I
i
Simon Gieke
Overspannen zenuwen
I Van Smeden
I w. A. DE Bakker
voor
i Handel, Bedrijf en Particulier
I OUDDOBP
I Administratiën '- Accountancy
f Belastingzaken
De kstter van Scherpenisse
BOTERPRIJS
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning- in Oorlogstijd maakt bekend, dat tot
nader order voor de levering van boter aan
verbruiliers een maximumprijs van f 1.85
per kg. en een lainimumprijs van f 1.75 p.
kg. geldt. Voor levering van boter op zg'.
toewijzingen" ing-evolge de Boter - en Vet-
distributie geldt deze miniumprijs niet. Nog
maals wordt er uitdrukkelijk op gewezen.,
dat aflevering van boter aan den consu
ment slechts tegen afgifte van bonnen van
de boter- of vetkaart mag geschieden.
Afleveringen van boter aan een bepaalde
categorie van verbruikers zooals bakke
rijen, restaurants, hotels en dergelijke
grootverbruikers mogen slechts geschieden
op zg. toewijzingen.
AANKOOP VAN SÏ^ACHTVEE VOOR DE
VI.EESCHDISTRIBUTIE.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd maakt het volgende be
kend:
Op Maandag 23 September ïieeft de Ne-
derlandsche Veehouderijcentrale een aan
vang gemaakt met het koopen van slacht
vee bestemd voor de distributie van vleesch
Zooals reeds bekend werd gemaakt, wordt
het te leveren vee naar de kwaliteit geclas
sificeerd door zg. classificatie-commissies.
Deze hebben van de Centrale de volgende
richtlijnen gekregen voor het verrichten der
classificatie.
De hoofdklassen AA, A, B, C. en W. die
nen zoowel voor grootvee als voor kalveren
in de eerste plaats om tot een juiste groe
peering der verschillende kwaliteiten te ko
men. Voorts worden elk van die hoofdklas
sen nader onderverdeeld (1, 2 en 3) als een
middel om de werkelijke waarde der dieren
zoo nauwkeurig mogelijk vast te stellen.
RUNDEREN.
Klasse AA. In deze klasse vallen prima
jonge dieren (zg. dikbillen), die slachtrijp
zijn, alsmede prima slachtrijpe vaarzen en
ossen, waarvan kan worden aangenomen,
dat zij door hun prima kwaliteit aan het
afslachtingspercentage, hetwelk voor deze
groep wordt aangenomen, beantwoorden.
Met nadruk ivvordt er de aandacht op ge
vestigd, dat deze klasse AA als uitzonde
ringsklasse moet worden beschouwd. In
zeer bijzondere gevallen kan ook een stier,
die aan deze voorwaarden voldoet, in deze
klasse worden geplaatst.
Klasse A. In deze klasse moet worden
geplaatst eerste kwaliteit slachtvee in de
hiervóór genoemde rubrieken, hetwelk be
slist slachtrijp is en waarvan de vroüwelij
ke dieren kennelijk niet meer dan driemaal
hebben gekalfd. Stieren en ossen, welke in
deze klasse worden geplaatst, moeten in het
bezit zijn van één of meer kleine tanden.
Klassie B. In deze klasse vallen slacht-
runderen, .die aan de voor de klasse A. ge
stelde eischen voldoen, doch die minder
slachtkwaliteiten bezitten. Ook oudere die
ren kunnen in de klasse B. worden ge
plaatst.
Klasse C C-runderen, zijn dieren die in
veel gevallen nog melk geven (zg. afgemol-
ken koeien), doch nog goed bevleesd zijn.
Tot deze klasse behooren ook ossen en stie
ren, die ook al zijn ze goed bevleesd, door
hun grovere constitutie in deze klasse moe
ten worden geplaatst.
Bij deze grovere dieren moet vooral bij
de onderverdeeling worden gelet op het
geschatte geslachte gewicht, aangezien
juist in deze groep het verschil tusschen
levend en geslacht gewicht aanmerkelijk is.
Klasse W. In deze klasse worden ge
plaatst de zg'. worstkoeien, worststieren en
worstossen, d.w.z. minder bevleesde dieren.
Bij de beoordeeling en de classificatie dezer
runderen moet ook worden gelet op het ge
schatte afslachtingspercentage. Bij de on
derverdeeling in deze klasse mioet rekening
worden gehouden met de bij vrouwelijke
dieren veel voorkomende uiergebreken en
andere afwijliingen, waardoor het kwali
teitsverschil in deze klasse vaak niet on
belangrijk is.
Tenslotte blijft over de groep der zg.
wrakke dieren, die in geen klasse kunnen
worden ondergebracht en waarvan de waar
de per stuk moet worden vastgesteld. In
deze groep vallen de runderen, die, om
welke oorzaak ook, met spoed moeten wor
den geslacht en voorts dieren, die in een
zoodanig vermagerden toestand worden
aangeboden, dat een prijsbepaling per kg.
levend gewicht niet in overeenstemming zou
zijn met de slachtwaarde.
VETTE KALVEREN.
Klasse AA. Deze klasse moet geheel als
een uitzonderingsklasse worden beschouwd
voor de prima slachtrijpe z.g. dikbillen. Bij
de beoordeeling moet nauwkeurig met de
kleur der kalveren rel^ening worden gehou
den. Dit is trouwens ook van groote betee-
kenls voor de beoordeeling der vette kal
veren in de overige klassen.
Klasse A. In deze klasse valt de prima
kwaliteit vette kalveren met een fijne con
stitutie, gemest met volle zoete melk.
Klasse B. In deze klasse worden ge
plaatst de zg. ondermelliskalveren, die pp
grond van kwaliteit en kleur in deze lagere
klasse vallen.
GRASKAI^VEREN.
Voor graskalveren bestaat slechts de
hoofdklasse A. De grovere graskalveren en
die, welke niet goed bevleesd zijn, moeten
uiteraard In de onderklassen 2 en 3 worden
geplaatst.
NUCHTERE KALVEREN.
Voor nuchtere kalveren wordt de klasse,
waarin de dieren vallen, uitsluitend bepaald
door het gewicht.
In klasse A. 1 vallen de kalveren met een
gewicht van meer dan 40 kg'.
In klasse A. 2 vallen de kalveren met een
gewicht van 3540 kg.
In klasse A. 3 vallen de kalveren met een
gewicht van minder dan 35 kg.
Ontijdig' geboren alsmede minderwaardi
ge kalveren komen niet voor classificatie in
aanmerking. De waarde van deze kalveren
moet door de classificatie-commissie per
stuk worden vastgesteld.
Mijnhardt's Zenuwtabletten maken U spoe
dig weer weldadig kalm. Buisje 40 en 75 et.
BEDRIJPSCREDIETEN VOOK DEN
LANDBOUW, ALLEEN VOOR DE
FENSIESCHADE.
Geen kunstmest en zaaizaad meer
gratis.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning' in Oorlogstijd maakt het volgende be
kend:
Zooals bekend werden voor en tijdens de
oorlogsdagen oppervlakten land geïnun-
deerd, waardoor aan honderden bedrijven
zware schade werd toegebracht. Voorzoover
mogelijk, is en wordt de, schade aan lande
rijen in natura vergoed, In dien zin, dat ge
tracht wordt deze landerijen weder te her
stellen. Er v/erd echter ook groote schade
geleden, doordat de landgebruikers hun be
drijf niet of niet naar behooren konden uit
oefenen en de normale bedrijfsinkomsten
verminderden of zelfs geheel ophielden.
Aangezien de vaststelling der schadever
goedingen, hoewel met kracht ter hand ge
nomen, door het zeer groote aantal, vaak
zeer ingewikkelde gevallen, nog geruimen
tijd zal vorderen, is in overleg tusschen de
desbetreffende ambtelijke instanties beslo
ten, de mogelijkheid te openen, in noodzake
lijke gevallen, bij wijze van voorschot op
de geleden bedrijfsschade, credieten toe te
staan.
Deze bedrijfscredieten zullen worden ge
administreerd door de boerenleenbanken en
dienen te worden aangevraagd bij den pro
vincialen voedselcommissaris.
Bij gebleken noodzaak kunnen voor een
crediet in aanmerking komen de boerenbe
drijven, welke ten gevolge van deifensie-
maatregelen bedrijfsschade hebben geleden,
waarbij de wet in schadeloosstelling voor
ziet (Inundatiewet, Wet op de Staat van
Oorlog en Beleg.)
Geen gratis kunstmest en zaaiaaiad méér.
Tevens wordt ter algemeene kennis ge
bracht, dat de gratis verstrekking van
kunstmest, zaaizaad en pootgoed aan de
beschadigde bedrijven, welke op bonnen ge
schiedde, afgegeven door den land- of tuin-
bouwconsulent wordt beëindigd.
Het motief hiervoor, in het belang van
de voedselvoorziening des lands van de be
schadigde landerijen nog een zoo hoog mo
gelijke opbrengst te verkrijgen, is door de
vordering van het seizoen zooals vanzelf
spreekt, komen te vervallen, terwijl boven
dien de bedoelde credietregeling hiervoor
in de plaats kan treden.
Winkeliers in Textielgoederen e.a.
wordt thans vereischt een In- en Ver
koop benevens voorraad administra
tie (smeden) te houden. Verschillende
andere verplichtingen gaan hiermede
gepaard, terwijl steeds hoogere
eischen gesteld worden wat een com
plete bedrijifsboekhouding betreft.
Door Uw boekhouding DESKUNDIG
te doen inrichten of de geheele admi
nistratie bij ons onder te brengen,
voorkomt U vele moeilijkheden.
(Ook voor de Zeeuwsche Eilanden)
*.<<^6,. «5M<i«r<B' -««•».-« -«*»-• -"SBe-^ «'«Bfe»^
TEELTPLAN AKKERBOUW OOGST 1941
Bij de opstelling van het Bouwplan 1941,
dat in korten vorm hieronder volgt, is van
de gedachte uitgegaan, dat in de vrijheid
van den landbouwer inzake de organisatie
van zijn bedrijf zoo weinig mogelijk moet
worden ingegrepen. Hij moet in de gelegen
heid blijven, op grond van eigen berekenin
gen en met inachtneming van de eischen,
die de verschillende perceelen van zijn be
drijf aan de vruchtwisseling en verdere be
drijfsvoering stellen, zelf zijn teeltplan op
te maken.
De bijzondere omstandigheden, waaronder
wij thans verkeeren, maken het dringend
noodig, dat alle krachten worden ingespan
nen en alle middelen worden aangewend ter
verkrijging van een zoo groot mogelijke op
brengst van voedsel voor mensch en dier.
Dit brengt mede, dat de teelt van sommige
gewassen, die niet in de voorziening daar
van bijgedragen en die. bovendien gewoon
lijk geteeld worden op onze beste akker-
bouwgronden, als ongewenscht moet wor
den beschouwd. We noemen In dit verband:
karwij, mosterd, maanzaad, e.d.
De verbouw van tarwe, rogge, gerst, ha
ver, kanariezaad, veldboonen, erwten, stam
boonen, aardappelen, suikerbieten, voeder
bieten, mals, koolrapen, knollen, voederwor-
telen, koolzaad (oliezaad) en vlas moet
daarentegen onder de huidige omstandig
heden zoo hoog mogelijk worden opgevoerd.
Verwacht wordt, dat de landbouwers zon
der uitzondering hierin hun plicht zullen
zien en dienovereenlcomstig zullen hande
len. Het is voor hen een eerezaak, die naar
beste kunnen te vervullen.
Het spreekt vanzelf, dat het noodzakelijk
is, dat van de niet gewenschte gewassen
kleine oppervlakten daarmee toch worden
beteeld om te kunnen blijven beschikken
over een zekere hoeveellieid zaad, tegen
den tijd, dat de teelt van deze gewassen
weer onbeperkt kan worden toegestaan.
Bovendien kunnen de omstandigheden in
het voorjaar zoodanig zijn, dat een gewas
door weersomstandigheden mislukt en een
noodgewas moet worden gezaaid, zooals
mosterd of maanzaad.
In deze gevallen is voorzien door aan de
Provinciale Productiecommissarissen de be
voegdheid te geven tot deze teelten in die
gevallen op aanvrage in beperkte mate ver
lof te verleenen.
Het is echter noodig, dat ook aandacht
geschonken wordt aan de meer of minder
groote belangrijkheid der wél gewenschte
gewassen voor de samenleving. Hierbij
moet worden uitgegaan van het standpunt,
dat de belangrijkste die gewassen zijn, wel
ke rechtstreeks dienen voor menschelijke
voeding en die, welke per ha, de grootste
hoeveelheid voedsel voor mensch en dier
voortbrengen.
De broodgranen tarwe en rogge hebben
dus de voorkeur boven de andere, terwijl
aardappels eveneens een bevoorrechte
plaats innemen, evenals peulvruchten en
koolzaad (oliezaad.)
Aangezien voornamelijk in de zandstre-
ken de haver niet tot die gewassen behoort,
welke een zoo groot mogelijke opbrengst
per ha. leveren, wordt het noodig geacht,
de teelt hiervan te beperken tot niet meer
dan voor ieder bedrijf in de jaren 1938 en
1939 gemiddeld met haver is beteeld, met
deze beperking, dat dit in elk geval niet
meer bedraagt dan 15% van de geheele
oppervlakte bouwland van een bedrijf.
Hoewel de teelt van hakvruchten voor
veevoeder alle aanbeveling verdient, moet
de productie van voedingsmiddelen voor
den mensch toch de voorkeur hebben, waar
om een beperking noodig is tot het gemid
delde van 1938 en 193'9 voor ieder bedrijf.
Eenzelfde standpunt geldt met betrekking
tot klaver en lucerne. Het spreekt echter
vanzelf, dat de teelt van deze gewassen
als stoppelvrucht alle aanbeveling verdient
en onbeperkt toelaatbaar is.
Op grond van dezelfde overwegingen
moet er zorg voor worden gedragen, dat
geen suikerbieten onttrokken worden aan
hun bestemming voor de menschelijke voe
ding en niet als veevoeder worden gebruikt.
Door hun afvalstoffen komt toch een groo
te hoeveelheid veevoeder beschikbaar.
Eveneens is het onder de huidige om
standigheden, nu het graan als zoodanig
onmisbaar is voor menschelijke voeding en
nu voor de voeding' der dieren allereerst
geconcentreerd voeder noodig is, onge
wenscht, dat onrijp graan, dat op bouwland
is geteeld, gemaaid wordt voor veevoeder,
omdat het zoo aan zijn bestemming onttrok
ken wordt. Een uitzondering vormt uiter
aard groene mais, die op erfperceelen wordt
geteeld of wel op verloren hoekjes.
Het behoeft wel geen betoog, dat uit
breiding van de oppervlakte grasland ten
koste van het bouwland onder de huidige
omstandigheden niet toelaatbaar is. In
verband daarmede is het verboden om cul
tuurgrond, welke in 1940 als bouwland in
gebruik was, in 1941 te gebruiken als gras
land, kunstweide, voor de teelt van klavers
of andere groen te oogsten of .af te weiden
gewassen, indien niet een gelijke oppervlak
te grasland, kunstweide of klaver van 1940
in 1941 voor bouwland bestem.d wordt. Het
spreekt vanzelf, dat klavers en dergelijke
gewassen, die als stoppelgewas worden be
weid of geoogst, niet vallen onder dit ver
bod.
Tenslotte bestaat het voornemen de uit
breiding van de oppervlakte bouwland door
het scheuren van grasland aan te moedigen
door het verleenen van een geldelijke tege
moetkoming. In de keuze der gewassen, die
op den gescheurden grond geteeld zullen
worden, Is men vrij, alleen met deze beper
king, dat ze moeten behooren tot die, wel
ke in den aanvang reeds zijn genoemd als
de meest noodzakelijke. Gewassen als kar
wij, mosterd, enz. vallen er dus buiten. Wil
men voor de tegemoetkoming in aanmer
king komen, dan moet men onder opgave
van ligging en oppervlakte van het te scheu
ren perceel aangifte daarvan doen via de
L.C.O., aan den Productiecommissaris der
hierbij betrokken provincie. Pas wanneer
deze zijn goedkeuring eraan heeft gehecht,
zal men voor de uitkeering in aanmerking
kunnen komen, indien althans het gewas
in den loop van den zomer een behoorlijken
stand vertoont. De aanvankelijke goedkeu
ring op zich zelf verleent dus nog geen aan
spraak; dit is pas het geval, wanneer dank
zij een goede verpleging het gewas zich ook
behoorlijk ontwikkeld heeft. De toeslag zal
hoogstens f 100.per ha. bedragen afhan
kelijk van de verkregen resultaten.
Het spreekt vanzelf, dat men geheel vrij
blijft grasland te scheuren, indien geen aan
spraak gemaakt wordt op de gedelijke
tegemoetkoming.
Een samenvatting van het bovenstaande
volgt thans:
1. a. De teelt op bouwland van andere
gewassen dan: tarwe, rogge, gerst,
haver, kanariezaad, veldboonen, erw
ten, stamboonen, aardappelen, sui
kerbieten, cichorei, voederbieten,
mais, koolrapen, voederwortelen,
koolzaad (oliezaad) en vlas, is ver
boden.
De Provinciale Productiecommis
saris kan onder bepaalde bedrijfsom
standigheden van dit verbod vrijstel
ling verleenen.
b. De teelt van haver op bouwland is
voor ieder bedrijf beperkt tot de op
pervlakte bouwland, die in dat be
drijf in de jaren 1938 en 1939 gemid
deld met dit gewas beteeld is ge
weest, met dien verstande, dat in elk
geval niet meer dan 15 van het
bouwland van leder bedrijf voor ha
ver in gebruik mag zijn.
c. De teelt van voederbieten, koolrapen,
voederwortelen en voederkool op
bouwland, voor zoover niet als na-
vrucht na een hoofdgewas, is voor
deze gewassen gezamenlijk per be
drijf beperkt tot de oppervlakte, die
daarmede voor dit bedrijf gemiddeld
in de jaren 1938 en 1939 bezet is ge
weest,
d. De teelt van klaversoorten en lucerne
op bouwland is beperkt tot de opper
vlakte, die in 1940 voor ieder bedrijf
voor deze gewassen in gebruik was.
2. Het is verboden cultuurgrond, welke
in 1940 als bouwland in gebruik was, in
1'941 te bestemmen voor grasland, kunst
weide, klavers of andere groen te oogsten
of af te weiden gewassen, voor zoover deze
geen t'Wëede gewas na den oogst der hoofd
vrucht zijn, tenzij een gelijke oppervlakte
cultuurgrond, die in 1940 als grasland,
kunstweide of voor klavers gebruikt werd,
in 1941 voor bouwland bestemd wordt.
3. Het afmaaien van onrijp graan, dat
op bouwland is geteeld, met uitzondering
van groene mais op erfperceelen of verlo
ren hoekjes, is verboden.
4. Het gebruik van suikerbieten als vee
voeder en het verhandelen van suikerbie
ten aan anderen dan de suikerfabrieken Is
verboden.
5. Op gescheurd grasland mogen zon
der eenige beperking alle gewassen worden
geteeld, welke in art. la niet verboden
zijn.
Om voor een geldelijke tegemoetkoming
terzake van het scheuren van grasland in
aanmerking' te komen moet men eerst van
den Provincialen Productiecommissaris de
goedkeuring verkrijgen voor de perceelen,
welke men scheuren wil.
Deze geldelijke tegemoetkoming wordt
pas uitgekeerd, nadat in den zomer door
den Provincialen Productiecommissaris de
oogst op het gescheurde land is opgeno
men.
RECHTBANK TE ROTTERDAM
Zittinig, ivan 1 October 1940.
Charterpartij vervalscht.
De 54-jarige J. v. IJzerlooij, agent van de
bevrachtingscommissie te Middelharnis,
heeft terecht gestaan van valschheid in ge
schrifte. In Augustus' 1938 zou verdachte
een charterpartij, die de handteekening
droeg van den schipper P. van Driel hebben
vervalscht door een verandering daarin aan
te brengen, zoowel wat betreft den datum
als den overeengekomen vrachtprijs. Deze
zaak is reeds eenige malen door de recht
bank moeten worden aangehouden. Thans
werd nog de schipper van Driel gehoord.
In het vooronderzoek had deze verklaard,
dat de handteekening, die de charterpartij
droeg niet van hem afkomstig was, maar
vermoedelijk was gezet door zijn zoon. Bij
zijn verhoor voor den rechter-commissaris
was hij daarop teruggekomen en had ver
klaard dat de handteekening toch wel door
hem gezet was. Thans was getuige van
Driel weer omgekeerd en beweerde hij niet
meer te weten of de handteekening van
hem dan wel van zijn zoon was geweest.
De vertegenwoordiger van het O.M,, mr.
J. F. Hoefifelman merkte in zijn requisitoir
op, dat waar van Driel niet positief kan
verklaren de handteekening te hebben ge
zet en in de dagvaarding is gesteld, dat de
charterpartij de handteekening van van
Driel droeg, verdachte wegens gebrek aan
bewijs zal moeten worden vrijgesproken
ook al heeft spr. de overtuiging, dat ver
dachte geknoeid heeft. Spr. requireerde dus
vrijspraak.
De verdediger, mr. A. Boeckwinkel heeft
in een uitvoerig pleidooi betoogd, dat de
veranderingen, die in de charterpartij zijn
aangebracht uitsluitend de bedoeling heb
ben gehad om de situatie, dooidat van Driel
een reis gemaakt had, zonder dat hem daar
voor een charterpartij was uitgereikt, te
redden. Van een opzet om valschheid te ple
gen dan wel Iemand schade toe te brengen
was geen sprake geweest. Pleiter 'kon zich
aansluiten bij de vrijspraak door het O.M.
gerequireerd.
BOMMEN OP BRUINISSE.
Het A.N.P. meldt uit Bruinisse:
Vrijdag heeft een Engelsch vliegtuig vier
bommen geworpen, welke achter de woning
van den waterbouwkundige Leendertse te
recht kwamen. De woning en eenige andere
perceelen kregen belangrijke schade. Per
soonlijke ongelukken deden zich niet voor.
TWEEDE3 DEEL.
3>e verdryving yan de Spanjaarden van
onze eilanden.
Door MEVAHOB.
Naar een oud dagboek.
Auteursrechten voorbehouden.
104.
Benden, die echter allerminst te vertrou
wen waren en die telkens geneigd waren om
te muiten, wanneer hun soldij niet werd
uitbetaald.
Waarlijk de strijd om Middelburg te ver
overen was een gigantische strijd, een
strijd die slechts kon worden vol gehouden
door de liefde voor de zaak der vrijheid
en doordat de Heere in den alleruitersten
nood vaak ongedacht en onverwacht eeni
ge uitkomst gaf. Nu eens was het de bur
gerij van Zierikzee, die brooden zond, dan
weer was het een schip, dat in de handen
der Geuzen viel, waarvan de verkoop weer
dienen kon om de hulpbenden te betalen.
Met groote grimmigheid en vastberaden
heid hielden, de Geuzen den kamp vol.
De burgerij van Vlissingen, Veere en Zie
rikzee vormden de ziel van den opstand.
Slechts op hen was te rekenen.
Hun onverschrokkenlieid deed het beleg
vol houden en voortzetten ook al heerschte
onder hen groote ontbering een ontbering
zoo groot, dat ze grensde aan hongersnood.
Ook in de schans kwam dien nacht geen
proviand binnen, ook zelfs dien volgenden
dag niet, slechts eenige mannen gelukte
het den volgenden nacht zooveel eten te ha
len, dat althans de ergste honger kon wor
den gestild.
Maar na den gelukkig afgeslagen aanval
van den Spanjaard dacht niemand aan eten.
Men was doodop van inspanning.
De gewonden moesten worden verbonden
en in het nachtelijk duister moest een aan
vang worden gemaakt met de herstelling
van de schans. Bovendien moest nauwkeu
rig wacht worden gehouden want de vijand
kon terugkomen.
Gelukkig herhaalden de Spanjaarden hun
aanval niet.
Hadden ze op even uitgebreide schaal een
nieuwen aanval ondernomen zeker zou het
hen gelukt zijn door te breken.
Maar gelukkig de aanval bleef uit.
Na eenige oogenblikken van rust geno
ten te hebben was men dadelijk weer aan
het werk gegaan.
De gewonden moesten noodig verbonden
worden.
Gelukkig was niemand doodelijk gewond.
In de haast moest op de schans een plaats
worden ingeruimd waar eenig licht ge
maakt kon worden om de gewonden te kun
nen verbinden.
Het was gelukkig dat meester Adriaan
de chirurgijn zich bij de bezetting bevond.
Met bekwame hand verbond hij de gewon
den en onderzocht hij de lijken van een
viertal kameraden of ze wel werkelijk dood
waren.
En toen nog in denzelfden nacht werd
voor het viertal Geuzen een gemeenschap
pelijk graf in den hardbevroren bodem ge
hakt.
En daar werden ze door hun kameraden
in alle eenvoudigheid ter aarde besteld.
Daar vlak in de nabijheid van de schans
vonden deze dappere mannen hun laatste
onbekende rustplaats. Het kon niet anders,
het moest er was geen gelegenheid om ze
elders op een kerkhof te begraven, de om
standigheden lieten dat niet toe.
Och, hoe menigen Geus, hoe menigen rus
tigen landbouwer of visscherman, hoe me
nigen man en vader vond zoo een onbekend
soldatengraf in de bange worsteling tegen
het Roomsche en Spaansche geweld.
In den strijd voor Gods Woord, in den
strijd voor de vrijheid. Zoo menigeen streed
voor de vrijheid in welks genot men nim-
m,er zou deelen.
Van slapen was dien nacht op de schans
geen sprake.
Voor zoover men eenige rust kon genie
ten hurkte men bijeen onder een zeil in een
hoek van de schans waar een houtvuur al
thans eenige verkwikkende warmte bracht.
Ook Simon had daar eenige oogenblik
ken doorgebracht. Niet lang had hü daar
vertoefd, toen Voshole binnenkwam.
„Mannen, vlak voor de schans, misschien
half in het water ligt een Spanjool erbar
melijk te kermen. Zullen we hem helpen?"
„Geen hulp voor den vijand. Oog om oog,
tand aan tand." Laat hem doodgaan. Zij
hebben onze vrienden ook gedood, 't Zijn
de beulen, de moordenaars, de schoffeer-
ders van onze vrouwen en kinderen. Wraak
over hen, wraak over de slachters van
Naarden. Dood aan de moordenaars van
onze vrienden." 't Was meester Adriaan, die
gereed gekomen met het verbinden van de
gewonden zich ook bij het vuur had gezet
en die de woorden door Voshole gesproken,
op korten harden toon had beantwoord.
Neen zijn hart was nog niet verzacht,
zoo mogelijk had de strijd hem nog harder
en verbitterder gemaakt.
Voshole antwoordde hem niet, schudde
slechts met het hoofd, terwijl hij sprak:
„Wie zijn Christenplicht kent helpt me den
vijand te redden."
Siman had niets gezegd maar had zich
reeds van onder het zeil begeven.
Vier vijf Geuzen volgden zijn voorbeeld.
Aan kapitein Lie venszoon deelde Voshole
het plan mede om den Spanjaard te trach
ten ter hulp te komen. Dadelijk gaf Lievens
zoon zijn toestemming.
„Laat Simon en Voshole gaan, ze kunnen
het wel af, neem jullie wat rust. Die heb
ben je wel noodig."
Een oogenbllk later klauterden de beide
vrienden van de stuk geschoten aarden wal.
Een zacht gekerm was nog te hooren.
In het duister wees het hun den weg.
Weldra hadden ze de plaats bereikt. Half
op het ijs, half in het water lag een zwaar
gewonde man.
Voorzichtig werd hij door beide mannen
uit het water getrokken en naar de schans
gedragen.
Daar werd hij bij het vuur neergelegd.
Meester Adriaan, ik vraag U in 's-
Heeren Naam, dezen man te verbinden," zei
Simon.
Maar de Chirurgijn weigerde.
,,Oog om oog, tand om tand. De dood
aan het gebroed van Alva."
Met had de hardnekkige man zich ver
wijderde
Toch bleef de gewonde niet zonder hulp.
Met de uiterste voorzichtigheid onder
zochten Simon en Voshole bijgestaan door
Lievenszoon de wonden van de Spaansche
soldenier.
De man had opgehouden te kermen, hij
was bewusteloos geworden.
Niet voor niets hadden de Geuzen vaak
toegekeken en geholpen wanneer hun mak
kers verbonden werden.
Zoo gelukte het aan de beide mannen
een verband te leggen op de gapende won
de die de Spanjaard in de borst had. Helaas
de mannen zagen wel, dat hun moeite te
vergeefs zou zijn.
De linkerborst was door de scherpe punt
van een verrejager doorboord.
(Wordt vervolgd.)