CI1RWEEKBLADÖpGCD.GD0nD51A6^ÖRDlZUID-H0aEnZCElJW3aiC EUAMDEH
N.V. DITGEVERSMAATSGHAPPIJ „EIIANDEN-NIEÜWS"
Yerschillende berichten
13e Jaargang
WOENSDAG 23 OCTOBER 1940
No. 1187
Een strijdbaar t^eld.
WAARIN SEDERT 1 N O V EM B ER 19 3 5 O P Q E N O M E N H E T B LA D .O N Z E E I L A N D E N" - 1 8E J A A R G'A^N G
UITGAVE VAN
Gevestigd te MiddeQiainis Prins Hendrikstr. 122 G Giro 167930 Positlxs 8 Td. 17.
Bpiantoor voor Zeeluid: St. Slaartenaxyk Marbt, Telef. 59.
Advertentievpigs 20 oenlt per regel. Reclames 40 et.; Dienstt
aanvragen en aanbiedingen van 1—6 r^els 80 et.; Boekmaan'
kondiging 10 cent pcc regel Contracten belangrPc lager.
VERMALEN EN BEWERKEN VAN
HOOI EN STROO.
W. A. DE BAKKER
voor
Handel, Bedrijf en Particulier
Administratiën Accountancy
Belastingzaken
HET NEDERLANDSCHE DAGBLAD
OVER DE NEDERLANDSCHE UNIE.
niEuiia
Abenoementsprys SO cent per 3 maandenb^y vooruitbetaling.
Vetsct^t lederen Woexksdag en Za^tdag 2 maal per week.
Afzooder^ke aummen 5 oenl Buitenland 8 gulden per 'jaac
14.
Tot het stamgebied van Manasse, gelegen
aan deze zijde der Jordaan, behoorde ook
het liefelijk plaatsje Ofra, hetwelk men
mogelijk vinden kon, wat ten Oosten van
de vrijstad Sichem, In dit plaatsje nu was
Joas zijn naam betekent „Jehova gaf"
stadshoofd. Deze was, het blijkt uit alles,
een aanzienlijk en vermogend man. Doch
helaas, één ding ontbrak hem, en dat was
de vreze des Heeren. Zelfs in ultweudigen
zin onderhield hij de dienst van Jehova niet,
en had hij zich mee laten slepen met de
dienst der afgoderij, zodat hij veel meer
luisterde naar de stem van zijn volk, dat in
goddeloosheid wandelde,, dan naar de stem
van zijn geweten en het Woord des Heeren,
met het droevig gevolg, dat men wel te
Oifra vinden kon een altaar voor Baal en
een daarbij behorend bos voor de gruwelij
ke Astortedienst, doch geen altaar voor
Jehova. Ja, zelfs scheen het, of de predi
king van d§n Godsgezant voor Ofra van
geen nut was geweest, daar de dienst bij
het Baalsaltaar nog steeds in ere was ge
bleven.
Maar deze Joas nu, had een zoon, die
Gideon heette., Gideon, zijn naam bete
kent verbrijzelaar was mogelijk ook
zo jong niet meer, daar hijzelf reeds vader
was van een aankomende jongeling Jether
genaamd; een veertiger misschien dus.
Joas had nog meerdere zonen gehad, dan
Gideon; doch deze waren helaas bij de in
vallen der Midianieten omgekomen. Op wel
ke wijze is ons niet bekend, hetzij bij het
zoeken van voedsel voor hun vee, hetzij
dat ze gegrepen waren bij de verdediging
van één der holen in de bergen, één ding
echter weten we wel, en dat is, dat ze in
het hoofdkwartier te Tabor terecht zijn ge
komen en daar toen zijn doodgeslagen.
Gideon was zo een heel ander persoon
dan zijn vader. Gideon was door God be
keerd en de Heer e had hem bewaard, dat
hij niet was meegesleurd in de maalstroom
van zonde en ongerechtigheid, die de af
godendienst uitmaakte. Wij stellen ons hem
dan ook het liefst voor als een „stille in
den lande," als een, die de noden en behoef
ten van land en volk op het harte droeg en
wars vBfl alle goddeloosheid wandelde in de
vreze en de vermaning des Heeren. Ja, een
die menigmaal gezucht had over de gruwe
len van het volk. Tevens een eenzame bid
der voor de verlossing des lands.
Mogelijk was hij door de mensen van Of
ra, en misschien soms ook nog wel door
zijn eigen vader, aangezien als een zonder
ling, als een eenzelvig mens, die maar niet
mee wilde doen met de geest des tijds, en
maar geen vermaak vrilde scheppen in de
dingen der wereld, wanneer daartoe gele
genheid was. Een eenzame kniezer, hebben
ze hem misschien genoemd, die liever mij
merde over de dingen der eeuwigheid, dan
zich te werpen in de stroom des levens, of
te trachten ten koste van wat ook, een
voorname plaats in de wereld in te nemen.
Was zijn vader dan geen stadshoafd?
Och, zo is het zo menigmaal gegaan, en
zo gaat het nog zo menigmaal met het
Volk des Heeren.
De wereld noemt hen soms dompers of
achterlijken, mensen, waarvan ze maar
niets kunnen begrijpen, mensen, waaraan je
toch eigenlijk dikwijls niets hebt als last,
omdat ze niet mee willen doen met de din
gen der wereld, mensen, die thuis blijven,
als zij feest vieren, mensen die klagen, wan
neer zij zich vermaken, mensen, die nu ja
in haast alles zonde zien. Wat heeft de
maatschappij toch eigenlijk aan zulken, hoe
is de wereld nu toch met zulk soort mensen
gebaat?
Wat de wereld er mee gebaat is? Dan
zoudt ge ze maar eens moeten beluisteren
in hun bidvertrek. Hoor ze dan worstelen
aan de troon der genade, gedrukt gaande
onder de last van de zonden van eigen hart
en leven, maar ook zuchtenden over de gru
welen van land en volk, over al het God-
onterend kwaad, dat er wordt gevonden.
Maar hoor ze ook pleiten op Gods lank
moedigheid en taai geduld; pleiten op Zijn
barmhartigheden en goedertierenheden; ja,
vragen om ontferming. Wat dunkt ge,
zou zo'n bidder, zou zo'n worstelaar niets
vermogen aan het hof des hemels? Wel-
zallg dan ook, die door den Heere vervaar
digd mag worden in een afhankelijk ge
bedsleven geweld te mogen doen op het
Koninkrijk der hemelen. Zulk een is niet zo
gering te schatten, zulk een heeft waarde
bij God, al zou hij ook nog zo weinig waar
de hebben in de ogen der mensen.
Zo was het nu ook met Gideon gesteld.
Op zekeren dag treffen we hem aan,
bezig om tarwe te dorsen, 't Was weer de
tijd, dat de Midianieten hun jaarlijkse
strooptocht zouden herhalen, en hiermee re-
kenthg houdende, of er naar alle waarschijn
lijkheid ook al van gehoord hebbende, gaat
hij heen met de weinige trawe, die hij nog
heeft, om die op een eenzame plaats uit
te dorsen, ten einde die dan ergens te gaan
verbergen voor het aangezicht der Midianie
ten. Hoe droevig toch, dat dat noodzake
lijk was. De voorraad schijnt ook niet groot
geweest te zijn, daar hij maar alléén bezig
was, en zich slechts bediende van een stok,
om het uit te slaan. Hoe geheel anders ge
beurde dat toch in de jaren vóór de Midi
anieten Waren gekomen. Dan ging hij met
de grote voorraad van zijn vader vergezeld
van de knechten met de ossen naar een
hooggelegene open plaats, naar de dorsvloer,
waar de ossen het koren uittrappen, of
waar deze werden gespannen voor de dors-
sleden. Hoe vrolijk kon dan het lied der
drijvers klinken over de vlakte heen!
Doch, hoe was alles nu veranderd. Thans
stond hij, en dat wel alléén, op een eigen
aardige plaats, niet op de dorsvloer, niet in
het vrije veld, maar vlak bij, of desnoods
in de pers, mogelijk de vrijnpers, opgetrok
ken uit grote stenen, met een getraliede
opening in het midden van de bodem. Hoe
zelden hoorde men ook hier meer de zang
en de muziek der slaven, wanneer zij aan
de moeilijke arbeid bezig waren om de drui
ven te treden.
Was het niet, of alle vrolijkheid'van de
aardbodem geweken was, en of alles onder
de druk lag. Was het oordeel Gods over de
verlating des Heeren niet als tastbaar,
proefde men het niet in alles?
En toch, Gideon was nog bevoorrecht,
dat hij tenminste nog iets had, om te dor
sen, gezien zijn vader een welgesteld man
was. Doch als zij dan al zo weinig hadden,
dat er geen knecht of os voor nodig was,
waar moesten dan toch de armen des lands
verschijnen
Gideons gedachten zijn onder het dorsen
bij de ellende van zijn volk. Hij was met dat
volk toch één, hun noden, waren toch ook
zijne noden, hun druk was toch ook zijn
druk, hun smart was toch ook zijn smart,
hun verlangen was toch ook zijn verlangen,
hun begeerte Was toch ook zijn begeerte.
Mogelijk zijn ook zijn gedachten heen
gegaan naar zijn broeders, die door het
zwaard des vijands waren omgekomen en
heeft zijn hart gezucht: „Hoe lange nog,
hoe lange nog, o, Heere God!"
De levensraadselen stapelen zich voor
hem op. Voorzeker heeft hij wel tijden ge
kend, dat een zekere_ hoop zijn ziel door-
flitste, of dat hij klagend uitriep: „Geeif aan
het wild gedierte de ziel uwer tortelduif
niet' over, vergeet de hoop uwer ellendigen
niet in eeuwigheid. Aanschouw het ver
bond, want de duistere plaatsen des lands
zijn vol woningen van geweld; doch thans
wordt het hem hoe langer hoe benauwder,
omdat hij maar geen uitkomst ziet. Hij'
weet wel, dat de Heere een arm met macht
heeft en groot vermogen bezit, hij weet wel,
dat Die maar te spreken heeft en het is er,
te gebieden en het staat er; hij weet wel,
dat Jehova éénmaal Israël heeft uitgeleid
uit Egypteland en zoveel wonderen er aan
heeft verricht, maar kon hij nu nog op de
hulp des Heeren rekenen, nu het alles zo
verzondigd lag?
En kon hij niet uit het lang toeven der
Goddelijke hulp opmaken, dat de Heere Zijn
Volk verstoten had, en niet me^r met hen
van hen doen wilde hebben
Zo vermenigvuldigden ongetwijfeld onder
grote droefheid en tranen, maar ook onder
innerlijke verzuchtingen zijn gedachten, die
hij aan een vrije loop overliet. En ging hij
thans zien op Gods rechtvaardigheid en de.
zondige aifmakingen van het volk, en dat
van jaren herwaarts, dan was het uit, dan
was er geen verwachting meer.
En terwijl hij nu zo worstelend, medite
rend, overleggend en biddend aan zijn ar
beid bezig is, is de ure daar, naar het eeu
wig Welbehagen Gods, dat de hemel zich
ontsluit en een Engel des Heeren, de eigen
Zoon van God, in het voorspel van Zijn
menswording, nederdaalt,' om zich in de
gedaante van een reiziger met een staf in
de hand neder te zetten onder de eik, die
te Ofra is, en welke aan Joas, den Abi-ez
riet of vader van het geslacht der Ezrie-
ten, die tot de stana van Manasse behoor
den, toekwam.
Plots is het dan ook de stem van deze
zelfde Zone Gods, die zich verheft om Zijn
kind, den armen, neergedrukten Gideon toe
te roepen: „De Heere is met u, gij strijdba
re held!"
Moe en afgeirial ihuisgekomen
Neem vlug eeh "AKKERTJE"!
U is dan spoedig weer frisch
en fil, als door een wonder!
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd vestigt de aandacht op
het volgende:
Op grond van het Veevoederbesluit 1939
is het vermalen of op andere wijze bewer
ken van alle soorten hooi en stroo, zoowel
graanstroo als stroo van peulvruchten en
andere land- of tuinbouwproducten, alsme
de van kaf en andere dorsehafvallen, zoo
wel als van riet tot voeder voor eenige
diresoort, verboden. Dit verbod zal met
groote gestrengheid worden gehandhaafd.
Het komt voor, dat deze producten, zoo-
als mogelijk ook heide, biezen en boombla
deren in gemalen toestand, tegen onevenre
dig hooge prijzen als veevoeder in den han
del worden gebracht. Veehouders wordt aan
geraden, slechts gemalen producten te koo-
pen, waarvan het vervoer wordt gedekt
door een geldig geleidebiljet.
VERPAKKING VAN IMENGVOEDER.
Het Rijksbureau voor,de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd maakt bekend, dat de
tot dusver voor mengvoederfabrieken gel
dende verplichting, om de verpakking van
mengvoeder te sluiten met een lood of
plombe, is komen te, vervallen, voor zoover
het mengvoeder bestemd is om door den
fabrikant te worden afgeleverd rechtstreeks
aan veehouders, derhalve voor zoover het
mengvoeder door den fabrikant wordt afge
leverd tegen in ontvangstneming van vrttte
bestelbonnen.
TEELT VAN TUIN- EN
LANDBOUWZADEN.
In het persbericht „Teeltplah akkerbouw
oogst 1941" van 29 September 1940 wordt
een onderscheid' gemaakt tusschen ge-
wenschte en niet gewenschte gewassen en
wordt de teelt van deze laatste zonder meer
verboden. Een absoluut verbod echter is dit
niet, aangezien de Provinciale Productie
commissarissen onder bepaalde bedrijfsom
standigheden van dit verbod vrijstelling kun
nen verleenen.
Nu slaat dit verbod, zooals ook uit de
opsomming van enkele voorbeelden blijkt,
op sommige onzer handelsgewassen, waar
van de zaden hetzij rechtstreeks, hetzij na
een of andere bewerking te hebben onder
gaan voor consumptie bestemd zijn.
Er is echter ook een belangrijke groep
van andere zaden, die men hier te lande
gewoonlijk samenvat onder de aanduiding
Tuin- en Landbouwzaden, om ze van de
voorgaande te onderscheiden. Men bedoelt
daarmede n.l. die zaden, welke niet als zoo
danig, al af niet na een bewerking, voor
consumptie dienen, maar die uitsluitend ge
bruikt worden als zaaizaad. Hiertoe be-
hooren b.v. grroentezaad, bloemenzaad, sui
kerbietenzaad, voederbietenzaad, koolraap
zaad, knollenzaad, graszaad, klavërzaad en
dergelijke.
Het spreekt vanzelf, dat het geenszins
de bedoeling is de teelt hiervan geheel te
verbieden; wel is het noodzakelijk haar bin
nen bepaalde grenzen te houden.
Te zijner tijd zal een regeling worden be
kend gemaakt, waarbij de voorwaarden
worden gesteld, waaronder de teelt van de
ze Tuin- en Landbouwzaden in 1941 kan
worden toegestaan.
VERHOOGING VAN DEN PRIJS VOOR
BROODBLOEM EN BBOODMEEL.
De Secretaris-Generaal, waarnemend Hoofd
van het Departement van Landbouw en
VisscheriJ, maakt het volgende bekend:
Zooals bekend is en ook reeds bij een
vorige gelegenheid werd medegedeeld, heeft
de overheid er sinds het uitbreken van den
oorlog in Augustus 1939 steeds naar ge
streefd door haar prijzenpolitiek een stij
gihg van de prijzen voor de eerste levens
behoeften zooveel m.ogelijk te voorkomen.
Daar echter de richtprijzen voor den oogst
1940 over de geheele linie zijn verhoogd,
moet thans worden overgegaan tot een
prijsverhooging van tarwe en rogge, welke
producten de grondstoiffen zijn voor de
broodbereiding.
Aangezien intusschen ook de bakkerij-
kosten door de oorlogsomstandigheden aan.
merkelijk zijn gestegen en ook deze kosten
uiteindelijk in den broodprijs moeten wor
den verdisconteerd, heeft de overheid beslo
ten om niet de geheele richtprijs verhoo
ging bij de prijsbepaling van bloem en meel
in rekening te brengen, teneinde de noodza
kelijke prijsstijging van het brood zoo klein
mogelijk te doen zijn.
Èen en ander heeft geleid tot de vaststel
ling van de volgende prijzen met ingang
van 21 October 1040, alles onder de gebrui
kelijke verkoopsvoorwaarden.
Tarwebloem
Tarwemeel
Roggebloem
f 16.20 per 100 K.G.
f 14.05 per 100 K.G.
f 16.20 per 100 K.G.
Op grond van het bovenstaande moet wor
den verwacht, dat de broodprijsstijging als
gevolg van de vermelde factoren tot 1 cent
per brood van 800 gram beperkt zal blij
ven. Het droge stofgehalte van bruinbrood
(tarwebrood) zal bovendien worden gelijk
gemaakt aan dat van wittebrood, zoodat
per eenheid meer meel in dat brood moet
worden verwerkt dan tot nu toe. Tengevol
ge hiervan kan de prijs voor dat brood
maximaal één cent meer stijgen, zulks ech
ter met dien verstande, dat bioiinbrood in
geen geval duurder mag worden dan vrit-
tebrood.
De overheid zai er evenjvel door het ge
ven van restituties voor zorgdragen, dat
voor zuiver roggebrood de oude prijs kan
worden gehandhaafd. In het algemeen zal
deze prijsverhooging ook niet van invloed
zijn op den prijs van overige bakkerij-arti-
kelen (gebak e.d.)
Voorts is reeds verboden volle melk of
volle melkpoeders in brood te verwerken.
Wel zal geoorloofd blijven de verwerking
van magere melkpoeder of onderwelk. In
dit verband wordt er de aandacht op ge
vestigd, dat het gebruikelijke merk „M.B."
in het melkbrood niet meer beteekent, dat
zulk een brood met volle melk of volle
melkpoeder gebakken is, terwijl voorts de
prijs voor waterbrood moet worden bere
kend.
Als gevolg van een en ander zullen zij,,
die tot nog toe gewend waren melkbrood
te gebruiken, van de prijsverhooging wei
nig bemerken, integendeel zullen zij in het
algemeen voor het brood minder behoeven
te besteden dan voorheen.
In aansluiting op bovenstaande over de
bloem- en meelprijsverhooging maakt het
Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in
Oorlogstijd nog bekend, dat de Nederland-
sche Akkerbouwcentrale en de Vita een cir
culaire te dezer zake hebben gezonden aan
de bereiders van roggebloem. Hun, die deze
circulaire niet hebben ontvangen, wordt ver
zocht deze circulaire alsnog ten spoedigste
bij de Nederlandsche Akkerbouwcentrale
aan te vragen.
Tevens wordt er op gewezen, dat met in
gang van 21 October a.s. eveneens het sta
tiegeld voor de verpakking wordt verhoogd
tot f 4.— per 100 kg.
BROOD VOOR GRAANVERBOUWERS.
De Secretaris-Generaal, waarnemend Hoofd
van het Departement van Landbouw en
VisscheriJ maakt met betrekking tot het
bakken van brood uit eigen graanoogst het
volgende bekend.
Graanverbouwers zullen met ingang van
21 October a.s. graan uit eigen oogst voor
eigen gebruik.tot brood mogen bakken of
laten bakken tot een hoeveelheid van hon
derd kilogram graan per gezinslid per Jaar.
Honderd kilogram graan kan verwerkt
worden tot ongeveer 125 kilogram tarwe
brood of 140 kg. roggebrood. Deze regeling
beteekent dus voor de betrokken personen
een dagrantsoen per gezinslid van ongeveer
340 gram tarwebrood of 380 gram rogge
brood.
De graanverbouwers, die van deze rege
ling gebruik wenschen te maken, kuimen bij
de plaatselijke bureauhouders van de Voed
selvoorziening vergunningen tot vervoer
van graan naar den molenaar verkrijgen,
welke vergunningen tevens dienst doen als
maalvergunning.
Aangezien niet goedgekeurd kan worden,
dat de betrokken personen naast dit brood
rantsoen tevens gebruik maken van de
broodbonboekjes, is bepaald, dat deze graan
verbouwers geen aanspraak kunnen rnaken
op de dezer dagen uitgereikte of uit te rei
ken nieuwe broodbonboekjes. In plaats hier
van zullen de plaatselijke distributjedien-
sten desgewenscht een formulier verstrek
ken, waarop het aantal gezinsleden van den
betrokken graanverbouwers, aan wie geen
broodbonboekjes verstrekt zijn, of die de
reeds uitgereikte broodbonboekjes weder
hebben Ingeleverd, vermeld wordt. Deze for
mulieren dienen bij de plaatselijke bureau
houders te Worden ingeleverd.. De formulie
ren worden slechts afgegeven op vertoon
van de distributiestamkaarten van alle in
wonende gezinsleden, met inbegrip van het
inwonend personeel. Het is evenwel niet al
tijd mogelijk of noodzakelijk, dat al deze
personen van de regeling gebruik maken. De
verbouwde hoeveelheid graan kan namelijk
ontoereikend zijn voor alle gezinsleden. In
dit geval kan zelf beslist worden hoeveel
gezinsleden gebruik wenschen te maken
van het broodbonboekje. Indien uitsluitend
rogge verbouwd is, zal eveneens zelf beslist
kunnen worden, hoeveel broodbonboekjes
aangevraagd, onderscheidelijk behouden
zullen worden, teneinde naast roggebrood
ook wittebrood te kunnen eten.
De beslissingen dienen goed te worden
overwogen, aangezien zij een jaar van
kracht blijven en tusschentijds niet meer
gewijzigd zullen kunnen worden. Zij, die
ingevolge deze regeling geen broodbonboek
je wenschen, kunnen dan wederom kiezen.
Ten slotte wordt er de aandacht ep ge
vestigd, dat bij deze regeling geen rekening
gehouden kan worden met extra rantsoenen
voor zwaren of zeer zwaren arbeid, aange
zien het toegestane rantsoen reeds een rui
me compensatie voor de niet uitgereikte
broodkaarten beteekent.
Winkeliers in Textielgoederen e.a.
wordt thans vereischt een In- en Ver
koop benevens voorraad administra
tie (smeden) te houden. Verschillende
andere verplichtingen gaan hiermede
gepaard, terwijl steeds hoogere
eischen gesteld worden wat een com
plete bedrijifsboekhouding betreft.
Door Uw boekhouding DESKUNDIG
te doen inrichten of de geheele admi
nistratie bij ons onder te brengen,
voorkomt U vele moeilijkheden.
(Ook voor de Zeeuwsche Eilanden)
OUDDORP
lUi ons nummer van 19 Oct. j.l. hebben
wdj een uitspraak aangehaald van Mr. Eint-
hoven die te Alphen a.d. Rijn voor de Ne
derlandsche Unie sprak en zich daarbij uitte
over de leidingsgedachte en het Jodenvraag-
stuk.
In het Nederlandsche Dagblad, orgaan
van Nationaal Front, komt men in het
nummer van 17 Oct, op deze uitspraken te
rug, onder de kop „De Verwaterde Unie."
Het Nationaal Front meent, dat het met
,,De Unie" hopeloos mis loopt. Zij noemen
zich „de volksbeweging, die de bestaande
politieke partijen overkoepelt" waarom het
Nat. Front deze beweging gelijk stelt met
het voormalige E.D.D. die de politieke par
tijen ook niet opruimen maar wilde laten
bestaan. De Unie wil de partijen conservee-
ren, totdat er weer een dag komt, dat ze
overbodig wordt en het partij-gebibbel op
nieuw kan beginnen!"
Het Nat. Front beweert, dat er "maar één
partij (wat gelijk staat met geen partij)
mag overblijven, om de volksgemeenschap
saam te bundelen. Dat er nu verscheidene
autoritaire bewegingen zijn pleit niet tegen
het beginsel, allen willen zij de eenige wor
den. Misschien zullen wij de eenige beweging
worden, aldus Nat. Front, misschien zullen
de bestaande bewegingen opgaan in één be
weging.
De heer Einthoven had gezegd, dat bij de
partij van Arnold Meyer het leidersbeginsel
voorop staat en de onvervangbare leider
iets onaanvaardbaars is. Het Nat. Front zegt
dat de dhr. Einthoven zijn gehoor hierme
de veralkt; voor het Nat. Front is dit even
eens onaanvaardbaar. Hij diende te dien op
zichte te weten, wat het artikel „Autori
taire democratie" van 28 Sept. behelst.
Het Nat. Front geeft verder aan dat er
wel een Jodenvraagstuk is in Nederland.
Zij willen echter de Joden niet vervolgen,
maar constateeren, dat de Joden geen Ne
derlanders zijn en dus ook geen zeggen
schap hebben over ons volk. Met verdraag
zaamheid heeft het niets te maken, maar
het heeft „slechts te maken met een juist
besef, van wie tot de Nederlandsche Volks
gemeenschap behooren." Aldus Nat. Front.