CmWECK&iADÖpGED.GD()riD5IAGvöÖRciZUID-H0UBiZCElJW3CH^ HITLER'S REDE. N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEUWS" Perzische en Oostersche tapijten Verschillende berichten 13e Jaargang WOENSDAG 24 JULI 1940 No. 1161 Een strijdbaar held. Naar een nationale eenheid S. VAN BUREN - Jonker Fransstraat 37 - Rotterdaoi WAARIN SEDERT 1 NO V EM B ER 1935 OPGENOMEN HET BLAD .ONZE EILANDEN" - 18E JAARGANG UITGAVE VAN Tot a.s. Zaterdagavond 9 uur vcrkoopen wij als ALGE- HEELE OPRUIMING alle nog aanwezige VLOERKLEEDEN. KLEEDJES enz. tegen prijzen lager dan voor den oorlog. In het magazijn vindt U alles uitgehangen ter bezichtiging. Vrij entree. Telef. gestoord. Rotterdamsch Grootst Grossiersbedrijf in Perzische en Oostersche Tapijten Gevestigd te Mlddelliamis i Fiins Hendiikstr. 122 G Giio 167930 i Postbode 8 k Td. 17. AbonnementspriBs 90 cent per 3 maandenbtj vooruitbetaling. Veiscbjfnt lederen Woensdag en Zatfxdag 2 maal per week. Afzonderde nummeia 5 cent -- Buitenland 8 gulden pei 'jaar Kpantoor voor Zeeland: St. Maartensdyk Sfarkt, Telef. 60. Advertentie»pri^ 20 cent per regeL Redames 40 et.; DjensOil aanvragen en aanHedingen van 1—6 t^els 80 et.; Boeb'sanxj kondiging 10 cent per r^el Contracten belangi^P: lager. 1. Wat zijn de vruohtgevolgen der zonde toeh bitter, en wat blijkt het toch ook telkens weer, dat de bezoldiging der zonde de dood is. Ja, de vruchtgevolgen der zonde zijn bit ter, zéér bitter zelfs, en dat niet alleen voor de wereld, maar ook voor Gods Volk. Hoe menigmaal moeten toch ook zij de tuchtigende Hand des Almachtigen gevoe len, omdat ze deden, wat kwaad was in Zijn heilige ogeïi. Evenwel, één ding blij'ft er echter voor hen over, en dat is, dat de Heere op Zijn Volk is uitgetoomd in den Zoon van Zijn welbehagen, eni dat ze dan ook daarom straks eenmaal, ondanks hun zonden en menigvoudige afwijkingen, zul len ingaan in de gewesten der eeuwige heerlijkheid en er dan een. eeuwige blijd schap wezen zal op hunne hoofden. Maar hier moeten ze door de weder waardigheden van dit tijdelijke leven heen en moeten ook zij bij tijden doorgaan on der de roede Gods, in welke vorm, dat die ook over hen gekomen is, hoewel toch voor hen gelden blijft, dat hun alle dingen moe ten medewerken ten goede en ze éénmaal zingen zullen van de wegen des Heeren, want de heerlijkheid des Heeren is groot. Inzonderheid voor Zijn kerk blijft het toch te allen tijde gelden: „'t Is trouw, al wat Hij ooit beval, het staat op recht en waar heid pal, als op onwrikb're steunpilaren." Ja, de Heere doet geen onrecht, nu niet en nooit. Edoch, wie leeft daarbij ^are het evenwel ook in onze dagen niet te wensen, dat we weer in eigen hart blikten en minder een ander de schuld ga ven en het elkaar maar meer gingen toe roepen van ogenblik tot ogenblik, hetgeen de dichter zingt in Psalm 106 vers 4: ,,Wij hebben God op 't hoogst misdaan, wij zijn van 'theilspoor afgegaan, ja, wij en onze vaad'ren tevens, verzuimend' alle trouw en plicht, vergramden God, den God des levens. Die zoveel wond'ren had verricht." Zou dat niet reeds bij aanvang verade ming geven? Wiat hebben we meer van node in deze droeve dagen, dan een wederkeren tot der Vaadren God? Zou God niet aan Zijn ver bond gedenken, als wij ons zelf schuldig keurden? O, dat er een ontwaken mochte komen uit de zondeslaap, opdat er niet wat ergers geschiede. Laten vnj ons bui gen in het stof voor Hem, wiens naam is: „Heere, Heere God, barmhartig en gena dig, lankmoedig en groot van weldadig heid en waarheid, die de weldadigheid be waart aan vele duizenden, die de ongerech tigheid en overtreding en zonde vergeeft; die den schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen en aan de kinds kinderen in het derde en in het vierde lid." Voorwaar we zouden tegenover de zonde, de genade zien triumCeren. Zonde en genade! Is er één bijbelboek, dat op sterk con trasterende wijze ons toespreekt over „zon de en genade," dan is het ook wel het boek der Richteren, of zo ge wilt, zoals onze aloude geliefde Statenbijbel het noemt het boek „Judicum." Over één der hoofdpersonen uit dit bij belboek zouden we voor U willen schrij ven, en U begrijpt het al ras, dat we gezien het opschrift hiermede de per soon van Gideon bedoelen. Laat ik U er Iets van mogen vertel len. Hij leefde in een droeve tijd. Voor slechts wat de Heilige Geest dien aangaande voor ons zelf heeft laten be schrijven. Want wanneer in Richteren 5 het schone lied van de profetes Debora ge ëindigd is in dit machtig slotaccoord: „Al zo moeten omkomen alle Uwe vijanden, o Heere: wie Hem daarentegen liefhebben, moeten zijn, als wanneer de zon opgaat in hare kracht," en ons wordt medegedeeld: „En het land was stil veertig jaar" volgt dadelijk daarop in het eerste vers van hoofdstuk 6: „Maar de kinderen Israels de den, dat kwaad was in de oogen des Hee ren." Kan het vreeselijker Is er droeviger tegenstelling te vinden dan tussen de wel daden, die God schonk en tussen datgene, wat de kinderen Israels daartegenover de den? Y. G. VAN DER VEEN f Te Amsterdam is plotseling overleden de heer Y. G. v. d. Veen, directeur van de 'Arbeiderspers. Het tijdsgewricht, waarin wij leven, is vol van staatkundige beroering. Een niet te ontkennen feit, is het dat reeds gedu rende een aantal jaren een evolutie, die somwijlen in revolutionair tempo ging, te zien was met betrekking tot het staatkun dige sociale leven der volkeren, met name die van Europa. Nieuwe staatssystemen kwamen op in Italië en Dultschland, ter wijl van de oude steeds meer de schaduw zijden aan de dag treden, zij het in het ééne land meer dan in het andere. Deze ontvnk- keUngsgang, eenerzijds van de omhoogstre vende dictaturen, anderzijds van de oude democratiën, zou zonder deze Europee- sche oorlog wellicht geleid hebben tot een verzachting der totalitaire regimes en een correctie van het parlementarisme, doch thans is deze natuurlijke evolutie abrupt verbroken door de jongste oorlog. Ook In ons land is na de Duitsche be zetting een politieke toestand ontstaan, die het best kan worden gekarakteriseerd met het woord: verward. En dit is waarlijk geen wonder. Tengevolge van de verorde ningen van den Rijkscommissaris staat het parlementair werk stil, zoodat de volks vertegenwoordiging uitgeschakeld is. Er is dus voor de politieke partijen en hun voor mannen geen practisch werk. Bovendien heeft men wekenlang in een toestand van afwachting verkeerd, want niemand wist, welke houding de Duitsche autoriteiten zouden aannemen ten opzichte van ons bin- nenlandsche politieke leven. Bij monde van den perschef Dr. Janke hebben deze nu verklaard^ dat zij geen voorkeur voor een bepaalde richting aan de dag willen leg gen, doch het willen aanzien, hoe zich de politieke toestand onder ons zal ontwik kelen. De vraag is dus nu, wat ons' volk zelf op dit terrein doen zal. Bekend is, dat de N.S.B, een groote activiteit ontwikkelt en zoo ook het Nationaal (voorheen Zwart) Pront van Arnold Meijer, eveneens een be weging, die streeft naar een autoritaire re- geervorm. Beide groepen willen radicaal breken met de „democratische" inslag van ons staats- en maatschappijleven, alle par tijen opheffen en een totalitaire staat stich ten, hoewel ze het onderling allesbehalve eens zijn, getuige de felle polemieken in hun bladen tegen elkaar. Een ander deel van ons volk zou wellicht gaarne de toe standen, zooals die tot vóór 10 Mei bestaan hebben, ongewijzigd willen bestendigen. Deze menschen, meest behoorend tot de be roepspolitici, nemen een afwachtende hou ding aan en doen niets. De overgroote mas sa van ons volk, zeker 90%, die steeds in beginsel aanhangers zijn geweest en nog zijn van de verschillende groote partijen, zijn echter noch voor de ééne, noch voor de andere richting. Het schijnt onstoe, dat wanneer de groote massa van ons Neder- landsche volk, behalve wellicht het mar xistische deel zich in vrijheid moest uitspre ken, zij zonder eenige twijfel koos voor een staatssysteem, waarbij de echt traditionee- le volksvrljheden en een rechtmatige in vloed op het regeerbeleid waren gewaar borgd, doch wa3,rbij anderzijds de uitwas sen van het parlementaire stelsel, die ook in ons land, zij het in mindere mate dan in Frankrijk, aan de dag zijn .getreden, wer den afgesneden. Ook velen dergenen, „die steeds principieel één der „democratische" partijen gesteund hebben, zijn niet blind voor de degeneratie van het parlenmenta- risme, vooral hierin uitkomend, dat het re- geeringsgezag veel en veel te slap was, de volksvertegenwoordiging dikwijls ging zit ten op de stoel der Regeering, kiezers vrees en daarmee samenhangend demago gisch optreden meermalen een noodzakelij ke financiëele of economische politiek ver hinderde en de invloed van machten achter de schermen, zooals het bankkapitaal en de vakbonden veel te groot was. Bovendien kreeg men dikwijls de indruk en daar aan gingen heel wat Nederlanders mank dat velen allereerst partijman waren en pas daarna vaderlander. Het partijwezen werd zoo op de spits gedreven, dat het vormen van een krachtige regeering met een doelbewuste gedragslijn de laatste ja ren totaal onmogelijk werd gemaakt, door dat de diverse partijen elkaar de leiding betwistten, een bepaald persoon bij sommi gen hunner niet in de gratie viel, ook al was hij naar de meening des volks van zijn schouderen en opwaarts hooger dan alle anderen en men in stede van de belangen des lands de partijbelangetjes op de voor grond stelde, waarvoor tevens de zakelijk heid In vele gevallen te loor ging. Dit en nog andere, die we thans niet zullen re- leveeren, zijn de zwakheden, gebreken of ziekten geworden van het „democratisch" stelsel, zooals die ook in ons land aan de dag zijn getreden. De ..democratie", daaronder verstaan de revolutionaire, Fransch georiënteerde, Mar xistische volksregeering, gebaseerd op de leer der volkssouvereiniteit, heeft ten eenenmale gefailleerd. Voor haar hebben wij nimmer iets gevoeld en om haar dood zullen we geen oogenblik treuren. Zij heeft de volkeren onnoemelijk veel leed gebracht en bovendien een qptreden ten gunste van door ieder toegestemde volksrechten in discrediet gebracht. Zij heeft ook de dic tatoriale reactie, zooals die in vele lan den noodzakelijk werd, .zelve in de hand gewerkt en voorbereid. Het woord demo cratie" kan men daarom gaarne van ons cadeau krijgen. Het is in het politiek ge sprek niet meer bruikbaar vanwege de ontzaglijke begripsvenvarring, die het ver oorzaakt. De één legt er een geheel andere begripsinhoud in dan de andere. En daar om ware het beter, dit vroord uit ons po litiek woordenboek te schrappen, te meer, waar de letterlijke beteekenis ervan ook niet strookt met de beginselen van hen, die wars zijn van de leer der volkssouvereini teit en de volksrechten baseeren op de door God verleende en van Hem afgedaal de souvereiniteit in eigen kring. Het is moeilijk een passend equivalent te vinden voor de verschillende begrippen, die zich concentreeren om wat wij zouden willen noemen onze traditioneele, echt-Nederland- sche, historisch-gegroelde, in tachtigjarige krijg verwonnen volksvrljheden en rech ten. Maar het woord democratie, dat daar voor ook in onze kringen wel gebruikt is, schijnt ons vooral in de huidige verhoudin gen ten eenenmale verwerpelijk. Het Nederlandsche volk zoekt dus naar een nieuwe politieke oriëntatie. Velen zijn daarmee druk bezig. En al is het ongetwij feld noodzakelijk, aan ons volk zoo moge lijk een staatsrechtelijke representatie te geven met het oog op het contact met het Duitsche bewind, hetgeen door het college van secretarissen-generaal, die slechts amb tenaren zijn, niet kan geschieden, althans niet zóó, dat zij het Nederlandsche volk vertegenwoordigen, toch komt het ons voor, dat men in deze overgangsperiode, waarin alles op losse schroeven staat en niemand nog weet, hoe de uiteindelijke po sitie zal zijn van onze staat en van ons volk, zeer voorzichtig te werk zal moeten gaan om voor de toekomst niet veel te be derven. Alles is zóó onvast, dat het vrij wel onmogelijk is, thans de definitieve grondslagen vast te stellen, waarop onze binnenlandsche jpolitiek moet rusten. De „Nationale Concentratie," die zich aan het voltrekken is, zal hiermede eveneens re kening moeten houden. Miaar dit is zeker, dat ook nu, neen juist nu, de fundamenten gelegd moeten worden voor een nieuwe natonale eenheid. In deze dagen van be proeving zijn we naar elkaar toegegroeid en hebben we vele van onze stokpaardjes gaarne op stal gezet. Het lijden heeft ons verdeelde volk doen gevoelen, dat het één is als natie. En er zijn zoovele problemen aan de dag getreden, waarvoor een natio nale oplossing noodig is, dat alles schreeuwt om eenheid op de grondslag van ons nationaal belang en onzer nationale gevoelens. Het is nü het psychologisch mo ment om daartoe te komen. De gezindheid ertoe is in ons volk aanwezig. Moge dan ook onder Gods zegen de weg gevonden worden om er ook daadwerkelijk toe te ge raken. MAATREGELEN VOOR SOCIALISTISCHE PARTIJEN. De S.D.A.P., de R.S.A.P. en de C.P.N. onder leiding fvan mr. Rost van Tonningen. De volgende officieele verklaring is op de persafdeeling van het Rijkscommissariaat afgelegd: Daar de in Nederland bestaande marxis tische partijen in haar leiding op grond van haar klassenstrijdmentaliteit, van haar in ternationale verbindingen en beïnvloeding door onder leiding van Pranschen en En- gelschen staande internationalen, alsmede van de steeds systematisch door haar ge voerde hetze tegen het naburige Duitsche rijk en het nationaal-socialisme geenerlei waarborg leiden, dat de gewenschte Duitsch-Nederlandsche samenwerking op de gebieden van den wederopbouw, van de werkloosheidsbestrijding en van de ophef fing van de sociale positie van de breede lagen der Nederlandsche bevolking, in het bijzonder van de arbeiders, kan worden verwezenlijkt, is een regelend ingrijpen, dat dezen ongezonden toestand opheft, niet lan ger te vermijden geweest. De rijkscommissaris voor het bezette Ne derlandsche gebied heeft dan ook veror dend, dat de sociaal-democratische arbei derspartij (S.D.A.P.), de revolutionnair-so- cialistisohe arbeiderspartij (R.S.A.P.) en de communistische partij Nederland (C.P. N.) onder de uitsluitende leiding en het uit sluitend beheer van een commissaris wor den gesteld. Op dezen commissaris gaan terstond alle rechten en volmachten van de leiding zonder onderscheid of het gaat over afzonderlijke personen of colleges van per sonen, over. Hij is gerechtigd alle vereisch- te maatregelen van organisatorischen, per seneden of financieelen aard te treffen. Tot commissaris met den bovenomschre ven bevoegdheidskring is mr. Rost van Tonningen benoemd. Hij heeft de hem over gedragen bevoegdheden gisteren op zich genomen. Een van de belangrijkste taken van de zen commissaris zal het zijn, de sociale waarden en instellingen, die in de verschil lende organisaties van de S.D.A.P. voorban den zijn, voor de leden te behouden en bo vendien onder gebruikmaking van de zich thans voordoende nieuwe mogelijkheden nog aanzienlijk uit te breiden. In den loop van deze inwendige sanee ring en versterking zal aan de., arbeiders de gelegenheid worden geboden, zich uit eigen krachten een nieuwe leiding te ge ven, welke de groote idealen en doeleinden, van welke de pioniers van het Nederland sche socialisme vervuld waren, welker ver wezenlijking echter door de internationale verwatering en rassenvreemde beinvloe- ding van de sociaal-democratische partijen sterk werd benadeeld, in vollen omvang zal kunnen verwezenlijken. Dit saneerings- proces moet door geschikte maatregelen van den commissaris tegen lederen reac- tionnairen aanval van buiten af beschermd worden. DE VETPOSITIE IN ONS LAND. Men vrage van de slagers niet het onnpio|gelijk©. Nu de distributie van gesmolten vet en reuzel en boter is ingevoerd en rauw vet en rauwe reuzel onder deze distributie niet zijn betrokken, wordt er van de zijde van het publiek een sterke aandrang op de sla gers uitgeoefend om rauw vet en reuzel te leveren, vaak in hoeveelheden veel grooter dan voor direct gebruik noodzakelijk. Er zijn consumenten die namelijk een zekere voorraad willen vormen en nu van den slager vragen hen aan dezen voorraad rauw vet of reuzel te helpen. Het bureau van den Nederlandschen sla gersbond vestigt er de aandacht op, dat men in dezen het onmogelijke van den sla ger vraagt. Immers de slager heeft geen grooter voorraad rauwe reuzel en rundvet dan de wekelijksche slachting van vee hem oplevert. Versch rundvet kan niet meer uit het buitenland worden ingevoerd zooals voor den oorlog het geval was. De slager is genoodzaakt zijn wekelijk sche voorraad rauw vet en reuzel zoo goed mogelijk bij het vleesch onder de klanten te verdeelen, en het is dus heel normaal, dat men bij een pond vleesch niet meer dan een ons vet kan krijgen. Deze werkelijkheid heeft het publiek te aanvaarden en het is niet billijk om van den slager levering te vragen, waartoe Tiij beslist niet in staat is. DS. M. VAN GRIEKEN VEERTIG JAAR PREDIKANT. Aan Ds. M. van Grieken. Ned. Herv. predikant te Rotterdam, is door het pro vinciale kerkbestuur van Z.-Holland we gens meer dan 40-jarige ambtsbediening eervol emeritaat verleend. Ds. M. van Grieken, die zich met name door zijn ar beid voor den Gereformeerden Bond groo te bekendheid verwigrf, werd candidaat in 1899 en deed in 1900 intrede te Nieuwer- kerk aan den IJssel. Vervolgens stond hij te Ameide en te Delft en sinds 1920 te Rot terdam. In zijn Vrijdagavond voor de Rijksdag uitgesproken rede, heeft de Pührer voor het laatst een beroep gedaan op het ge zond verstand van Engeland. Hij zeide dat van het begin af in het program van zijn buitenlandsche politiek twee doeleinden hebben gestaan. a. oprechte vriendschap met Italië, b. eenzelfde verhouding met Engeland. Hij herinnerde aan het feit dat hij ver schillende keeren had beproefd, deze ver houding met Engeland te bewerkstelligen, doch dat dit steeds tevergeefs was geweest Uitdrukkelijk verwees de Fiihrer naar Oc tober 1939 toen hij niets anders verlangde dan uitsluitend den vrede. Aan het slot van deze passage zeide hij: „Ik zie geen reden tot voortzetting „van den oorlog." Dit aanbod heeft zooals licht te begrij pen valt groot opzien gebaard; ja zelfs voor de best ingelichte Duitsche kringen was het een verrassing. In de Engelsche pers is het bij voorbaat van de hand gewezen, doch officieel heeft, voor zoover ons bekend, de Engelsche re geering hierop nog niet geantwoord. Wij voor ons zouden het betreuren in dien Engeland dit aanbod zonder meer van de hand wees. Is iemand het met ons niet eens, hij excuseere ong. dan deze zienswij ze. Wij baseeren onze meening om de vol gende oorzaken. Allereerst moeten wij ons afvragen, hoe is de huidige situatie? Onder aanvoering van Adolf Hitler heeft het Duitsche Volk, het hoofd weer op dur ven heffen en gestreefd naar losmaking van de knellende banden van Versailles en naar samenvoeging van Oostenrijk bij Dultschland. Eerst stond Italië afwij.zend tegenover het Oostenrijksche vraagstuk, maar nadat de beide leiders elkanders inzichten en doel stellingen beter leerden kennen vielen de bezwaren weg. Italië koos doelbewust de zijde van Dultschland. In het afwerpen van het juk van Ver sailles was het dan eens Engeland en dan weer Frankrijk welke afwijzend stonden te gen een militair ingrijpen, net naar gelang het persoonlijke belang het meest werd ge voeld. De Engelsche houding was wat twee slachtig, aan de eene zijde uiterst voorzich tig en zoo als altijd zeer langzaam maar aan de andere zijde toch neiging om toe ta geven. Het vlootaccoord o.a. was Frankrijk heel niet naar den zin. Engeland verdeelde zich in twee groepen, de z.g. laveer groep, en de groep welke ab soluut niet verder wilde gaan, tenzij eerst aan bepaalde voorwaarden werd voldaan. Deze groep riskeerde veel liever een oor log dan de onzekere houding der regeering. Steun vindend bij Frankrijk heeft de laat ste groep het gewonnen, en de oorlog is uitgebroken. Op het vasteland van Europa heeft Dultschland alle tegenstand gebroken, Frankrijk, de bondgenoot van Engeland Ugt aan Duitschlands voeten, maar wat veel meer zegt, de smaad van Versailles is ultgeWischt. Vooral aan dit laatste wordt yeel te wei nig gedacht. Dultschland dat in 1918 niet militair ver slagen was, heeft de kop weer fier omhoog gestoken en staat daar nu weer met lau weren omhangen schouders. Met Italië nauw verbonden, met Rusland bevriend vindt het nu alleen als groote Europeesche mogendheid tegenover zich het machtige Albion, dat tevens wereld heerschappij heeft. Alvorens nu de twee groot machten el kander daadwerkelijk gaan aantasten, zegt

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1940 | | pagina 1