CHQWEEKBL/^öpGED.GQ0nD51AGvöÖRDcZUID-H0U1nZEEl^^
Fa. A. a OVERSTRIJD
Heropend B. Krausz
N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPU „EILANDEN-NIEÜWS"
De eenigheid des Geestes
PERZISCH TAPIJTHDIS
Uit het Kijkvenster.
Fa. H. BraberDirksland
Wollen Dekens.
STICHTELIJKE
OVERDENKING
13e Jaargang
ZATERDAG 20 JULI 1940
No. 1160
HORLOGERIE SUISSE
Witte de Withstraat 46 - Rotterdam
WAARIN SEDERT 1 NO V EMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD .ONZE EILAND EN" - 18E JAARGANG
UITGAVE VAN
Wij leven in een tijd van oorlog.
Als men van vrede hoort, mag men
het wel onderzoeken of het geen val-
sche vrede is.
De vrede met de slang
Was Eva's ondergang.
Velen zetten het zeil naar den wind.
Hoe kan men anders varen? Doch
waar komt men terecht? Oorlogen
zijn gerichtshandelingen Gods. Die
zondigt, krijgt klappen. De oorlog
in de wereld vindt zijn oorzaak in den
oorlog in het geestelijk leven van den
mensch met God. De oorlog met God
is de zonde. Die een middel wil vin
den tegen den oorlog in de wereld,
moet ophouden met zondigen. Wie
kan dat? Al wat wij doen is zondi
gen. Wij komen zondig in de wereld,
wij komen met oorlog in de wereld:
den oorlog tegen God. Een middel
tegen den oorlog in de wereld is niet
toe te passen. Van 's menschen zijde
niet, maar wel van Gods zijde. n.l.
als God ons roept, gelijk de Heere
God Adam riep. en zeide tot hem:
Waar zijt gij?
Er is veel godsdienst, maar God is
er niet.
Wat men hoor' of wat men zeg',
God is weg.
Na de Fransche Revolutie heeft
men de deur voor God gesloten en
voor den mensch geopend. God sloeg
de Christenvolken met den ban. Het
was niets anders dan de mensch, de
brave mensch, de geleerde, verstandi
ge mensch, de krachtmensch. Tevo
ren deed God alles. Daarna deed de
mensch alles in zijn verbeelding. In
Noachs. dagen waren er reuzen op
aarde.
De mensch is god en God is weg en
het geloof is er niet. Wie zal dat onge
loof sproces tot staan brengen? Dat
kan niemand. Ook niet met den zui
versten vorm van godsdienst. Dat
kan alleen God. En loopt het met de
wereld op het eind, dan geeft God
het over, zoodat de aarde onbewoon
baar wordt voor de rechtvaardigen,
als Sodom voor Lot. „Als de Zoon
des menschen komen zal, zal Hij ook
geloof vinden op aarde?"
Gods voornaamste werk'is: ver
nederen. Als God een mensch
roept, dan is God onbekend voor den
geroepene. Hij krijgt met een onbe
kenden God te doen. Dit is de eerste
waarheid, die die geroepene leert
kennen, dat hij God niet kent. Al zijn
godsdienst wordt waardeloos voor
hem, gelijk een leugen, die geen
waarde heeft.
Dit is de eerste vernedering die de
geroepen mensch ondergaat.
Die onbekende God is er. Omdat
die onbekende God er is. valt de ge
roepene onder Zijn Wet. Hij moet
Zijn Wet onderhouden op straffe des
doods. Dit is de tweede vernedering
van den geroepen mensch.
Die geroepene gaat aan het werk.
Doch inplaats van troost, vindt hij
schuld en maakt schuld. Al zijn gods
dienst met al zijn belijdenis en plich
ten is onwaar. De Heere ziet naar
Waarheid in het binnenste. Dit is de
derde vernedering van den geroe
pene.
De geroepene doet noodsprongen
op den Heere Jezus. Hij weet niet dat
hij verloren moet gaan om behouden
te worden. Hij komt dan ook in het
vuur van Gods strafoefenende ge
rechtigheid terecht. Hij ligt voor de
deur, maar is niet verloren. Dit is de
vierde vernedering.
God brengt den geroepene zijn
doemvonnis thuis. Hij is afgesneden
van voor Gods oogen. Hl is een opge-
schrevene voor de hel. Het recht
Gods moet hij met zijn bloed onder
teekenen. Dat recht Gods heeft hij
lief. En van zalig worden is geen
sprake. Die hoop is weg. Dat is de
vijfde vernedering.
God openbaart Zijn Zoon in het
hart van den geroepene door Zijn
Geest en Woord. De gansche weg, die
\Tborafging, was een weg van over
tuigingen door den Heiligen Geest,
Dien hij evenwel niet kende, hoewel
Hij hem bewerkte. Ook door middel
van Gods Woord werkte de Heilige
Geest al de vernederingen. En dat
kennelijk. Als God dan Zijn Zoon
openbaart in het hart van den geroe
pene, bemerkt hij, dat de zahgheid
buiten hem ligt. Eerst was hij er bui
ten gevallen, zoodat er geen hoop op
zaligheid overbleef; nu ondervindt
hij duidelijk en klaar dat er een za
ligheid is, buiten hem in Christus
Jezus. Hier leert hij Hem kennen bij
Zijn eigen Hcht, door middel van Zijn
Geest en Woord. Dit is de zesde ver
nedering.
Door een ander zalig worden. Zelf
er buiten vallen, geheel en al. Gelijk
de zon opgaat en het duistere aard
rijk verlicht en zelfs aan het oog het
verniogen geeft om het licht te zien,
zoo is er de mensch niet om de zon,
maar de zon om den mensch. Dit
is de zevende vernedering.
Hier valt de verloren mensch zelfs
weg en wordt een verloren Borg ge
kend. „God was in Christus de wereld
met Zichzelf verzoenende, hunne zon
de hem niet toerekenende." Dit is de
achtste vernedering. Door God tot
God.
Aldus wordt Christus alles en wij
de zachtmoedigheid in U heerschap
pij voeren door den Heiligen Geest,
opdat gij niet door trotschheid en zelf
behagen onverdraagzaam wordt maar
de tegensprekers kunt verdragen,
met lankmoedigheid en geduld, mede
een .vrucht des Geestes, „verdragende
elkander in Uefde."
Waardoor wordt de eenigheid des
Geestes niet verbroken en gij niet van
elkaar gescheurd? „Door den band
des vredes." De vrede is een vrucht
van de hef de tot Gods geboden. Waar
de liefde heerscht door den Heiligen
Geest, daar heerscht de zonde niet.
Door de zonde w^ordl; de vrede ver
stoord. De zonde haat God en Zijn
Wet. Ook Christus. De zonde is on
gehoorzaamheid aan Christus. ,.De
vrede, die alle verstand te boven gaat
en hart en zinnen bewaart in Chris
tus Jezus" is de geestelijke band,
die Gods volk aan elkander verbindt.
Door Gods Geest geroepen, verne
derd, zachtmoedig en verdraagzaam
gemaakt, in liefde samenwonende,
zal Gods volk een band aan elkaar
gevoelen, die niet verbroken wordt.
Want al dragen zij een vleesch om
dat scheidt en begeert tegen den
Geest, al zijn zij onderscheiden in .ge
aardheid, al hebben zij gebreken, ge
broken gebreken, die het hoofd op
steken, als de Heere het geven mag
„zal de wolf met het lam verkeeren
en de luipaard bij den geitenbok ne-
derliggenen een zoogkind zal
zich vermaken over het hol van een
adder." Dit is de heerlijkheid van den
Nieuw Testamentischen Dag de heer
lijkheid van Christus. Hij moet als
Koning heerschen.
Ds. N. C. B.
THANS GEVESTIGD
VOORHEEN HOOGSTRAAT 223.
Horloges - Klokken - Wekkers
Reparatie-inrichting
Claes de Vrieselaan 120 - Rotterdam
v.h. Noordblaak 85)
niets. De gansche weg der zaligheid
is een weg van vernedering.
De Heer' zal opstaan tot den strijd,
Hij zal Zijn haters wijd en zijd
Verjaagd, verstrooid doen zuchten.
Uit de roeping Gods komt de nede
righeid en uit de nederigheid de een
heid van Gods Kerk. In de roeping
Gods ligt de eenheid. Eén God roept
al de uitverkorenen. Allen krijgen
met één God te doen. Als God roept,
roept Hij tot Christus. De uitverko
renen worden, door de uitwendige
roeping van Gods Woord en de inwen
dige onwederstandelijke roeping van
Gods Geest, gebracht tot het geloof
in Christus, d.i. tot de gemeenschap
aan en de godzaligheid in Christus.
Zoo is het één Heere, in Wien alle
uitverkorenen hun zaligheid hebben
gevonden. Of liever: „Hij is gevonden
van al de uitverkorenen, die naar
Hem niet vroegen noch zochten,"
ook niet na ontvangen genade. De
Heere zoekt Zijne schapen. Zijne scha
pen loopen van Hem weg; zij willen
Hem niet. Eén Christus, in Hem roe
men alle uitverkorenen.
De eenheid van Gods Kerk, één
in God, één in Christus, is een eenig
heid des Geestes, d.i. de een
heid in God den Heiligen Geest, of
een geestelijke eenheid. Daardoor zijn
de levendige wedergeboren leden
der Kerk „van éénzelfde zin en één
zelfde gevoelen." Die eenigheid moe
ten wij niet bij den mensch, zelfs niet
bij een Christen zoeken. De wereld is
een chaos van meeningen en gevoe
lens. Die Wereld is in ieder mensch
te vinden. Zelfs in het vleesch van
Gods volk zijn al de zaden van dwa
lingen. Daarom is de vermaning van
Paulus te verstaan: „U benaarsti-
gende te behouden de eenigheid des
Geestes." Laat U door Gods Geest
leiden in alle waarheid en 't onder
houden van Gods geboden. Laat de
nederigheid dat gij 't niet kunt noch
wilt, uw geestelijk sieraad zijn. Laat
iiiiiMinniiiiniiiniiniiiiinuniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiim
Koopt nu Uw
De prijs is nog
zeer voordeelig.
niEuws
Gevestigd te Middelhamis Frins Hendiilcstr. 122 G i Giro 167930 Postboz 8 Tel. 17,
riËI
Abonnementsprfls 90 cent per 3 maandenbij vooruitbetaling.
Verschuilt ledeien Woensdag en Zatprdag 2 maal per weck.
Afzonderlüke nummer» 5 cent Buitenland 8 gulden per jaait
Bpiantoor voor Zeeland: St. Maartena^k Marfet, Telef. 69.
Advertentie»prgls 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst* 1
aanvragen en aanbiedingen van 1—6 rebels 80 et.; Bo€k*aan»|
bcmdiging 10 cent p^ regel Contracten foelangrqk lager.
U ibenaarstigende te behouden de
eenigheid des Geestes door den
band des vredes.
(Efeze 4 3.)
worden beleden, maar ook, welk een har
den weg de Heere met Nederland zal in
slaan, omdat allengskens van het rechte
pad werd afgeweken.
Fruijtier was er bang voor, dat de waar
heid en de Godsvrucht uit Nederland zou
wijken. Ik zal U hier uit het slot van het
boek een kort stukje uit de dialoog neer
schrijven, waaruit U dit zelf kunt lezen.
WAARHEID. In het jaar 1672 was
er ook groot gevaar voor de Waarheid
en Godsvrucht in Nederland. Toen stuitte
God dit kwaad eenigszins door de scher
pe roede, waarmede Hij hen sloeg. Maar
toen het gevaar wat over was en een
nieuw geslacht, dat Gods daden niet ge
zien had, was opgestaan, is het verderf
doorgebroken en zoo toegenomen, dat
men niet zien kan, vanwaar de herstel
ling en genezing, ja zelfs de stuiting van
het kwaad komen zal.
Daarom, mogen de inwoners van Ne
derland zich dit wel vast voorstellen, óf
dat God in het kort een einde aan Neder
land zal maken, óf dat Hij het zoo zal
vernederen en tuchtigen, dat hun de
lust zal benomen worden, oi» in dezen
openbaren opstand tegen God te volhar
den. En dan zal er mogelijk nog een over
blijfsel worden gevonden, dat zich tot den
Heere zal bekeeren en op Hem zial steu-
VooniitzSen en terugzien Lessen uit
het verleden Remonstrantsche vecht
jassen te Goedereede.
We leven nu in een tijd, dat we niet ver
kunnen vooruitzien. Eigenlijk kunnen we
dat nooit, want God de Heere heeft in Zijn
wijs beleid de toekomst voor ons verbor
gen en slechts in bijzondere gevallen
placht Hij dien sluier een tipje op te lich
ten en Zijn kinderen daarvan iets te open
baren.
En is het goed, dan moet het op het
geopenbaarde Woord Gods gegrond zijn.
Want er zijn er veel, vooral in donkere tij
den, die zich den profetenmantel omhan
gen, in virien echter de geest der profetie
ten eenenmale gemist wordt.
In algemeenen zin genomen weten we
altijd dit, dat wanneer Gods geboden wor
den verlaten. Zijn wetten en inzettingen
worden vertrapt, dat het dan een land en
een volk zal kwalijk gaan. Naar luidt der
H. Schrift zal het dan geen dageraad heb
ben. Zijn lankmoedigheid neemt dan een
einde.
Onze eigen vaderlandsche en kerkge
schiedenis geeft daarvan zulke rijke voor
beelden.
Het is een betreurenswaardig feit, dat
zoo velen ontbloot zijn van een geschied
kundige kennis der gebeurtenissen in ons
vaderland: kunnen we nu niet ver voor-
uitzlen^ het heeft zijn nut om terug te
zien. Daar kunnen wijze lessen uit worden
opgediept.
De worsteling der strijdende kerk in Ne
derland wordt op zoo schoone en onderhou
dende wijze beschreven door Jacobus Fruy-
tier in een samenspraak tusschen God
vrucht, Waarheid en Nathaniel. De eerste
samenspraak wijst aan, hoe wonderlijk God
de Waarheid in Nederland heeft ingevoerd
ten tijde .van het Anti-Christendom. De
tweede, hoe de Heere haar altijd heeft be
waard en staande gehouden,, ten tijde der
Remonstranten. De derde in welk gevaar
de Waarheid en de Godsvrucht in zijn da
gen verkeerde en hoe zij verdedigd diende
te worden tegen de toenmaUge dwalingen
en ketterijen. Op treffende w^ze beschrijft
hij wat al wonderea God in Nederland
heeft verricht en hoe de vrijheid werd ge
schonken, dat de waarheid openlijk mocht'
nen in oprechtheid en Hem stellen tot
het voorwerp van hun vertrouwen.
(Zeph. 3 12.)
NATHANAëL. Ik geloof, dat het
Woord van dien God niet liegen kan.
Het is waar, God zou Zijn Geest kunnen
uitstorten, de bediening van .het Evan
gelie zegenen en gelijk Hij Nederland in
de jaren 1672, 1701 en 1702 op een won
derlijke wijze redde, zoo kan Hij ook
Zijn kerk redden en de doodsbeenderen
in het dal des gerichts doen levendig
worden, maar daarvoor hebben wij geen
belofte; doch zoolang de Heere Zijn
knechten niet verbiedt voor Nederland te
bidden, zoolang zullen de oprechte Na-
thanaëls niet nalaten, Hem als een water
stroom aan te loopen, want hun hart
kleeft aan Nederland, waar God zoo lang
gewoond heeft, waaraan Hij -zooveel won
deren gedaan heeft, waar nog zoo velen
God in het verborgen zoeken na te wan
delen en waaruit zulk een menigte al in
den hemel opgenomen is.
Ai, mijn arm Vaderland, wat is er al
over Uw grijze hoofd gevaren! Wat waren
die mannen, die het ,zöo goed met Neder
land meenden, er bang voor, dat de Waar
heid en de godsvrucht uit het land zou wij
ken, en dat daarmede ook de Heere Zijn
hand van ons volk zou terugtrekken. Want
dat gaat altijd samen. Fruijtier zag de breuk
goed Uggen: hij noemt niet alleen de alge-
meene afval van God en Zijn dienst, maar
ook de doodsbeenderen in het dal des ge
richts, die weer moeten levendig worden.
Dat is Zijn volk, dat in dorre doodsheid ter
neder lag. Ik heb mijn rok uitgetogen, hoe
zal ik hem weder aantrekken?
Is het in onzen tijd niet net zoo? Indien
we het maar willen opmerken. Dan zit er
leering uit het verleden voor het heden.
Dan zullen wij ons ook moeten schuldig
kennen, wil het ooit goed komen.
Wat was er in het begin der 17e eeuw
een liefde en een vuur voor de zuivere
waarheid. Welk een worsteling is er ge
voerd tegen oude en nieuwe Pelagianen en
welk eeiï zege behaalde de waarheid in de
voortreffelijke en heilzame Synode van
Dordrecht (16181619), waar Gods vrije
genade de heerschappij behaalde over den
verdorven vrijen wil van den mensch.
De Remonstranten hadden het op de
Dordtsche Synode niet zoo erg begrepen.
List op list verzonnen ze om de voortgang
er van te stremmen en er aan te ontko
men. Ze a'agen liever een Provinciale Sy
node, waarvan ze zéker wisten, dat ze de
meerderheid hadden. De ziekte had echter
een krachtig geneesmiddel noodig en God
bestuurde het zoo, dat de Nationale Sy
node doorgang vond, waar het mes diep
in de wonde werd gezet en het rot van
verderfelijke leeringen werd uitgesneden.
Ja, die Remonstrantsche heeren waren
wat mansTe Go e d e r e e d e is het nog
eens tot vechten gekomen. Er stond
toen een zekere dominé Adriaan Roman,
die door het beleid der Remonstranten, al
daar zijn predikantsplaats had verkregen,
onder belofte van te zullen blijven bij de
oude waarheid. Maar dat duurde niet lang.
Toen hij er een poosje was, weigerde hij
den Catechismus te verklaren, sprak er
schandelijk van en noemde de Gereformeer
de \eer valsch, duivelsch en goddeloos. Dit
had tot gevolg, dat kerkeraad en gemeen
te zich van hem afscheidde, uitgenomen 5
a 6 vrouwen en een oud man. Dies bleef
de gemeente ontbloot van het gehoor van
Gods Woord, van den 5en Juni 1617 tot
den 22en November. Men liet toen Ds. Bui
tendijk predikant te Dirksland komen, die
preekte in het huis van ouderling Gerrit
Jansen. Hij kreeg er zoo'n toeloop, dat het
huis te klein werd waarom men verzocht
door de week in de kerk te mogen predi
ken. Gedeputeerden in den Haag gaven
toestemming, „ten overstaan van de helft
des magistraats, die nog goed was."
Op Vrijdagmorgen 19 Januari 1618 zou
Ds. Buitendijk in de kerk preken. De klok
wordt geluid, maar zoodra de Remon
strantsche dominé Roman dit hoort, vlucht
hij naar buiten en zet het visschersvolk
aan ,om. te vechten voor de kerk." Vecht,
mannen vecht, zoo riep hij, dat volk heeft-
geweren in de kerk! De stad kwam in rep
en roer en met vorken en stokken gewa
pend besloot men de kerkgangers te ver
moorden. De burgemeester en baljuw wis
ten het rumoer te stillen, onder voorwaar
de, dat, twee diakenen zouden gevangen
blijven. Maar zoodra komt de kerk uit, of
men roept sla dood! sla dood! en men
stompte met vuisten en gooide met stee-
nen. De predikant, en Martinus de Bok,
ouderling en Gilles 't Hoen, schoolmeester
werden woedend uit de kerk gesleurd. De
predikant dreigde men met den dood, in
zijn rug hield men een hooivork en op het
hart werd hem een ponjaard gedrukt. Ge
lukkig vielen er geen dooden, ofschoon de
burgemeester Daniël Jansen zich moest ver
bergen. De belijders der Gereformeerde leer
werd verboden in de kerk saam te komen,
waarom ze weer in een kamer preekten,
hoewel ze ook daar telkens werden be
dreigd. Dit duurde tot 23 Sept. 1618, toBU
er order kwam, dat de remonstranten en
gereformeerden om beurt in de kerk moch
ten preeken. Met de opsteker Ds. Roman
is hft zoo ver gekomen dat hij in Novem
ber door de Synode van Zuid-Holland werd
verbannen.
Op de Synode 1618-19 zijn de Remon
stranten er niet malsoh afgekomen. Het
is der moeite waard de onpartijdige han
delingen dezer beroemde kerkvergadering
na te speuren. Daaruit blijkt zonneklaar,
hoe God door Zijn aanbiddelijke Voorzie
nigheid zorg gedragen heeft voor zijn kerH
en Waarheid.
WAARNEMER.
flIlillllllllllliniflllHllflllllillllilM