CI1RWEEKBLADÖpGCD.GD0nD51A6^ÖRDlZUID-H0aEnZCElJW3aiC EUAMDEH N.V. DITGEVERSMAATSGHAPPIJ „EIIANDEN-NIEÜWS" Yerschillende berichten 13e Jaargang WOENSDAG 23 OCTOBER 1940 No. 1187 Een strijdbaar t^eld. WAARIN SEDERT 1 N O V EM B ER 19 3 5 O P Q E N O M E N H E T B LA D .O N Z E E I L A N D E N" - 1 8E J A A R G'A^N G UITGAVE VAN Gevestigd te MiddeQiainis Prins Hendrikstr. 122 G Giro 167930 Positlxs 8 Td. 17. Bpiantoor voor Zeeluid: St. Slaartenaxyk Marbt, Telef. 59. Advertentievpigs 20 oenlt per regel. Reclames 40 et.; Dienstt aanvragen en aanbiedingen van 1—6 r^els 80 et.; Boekmaan' kondiging 10 cent pcc regel Contracten belangrPc lager. VERMALEN EN BEWERKEN VAN HOOI EN STROO. W. A. DE BAKKER voor Handel, Bedrijf en Particulier Administratiën Accountancy Belastingzaken HET NEDERLANDSCHE DAGBLAD OVER DE NEDERLANDSCHE UNIE. niEuiia Abenoementsprys SO cent per 3 maandenb^y vooruitbetaling. Vetsct^t lederen Woexksdag en Za^tdag 2 maal per week. Afzooder^ke aummen 5 oenl Buitenland 8 gulden per 'jaac 14. Tot het stamgebied van Manasse, gelegen aan deze zijde der Jordaan, behoorde ook het liefelijk plaatsje Ofra, hetwelk men mogelijk vinden kon, wat ten Oosten van de vrijstad Sichem, In dit plaatsje nu was Joas zijn naam betekent „Jehova gaf" stadshoofd. Deze was, het blijkt uit alles, een aanzienlijk en vermogend man. Doch helaas, één ding ontbrak hem, en dat was de vreze des Heeren. Zelfs in ultweudigen zin onderhield hij de dienst van Jehova niet, en had hij zich mee laten slepen met de dienst der afgoderij, zodat hij veel meer luisterde naar de stem van zijn volk, dat in goddeloosheid wandelde,, dan naar de stem van zijn geweten en het Woord des Heeren, met het droevig gevolg, dat men wel te Oifra vinden kon een altaar voor Baal en een daarbij behorend bos voor de gruwelij ke Astortedienst, doch geen altaar voor Jehova. Ja, zelfs scheen het, of de predi king van d§n Godsgezant voor Ofra van geen nut was geweest, daar de dienst bij het Baalsaltaar nog steeds in ere was ge bleven. Maar deze Joas nu, had een zoon, die Gideon heette., Gideon, zijn naam bete kent verbrijzelaar was mogelijk ook zo jong niet meer, daar hijzelf reeds vader was van een aankomende jongeling Jether genaamd; een veertiger misschien dus. Joas had nog meerdere zonen gehad, dan Gideon; doch deze waren helaas bij de in vallen der Midianieten omgekomen. Op wel ke wijze is ons niet bekend, hetzij bij het zoeken van voedsel voor hun vee, hetzij dat ze gegrepen waren bij de verdediging van één der holen in de bergen, één ding echter weten we wel, en dat is, dat ze in het hoofdkwartier te Tabor terecht zijn ge komen en daar toen zijn doodgeslagen. Gideon was zo een heel ander persoon dan zijn vader. Gideon was door God be keerd en de Heer e had hem bewaard, dat hij niet was meegesleurd in de maalstroom van zonde en ongerechtigheid, die de af godendienst uitmaakte. Wij stellen ons hem dan ook het liefst voor als een „stille in den lande," als een, die de noden en behoef ten van land en volk op het harte droeg en wars vBfl alle goddeloosheid wandelde in de vreze en de vermaning des Heeren. Ja, een die menigmaal gezucht had over de gruwe len van het volk. Tevens een eenzame bid der voor de verlossing des lands. Mogelijk was hij door de mensen van Of ra, en misschien soms ook nog wel door zijn eigen vader, aangezien als een zonder ling, als een eenzelvig mens, die maar niet mee wilde doen met de geest des tijds, en maar geen vermaak vrilde scheppen in de dingen der wereld, wanneer daartoe gele genheid was. Een eenzame kniezer, hebben ze hem misschien genoemd, die liever mij merde over de dingen der eeuwigheid, dan zich te werpen in de stroom des levens, of te trachten ten koste van wat ook, een voorname plaats in de wereld in te nemen. Was zijn vader dan geen stadshoafd? Och, zo is het zo menigmaal gegaan, en zo gaat het nog zo menigmaal met het Volk des Heeren. De wereld noemt hen soms dompers of achterlijken, mensen, waarvan ze maar niets kunnen begrijpen, mensen, waaraan je toch eigenlijk dikwijls niets hebt als last, omdat ze niet mee willen doen met de din gen der wereld, mensen, die thuis blijven, als zij feest vieren, mensen die klagen, wan neer zij zich vermaken, mensen, die nu ja in haast alles zonde zien. Wat heeft de maatschappij toch eigenlijk aan zulken, hoe is de wereld nu toch met zulk soort mensen gebaat? Wat de wereld er mee gebaat is? Dan zoudt ge ze maar eens moeten beluisteren in hun bidvertrek. Hoor ze dan worstelen aan de troon der genade, gedrukt gaande onder de last van de zonden van eigen hart en leven, maar ook zuchtenden over de gru welen van land en volk, over al het God- onterend kwaad, dat er wordt gevonden. Maar hoor ze ook pleiten op Gods lank moedigheid en taai geduld; pleiten op Zijn barmhartigheden en goedertierenheden; ja, vragen om ontferming. Wat dunkt ge, zou zo'n bidder, zou zo'n worstelaar niets vermogen aan het hof des hemels? Wel- zallg dan ook, die door den Heere vervaar digd mag worden in een afhankelijk ge bedsleven geweld te mogen doen op het Koninkrijk der hemelen. Zulk een is niet zo gering te schatten, zulk een heeft waarde bij God, al zou hij ook nog zo weinig waar de hebben in de ogen der mensen. Zo was het nu ook met Gideon gesteld. Op zekeren dag treffen we hem aan, bezig om tarwe te dorsen, 't Was weer de tijd, dat de Midianieten hun jaarlijkse strooptocht zouden herhalen, en hiermee re- kenthg houdende, of er naar alle waarschijn lijkheid ook al van gehoord hebbende, gaat hij heen met de weinige trawe, die hij nog heeft, om die op een eenzame plaats uit te dorsen, ten einde die dan ergens te gaan verbergen voor het aangezicht der Midianie ten. Hoe droevig toch, dat dat noodzake lijk was. De voorraad schijnt ook niet groot geweest te zijn, daar hij maar alléén bezig was, en zich slechts bediende van een stok, om het uit te slaan. Hoe geheel anders ge beurde dat toch in de jaren vóór de Midi anieten Waren gekomen. Dan ging hij met de grote voorraad van zijn vader vergezeld van de knechten met de ossen naar een hooggelegene open plaats, naar de dorsvloer, waar de ossen het koren uittrappen, of waar deze werden gespannen voor de dors- sleden. Hoe vrolijk kon dan het lied der drijvers klinken over de vlakte heen! Doch, hoe was alles nu veranderd. Thans stond hij, en dat wel alléén, op een eigen aardige plaats, niet op de dorsvloer, niet in het vrije veld, maar vlak bij, of desnoods in de pers, mogelijk de vrijnpers, opgetrok ken uit grote stenen, met een getraliede opening in het midden van de bodem. Hoe zelden hoorde men ook hier meer de zang en de muziek der slaven, wanneer zij aan de moeilijke arbeid bezig waren om de drui ven te treden. Was het niet, of alle vrolijkheid'van de aardbodem geweken was, en of alles onder de druk lag. Was het oordeel Gods over de verlating des Heeren niet als tastbaar, proefde men het niet in alles? En toch, Gideon was nog bevoorrecht, dat hij tenminste nog iets had, om te dor sen, gezien zijn vader een welgesteld man was. Doch als zij dan al zo weinig hadden, dat er geen knecht of os voor nodig was, waar moesten dan toch de armen des lands verschijnen Gideons gedachten zijn onder het dorsen bij de ellende van zijn volk. Hij was met dat volk toch één, hun noden, waren toch ook zijne noden, hun druk was toch ook zijn druk, hun smart was toch ook zijn smart, hun verlangen was toch ook zijn verlangen, hun begeerte Was toch ook zijn begeerte. Mogelijk zijn ook zijn gedachten heen gegaan naar zijn broeders, die door het zwaard des vijands waren omgekomen en heeft zijn hart gezucht: „Hoe lange nog, hoe lange nog, o, Heere God!" De levensraadselen stapelen zich voor hem op. Voorzeker heeft hij wel tijden ge kend, dat een zekere_ hoop zijn ziel door- flitste, of dat hij klagend uitriep: „Geeif aan het wild gedierte de ziel uwer tortelduif niet' over, vergeet de hoop uwer ellendigen niet in eeuwigheid. Aanschouw het ver bond, want de duistere plaatsen des lands zijn vol woningen van geweld; doch thans wordt het hem hoe langer hoe benauwder, omdat hij maar geen uitkomst ziet. Hij' weet wel, dat de Heere een arm met macht heeft en groot vermogen bezit, hij weet wel, dat Die maar te spreken heeft en het is er, te gebieden en het staat er; hij weet wel, dat Jehova éénmaal Israël heeft uitgeleid uit Egypteland en zoveel wonderen er aan heeft verricht, maar kon hij nu nog op de hulp des Heeren rekenen, nu het alles zo verzondigd lag? En kon hij niet uit het lang toeven der Goddelijke hulp opmaken, dat de Heere Zijn Volk verstoten had, en niet me^r met hen van hen doen wilde hebben Zo vermenigvuldigden ongetwijfeld onder grote droefheid en tranen, maar ook onder innerlijke verzuchtingen zijn gedachten, die hij aan een vrije loop overliet. En ging hij thans zien op Gods rechtvaardigheid en de. zondige aifmakingen van het volk, en dat van jaren herwaarts, dan was het uit, dan was er geen verwachting meer. En terwijl hij nu zo worstelend, medite rend, overleggend en biddend aan zijn ar beid bezig is, is de ure daar, naar het eeu wig Welbehagen Gods, dat de hemel zich ontsluit en een Engel des Heeren, de eigen Zoon van God, in het voorspel van Zijn menswording, nederdaalt,' om zich in de gedaante van een reiziger met een staf in de hand neder te zetten onder de eik, die te Ofra is, en welke aan Joas, den Abi-ez riet of vader van het geslacht der Ezrie- ten, die tot de stana van Manasse behoor den, toekwam. Plots is het dan ook de stem van deze zelfde Zone Gods, die zich verheft om Zijn kind, den armen, neergedrukten Gideon toe te roepen: „De Heere is met u, gij strijdba re held!" Moe en afgeirial ihuisgekomen Neem vlug eeh "AKKERTJE"! U is dan spoedig weer frisch en fil, als door een wonder! Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie ning in Oorlogstijd vestigt de aandacht op het volgende: Op grond van het Veevoederbesluit 1939 is het vermalen of op andere wijze bewer ken van alle soorten hooi en stroo, zoowel graanstroo als stroo van peulvruchten en andere land- of tuinbouwproducten, alsme de van kaf en andere dorsehafvallen, zoo wel als van riet tot voeder voor eenige diresoort, verboden. Dit verbod zal met groote gestrengheid worden gehandhaafd. Het komt voor, dat deze producten, zoo- als mogelijk ook heide, biezen en boombla deren in gemalen toestand, tegen onevenre dig hooge prijzen als veevoeder in den han del worden gebracht. Veehouders wordt aan geraden, slechts gemalen producten te koo- pen, waarvan het vervoer wordt gedekt door een geldig geleidebiljet. VERPAKKING VAN IMENGVOEDER. Het Rijksbureau voor,de Voedselvoorzie ning in Oorlogstijd maakt bekend, dat de tot dusver voor mengvoederfabrieken gel dende verplichting, om de verpakking van mengvoeder te sluiten met een lood of plombe, is komen te, vervallen, voor zoover het mengvoeder bestemd is om door den fabrikant te worden afgeleverd rechtstreeks aan veehouders, derhalve voor zoover het mengvoeder door den fabrikant wordt afge leverd tegen in ontvangstneming van vrttte bestelbonnen. TEELT VAN TUIN- EN LANDBOUWZADEN. In het persbericht „Teeltplah akkerbouw oogst 1941" van 29 September 1940 wordt een onderscheid' gemaakt tusschen ge- wenschte en niet gewenschte gewassen en wordt de teelt van deze laatste zonder meer verboden. Een absoluut verbod echter is dit niet, aangezien de Provinciale Productie commissarissen onder bepaalde bedrijfsom standigheden van dit verbod vrijstelling kun nen verleenen. Nu slaat dit verbod, zooals ook uit de opsomming van enkele voorbeelden blijkt, op sommige onzer handelsgewassen, waar van de zaden hetzij rechtstreeks, hetzij na een of andere bewerking te hebben onder gaan voor consumptie bestemd zijn. Er is echter ook een belangrijke groep van andere zaden, die men hier te lande gewoonlijk samenvat onder de aanduiding Tuin- en Landbouwzaden, om ze van de voorgaande te onderscheiden. Men bedoelt daarmede n.l. die zaden, welke niet als zoo danig, al af niet na een bewerking, voor consumptie dienen, maar die uitsluitend ge bruikt worden als zaaizaad. Hiertoe be- hooren b.v. grroentezaad, bloemenzaad, sui kerbietenzaad, voederbietenzaad, koolraap zaad, knollenzaad, graszaad, klavërzaad en dergelijke. Het spreekt vanzelf, dat het geenszins de bedoeling is de teelt hiervan geheel te verbieden; wel is het noodzakelijk haar bin nen bepaalde grenzen te houden. Te zijner tijd zal een regeling worden be kend gemaakt, waarbij de voorwaarden worden gesteld, waaronder de teelt van de ze Tuin- en Landbouwzaden in 1941 kan worden toegestaan. VERHOOGING VAN DEN PRIJS VOOR BROODBLOEM EN BBOODMEEL. De Secretaris-Generaal, waarnemend Hoofd van het Departement van Landbouw en VisscheriJ, maakt het volgende bekend: Zooals bekend is en ook reeds bij een vorige gelegenheid werd medegedeeld, heeft de overheid er sinds het uitbreken van den oorlog in Augustus 1939 steeds naar ge streefd door haar prijzenpolitiek een stij gihg van de prijzen voor de eerste levens behoeften zooveel m.ogelijk te voorkomen. Daar echter de richtprijzen voor den oogst 1940 over de geheele linie zijn verhoogd, moet thans worden overgegaan tot een prijsverhooging van tarwe en rogge, welke producten de grondstoiffen zijn voor de broodbereiding. Aangezien intusschen ook de bakkerij- kosten door de oorlogsomstandigheden aan. merkelijk zijn gestegen en ook deze kosten uiteindelijk in den broodprijs moeten wor den verdisconteerd, heeft de overheid beslo ten om niet de geheele richtprijs verhoo ging bij de prijsbepaling van bloem en meel in rekening te brengen, teneinde de noodza kelijke prijsstijging van het brood zoo klein mogelijk te doen zijn. Èen en ander heeft geleid tot de vaststel ling van de volgende prijzen met ingang van 21 October 1040, alles onder de gebrui kelijke verkoopsvoorwaarden. Tarwebloem Tarwemeel Roggebloem f 16.20 per 100 K.G. f 14.05 per 100 K.G. f 16.20 per 100 K.G. Op grond van het bovenstaande moet wor den verwacht, dat de broodprijsstijging als gevolg van de vermelde factoren tot 1 cent per brood van 800 gram beperkt zal blij ven. Het droge stofgehalte van bruinbrood (tarwebrood) zal bovendien worden gelijk gemaakt aan dat van wittebrood, zoodat per eenheid meer meel in dat brood moet worden verwerkt dan tot nu toe. Tengevol ge hiervan kan de prijs voor dat brood maximaal één cent meer stijgen, zulks ech ter met dien verstande, dat bioiinbrood in geen geval duurder mag worden dan vrit- tebrood. De overheid zai er evenjvel door het ge ven van restituties voor zorgdragen, dat voor zuiver roggebrood de oude prijs kan worden gehandhaafd. In het algemeen zal deze prijsverhooging ook niet van invloed zijn op den prijs van overige bakkerij-arti- kelen (gebak e.d.) Voorts is reeds verboden volle melk of volle melkpoeders in brood te verwerken. Wel zal geoorloofd blijven de verwerking van magere melkpoeder of onderwelk. In dit verband wordt er de aandacht op ge vestigd, dat het gebruikelijke merk „M.B." in het melkbrood niet meer beteekent, dat zulk een brood met volle melk of volle melkpoeder gebakken is, terwijl voorts de prijs voor waterbrood moet worden bere kend. Als gevolg van een en ander zullen zij,, die tot nog toe gewend waren melkbrood te gebruiken, van de prijsverhooging wei nig bemerken, integendeel zullen zij in het algemeen voor het brood minder behoeven te besteden dan voorheen. In aansluiting op bovenstaande over de bloem- en meelprijsverhooging maakt het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd nog bekend, dat de Nederland- sche Akkerbouwcentrale en de Vita een cir culaire te dezer zake hebben gezonden aan de bereiders van roggebloem. Hun, die deze circulaire niet hebben ontvangen, wordt ver zocht deze circulaire alsnog ten spoedigste bij de Nederlandsche Akkerbouwcentrale aan te vragen. Tevens wordt er op gewezen, dat met in gang van 21 October a.s. eveneens het sta tiegeld voor de verpakking wordt verhoogd tot f 4.— per 100 kg. BROOD VOOR GRAANVERBOUWERS. De Secretaris-Generaal, waarnemend Hoofd van het Departement van Landbouw en VisscheriJ maakt met betrekking tot het bakken van brood uit eigen graanoogst het volgende bekend. Graanverbouwers zullen met ingang van 21 October a.s. graan uit eigen oogst voor eigen gebruik.tot brood mogen bakken of laten bakken tot een hoeveelheid van hon derd kilogram graan per gezinslid per Jaar. Honderd kilogram graan kan verwerkt worden tot ongeveer 125 kilogram tarwe brood of 140 kg. roggebrood. Deze regeling beteekent dus voor de betrokken personen een dagrantsoen per gezinslid van ongeveer 340 gram tarwebrood of 380 gram rogge brood. De graanverbouwers, die van deze rege ling gebruik wenschen te maken, kuimen bij de plaatselijke bureauhouders van de Voed selvoorziening vergunningen tot vervoer van graan naar den molenaar verkrijgen, welke vergunningen tevens dienst doen als maalvergunning. Aangezien niet goedgekeurd kan worden, dat de betrokken personen naast dit brood rantsoen tevens gebruik maken van de broodbonboekjes, is bepaald, dat deze graan verbouwers geen aanspraak kunnen rnaken op de dezer dagen uitgereikte of uit te rei ken nieuwe broodbonboekjes. In plaats hier van zullen de plaatselijke distributjedien- sten desgewenscht een formulier verstrek ken, waarop het aantal gezinsleden van den betrokken graanverbouwers, aan wie geen broodbonboekjes verstrekt zijn, of die de reeds uitgereikte broodbonboekjes weder hebben Ingeleverd, vermeld wordt. Deze for mulieren dienen bij de plaatselijke bureau houders te Worden ingeleverd.. De formulie ren worden slechts afgegeven op vertoon van de distributiestamkaarten van alle in wonende gezinsleden, met inbegrip van het inwonend personeel. Het is evenwel niet al tijd mogelijk of noodzakelijk, dat al deze personen van de regeling gebruik maken. De verbouwde hoeveelheid graan kan namelijk ontoereikend zijn voor alle gezinsleden. In dit geval kan zelf beslist worden hoeveel gezinsleden gebruik wenschen te maken van het broodbonboekje. Indien uitsluitend rogge verbouwd is, zal eveneens zelf beslist kunnen worden, hoeveel broodbonboekjes aangevraagd, onderscheidelijk behouden zullen worden, teneinde naast roggebrood ook wittebrood te kunnen eten. De beslissingen dienen goed te worden overwogen, aangezien zij een jaar van kracht blijven en tusschentijds niet meer gewijzigd zullen kunnen worden. Zij, die ingevolge deze regeling geen broodbonboek je wenschen, kunnen dan wederom kiezen. Ten slotte wordt er de aandacht ep ge vestigd, dat bij deze regeling geen rekening gehouden kan worden met extra rantsoenen voor zwaren of zeer zwaren arbeid, aange zien het toegestane rantsoen reeds een rui me compensatie voor de niet uitgereikte broodkaarten beteekent. Winkeliers in Textielgoederen e.a. wordt thans vereischt een In- en Ver koop benevens voorraad administra tie (smeden) te houden. Verschillende andere verplichtingen gaan hiermede gepaard, terwijl steeds hoogere eischen gesteld worden wat een com plete bedrijifsboekhouding betreft. Door Uw boekhouding DESKUNDIG te doen inrichten of de geheele admi nistratie bij ons onder te brengen, voorkomt U vele moeilijkheden. (Ook voor de Zeeuwsche Eilanden) OUDDORP lUi ons nummer van 19 Oct. j.l. hebben wdj een uitspraak aangehaald van Mr. Eint- hoven die te Alphen a.d. Rijn voor de Ne derlandsche Unie sprak en zich daarbij uitte over de leidingsgedachte en het Jodenvraag- stuk. In het Nederlandsche Dagblad, orgaan van Nationaal Front, komt men in het nummer van 17 Oct, op deze uitspraken te rug, onder de kop „De Verwaterde Unie." Het Nationaal Front meent, dat het met ,,De Unie" hopeloos mis loopt. Zij noemen zich „de volksbeweging, die de bestaande politieke partijen overkoepelt" waarom het Nat. Front deze beweging gelijk stelt met het voormalige E.D.D. die de politieke par tijen ook niet opruimen maar wilde laten bestaan. De Unie wil de partijen conservee- ren, totdat er weer een dag komt, dat ze overbodig wordt en het partij-gebibbel op nieuw kan beginnen!" Het Nat. Front beweert, dat er "maar één partij (wat gelijk staat met geen partij) mag overblijven, om de volksgemeenschap saam te bundelen. Dat er nu verscheidene autoritaire bewegingen zijn pleit niet tegen het beginsel, allen willen zij de eenige wor den. Misschien zullen wij de eenige beweging worden, aldus Nat. Front, misschien zullen de bestaande bewegingen opgaan in één be weging. De heer Einthoven had gezegd, dat bij de partij van Arnold Meyer het leidersbeginsel voorop staat en de onvervangbare leider iets onaanvaardbaars is. Het Nat. Front zegt dat de dhr. Einthoven zijn gehoor hierme de veralkt; voor het Nat. Front is dit even eens onaanvaardbaar. Hij diende te dien op zichte te weten, wat het artikel „Autori taire democratie" van 28 Sept. behelst. Het Nat. Front geeft verder aan dat er wel een Jodenvraagstuk is in Nederland. Zij willen echter de Joden niet vervolgen, maar constateeren, dat de Joden geen Ne derlanders zijn en dus ook geen zeggen schap hebben over ons volk. Met verdraag zaamheid heeft het niets te maken, maar het heeft „slechts te maken met een juist besef, van wie tot de Nederlandsche Volks gemeenschap behooren." Aldus Nat. Front.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1940 | | pagina 1