Simon Gieke
Plaatselijk Nieuws
Wat er op de bon
te krijgen is.
Nederlandsche Uien-
Federatie
Landbouw
VLASTELERS.
GOEDEREEDE
De ketter van Scherpenisse
de op het vaste land winnende partij
,,Ik zie geen reden tot voortzet-
„ting van den oorlog."
Wil dat zeggen, dat Engeland dan zelf
niets zal moeten afstaan of verliezen als
het vrede wordt.
O.i. niet.
Maar wel dit, dat de eischen welke ge
steld zullen worden in het licht van de hui
dige toestand, niet van zoodanigen aard
zijn, dat voortzetting van den oorlog ge
wettigd is.
En nu zou naar onze meening. Engeland
dit eerst moeten onderzoeken. Waren de
eischen naar Engelands oordeel niet te
aanvaarden, het zou tegenover eigen volk
veel sterker staan, en ook in de andere lan
den meer steun nog ontvangen.
Zouden daartegenover de eischen te bil
lijken zijn, hoe zwaar ook hier of daar, wat
zou er dan op tegen zijn de oorlog te be
ëindigen.
Men vergete niet, Duitschland van nu is
niet het Duitschland van voor den oorlog.
Zouden de beide partijen tot elkander
komen, dan is het gevaar in het Westen
voor Duitschland gekeerd.
Hierin ligt dan tevens opgesloten, de po
sitie van Noorwegen. Denemarken, Neder
land, Belgïë en Frankrijk. Nu vormt deze
kuststrook een bedreiging op het hart van
Engeland. De positie in de Middellandsche
Zee, hoe penibel ook, alsmede de Koloniale
eischen, ze worden geregeld.
Heel het complex overziende zegt de
Führer, de regeUng van al die moeilijke
problemen is van uit mijn gezichtspunt zoo
danig, dat
er geen reden is, daarvoor te vechten.
Is dit aanbod alvorens het af te wijzen
eerst geen onderzoek waart?
Wordt het afgewezen, dan zijn er naar
menschelijke berekening drie mogelijkhe
den.
Laten wij ze voor Duitschland maar het
ongunstigst stellen.
1. Engeland overwint.
Denkt U dat eens in. Duitschland niet
alleen geen kans om in Engeland te komen
want daarmee is de oorlog niet gewonnen,
maar Duitschland, hetzij militair, of om
welke andere reden ook, gedwongen een op
gelegde vrede te aanvaarden.
Duitschland vernietigd.
Welk een verlies aan menschenlevens
welk een verlies aan burgers, welk een
vreeselijke vernieling, armoede en ellende,
als God het niet verhoed, zal dat teweeg
brengen. Ook in ons eigen land.
Zal Engeland dan slechts met een buil
en met een schram eraf komen. Of zullen
de toegebrachte slagen ook Engeland een
onherstelbaar verlies hebben toegebracht?
2. Duitschland komt niet in Engeland,
maar Engeland kan Duitschland op het
"Vaste land niet klein krijgen. Beide par
tijen geven het op.
Ook hier weer, wat een enorme verliezen
en verwoestingen als hierboven geschetst,
en uiteindelijk, praten en overleggen, het
zelfde wat thans door Duitschland wordt
aangeboden.
3. Duitschland overwint.
Dan ligt het machtige Albion terneder,
dan is het met zijn wereldheerschappij ge
daan, maar hoe zal dan de wereld er uit
zien, want zullen dan Japan en Amerika
ja de koloniale gebieden er buiten blijven?
Daarom welk een ontzaggelijk verant
woordelijk antwoord.
Wordt het gegeven in groothartigheid
en hoogmoed steunende op de ontzaggelijke
macht welke Engeland meent te hebben,
hoe is het dan te vreezen dat God de hoog
moed zal vernederen en beschamen.
Stelde Engeland eerst een. onderzoek in,
en bleek het dan dat de eischen niet in te
willigen waren.
dan zou de Engelsche regeering
voor God, haar eigen volk en de
geheele wereld kunnen betuigen
dat het een gerechtvaardigde
voortzetting van den oorlog voerde.
Maar, en zie dat is onze slotzin, dan zou
het eerst hebben willen luisteren.
Een luisteren waarin voor de beide strij
dende partijen geen vernedering ligt.
Daarom nogmaals, een ontzaggelijk ver
antwoordelijk besluit, waar de Engelsche
Regeering, thans voorstaat.
Brood: Bons 71 tot en met 80 (broodbon-
boekje) geldig van 22 t.m. 28 Juli, rechtge-
vende op totaal 2000 gram brood of 2500
gram roggebrood.
Thee of Koffie: Bon 85 (algemeen dis
tributieboekje.) Geldig tot en met 2 Au
gustus, recht gevende op pond koffie
of ons thee.
Bloem of Balcmeel: Bon 90 (alemeen dis
tributieboekje). Geldig tot en met 9 Au
gustus, recht gevende op 2% ons tarwe
bloem, tarwemeel, boekweitmeel, rogge-
bloem, roggemeel of zelfrijzend bakmeel.
Bon 75 blijft voor dezelfde hoeveelheid nog
geldig tot en met 26 Juli.
Suiker: Bon 80 (algemeen distributie
boekje). Geldig tot en met 25 JuU, recht
gevende op één kg. suiker.
Petroleum: Petroleum „Periode 3," voor
hen, die over geen andere kookgelegenheid
beschikken, dan met petroleum. Geldig van
15 t.m. 11 Augustus recht gevende op 2
Liter petroleum.
Bon Periode i" is ongeldig verklaard.
Boter of Margarine of Vet: Bon 67 en
68 (algemeen distributieboekje.) Geldig
van 15 t.m. 28 Juli, elk recht gevend op
250 gram boter of margarine of vet.
Grutterswaren: Bon 95 (algemeen dis
tributieboekje.) Geldig van 22 Juli tot en
met 11 Augustus, elk recht gevende op
250 gram rijst of rtjstemeel.
Bon 100 (algemeen distributieboekje).
Geldig van 22 Juli tot en met 11 Aug. elk
recht gevende op 250 gram havermout, ha-
vervlokken, gort of grutten.
Bon 105 (algemeen distributieboekje).
Geldig van 22 Juli tot en met 11 Septem
ber, elk recht gevende op 100 gram mai-
zena, griesmeel of puddingpoeder.
Bon 110 (algemeen distributieboekje).
Geldig van 22 Juli tot en met 11 Septem
ber, elk recht gevende op 100 gram mac-
caroni, vermicelli of spaghetti.
OP WELK TIJDSTIP DE ERWTEN
ZICHTEN.
Het is in de praktijk bekend dat de kleur en
de kwaliteit van verschillende partijen erw
ten soms sterk uiteen kunnen loopen. Som
mige partijen hebben een frisch groene
kleur en weinig wormstekigheid, andere
daareentegen zijn bleek, bevatten verkalk-
te en soms wormstekige zaden.
Naar gelang de erwten op het veld rij-,
per worden zakt het stroo en tegelijk daar
mede de peulen vaster op den grond. Het
gewas blijft langer vochtig en het gevolg
is dat de zaden, welke in de op den grond
liggende peulen .zitten, gaan verkleuren.
De wormstekigheid wordt veroorzaakt
door de rupsen van de erwten bladroller
Grapholita dersans. Deze rupsen kunnen
alleen hun verwoestingen voortzetten zoo
lang de zaden nog week zijn. Zoodra de
erwten hard worden verlaten zij deze om
zich in den grond te verpoppen. Hoe eer
der de erwten dus rijp zijn, des te minder
beschadiging deze rupsen kunnen aanrich
ten.
In de practijk is gebleken, dat erwten,
welke groen worden gemaaid, in 't alge
meen een betere kleur behouden en belang
rijk minder door wormstekigheid zijn aan
getast dan die, welke rijp worden geoogst.
Het juiste tijdstip van maaien kan niet
worden aangegeven, doch wel is gebleken,
dat dit zonder bezwaar kan geschieden,
wanneer de peulen nog groen ,iijn. De
erwten moeten na het maaien zoo spoedig
mogelijk, doch in ieder geval goed droog
op de ruiters worden gezet.
Het resultaat van deze werkwijze is, dat
men erwten oogst met een mooie kleur en
weinig wormstekigheid, terwijl tevens het
minimum wordt beperkt.
De Hoofdcontroleur van den K.Z.H.,
G. A. V. d. WAAD.
Lijst van de luien- en sjalottenproefvelden
in Nederland in 1940.
In de onlangs verschenen Med. 10 in de
serie gele boekjes van de Directie van den
Landbouw, Landbouwvoorlichtingsdienst,
vinden we op pag. 161 ook opgenomen de
lijst van uien- en sjalottenproefvelden in
Nederland, aangelegd in samenwerking
van Rijksland- en tuinbouwconsulenten
met de Nederlandsche Uien-Pederatie.
In de eerste plaats wordt hierin melding
gemaakt van een vrij groot aantal
BEMESTINGSPROEVEN.
Stlkstofbemestingsproeven, die tot deel
hebben de meest gunstige hoeveelheid stik
stof voor uien op te sporen, hetgeen mede
in verband met een eventueele gevoeligheid
voor koprot van het product van belang
is, zijn gerangschikt naar de volgende
voor uien gaarne gebezigde voorvruchten,
aardappelen, suikerbieten en cichorei en
aangelegd in opklimmende giften van 0-10
balen Kalkammonsalpeter (kas) per H.A.
Reeds thans valt aan de reactie van con
trole-(nulveldjes) goed te zien, dat de stik
stofbehoefte van uien met cichorei als
voorvrucht grooter zal zijn, dan die met
beide eerstgenoemde gewassen.
Zeer fraai blijken sjalotten te reageeren;
evenals bij de uien is het gewas op de nul
veldjes geel, terwijl ook bij een gift van 4
baal kas de kleur een nog grootere stik
stofbehoefte verraadt.
Kaliproeven demonstreeren het verschijn
sel van kaligebrek bij uien; het gewas ver
toont een eenigszins gedrongen beeld, daar
bij komen de doode omlaaghangende blad
einden, die een scherpe overgang met het
nog groene deel daarvan vormen. Later
zullen de veldjes met kaligebrek opvallen
door een hoog percentage dikhalzen, uien
die geen bol vormen en derhalve waarde
loos zijn.
Wat voorts betreft de
RASSEN -EN SELECTIEPROEVEN,
vragen vele proefvelden onze aandacht.
De beste inlandsche uienselectie wed
ijveren hierop met elkander. Zij zijn inge
deeld naar het tijpe waartoe zij behooren
in het Rijnsburger, het Zeeuwsche bruine
en het N. Hollandsche stroogele; voorts in
Hoofdrassen en Facultatieve.
De Hoofdrassen vindt men in de 16e Be
schrijvende Rassenlijst van het Instituut
voor Plantenverdeeling opgenomen. Het
zijn van het Rijnsburger-type „Favoriet"
van de N.V. Wed. P. de Jongh te Goes,
de selectie „Johaji van Nieuwenhuijzen"
van J. A. van Nieuwenhuijzen te Ooltgens-
plaat, „Galathee" van M. C. van Nieuwen
huijzen te Achthuizen en de selectie „Van
Zielst" van M. van Zielst te Nieuwe Tonge.
Van het Zeeuwsche bruine-type „Perijka"
van het Centraal Bureau te Rotterdam en
de selecties „Voogd" van P. Voogd te Goe-
dereede en „Ir. Mijs" van Ir. J. B. Mijs te
Sommelsdijk.
Van het Noord-HoUandsche stroogele-ty-
pe tenslotte „Bela" van Jacob Jong te
Noordscharwoude.
NOG STEEDS GEBRUIKT MEN
MAAR AL TE VAAK GOED KIEM-
KRACHTIG UIENZAAD, ZONDER
ZICH OM RAS OF SELECTIE TE
BEKOMMEREN.
De selectiewedstrijden toonen echter
maar al te zeer aan, hoe groot de verschil
len in opbrengst, roodkleurig, tijdstip van
afrijpen en houdbaarheid tusschen de ver
schillende typen en zelfs vaak ook tus
schen de vertegenwoordigers van één type
onderling zijn!
Uit den aard der zaak brengen deze
proefnemingen, waaraan steeds bewaar-
proeven worden gekoppeld, de beste uien-
selecties naar voren; laat men dan ook ge-
brmk maken van hun resultaten en in het
vervolg doelbewust slechts uien telen van
origineel of Ie nabouw goedgekeurd zaad
der hooldrassen, die men in de rassenlijst
vindt omschreven!
Buitenlandsche rassen worden eveneens
op vrij groote schaal beproefd, met het oog
ook in ons land een ui te kunnen telen.
die den Spaanschen in zachten smaak zal
kunnen evenaren. Daaronder bevinden
zich onder meer de eertijds uit den Spaan
schen ui in Engeland geteelde Monarch,
Prizetaker, en Reliance, die zich daar heb
ben gehandhaafd en opvallen door hun
zachten smaak. Misschien zullen deze ras
sen .zich gemakkelijker aan ons klimaat
kunnen aanpassen, dan de het vorig jaar
beproefde Amerikaansche rassen, van in
Amerika uit den zoeten Spaanschen ui ge
kweekte soorten; waarvan de houdbaarheid
zeer veel te wenschen overliet.
Thans worden naast de genoemde „En-
gelsch-Spaansche" uien niettemin ook we
derom eenige ,,Amerikaansch-Spaansche"
soorten beproefd en wel de Yellow Valen
cia, Sweet Spanish Colorado en Babosa.
Het onderzoek te trachten een
ZEER VROEGEN UI
te telen levert zeer goede resultaten op.
Zooals men weet, worden hiertoe door
zéér dik te zaaien (100 kg. per H.A., rijen
afstand 20 cM.) in het eerste jaar kleine
uitjes (15-20 mm.) gewonnen.
Zij worden begin Augustus geoogst,
droog bewaard tot het volgend voorjaar
en dan tegelijk met het zaaien der gewo
ne uien, geplant.
Omstreeks half Juli heeft men dan een
volwaardig gewas leverbare uien.
De bewarinsgtemperatuur van het plant
goed is van veel belang in verband met
een ongewenschte mate van pijpervorming',
uien die een bloemstengel vormen en zoo
goed als waardeloos zijn, in het jaar van
uitplanten der uitjes.
Prof. Blaauw onderzoekt den invloed
van de bewaringstemperatuur van het
plantgoed op dit verschijnsel, waarbij blijkt
dat door btewaring hij een juiste tempera
tuur deze pijpei-vorming practisch geheel
kan worden vermeden.
Plantgoed van hetzelfde ras en nauw
keurig dezelfde maat vertoont thans een
pijpervorming uiteenloopend van 0%90%
al naar de temperatuur, die gedurende de
bewaring heeft geheerscht.
RIJENAFSTANDSPROEVEN
bij afstanden van 15, 171/2, 20, 221/2 en 25
om der rijen, worden voortgezet. Het vorig
jaar gaven ,Zij uitgevoerd bij evengroote
zaadhoeveelheid per zelfde oppervlakte,
zoowel in totaal-opbrengst als in de onder
verdeeling daarvan naar de grootte der
uien, slechts onbeduidende verschillpn.
Ziektebestrijdingsproeven bepalen zich tot
bestrijding van de aantasting door de made
van de uienvlieg d.m.v. Calomel, waarmede
reeds het vorig jaar veelbelovende resulta
ten werden bereikt. Thans geven de proe
ven ook weer aanleiding tot tevredenheid.
Over het algemeen is dit jaar de aantas
ting buitengewoon hevig en zouden bij
meer algemeene toepassing van het bestrij
dingsmiddel talrijke perceelen, die thans
geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door
de maden dezer vlieg, behouden zijn ge
bleven.
De onkosten der behandeling, die om
streeks f 30.per H.A. bedragen bij voor-
oorlogschen prijs van het Calomel, zouden
in veelvoud uit de verkregen meerop
brengst zijn teruggewonnen.
Losse exemplaren van de lijst der uien-
en sjalottenproefvelden voor dit jaar zijn
voor ieder, die daarin belang stelt op aan
vraag gratis bij mij te verkrijgen.
IR. C. W. C. VAN BEEKOM,
Landbouwkundig Ingenieur
bij de Nederlandsche Uien-
Federatie.
MIDDELHARNIS. 15 Juli 1940.
De Landbouw-Crisis-Organisatie voor
Zuid-Holland maakt bekend, dat vlastelers,
die hun vlas verkoopen, binnen 5 dagen
na den datum van verkoop, hiervan een
verkoopbriefje in moeten dienen bij den
Secretaris van hun district, alwaar zij ook
het verkoopbriefje aan kunnen vragen.
Evenzoo dient bij levering van het vlas
binnen 5 dagen na den datum van levering
een afleveringsbewijs te worden ingediend.
Ook hiervoor wende men zich tot den
Secretaris van zijn district.
MIDDELHARNIS
In den nacht van Zondag op Maein-
dag is er weer een bom gevallen te Mid-
delharnis. Er werd dien nacht verbazend
veel gevlogen en het was merkbaar, dat de
snelle Duitsche jagers een of meer Engel
sche vliegtuigen, die waarschijnlijk hier of
daar een aanval wilden ondernemen op de
vlucht joegen.
Op verschillende plaatsen in het eiland
kwamen bommen in het land terecht die
geen schade veroorzaakten. Ben is er mid
den in de Centrale Proeftuin terecht ge
komen. De bom viel op een houten loodsje,
waarin 's-winters witlof wordt gekweekt.
Er ontstond veel glas-schade aan de al
daar staande warenhuizen en druivenkas-
sen. Een bomscherf trof het in zijn bedje
liggend 6-jarig zoontje van den heer de F.
Hoofd der Chr. U.L.O. School videns wo
ning aan de Proeftuin grenst. Het ventje
is naar het Paulina van Weel Ziekenhuis
te Dirksland overgebracht.
De hooge boomen, die rondom de Proef
tuin staan hebben voorkomen dat vele rui
ten zijn gesprongen.
Tot directeur der R.H.B. S. alhier is
benoemd de heer v. d. Emden thans leeraar
aan de H.B.S. te Delft, De heer C. Soete-
man, leeraar aan de R.H.B.S. alhier is be
noemd tot leeraar aan de gem. H.B.S. te
Delft.
Zaterdagavond 7 uur hoopt voor de
Geref. Gemeente alhier op te treden. Ds.
Lamain van Rotterdam (Z.)
De Weduwe T. Blok had het ongeluk
in haar woning te vallen en haar been te
breken. De dokter achtte opname in het zie
kenhuis noodzakelijk.
Zondag zal in de Ned. Herv. Kerk
in beide diensten extra collecte worden ge
houden voor de kerk.
De heer J. Wielaard slaagde met
gunstig gevolg voor zijn toelatings examen
voor de Slagersvakschool te Utrecht.
Ouders die hun kinderen Zondag
wenschen te laten doopen in de Chr. Geref.
Kerk kunnen daarvan aangifte doen aan
de Pastorie Hoflaan bij Ds. Visser.
Mej. M. Zoon is naar het gesticht
Bloemendaal gebracht om daar ter verzor
ging te worden opgenomen.
DIRKSLAND
A.s. Woensdagavond half acht hoopt
voor de Geref. Gemeente alhier op te tre
den Ds. Lamain van Rotterdam (Zuid.)
Zondag a.s. zal D.V. in de Ned. Herv.
Kerk bediening van het H. Avondmaal wor
den gehouden.
HERKINGEN
Vrijdagavond 8 uur torentijd hoopt
voor de Geref. Gemeente alhier op te tre
den Ds. Lamain van Rotterdam (Zuid.) Na
kerktijd aangifte van de H. Doop.
A.s. Zondag hoopt voor de Geref.
Gemeente driemaal op te treden Ds. La
main, s morgens H. Avondmaal, 's middags
H. Doop en sav. Nabetrachting.
Geboren: Sipke, zoon van S. K. J. Tuin-
stra en A. Snijder.
STELLEND AM
Van Zondag op Maandagnacht zijn
buiten de gemeente midden in het land en
kele bommen gevallen, welke weinig scha
de veroorzaakt hebben.
Ds. de Valk, Geref. Predikant alhier,
is beroepen te Katwijk a. d. Rijn.
Overleden: Jan Klink 65 jaar echtgen.
van Pietertje den Engelsman.
Toen de huisvrouw van G. N. van
morgen een pan kokend water van de
kachel wilde halen had .ze daarbij het on
geluk uit te glijden en de pan met het hee-
te water over haar gezicht te krijgen en
groote brandwonden op te loopen.
Attestatie is ingekomen van dhr. G.
van Walbeek van Krommenie en van Mevr.
P. C. M. Slagter van Batavia.
OUDDORP
A.s. Donderdagavond half acht toren
tijd hoopt voor de Geref. Gemeente alhier
voor te gaan Ds. Lamain van Rotterdam
(Zuid.)
TWEEDE DEEL.
De Terdr\)vlng van ide Spanjaarden van
onze eilanden.
Door MEVAHOR.
Naar een oud dagboek.
Auteursrechten voorbehouden.
93.
't Is zwaar werk en het loon is laag.
Maar t' houdt althans den honger uit de
deur. 't Zijn twee arme, arme slavers van
daglooners.
Ternauwernood hebben ze genoegzaam
kleeren aan om hun naaktheid te dekken.
Voor de koude is hun kleeding.al zeer on
voldoende.
Twee menschen die eigenlijk het leven
leiden van een dier Werken van den mor
gen vroeg tot den avond laat.
Geen hoogere idealen vervulden hen dan
rust en voedsel, voedsel en slapen.
Hun lichaam verslijten onder de zwaren
arbeid voor hun groote gezinnen.
Roomsch waren ze ja maar hun zwaar
leven van arbeid heeft hen Aai en onver
schillig gemaakt.
Op zeer lagen trap van ontwikkeling
staan ze.
Alleen de vrouw van Davidszoon kan
gebrekkig lezen.
Ze diende bij den schout.
Deze man goed en vriendelijk van aard
heeft haar het lezen geleerd.
Maar wat zou ze lezen?
Getrouwd had ze er weldra geen tijd meer
voor. De tijd voor het bestaan liet geen
tijd voor lezen.
Op zekeren dag tegen het vallen van den
avond heeft een ruw uitziend man, maar
die zeer vriendelijk met haar sprak haar
een boek gegeven. En daar is ze in gaan
lezen.
Op Zondag wanneer het werk stil lag.
Dat lezen Is haar gezin tot zegen ge
worden. En niet alleen haar gezin maar ook
dat van Kreliszoon.
Een ander leven heeft zich voor beide
mannen geopend. Het afgestompte haast
dierlijke leven van eten en drinken, van
slapen en werken is voorbij, 't Is in hun
leven alles nieuw geworden. Een hoogci',
een geestelijk leven is hun deel geworden.
In stilte leven ze voort. Samen luiste
rend op Zondag, in de lange winteravon
den, ja soms wel in den nacht, naar het
gebrekkige lezen van vrouw Davidszoon.
Arm ,zijn ze. Ja naar deze wereld. Maar
in werkelijkheid zijn ze rijk. Rijk in God.
Vrede met God smaakt hun ziel.
Zoo goed als slaaf zijn ze van baas Ba-
rends5Soon, maar vrij, vrij zijn ze als kin
deren Gods. Vrij van de heerschappij der
zonde en des doods.
In stilte gaan ze hun weg en doen ze
hun werk. Oppervlakkig is er zoo goed als
geen verandering gekomen in hun leven.
Maar toch de verandering die over hen
kwam is groot. Ook in het dagelijksche le
ven. Hun geest is niet meer dof en onver
schillig en afgestompt.
Ze bezien nu het leven gansch anders.
Hun horizon is verwijd en hun geest
klimt op ver boven lucht en wolken.
Smartelijk is voor hen de goddeloosheid
van hun baas. Zijn vloeken en spotten
dringt hen door merg en been.
Maar ze durven niet tot hem spreken.
Want dan worden ze weggejaagd en dat
beteekent honger en kommer voor hun ge
zin. Nu zijn ze aan het dorschen van tar
we. Het is schafttijd. De baas komt het
hen zeggen. Naar gewoonte en ook naar
gewoonte blijft hij bij hen staan, om na
korte oogenbhkken hen te zeggen, dat de
schafttijd voorbij is en dat ze weer aan het
werk moesten.
Beide mannen staken hun werk en vlijen
zich tegen het stroo om hun schamel stuk
droog brood te eten.
Maar wa:t doen ze daar?
Nog nooit hadden ze het gedaan in
tegenwoordigheid van hun baas, nooit had
den ze het gedurfd, dezen morgen gaan
de naar het werk hebben ze het elkaar be
leden. En nu doen ie het. Eerbiedig heb
ben ze het oude vervlekte hoofddeksel
van hun hoofd genomen, de oogen gesloten
om te bidden. Maar zoo ver komen ze niet.
„Wat is dat, wat zijn dat voor nieuwe
kunsten?" zoo klinkt vergezeld van vree
selijke vloeken en verwenschingen de stem
van den boer.
Zijn woede en drift uit zich in schelden
en wenschen en het uitbraken van de mees
te felle spot en smaadredenen.
Dreigementen van wegjagen en de meest
honende spot wisselen elkaar af. De man,
die er prat op ging niets te gelooven duldt
het niet in zijn daglooners, dat zij bidden.
Ha dat zijn ketters, gruwelijke ketters.
Wegjagen zal ik je.
Verbranden en hangen zullen ze je.
Ik zou ketters in mijn schuur dulden.
Aanklagen zal ik je.
Op zulk een wijze gaat de onmensch
voort. Den beide mannen is de schrik om
het hart geslagen. Hun ziel krimpt ineen
onder de felle woorden van Godslastering
en spot. 't Is hun niet langer te dragen.
Plotseling staat Kreliszoon op. Waar
schuwend heeft hij den vinger opgeheven.
Och op eerbiedigen toon waarschuwt hij
den boer. Zegt den boer, dat hij zich moet
bekeeren. Spreekt van den poel des vuurs,.
waar weening is der oogen en .knersing der
tanden. Och, zoo ootmoedig en vriendelijk
spreekt Kreliszoon. Zoo onderdanig vraagt
hij den boer toch niet te vloeken en Gods
Naam toch niet te lasteren. Verwonderd
heeft de boer gezwegen. Dat had hij niet
verwacht. Zijn daglooners mochten nooit
iets tot hem spreken dan wanneer ze iets
gevraagd werden. En deze Kreliszoon hoe,
durft hij En hem den boer nog wel waar
schuwen. „Ketters," sist de boer en het
leer van de hondenzweep, die hij altijd bij
.zich droeg striemt het gelaat van den
trouwen man.
Deze geeft een kreet van schrik en pijn
en treedt haastig terug. De boer verwijdert
zich vloekend en razend en de beide man
nen hervatten weer de arbeid. Van eten
komt niets. Ieder oogenblik verwachten ze
de terugkomst van den boer. om hem weg
te jagen.
Maar deze laat zich niet zien. Ook niet
als de donker reeds gevallen is en het
voor beide mannen meer dan tijd is huis
waarts te keeren. Dus nog niet wegge
jaagd. Maar een ander gevaar dreigt.
Aangeklaagd te worden door hun baas
als ketters. Onder het naar huis gaan spre
ken de beide mannen geen woord. Hun hart
is daartoe te vol, te bedrukt en te beangst.
Als ze het dorp hebben bereikt, zijn in
getreden aan welks beide zijden de schame
le woningen zijn, eigenlijk half in het dijks-
lichaam ingebouwd en ze den hoek hebben
bereikt waar de weg scherp rechts afbuigt
naar Tholen slaan ze een nauw steegje in
en staan ze weldra voor eenige schameler
huisjes dan die ze gepasseerd zijn.
't Zijn niet veel meer dan hutten, rustend
aan de helling van wat vroeger de water-
keering was.
Een afscheid zonder woorden maar Da
vidszoon drukt de hand van zijn buurman.
(Wordt vervolgd)