CnQWECKBLADÖpGED.GD0nD51A6 vööoDEZUID-HOaiüZECUWSCHC EHAHDEn
Uit het Kijkvenster.
HOOFDPIJM 7
o»" Mijnhardtje
Verkoopingen
N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „EIIANDEN-NIEÜWS"
STICHTELIJKE
OVERDENKING
De weenende Kerk
Officieele berichten.
VON BURG
13e Jaargang
ZATERDAG 13 JULI 1940
No. 1158
WAARIN SEDERT 1 NOV EMBER 19 35 OPGENOMEN HET BLAD .ONZE E ILANDEN- 18EJAARQ AN G
Hoe wordt geweend?
Onze hartstochten en eene gevoeh-
ge geaardheid van ons gemoed kun
nen ons licht tot tranen bewegen on
der eene ernstige prediking of een
slag, die ons treft. Tranen zijn ge
vaarlijk want wij worden er door ver
leid om of van ons zelf of van een
ander „iets goeds" te denken. De hei
denen zeiden: Nil citius arescit lacri-
ma: niets droogt sneller dan een
traan, maar men kan er geen verbe
tering van leven of bekeering op bou
wen.
Kan het werk der bekeering zonder
tranen geschieden? Neen. Het eerste
bewijs van leven is dat een kind
schreit. Niet schreien is een doodelijk
teeken. Onze Vaderen vroegen wel
eens: Hebt gij al die ketel vol tranen
geschreid? Maar heeft de zonde u al
zooveel smart en berouw gekost Ge
zondigd te hebben tegen God, ge
straft te moeten worden door God en
geen uitkomst te zien zal het hardste
hart verbreken. En toch! Tranen rei
nigen het hart niet. Het is dan ook
heel goed mogelijk, dat na een tijd
van veel droefheid de tranen opdro
gen en die bedroefden weer tot de we
reld terugkeeren. .,De bedroefdheid
der wereld werkt den dood." Als we-
reldsche menschen die uit de wereld
zijn en nog dood zijn door de zonden
en de misdaden, wien het om de we
reld te doen isom wereldsche gaven
en goederen en wereldsche uitreddin-
gen, die God willen dienen om den he
mel en de gelukzaligheid van het volk
en om de aardsche profijtelijkheid
van den dienst van God en dus de
rampen hier en de hel hiernamaals
zoeken te ontgaan, als die wereldsche
menschen bedroefd zijn, die droefheid
werkt den dood, d.i. verharding in de
zonde, wanhoop en het eeuwig ver
derf denkt aan Judas en Simon den
too venaar en Kaïn en Saul.
Maar de droefheid naar God werkt
een onberouwelijke bekeering tot za
ligheid. Gods volk is het om God te
doen. De Heilige Geest heeft hen
overtuigd, dat zij God niet kennen.
Zij moeten hun godsdienst kwijt. Er is
geen grond in tot zaligheid. Zij wor
den onder de heilige eischen van Gods
Wet gebracht waaraan zij moeten
en niet kunnen voldoen, en dus
niets dan schuld maken. Daarna
brengt de Heilige Geest hen onder de
verdoemende kracht van Gods Wet,
die hun op Gods tijd het doemvonnis
thuis brengt. Voortdurend achter
volgt hen de dood, dien zij door wer
ken zoeken te ontgaan en God willen
verzoenen. Doch zij hebben het von
nis van hun verdoemenis thuis gekre
gen. Dan kennen zij God recht en ge
rechtigheid toe en hun hoop op be
houd is vergaan. Zij verklaren en la
ten God vrij om hen te verdoemen. In
dien staat van heihge wanhoop komt
God in hun hart Zijn Zoon te openba
ren, zoodat zij overgaan vanuit den
dood in het leven en het rechtvaardig
vertoornde Wezen in een Vader ver
anderd blijkt te zijn door Jezus Chris,
tus. God Zelf wordt de Bron, waaruit
zij leven naar ziel en lichaam, die hen
begaaft met alle weldaden, hen be
kwaam maakt door het geloof om
God te kennen, te dienen, te loven en
te prijzen. Dat is de droefheid naar
God. Als zij God in Christus hebben,
dan zijn zij welgelukzalig. Die droef
heid naar God werkt een onberouwe
lijke bekeering. Gods volk heeft er
geen spijt van, dat zij met hunne zon
den te doen gekregen hebben, neen
want zij zouden er nog meer mee te
•doen willen hebben. Er is zulk een
liefde in hun hart gevallen, toen God
Zijn Zoon in hen. openbaarde, dat zij
wenschen zonder zonde te leven. En
dat zal hun eens geschonken worden,
als zij het tijdelijke met- het eeuwige
verwisselen mogen. Zij hebben een
vermaak in de Wet Gods, naar den
inwendigen mensch, zoodat zij alle
rampen vergeten zelfs hun ellendigen
staat naar het vleesch. Als zij ergens
spijt van hebben, is het, dat zij den
Heere niet eer en niet meer erken
den. Zijn Naam beleden en in alle god
zaligheid wandelden. Tranen op zich
zelf zaligen niet. Ook niet veel tra
nen. Maar de tranen, die niet opdro
gen, vanwege de zonde zal de Heere
Zelf eens Wegwisschen.
Waaroverwordt geweend?
Er wordt meer geweend over de ge
volgen der zonde dan over de zonde.
De rampen, die ons hier treffen, zijn
de gevolgen van de zonde. Lichaams
kwalen, tegenspoed in ons beroep, we
reldsche armoede, verdrukking en
vijandschap van de menschen, plagen
van God ons toegezonden, groote ver
woestingen door buiten- of binnen-
landsche oorlogen aangericht, de li
chamelijke dood van geliefde betrek
kingen en van onszelf als wij geen
toevlucht hebben gelijk Mozes. De
aarde is een tranendal. Evenwel er
wordt ook geweend over de zonde van
ons zelf of van anderen. Daaraan is
Gods volk niet vreemd, gij weet het.
Er wordt veel geweend over hetgeen
verboden is. .Samuel mocht geen leed
dragen over Saul, dien de Heere ver
worpen had; de vrouwen mochten
niet weenen over Jezus' lijden maar
over zichzelf; de broeders mochten
niet weenen over Paulus' hjden, maar
den wil des Heeren moesten zij onder
worpen zijn.
Over zichzelf en over zijne mede
reizigers naar de eeuwigheid mag
men weenen, n.l. over onze zonde.
Gods offers zijn een gansch
verbroken geest
Door schuldbesef getroffen en
verslagen.
Het weenen over de zonde zal bij
Gods Volk geen einde nemen. Het
God'sgemis door de smet der zonde
zal hen doen treuren, tot de Heere
hen tot zich haalt.
Maar ook het weenen over de on
bekeerde zielen, als de Heere hen op
him hart bindt merken wij bij Paulus
op, die wenschte verbannen te zijn
van Christus om zijne maagschap
naar het vleesch. Hoe weende David
over zijn onbekeerden zoon Absalom
en welk een verdriet had. Rebecca
vanwege de dochteren, Heths. Als al
les hier liefde en vrede wordt, dan is
de Heere heengegaan en leeft Zijn
volk ingezameld. Dat de Heere ons
dicht bij ons hart houden mag, om
onze breuken te beweenen en de breu
ken, die ons volk geslagen zijn. De
Heere opene onze oogen er voor!
Amen.
Ds. N. C. B.
-Lampenkappen paleis-
DENATURATIE VAN AARDAPPELEN.
niEUWS
Abonnementsprijs 90 cent per 3 maandenbij vooruitbetaling.
VerschiJflt iederen Wowisdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke aummert 5 ceat Buitenland 8 gulden pei jaai
UITGAVE VAN
Gevestigd te Middclhaimls Prins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 Postl>ox 8 Tel. 17.
Btpcantoor voor Zeeland: St. Maartenadsijls Markt. Telef, 59.
Advertentieprijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst»
aanvragen en aanbiedingen van 16 regels 80 et.; Boek»aan»
kondiging 10 cent per regel Contraaen belangrijk lager.
Waterbeken vlieten af uit mijne oogen,
omdat zij Uwe wet niet ondeïhouden.
Psalm 119 36.
(Vervolg en slot.)
Een 'bonnenstelsel in 1663 Dis
tributie in 1699 Onze „leWcere
tand" moet uitgetrokken De
tijd van vier gulden vier Ge
zegende tegenspoed.
Dure tijden en distributie heeft men ook
in vroeger tijden gekend.
Zoo lazen we van een geschiedschrijver,
dat in 1699 wegens schaarschte aan levens
middelen het was verboden,, tarwe, gerst,
boekweit, haver, erwten, spelt, boenen enz.
uit te voeren. Eveneens werd toen ver
boden het stoken van alcohol uit graan en
het maken van stijfsel.' De graanvoorraad
werd opgeteekend en verkoop was alleen
onder bepaalde omstandigheden geoorloofd.
Graan mocht ook niet .zonder toestemnjing
van burgemeesters worden vervoerd. On
danks alle genomen maatrege'^n, stegen de
graanprijzen onrustbarend. In hetzelfde
jaar werd ook een soort van distributie-
kaarten ingevoerd.
Er werd n.l. bepaald, dat alle inwoners
bij den, Wijkmeester lootjes voor een week
konden krijgen, naar verhouding van de le
den van het gezin, voor het verkrijgen van
brood. De bakkers moesten eiken Zaterdag
de ontvangen i?ootjes ten stadhuize inleve
ren, waarop ze dan hun geld ontvingen.
Ook toen bleef misbruik niet uit. De ge
schiedschrijver verhaalt n.l. van dronkaards
e.d.,die de lootjes gebruikten om daarop
brandewijn en sterken drank te krijgen. De
gegoeden lieten anderen meerdere lootjes
halen, dan waar ze recht op hadden, waar
toe de overheid ingreep, om dit kwaad te
stuiten. Voortaan mochten de bakkers voor
'n roggebrood van 6 pond slechts 1 lootje
ontvangen. Wie zich daaraan niet hi© d
werd streng gestraft: hij mocht in een half
jaar niet bakken en voor elk lootje te veel,
moest If 100.boete worden betaald. Bij
herhaling kwam het voor, dat bakkers uit
hun bedrijf werden, geschorst. Ook het af
halen van lootjes door derden was verbo
den. Ze moesten bij den wijkmeester per
soonlijk worden af gehaaid.
Op-de-bon" werd pok brandstof ver
strekt en in de gemeentelijke turfhuizen
konden de minder bedeelden de benoódigde
turven voor het winterseizoen tegen afgifte
van lootjes halen.
Twee sluks 1 O et. - Twaali stuks 50 et
Te Amsterdam, waar ook reeds in 1662
,,een bonnenstelsel" w^s ingevoerd, waren
de lootjes van koper getnaakt en hadden ze
een aohtkantigen vorntl Aan de eene zijde
stond het gekroonde vltopen der.stad, om-,
klemd door twee klimmende leeuwen, met
het jaarta'i 1662. Aan de andere zijde stond
'n W met het nummer der wijk, waartoe
de houder van het lootje behoorde. De bak
kers konden op de lootjes rogge krijgen uit
de stadspakhuizen, die meestal rijkelijk wa
ren gevuld, tegen lager prijzen, dan de gel
dende marktprijs. De stads-regeering had
gezorgd dat er flinke hoeveelheden aanwe
zig waren, die gelijkelijk werden verdeeld
tegen den normaal i£:angbaren prijs. Dit
bleek een. zeer vrijze maatregel te zijn,
want, in dienzelfden tijd raasde de honger
in Parijs en werden er zelfs honden en kat
ten gegeten. Men kwam, door den honger
gedreven, tot de gruwelijkste misdaden,
terwijl men in Amsterdam de armen ge
noegzaam van voedsel kon voorzien.
Ten dezen, is er dus niets nieuws onder
de zon.
Om welke reden ook er een tekort dreig
de te ontstaan, hetzij door mis-oogst, het
zij door karige aanvoer, men nam maatre
gelen om het zoo eerlijk mogelijk te ver-
deelen opdat de rijken niet alles en de ar
men niets zouden hebben.
Wanneer wij onzen disch overzien, dan
zullen wij moeten erkennen, dat met de wei
nige artikelen die op-de-bon zijn te beko
men, wij het nog best hebben. Wij kunnen
ons de buik nog vol eten en hebben eerlijk
gezegd nog over. Wat nog komen, kan we
ten wij niet.
De distributie-lndeeling achten wij beter,
dan in de jaren 19161918. Toen werd aan
ieder een rantsoen van gelijke mate ver
strekt, terwijl men nu de harde werkers
een dubbel portie heeft gegeven. Een kan-
toormensch heeft niet zooveel noodig als
b.v. een grondwerker of iemand die andere
zware arbeid verricht. Heeft men aan dit
broodrantsoen nóg tekort, dan zijn er mo
menteel voldoende andere voedingsmidde
len, die tot vervanging kunnen dienen.
Zoo heeft het den Heere behaagd, ons nog
met mate te kastijden. Als het nu enkel
maar is, dat we de buikriem wat nauwer
moeten aanhalen, wat nood! er kan wel
wat af. Onze .lekkere tand" kunnen wij
wel uit trekken. In een der gemeenten van
het rayon waar onze krant verschijnt
preekte de dominé de eerste Zondag van
den oorlog: „Gij hebt lekkerlijk geleeifd op
de aarde." Wie onzer, hoofd voor hoofd, elk
in het zijne, zal dat niet erkennen? Welnu,
als we dan zouden mopperen, over het beet
je, dat we moeten missen, zijn we niet op
ons plaats.
Als we de ouderen onder ons hooren
vertellen hoe het vroeger was, hebben we
het nog best en leven in een tijd van weel
de. Die oudjes uit den tijd van vier gulden
vier d.w.z. die vier gulden en vier stui
vers per week verdienden, hadden het zat
minder! Reken maar uit: de huishuur,
brood, smeersel, kleeding, schoeisel, men
kwam er niet mee! In den winter „borgen"
bij de bakker en winkelier om het in de zo
mer weer op te verdienen!
Naar zulk een tijd zouden we niet terug-
wenschen, maar wat we wel zouden willen,
is dit, dat er dezelfde tevredenheid was.
Want die was er. Wanneer de armoede
een weinig het hoofd kon worden geboden
en ieder het zijne kon worden gegeven, was
men blij en naar groote dingen stond men
niet.
Wij leven nu in een tijd, dat we, in het
algemeen genomen, niet anders doen dan
murmureeren. Dat komt, omdat we onder
het oordeel niet willen bukken we wi-
len zoo graag onze afgoden vast houden.
Het zou kunnen zijn, dat de Heere van ons
'volk zegt: Efraïm is vergezeld van de af
goden, laat hem varen, want tegen de ge
nade in, die ons nog wordt gegeven, wordt
door gezondigd. Ik heb eens gelezen, dat
het vergelden van goed voor kwaad God
delijk is, van goed voor goed menschelijk,
van kwaad voor kwaad dier .ijk, maar van
kwaad voor goed duivelsch. Zijn we in het
laatste geteekend?
De tegenspoeden van den tijd hebben
voor het volk van God een heel andere uit
werking dan voor de wereld. Worden zij
er door op hun plaats gebracht dan zeg
gen zij in stede van te murmureeren: het
is om mij, dat ons al dit kwaad overkomt.
Gezegende tegenspoed!
Het is als 't ware des Heeren oven, waar
in Zijn volk van het schuim wordt gezui
verd, naar Jesaja zegt: -„Ik .zal mijn hand
tegen U keeren en Ik zal uw schuim op het
allerreinste afzuiveren." Men zou den. Chris
ten bij een tol kunnen vergelijken, die des
te beter draait, naarmate hij gezweept
wordt.
Hebt ge wel eens gehoord dat bijen met
honig worden gedood en met azijn verle
vendigd? Zoo is het ook met dat volk.
Waar de honig des voorspoeds vaak doo
dend is voor de genadegaven daar worden
zij door de azijn des tegenspoeds verkwikt
en versterkt.
Geiijk ook de pekel het vleesch voor het
bederf bewaart, zoo worden de geloovigen
door de tegenspoeden voor de zonde be
veiligd. Want de zonde baart hun de mees
te smart.
WAARNEMER.
's-Gravenhage, 4 Juli 1940.
Tegeanoetkoming voor aan miltvuur
gestorven vee.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd maakt het volgende be
kend.
Binn-cnkort zal worden overgegaan tot
uitbetrling van de bedragen, welke den be-
treffenden veehouders worden toegekend
als tegemoetkoming voor van 1 December
1939 tot 1 April 1940 aan miltvuur gestor
ven vee.
Voor zoover het verloren gegane vee ver
zekerd was, kunnen de betrokken verzeke
ringsmaatschappijen voor uitbetaling van
de bedoelde tegemoetkoming in aanmerking
komen, mits zij vóór 15 Juli a.s. aan het
Rijksbureau voor de Voedselvoorziening,
Lange Voorhout 10 te 's-Gravenhage op
gave hebben verstrekt van de uitgekeerde
bedragen, tijdstip van uitbetaling, naam en
woonplaats van de verzekerden, a'smede
aantal en soort van het verzekerde vee.
ONDEEZOEK NAAR DE WEKKLOOS-
HEID ONDER INXELLECTUEELEN.
Op verzoek van den Regeeringscommis-
saris voor de organisatie van den Arbeid
stelt het Centraal Bureau voor de Statis
tiek een onderzoek in naar de werkloosheid
onder intellectueelen. Dit onderzoek beoogt
uitsluitend een inzicht te verkrijgen in den
omvang der werkloosheid onder deze
groep der bevolking.
De enquête heeft betrekking op personen
met een of meer der volgende diploma's, ak
ten of graden:
onderwijzersakte
hoofdakte
akte van bekwaamheid tot het geven van
nijverheidsonderwijs
einddiploma middelbare landbouwschool
einddiploma middelbare nijverheidsschool
(middelbare technische school of school
voor kunst- en kunstnijverheidsonderwijs)
einddiploma 5-jarige handelsdagschool.
einddiploma zeevaart- of machinistenschool
einddiploma middelbare meisjesschool
einddiploma 5-jarige H.B.S. of extraneï-
examen
einddiploma gymnasium of Staatsexamen
middelbare akte (M.O.)
thans: Jonkerfransstraat 1
ROTTERDAM
Kronen - Lampenkappen
Electr. Materieelen - Rijwielen
en Onderdeel en tegen spot
prijzen. Verzenden zonder
prijsverhooging
diploma van een examen aan een Univer
siteit of HoogeschoQl
universitaire graad.
Ieder, die een of meer dezer diploma's
akten of graden bezit en zonder werk is,
wordt dringend verzocht zoo spoedig moge
lijk uitsluitend naam en adres op te geven.
Deze opgave moet portvrij gericht worden
aan het Postkantoor te 's-Gravenhage, met
vermelding tusschen haakjes Centraal Bu
reau voor de Statistiek. Ook hun, die op
wachtgeld gesteld zijn, als volontair of
kweekeling met akte werkzaam zijn en als
zoodanig niet in hun Levensonderhoud kun
nen voorzien, alsmede gemobiliseerden, die
bij demobilisatie zonder werk zullen zijn en
voor dit onderzoek in aanmerking komen,
wordt verzocht naam en adres op te geven.
Daarna ontvangen zij een formulier ter in
vulling.
AANWEZIGE VOORRADEN
GRANEN ENZ.
De Voedsel-Commissaris voor Zuid Hol
land deelt aan de in zijn werkgebied wonen
de landbouwers mede, dat alle op de bedrij
ven aanwezige voorraden granen en peul
vruchten vóór 15 Juli a.s. moeten worden
ingeleverd.
Onder deze regeling worden mede begre
pen de hoeveelheden haver, welke van de
jaar-toewijzing zijn overgespaard.
In gevallen, waarin zulks noodzakelijk is,
kan de bureauhouder een aanvullende toe
wijzing mengvoeder voor de paarden ver
strekken.
VOORLOOPIGE REGELING INNAME
FIJNE ZADEN OOGST 1940.
De Voedse commissaris voor Zuid-Holland
maakt aan de teders van fijne zaden de vol
gende voorloopige regeling bekend.
a. De dorsching geschiedt door de het
vorige jaar erkende Loondorschers
of door de telers zelve.
b. Loondorschers en telers, die zelif dor-
schen, kunnen bij de Plaatselijke Bu
reauhouders de benoódigde dorsch-
brief jes in ontvangst nemen.
c. Na de dorsching moeten de produc-
ten uitsluitend vervoerd worden naar
voor ieder district hieronder genoem
de adressen van erkende pakhuizen,
alwaar ze voorloopig a s telers-par
tijen worden opgeslagen.
District Va. en VI: bij Jac. Lammens Zn.
Zoetermeer.
District VII bij Fa. A. Poortman. Noord-
vest 125, Schiedam.
District VIII bij Fa. P. Overwater, Dor
drecht.
District X bij H. J. Groeneweg, Oud Beijer-
land.
District XI bij J. C. v. d. Blink, Brielle.
District XII bij N.V. v/h van Schelven, Mid-
delharnis.
d. Voor het vervoer naar de hiervoren
genoemde adressen moeten tevoren
Invorderings-vervoerbewijzen bij de
Plaatselijke Bureauhouders worden
afgehaald.
Een verdere definitieve regeling volgt
binnenkort.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd maakt aan belangheb
benden bekend, dat de denaturatie van aard
appelen met toeslag, welke 17 Juni 1940
wederom werd opengesteld, op 13 Juli a.s.
wordt beëindigd.
De aanvragen voor denaturatie van aard
appelen dienen uiterlijk op 13 Juli a.s. in
het bezit te zijn van de betreiffende instan
tie, terwijl de datum, waartegen de denatu
ratie wordt aangevraagd, uiterlijk zeven
dagen na genoemden datum moet liggen.
Zaterdag 20 Juli, 's-avonds half acht
uur (Torentijd) te Ouddorp, in het Loge
ment Akershoek van Tarwe, Rogge en
Grasgewas.
Notaris VAN DEN BERG.
