleer van Rome aan de slotkapel te Wittenberg. Het was hem op dat mo- ment niet te doen het gewone volk in zgn protest te betrekken, want hij schreef zijn stellingen in 't latijn. Ze waren ook nog wel eenlgszins ,roomsch getint," maar hij bond er den strijd mee aan, tegen het machtige Rome. Zonder vrees, in de kracht des Al- lerhoogsten. Kohlbrugge schreef eens: „Waag het met God en gij komt in allerlei nood maar gij komt er ook uit." Zoo ging het Luther. Rome zocht het door den Heere ontstoken licht met bloed te blusschen maar het bloed der martelaren is geworden het zaad der kerk. Wat bange worstelingen zijn er voor hem gevolgd. Bekend is .zijn brief aan den paus, waarin hij schreef: „Ik ken een mensch (hij bedoelt zichzelf) die hier op aarde het gericht Gods heeft ondervonden, wel slechts gedurende enkele oogenblikken, maar zóó helsch, dat geen tong het kan uitspreken, geen pen beschrijven en geen mensch het kan gelooven, die het zelf niet heeft ervaren." De gerechtigheid Gods was hem een donderslag in het hart. „Hoe kom ik ooit met God verzoend" was zijn le vensvraag geworden. Toen God zelf, in Christus, de gerechtigheid die hij van ons eischt hem kwam te schenken en daarvoor zijn oog ontsloot, ging de poort des he mels hem open. „Gij, Jezus, zijt mijn ge rechtigheid, ik ben Uw zonde zoo ju belde het toen in zijn ziel. Daar heeft de vijand boog en schild en vurige pijlen op verspild. Hoe denkt Rome over de Reformatie, tot op den huldigen dag? Als voorbeeld moge dienen, dat in de kerk der Jezuiten te Rome, de voornaam ste der gansche wereld, twee meer dan le- vensgroote marmeren groepen staan aan weerszijden van het altaar, gewijd aan Ignatius van Loyala, den stichter der Je- zuiten-orde. Links van het altaar stelt een vrouwen-figuur „het geloof" voor. De hei denen worden daaraan onderworpen. Rechts van het altaar stelt een tweede vrouwen-figuur ,,de Roomsche godsdienst" voor. Haar aangezicht is grimmig.- Haar attributen zijn vuur en zwaard. Sidderend van toorn trapt zij twee mannen in den af grond. Wie zijn dat? Hierop geeft de Roomsche kerk zelf het antwoord. Met groote letters staan op de boeken, die deze twee mannen in de handen hebben, de na men van Luther en Calvrjn. De twee groo te reformatoren trapt Rome in den aif- grond, slingert Rome als ketters in de hel. Zeó staat Rome tegenover het groote werk Gods de Reformatie. Wij zijn geboren op de erve, waar Gods goedheid de Waarheid deed opgaan, ge drenkt door het bloed der martelaren. Ai, mijn arm Nederland, wat zijn wij snood van de Waarheid afgeweken! Wat is er weinig te bespeuren van den geloofs- gloed en den geloofsmoed uit die dagen! Wat zou nu, in der tijden nood, een toe- keeren tot de Waarheid moeten zijn, een nieuwe hervorming en bekeering tot den Heere God en Zijnen Christus! Helaas, men sprak van stoelen op één wortel des geloofs met Rome, en hoe is het uitgekomen? De jongste geschiedenis in Neerlands' politiek leert het. God laat de .zonde niet ongestraft. De vrees is niet ongegrond, dat de Ker ke Gods, als in de dagen voor de Hervor ming, in de engte gedreven wordt. Daarom is het goed en nuttig op dit. wondere feit uit 1517 opnieuw de aandacht te vestigen. Zij de Hervormingsdag ons een lichtend licht temidden van het bruischen der we reldzeeën en bedenken wij daarbij, dat Gods kracht in de zwakheid der Zijnen wordt volbracht. WAARNEMER. GYMNASTIEK OP ALLE LAGER,E SCHOLEN. Per 1 Januari verplicht gesteld. Na»r het ,,Vad." verneemt, is thans de finitief vastgesteld, dat per 1 Januari gym nastiek moet worden onderwezen aan alle lagere scholen. De vraag, welke maatregelen zullen moeten worden genomen, wat betreft stich ting van lokalen en inrichting van terrei nen, om een doelmatig onderwijs in licha melijke oefening te verzekeren, plaatst de 1^ Zeer ruime keuze nieuwste snufjes in Byouteriën, Avond,- Vi- i% site-. Boodschap-, School- en Actetassen. gi IJ REISARTIICELEN EN KLEINE LUXE LEDERWAREN. |i POSTKANTOOR GALERIJ A 6 TELEFOON 37991 COOLSINGEL ROTTERDAM iiiuiiii^iiliiidiiuiiidiiiiiii&iniiiiiiiiiiill liillUltlliniidilllllliliilillMlllüil ii"!üf-

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1940 | | pagina 1