I i Simon Gieke Overspannen zenuwen I Van Smeden I w. A. DE Bakker voor i Handel, Bedrijf en Particulier I OUDDOBP I Administratiën '- Accountancy f Belastingzaken De kstter van Scherpenisse BOTERPRIJS Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie ning- in Oorlogstijd maakt bekend, dat tot nader order voor de levering van boter aan verbruiliers een maximumprijs van f 1.85 per kg. en een lainimumprijs van f 1.75 p. kg. geldt. Voor levering van boter op zg'. toewijzingen" ing-evolge de Boter - en Vet- distributie geldt deze miniumprijs niet. Nog maals wordt er uitdrukkelijk op gewezen., dat aflevering van boter aan den consu ment slechts tegen afgifte van bonnen van de boter- of vetkaart mag geschieden. Afleveringen van boter aan een bepaalde categorie van verbruikers zooals bakke rijen, restaurants, hotels en dergelijke grootverbruikers mogen slechts geschieden op zg. toewijzingen. AANKOOP VAN SÏ^ACHTVEE VOOR DE VI.EESCHDISTRIBUTIE. Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie ning in Oorlogstijd maakt het volgende be kend: Op Maandag 23 September ïieeft de Ne- derlandsche Veehouderijcentrale een aan vang gemaakt met het koopen van slacht vee bestemd voor de distributie van vleesch Zooals reeds bekend werd gemaakt, wordt het te leveren vee naar de kwaliteit geclas sificeerd door zg. classificatie-commissies. Deze hebben van de Centrale de volgende richtlijnen gekregen voor het verrichten der classificatie. De hoofdklassen AA, A, B, C. en W. die nen zoowel voor grootvee als voor kalveren in de eerste plaats om tot een juiste groe peering der verschillende kwaliteiten te ko men. Voorts worden elk van die hoofdklas sen nader onderverdeeld (1, 2 en 3) als een middel om de werkelijke waarde der dieren zoo nauwkeurig mogelijk vast te stellen. RUNDEREN. Klasse AA. In deze klasse vallen prima jonge dieren (zg. dikbillen), die slachtrijp zijn, alsmede prima slachtrijpe vaarzen en ossen, waarvan kan worden aangenomen, dat zij door hun prima kwaliteit aan het afslachtingspercentage, hetwelk voor deze groep wordt aangenomen, beantwoorden. Met nadruk ivvordt er de aandacht op ge vestigd, dat deze klasse AA als uitzonde ringsklasse moet worden beschouwd. In zeer bijzondere gevallen kan ook een stier, die aan deze voorwaarden voldoet, in deze klasse worden geplaatst. Klasse A. In deze klasse moet worden geplaatst eerste kwaliteit slachtvee in de hiervóór genoemde rubrieken, hetwelk be slist slachtrijp is en waarvan de vroüwelij ke dieren kennelijk niet meer dan driemaal hebben gekalfd. Stieren en ossen, welke in deze klasse worden geplaatst, moeten in het bezit zijn van één of meer kleine tanden. Klassie B. In deze klasse vallen slacht- runderen, .die aan de voor de klasse A. ge stelde eischen voldoen, doch die minder slachtkwaliteiten bezitten. Ook oudere die ren kunnen in de klasse B. worden ge plaatst. Klasse C C-runderen, zijn dieren die in veel gevallen nog melk geven (zg. afgemol- ken koeien), doch nog goed bevleesd zijn. Tot deze klasse behooren ook ossen en stie ren, die ook al zijn ze goed bevleesd, door hun grovere constitutie in deze klasse moe ten worden geplaatst. Bij deze grovere dieren moet vooral bij de onderverdeeling worden gelet op het geschatte geslachte gewicht, aangezien juist in deze groep het verschil tusschen levend en geslacht gewicht aanmerkelijk is. Klasse W. In deze klasse worden ge plaatst de zg'. worstkoeien, worststieren en worstossen, d.w.z. minder bevleesde dieren. Bij de beoordeeling en de classificatie dezer runderen moet ook worden gelet op het ge schatte afslachtingspercentage. Bij de on derverdeeling in deze klasse mioet rekening worden gehouden met de bij vrouwelijke dieren veel voorkomende uiergebreken en andere afwijliingen, waardoor het kwali teitsverschil in deze klasse vaak niet on belangrijk is. Tenslotte blijft over de groep der zg. wrakke dieren, die in geen klasse kunnen worden ondergebracht en waarvan de waar de per stuk moet worden vastgesteld. In deze groep vallen de runderen, die, om welke oorzaak ook, met spoed moeten wor den geslacht en voorts dieren, die in een zoodanig vermagerden toestand worden aangeboden, dat een prijsbepaling per kg. levend gewicht niet in overeenstemming zou zijn met de slachtwaarde. VETTE KALVEREN. Klasse AA. Deze klasse moet geheel als een uitzonderingsklasse worden beschouwd voor de prima slachtrijpe z.g. dikbillen. Bij de beoordeeling moet nauwkeurig met de kleur der kalveren rel^ening worden gehou den. Dit is trouwens ook van groote betee- kenls voor de beoordeeling der vette kal veren in de overige klassen. Klasse A. In deze klasse valt de prima kwaliteit vette kalveren met een fijne con stitutie, gemest met volle zoete melk. Klasse B. In deze klasse worden ge plaatst de zg. ondermelliskalveren, die pp grond van kwaliteit en kleur in deze lagere klasse vallen. GRASKAI^VEREN. Voor graskalveren bestaat slechts de hoofdklasse A. De grovere graskalveren en die, welke niet goed bevleesd zijn, moeten uiteraard In de onderklassen 2 en 3 worden geplaatst. NUCHTERE KALVEREN. Voor nuchtere kalveren wordt de klasse, waarin de dieren vallen, uitsluitend bepaald door het gewicht. In klasse A. 1 vallen de kalveren met een gewicht van meer dan 40 kg'. In klasse A. 2 vallen de kalveren met een gewicht van 3540 kg. In klasse A. 3 vallen de kalveren met een gewicht van minder dan 35 kg. Ontijdig' geboren alsmede minderwaardi ge kalveren komen niet voor classificatie in aanmerking. De waarde van deze kalveren moet door de classificatie-commissie per stuk worden vastgesteld. Mijnhardt's Zenuwtabletten maken U spoe dig weer weldadig kalm. Buisje 40 en 75 et. BEDRIJPSCREDIETEN VOOK DEN LANDBOUW, ALLEEN VOOR DE FENSIESCHADE. Geen kunstmest en zaaizaad meer gratis. Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie ning' in Oorlogstijd maakt het volgende be kend: Zooals bekend werden voor en tijdens de oorlogsdagen oppervlakten land geïnun- deerd, waardoor aan honderden bedrijven zware schade werd toegebracht. Voorzoover mogelijk, is en wordt de, schade aan lande rijen in natura vergoed, In dien zin, dat ge tracht wordt deze landerijen weder te her stellen. Er v/erd echter ook groote schade geleden, doordat de landgebruikers hun be drijf niet of niet naar behooren konden uit oefenen en de normale bedrijfsinkomsten verminderden of zelfs geheel ophielden. Aangezien de vaststelling der schadever goedingen, hoewel met kracht ter hand ge nomen, door het zeer groote aantal, vaak zeer ingewikkelde gevallen, nog geruimen tijd zal vorderen, is in overleg tusschen de desbetreffende ambtelijke instanties beslo ten, de mogelijkheid te openen, in noodzake lijke gevallen, bij wijze van voorschot op de geleden bedrijfsschade, credieten toe te staan. Deze bedrijfscredieten zullen worden ge administreerd door de boerenleenbanken en dienen te worden aangevraagd bij den pro vincialen voedselcommissaris. Bij gebleken noodzaak kunnen voor een crediet in aanmerking komen de boerenbe drijven, welke ten gevolge van deifensie- maatregelen bedrijfsschade hebben geleden, waarbij de wet in schadeloosstelling voor ziet (Inundatiewet, Wet op de Staat van Oorlog en Beleg.) Geen gratis kunstmest en zaaiaaiad méér. Tevens wordt ter algemeene kennis ge bracht, dat de gratis verstrekking van kunstmest, zaaizaad en pootgoed aan de beschadigde bedrijven, welke op bonnen ge schiedde, afgegeven door den land- of tuin- bouwconsulent wordt beëindigd. Het motief hiervoor, in het belang van de voedselvoorziening des lands van de be schadigde landerijen nog een zoo hoog mo gelijke opbrengst te verkrijgen, is door de vordering van het seizoen zooals vanzelf spreekt, komen te vervallen, terwijl boven dien de bedoelde credietregeling hiervoor in de plaats kan treden. Winkeliers in Textielgoederen e.a. wordt thans vereischt een In- en Ver koop benevens voorraad administra tie (smeden) te houden. Verschillende andere verplichtingen gaan hiermede gepaard, terwijl steeds hoogere eischen gesteld worden wat een com plete bedrijifsboekhouding betreft. Door Uw boekhouding DESKUNDIG te doen inrichten of de geheele admi nistratie bij ons onder te brengen, voorkomt U vele moeilijkheden. (Ook voor de Zeeuwsche Eilanden) *.<<^6,. «5M<i«r<B' -««•».-« -«*»-• -"SBe-^ «'«Bfe»^ TEELTPLAN AKKERBOUW OOGST 1941 Bij de opstelling van het Bouwplan 1941, dat in korten vorm hieronder volgt, is van de gedachte uitgegaan, dat in de vrijheid van den landbouwer inzake de organisatie van zijn bedrijf zoo weinig mogelijk moet worden ingegrepen. Hij moet in de gelegen heid blijven, op grond van eigen berekenin gen en met inachtneming van de eischen, die de verschillende perceelen van zijn be drijf aan de vruchtwisseling en verdere be drijfsvoering stellen, zelf zijn teeltplan op te maken. De bijzondere omstandigheden, waaronder wij thans verkeeren, maken het dringend noodig, dat alle krachten worden ingespan nen en alle middelen worden aangewend ter verkrijging van een zoo groot mogelijke op brengst van voedsel voor mensch en dier. Dit brengt mede, dat de teelt van sommige gewassen, die niet in de voorziening daar van bijgedragen en die. bovendien gewoon lijk geteeld worden op onze beste akker- bouwgronden, als ongewenscht moet wor den beschouwd. We noemen In dit verband: karwij, mosterd, maanzaad, e.d. De verbouw van tarwe, rogge, gerst, ha ver, kanariezaad, veldboonen, erwten, stam boonen, aardappelen, suikerbieten, voeder bieten, mals, koolrapen, knollen, voederwor- telen, koolzaad (oliezaad) en vlas moet daarentegen onder de huidige omstandig heden zoo hoog mogelijk worden opgevoerd. Verwacht wordt, dat de landbouwers zon der uitzondering hierin hun plicht zullen zien en dienovereenlcomstig zullen hande len. Het is voor hen een eerezaak, die naar beste kunnen te vervullen. Het spreekt vanzelf, dat het noodzakelijk is, dat van de niet gewenschte gewassen kleine oppervlakten daarmee toch worden beteeld om te kunnen blijven beschikken over een zekere hoeveellieid zaad, tegen den tijd, dat de teelt van deze gewassen weer onbeperkt kan worden toegestaan. Bovendien kunnen de omstandigheden in het voorjaar zoodanig zijn, dat een gewas door weersomstandigheden mislukt en een noodgewas moet worden gezaaid, zooals mosterd of maanzaad. In deze gevallen is voorzien door aan de Provinciale Productiecommissarissen de be voegdheid te geven tot deze teelten in die gevallen op aanvrage in beperkte mate ver lof te verleenen. Het is echter noodig, dat ook aandacht geschonken wordt aan de meer of minder groote belangrijkheid der wél gewenschte gewassen voor de samenleving. Hierbij moet worden uitgegaan van het standpunt, dat de belangrijkste die gewassen zijn, wel ke rechtstreeks dienen voor menschelijke voeding en die, welke per ha, de grootste hoeveelheid voedsel voor mensch en dier voortbrengen. De broodgranen tarwe en rogge hebben dus de voorkeur boven de andere, terwijl aardappels eveneens een bevoorrechte plaats innemen, evenals peulvruchten en koolzaad (oliezaad.) Aangezien voornamelijk in de zandstre- ken de haver niet tot die gewassen behoort, welke een zoo groot mogelijke opbrengst per ha. leveren, wordt het noodig geacht, de teelt hiervan te beperken tot niet meer dan voor ieder bedrijf in de jaren 1938 en 1939 gemiddeld met haver is beteeld, met deze beperking, dat dit in elk geval niet meer bedraagt dan 15% van de geheele oppervlakte bouwland van een bedrijf. Hoewel de teelt van hakvruchten voor veevoeder alle aanbeveling verdient, moet de productie van voedingsmiddelen voor den mensch toch de voorkeur hebben, waar om een beperking noodig is tot het gemid delde van 1938 en 193'9 voor ieder bedrijf. Eenzelfde standpunt geldt met betrekking tot klaver en lucerne. Het spreekt echter vanzelf, dat de teelt van deze gewassen als stoppelvrucht alle aanbeveling verdient en onbeperkt toelaatbaar is. Op grond van dezelfde overwegingen moet er zorg voor worden gedragen, dat geen suikerbieten onttrokken worden aan hun bestemming voor de menschelijke voe ding en niet als veevoeder worden gebruikt. Door hun afvalstoffen komt toch een groo te hoeveelheid veevoeder beschikbaar. Eveneens is het onder de huidige om standigheden, nu het graan als zoodanig onmisbaar is voor menschelijke voeding en nu voor de voeding' der dieren allereerst geconcentreerd voeder noodig is, onge wenscht, dat onrijp graan, dat op bouwland is geteeld, gemaaid wordt voor veevoeder, omdat het zoo aan zijn bestemming onttrok ken wordt. Een uitzondering vormt uiter aard groene mais, die op erfperceelen wordt geteeld of wel op verloren hoekjes. Het behoeft wel geen betoog, dat uit breiding van de oppervlakte grasland ten koste van het bouwland onder de huidige omstandigheden niet toelaatbaar is. In verband daarmede is het verboden om cul tuurgrond, welke in 1940 als bouwland in gebruik was, in 1941 te gebruiken als gras land, kunstweide, voor de teelt van klavers of andere groen te oogsten of .af te weiden gewassen, indien niet een gelijke oppervlak te grasland, kunstweide of klaver van 1940 in 1941 voor bouwland bestem.d wordt. Het spreekt vanzelf, dat klavers en dergelijke gewassen, die als stoppelgewas worden be weid of geoogst, niet vallen onder dit ver bod. Tenslotte bestaat het voornemen de uit breiding van de oppervlakte bouwland door het scheuren van grasland aan te moedigen door het verleenen van een geldelijke tege moetkoming. In de keuze der gewassen, die op den gescheurden grond geteeld zullen worden, Is men vrij, alleen met deze beper king, dat ze moeten behooren tot die, wel ke in den aanvang reeds zijn genoemd als de meest noodzakelijke. Gewassen als kar wij, mosterd, enz. vallen er dus buiten. Wil men voor de tegemoetkoming in aanmer king komen, dan moet men onder opgave van ligging en oppervlakte van het te scheu ren perceel aangifte daarvan doen via de L.C.O., aan den Productiecommissaris der hierbij betrokken provincie. Pas wanneer deze zijn goedkeuring eraan heeft gehecht, zal men voor de uitkeering in aanmerking kunnen komen, indien althans het gewas in den loop van den zomer een behoorlijken stand vertoont. De aanvankelijke goedkeu ring op zich zelf verleent dus nog geen aan spraak; dit is pas het geval, wanneer dank zij een goede verpleging het gewas zich ook behoorlijk ontwikkeld heeft. De toeslag zal hoogstens f 100.per ha. bedragen afhan kelijk van de verkregen resultaten. Het spreekt vanzelf, dat men geheel vrij blijft grasland te scheuren, indien geen aan spraak gemaakt wordt op de gedelijke tegemoetkoming. Een samenvatting van het bovenstaande volgt thans: 1. a. De teelt op bouwland van andere gewassen dan: tarwe, rogge, gerst, haver, kanariezaad, veldboonen, erw ten, stamboonen, aardappelen, sui kerbieten, cichorei, voederbieten, mais, koolrapen, voederwortelen, koolzaad (oliezaad) en vlas, is ver boden. De Provinciale Productiecommis saris kan onder bepaalde bedrijfsom standigheden van dit verbod vrijstel ling verleenen. b. De teelt van haver op bouwland is voor ieder bedrijf beperkt tot de op pervlakte bouwland, die in dat be drijf in de jaren 1938 en 1939 gemid deld met dit gewas beteeld is ge weest, met dien verstande, dat in elk geval niet meer dan 15 van het bouwland van leder bedrijf voor ha ver in gebruik mag zijn. c. De teelt van voederbieten, koolrapen, voederwortelen en voederkool op bouwland, voor zoover niet als na- vrucht na een hoofdgewas, is voor deze gewassen gezamenlijk per be drijf beperkt tot de oppervlakte, die daarmede voor dit bedrijf gemiddeld in de jaren 1938 en 1939 bezet is ge weest, d. De teelt van klaversoorten en lucerne op bouwland is beperkt tot de opper vlakte, die in 1940 voor ieder bedrijf voor deze gewassen in gebruik was. 2. Het is verboden cultuurgrond, welke in 1940 als bouwland in gebruik was, in 1'941 te bestemmen voor grasland, kunst weide, klavers of andere groen te oogsten of af te weiden gewassen, voor zoover deze geen t'Wëede gewas na den oogst der hoofd vrucht zijn, tenzij een gelijke oppervlakte cultuurgrond, die in 1940 als grasland, kunstweide of voor klavers gebruikt werd, in 1941 voor bouwland bestemd wordt. 3. Het afmaaien van onrijp graan, dat op bouwland is geteeld, met uitzondering van groene mais op erfperceelen of verlo ren hoekjes, is verboden. 4. Het gebruik van suikerbieten als vee voeder en het verhandelen van suikerbie ten aan anderen dan de suikerfabrieken Is verboden. 5. Op gescheurd grasland mogen zon der eenige beperking alle gewassen worden geteeld, welke in art. la niet verboden zijn. Om voor een geldelijke tegemoetkoming terzake van het scheuren van grasland in aanmerking' te komen moet men eerst van den Provincialen Productiecommissaris de goedkeuring verkrijgen voor de perceelen, welke men scheuren wil. Deze geldelijke tegemoetkoming wordt pas uitgekeerd, nadat in den zomer door den Provincialen Productiecommissaris de oogst op het gescheurde land is opgeno men. RECHTBANK TE ROTTERDAM Zittinig, ivan 1 October 1940. Charterpartij vervalscht. De 54-jarige J. v. IJzerlooij, agent van de bevrachtingscommissie te Middelharnis, heeft terecht gestaan van valschheid in ge schrifte. In Augustus' 1938 zou verdachte een charterpartij, die de handteekening droeg van den schipper P. van Driel hebben vervalscht door een verandering daarin aan te brengen, zoowel wat betreft den datum als den overeengekomen vrachtprijs. Deze zaak is reeds eenige malen door de recht bank moeten worden aangehouden. Thans werd nog de schipper van Driel gehoord. In het vooronderzoek had deze verklaard, dat de handteekening, die de charterpartij droeg niet van hem afkomstig was, maar vermoedelijk was gezet door zijn zoon. Bij zijn verhoor voor den rechter-commissaris was hij daarop teruggekomen en had ver klaard dat de handteekening toch wel door hem gezet was. Thans was getuige van Driel weer omgekeerd en beweerde hij niet meer te weten of de handteekening van hem dan wel van zijn zoon was geweest. De vertegenwoordiger van het O.M,, mr. J. F. Hoefifelman merkte in zijn requisitoir op, dat waar van Driel niet positief kan verklaren de handteekening te hebben ge zet en in de dagvaarding is gesteld, dat de charterpartij de handteekening van van Driel droeg, verdachte wegens gebrek aan bewijs zal moeten worden vrijgesproken ook al heeft spr. de overtuiging, dat ver dachte geknoeid heeft. Spr. requireerde dus vrijspraak. De verdediger, mr. A. Boeckwinkel heeft in een uitvoerig pleidooi betoogd, dat de veranderingen, die in de charterpartij zijn aangebracht uitsluitend de bedoeling heb ben gehad om de situatie, dooidat van Driel een reis gemaakt had, zonder dat hem daar voor een charterpartij was uitgereikt, te redden. Van een opzet om valschheid te ple gen dan wel Iemand schade toe te brengen was geen sprake geweest. Pleiter 'kon zich aansluiten bij de vrijspraak door het O.M. gerequireerd. BOMMEN OP BRUINISSE. Het A.N.P. meldt uit Bruinisse: Vrijdag heeft een Engelsch vliegtuig vier bommen geworpen, welke achter de woning van den waterbouwkundige Leendertse te recht kwamen. De woning en eenige andere perceelen kregen belangrijke schade. Per soonlijke ongelukken deden zich niet voor. TWEEDE3 DEEL. 3>e verdryving yan de Spanjaarden van onze eilanden. Door MEVAHOB. Naar een oud dagboek. Auteursrechten voorbehouden. 104. Benden, die echter allerminst te vertrou wen waren en die telkens geneigd waren om te muiten, wanneer hun soldij niet werd uitbetaald. Waarlijk de strijd om Middelburg te ver overen was een gigantische strijd, een strijd die slechts kon worden vol gehouden door de liefde voor de zaak der vrijheid en doordat de Heere in den alleruitersten nood vaak ongedacht en onverwacht eeni ge uitkomst gaf. Nu eens was het de bur gerij van Zierikzee, die brooden zond, dan weer was het een schip, dat in de handen der Geuzen viel, waarvan de verkoop weer dienen kon om de hulpbenden te betalen. Met groote grimmigheid en vastberaden heid hielden, de Geuzen den kamp vol. De burgerij van Vlissingen, Veere en Zie rikzee vormden de ziel van den opstand. Slechts op hen was te rekenen. Hun onverschrokkenlieid deed het beleg vol houden en voortzetten ook al heerschte onder hen groote ontbering een ontbering zoo groot, dat ze grensde aan hongersnood. Ook in de schans kwam dien nacht geen proviand binnen, ook zelfs dien volgenden dag niet, slechts eenige mannen gelukte het den volgenden nacht zooveel eten te ha len, dat althans de ergste honger kon wor den gestild. Maar na den gelukkig afgeslagen aanval van den Spanjaard dacht niemand aan eten. Men was doodop van inspanning. De gewonden moesten worden verbonden en in het nachtelijk duister moest een aan vang worden gemaakt met de herstelling van de schans. Bovendien moest nauwkeu rig wacht worden gehouden want de vijand kon terugkomen. Gelukkig herhaalden de Spanjaarden hun aanval niet. Hadden ze op even uitgebreide schaal een nieuwen aanval ondernomen zeker zou het hen gelukt zijn door te breken. Maar gelukkig de aanval bleef uit. Na eenige oogenblikken van rust geno ten te hebben was men dadelijk weer aan het werk gegaan. De gewonden moesten noodig verbonden worden. Gelukkig was niemand doodelijk gewond. In de haast moest op de schans een plaats worden ingeruimd waar eenig licht ge maakt kon worden om de gewonden te kun nen verbinden. Het was gelukkig dat meester Adriaan de chirurgijn zich bij de bezetting bevond. Met bekwame hand verbond hij de gewon den en onderzocht hij de lijken van een viertal kameraden of ze wel werkelijk dood waren. En toen nog in denzelfden nacht werd voor het viertal Geuzen een gemeenschap pelijk graf in den hardbevroren bodem ge hakt. En daar werden ze door hun kameraden in alle eenvoudigheid ter aarde besteld. Daar vlak in de nabijheid van de schans vonden deze dappere mannen hun laatste onbekende rustplaats. Het kon niet anders, het moest er was geen gelegenheid om ze elders op een kerkhof te begraven, de om standigheden lieten dat niet toe. Och, hoe menigen Geus, hoe menigen rus tigen landbouwer of visscherman, hoe me nigen man en vader vond zoo een onbekend soldatengraf in de bange worsteling tegen het Roomsche en Spaansche geweld. In den strijd voor Gods Woord, in den strijd voor de vrijheid. Zoo menigeen streed voor de vrijheid in welks genot men nim- m,er zou deelen. Van slapen was dien nacht op de schans geen sprake. Voor zoover men eenige rust kon genie ten hurkte men bijeen onder een zeil in een hoek van de schans waar een houtvuur al thans eenige verkwikkende warmte bracht. Ook Simon had daar eenige oogenblik ken doorgebracht. Niet lang had hü daar vertoefd, toen Voshole binnenkwam. „Mannen, vlak voor de schans, misschien half in het water ligt een Spanjool erbar melijk te kermen. Zullen we hem helpen?" „Geen hulp voor den vijand. Oog om oog, tand aan tand." Laat hem doodgaan. Zij hebben onze vrienden ook gedood, 't Zijn de beulen, de moordenaars, de schoffeer- ders van onze vrouwen en kinderen. Wraak over hen, wraak over de slachters van Naarden. Dood aan de moordenaars van onze vrienden." 't Was meester Adriaan, die gereed gekomen met het verbinden van de gewonden zich ook bij het vuur had gezet en die de woorden door Voshole gesproken, op korten harden toon had beantwoord. Neen zijn hart was nog niet verzacht, zoo mogelijk had de strijd hem nog harder en verbitterder gemaakt. Voshole antwoordde hem niet, schudde slechts met het hoofd, terwijl hij sprak: „Wie zijn Christenplicht kent helpt me den vijand te redden." Siman had niets gezegd maar had zich reeds van onder het zeil begeven. Vier vijf Geuzen volgden zijn voorbeeld. Aan kapitein Lie venszoon deelde Voshole het plan mede om den Spanjaard te trach ten ter hulp te komen. Dadelijk gaf Lievens zoon zijn toestemming. „Laat Simon en Voshole gaan, ze kunnen het wel af, neem jullie wat rust. Die heb ben je wel noodig." Een oogenbllk later klauterden de beide vrienden van de stuk geschoten aarden wal. Een zacht gekerm was nog te hooren. In het duister wees het hun den weg. Weldra hadden ze de plaats bereikt. Half op het ijs, half in het water lag een zwaar gewonde man. Voorzichtig werd hij door beide mannen uit het water getrokken en naar de schans gedragen. Daar werd hij bij het vuur neergelegd. Meester Adriaan, ik vraag U in 's- Heeren Naam, dezen man te verbinden," zei Simon. Maar de Chirurgijn weigerde. ,,Oog om oog, tand om tand. De dood aan het gebroed van Alva." Met had de hardnekkige man zich ver wijderde Toch bleef de gewonde niet zonder hulp. Met de uiterste voorzichtigheid onder zochten Simon en Voshole bijgestaan door Lievenszoon de wonden van de Spaansche soldenier. De man had opgehouden te kermen, hij was bewusteloos geworden. Niet voor niets hadden de Geuzen vaak toegekeken en geholpen wanneer hun mak kers verbonden werden. Zoo gelukte het aan de beide mannen een verband te leggen op de gapende won de die de Spanjaard in de borst had. Helaas de mannen zagen wel, dat hun moeite te vergeefs zou zijn. De linkerborst was door de scherpe punt van een verrejager doorboord. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1940 | | pagina 2