fEUWiCHE EHAHOm 12e Jaargang WOENSDAG 26 JUNI 1940 No. 1152 No. 1153 BEKNOPTE UITGAVE. N.V. Eilanden-nieuws, Telef. 17, Giro 167930 Ernstige waarschuwing tegen ongeregeldheden ^LANDEN'* - 18E JAARGANG Eilanden - nieuws In de laatste weken hebben zich te Som- melsdijk en te Middelhamis kleine, g-eluk- kig nog niet veel beteekende ongeregeldhe den voorgedaan, die toch menige burger met zorg vervullen. Daarom is het, gesteund door de circu laire van den Raad van Voorlichting, dat virrj tot bevordering van de orde en de rust in het openbaar hierover durvgn schrijven. Wanneer een bezette overheid eene ver ordening uitvaardigd, dat na elf uur des avonds, niemand zich op straat mag be vinden, dan hedft ieder de roeping ea de plicht getrouw dit bevel na te ko men. Eerlijk gezegd zou het toch niet in ons mogen opkomen, om zulk een onnoozel ge bod, met opzet te willen overtreden. Wanneer dan ook jongelui als de toren klok elf uur slaat, niet maken dat ze bin nen zijn maa,r wel eens willen zien, wat de politie daartegen doet. ikeuren wij zulk een optreden als hoogst ombezonnen en onverant- woordeipü af. Maar al nemen wij zulk een houding met niet één enkel woord in bescherming, zoo is het toch de vraag of het raadzaam is, dat de politie op slag van elf uur, nu met de gummistok er op los gaat slaan. Wat vóór 10 Mei als een goede maatregel kon gelden, kan nu juist verkeerd werken, door de gewijzigde omstandigheden. Beter ware het o.i. werkelijk opzettelijke overtreders den strafrechter over te leve ren, welke dan «vel de juiste strafmaat zal weten aan te leggen. Wij werden er opmerkzaam op gemaakt, dat de eene burger geslagen wordt en een ander tusschen 1 en 2 uur 's-nachts bui ten mag loopen en ongemoeid gelaten wordt. Hierop antwoorden wij dat men uiterst vooröchtig moet zijn met praatjes. Ver halen worden vaak verteld, waarvan niets waar is, en waarvan men zich afvraagt: „Hoe komen ze in de wereld?" Dit is niet een verkeerde zaak voorspre ken, in het geheel niet. Maar vraag eens aan een verteller naar de bron, en of gij hem moogt noemen, als gij er werk van maakt? Dan trekt zoo'n persoon zich da delijk terug. Daarom geen geloof hechten aan praat jes, en zou het zijn dat het waar is, dat personen ongemoeid 's-nachts door het dorp gaan of dat het optreden van deze of ge nen werkelijk aanstoot geeft laten dan de genen die het zien, de plaatselijke autori teiten hiermede in kennis stellen. Gerecht vaardigde klachten moeten en mogen ge rust ter kennis van de Overheid gebracht worden, ook al zou men het gemeenschap pelijk doen, gelijk wij vernamen 4at in de bedoeling ligt. Hiertegen zal dan stellig worden opge treden want het scheppen van willekeur, zou juist de voedingsbodem zijn, voor het maken van opstootjes. A] zijn de kleine relletjes van Vrijdag avond weer om een andere oorzaak ge weest, de wortel waaruit zij voortkomen is dezelfde. Daarom is het te hopen, dat de plaatse lijke autoriteiten hieraan de noodige aan dacht zullen besteden en vooral de burge rij een waardige houding zal aannemen en LOUn UtfiellJK. lil MV uugcil vclh ccii vxci,.A.\*- loos heilig en (onkreukbaar rechtvaardig God door al hare schulduitdelgende ge rechtigheid van haren Bruidegom, die haar Borg en Middelaar is, wiens bloed van alle zonden van dat volk reinigt en die met zijn ééne offerande in eeuwigheid volmaakt heeft aUen, die geheiligd worden, zoodat zij van al hare zonden zoo volkomen werd ge reinigd in het bloed des onbevlekten en on- bestrafifelijken Lams, dat God geen zonden in zijn Jacob ziet en geen overtreding in Zijn Israël, daar Hij al himne .zonden ach ter zijn rug geworpen heeft in een zee van eeuwige vergetelheid, om die nimmermeer te gedenken. En niet alleen dit, maar meer nog schenkt de hemelsche Salomo aan zijne bruid. Hij maakt haar niet alleen liefelijk in de rechtvaardigmaklng, doch ook door de heiligmaking. Hij neemt niet alleen de schuld harer zonden van haar weg, maar verlost haar ook van de zonden zelf, daar Hij door de wedergeboorte Zijnen Geest in haar harte geeft, Zijn leven in haar ziel her schept. Zijne natuur in haar deelachtig maakt en haar vernieuwd naar het even beeld desgenen, die haar geschapen had, zoodat Hij haar vruchten doet dragen der helUgmaking, vruchten des geloofs en der bekeering waardig. alles doen om wanordelijkheden te voorko men. Is het bovenstaande altijd onze dure roe ping geweest om de overheid de schuldige gehoorzaamheid te betoonen en rechtvaar dige klachten te brengen ter plaatse waar ze behooren, vooral is dit nu onze dure plicht, nu wij bezet gebied zijn. Of wij het bezetten van ons land al be treuren of niet, het feit als zoodanig ligt er. Onze militaire macht, die op wettige wij ze het land heeft verdedigd, heeift de wa pens moeten neerleggen, en wij als burgers, moeten in dit feit berusten, al doet het nog zoo'n smart. Doch nu moeten wij op twee dingen let ten en eerlijk oordeelen en te werk gaan. Ten eerste: Eerlijk zullen wij moeten erken nen, dat tot hier toe, de bezette overheid ons zeer schappelijk be handeld. Het zou heel anders hebben kun nen zijn. Wat zouden wij er dan aan hebben kunnen doen en wat zouden wij er op te zeggen hebben. Indien het anders ware geweest. Wij moeten in deze oprecht durven oordeelen. M^ar wanneer wij dit erkennen, dan mo gen wij er het tweede met alle gerustheid bij voegen n.l. Ten tweede: Het Nederlandsche Volk, gedraagt zich waardig, en beproeft zich zoo veel mogelijk, niet alleen te onder werpen maar ook aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden. Dit laatste moge ons tot blijdschap strek ken, want wat zouden wij er mede berei ken, als er hier of daar eens werkelijke on geregeldheden ontstonden? Ze zouden in bloed gesmoord worden. Schuldigen en on schuldigen zouden er dan door getroffen worden en zware straffen en lastige ver ordeningen zouden het gevolg zijn. Ieder weldenkend burger zal dit toestem men en er verblijd mede zijn, dat een en an der zoo rustig verloopt. En zie deze laatste geest moeten wij in elkander opwekken en elkander aanmanen, rustig ons eigen werk te doen en zonder verzet trachten de verordeningen zoodanig na te komen, dat wij niet beter weten of het behoort zoo. Dan gaat alles gewoon en heeft er sa menwerking plaats. Maar als een noeste en ijverige burgerij zich onderwerpt en getrouw haar plicht doet, mag zij ook vragen om in orde en rust te mogen leven en door niemand te worden gestoord nog veel minder geplaagd. Wij meenen dat dit het juiste stand,punt is, hetwelk zijn grond vtridt in het Wbord des Heeren, hetwelk ons eenige richtsnoer moet zijn. Zie naar Daniël en een Nehemla. Daniël en zijn vrienden, weggevoerd uit hun land. (Let hierop) hoe getrouw hebben zij hun plicht vervuld, al bleven ze bidden om te rugkeer. Van Daniël, die tot een zeer hoogen ambt verheven was, staat Dan. 6 vers 5: Maar zij konden geene gelegenheid noch misdaad vinden, dewijl hij ge trouw was en geene vergrijping noch misdaad in hem gevonden werd. Zoo ook Nehemia. Let eens op tot welk een aanoeveung voor u raj vjnristus Kan zijn, maar dat ge alleen bij den Heere te recht kunt als een doodschuldige en verlo ren Adamskind, dat van zichzelven niets bekoorlijks voor den Heere bezit en dat nooit pleiten kan op eigen gerechtigheden, die geene zijn, maar alleen op het alles schulduitdelgend zoenbloed. Dat er dan bij u zij opgemerkt smarte over uwe zonden en verdorvenheid en een achterna klagen van den Heere, als een doodschuldige en verwerpelijke voor Hem, bedelende met de Kananeesche om de ge nadekruimels, die Hij vallen doet van Zijn genade-tafel. Hij zal u dan niet afwijzen, want „Hij wacht" om genadig te zijn" en „Hij heeft nog nooit tot het huis van Jacob gezegd: Zoek Mij tevergeefsch." Gij kunt het toch niet be ter maken al spant ge u daarvoor nog zoo In, en als de Heere u straks verwaardigt, om aan Zijn genadeharte in het geloof te mogen rusten, dan zult ge u schamen ook daarover, dat ge zoo vaak door uwe zwart heid voor uw zielsoog het liefelijke van Zijn genadewerk in u hebt laten verdonkeren. „Zwart doch liefelijk," Ja, dat leert ge immers, o kinderen Gods! dagelijks meer erkennen door de bediening des Heiligen Geestes voor den Heere, en naar die mate wordt Immers het wonder uwer verlossing een hoogen post hij geroepen werd. Schen ker van den Koning, die hem en zijn volk bezet hield, terwijl hij uit zijn land was Weggevoerd. Lees met aandacht, hoe hij met vrijmoe digheid de smart die hij daarover droeg den Koning durfde mededeelen, doch hoe dit alles Nehemia niet belet had, uit kracht van de vreeze Gods, den Koning zoo getrouw te dienen, dat hij waardeering en vertrou wen verkreeg, ja door de genade Gods een gunsteling werd, wat ten goede en ten beste voor zijn volk uit liep. In de vreeze Gods ons onderwer pen wat zou dat een gewenschte stand zijn. Dan was er nog hope en verwachting. WELKE BONS IN DEZE WEEK? Broodbons 31 tot en met 40 (broodbon- boekjte) geldig van 24 Jimi tot en met 30 Juni (niet gebruikte tot en met 4 Juli.) Voorts zijn de nlet-gebruikte van serie 21 tot en met 30 nu nog geldig tot en met 27 Juni. Bon 75: Eén half pond tarwebloem of één half pond zelfrijzend bakmeel tot en met 12 JuU. Bon 69: pond koffie of ons thee tot en met 5 JuU. Bon 70: één kilo suiker tot en met 27 Juni. Petroleumzeigel Periode 1. Geldig voor 2 liter petroleum tot en met 30 Juni (alleen voor degenen, die daartoe vergunning heb ben.) NATIONALE COLLECTE OP 6 JULL De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Binnenlandsche Za ken, deelt mede, dat bij de voorbereiding van de InzameUng ten behoeve van de ge troffen gebieden, waarvoor het Hulpcomité- 1940 werd opgericht, is gebleken, dat het wenschelijk Is aan deze inzameling een meer nationaal karakter te geven en haar in provinciaal verband te regelen. De secre taris-generaal heeft den commissarissen der Koningin in de provinciën verzocht, hem aan in deze aangelegenheid ter zijde te staan. Het Hulpcomité-1940 heeft In verband met dezen nieuwen opzet zijn werkzaamhe den beëindigd. De „Nationale Inzameling" zal nu, plaats vinden op Zaterdag 6 Juli, welke datum het mogelijk maakt de voorbereiding behoorlijk tot haar recht te doen gelden. Voor de besteding der gelden, door deze „Nationale Inzameling" bijeengebracht zij worden uitsluitend bestemd voor de ge troffen gebieden zal gebruik gemaakt worden van bestaande nationale instellin gen. Ten aanzien van de verdere organisatie zullen spoedig nadere mededeelingen vol gen. VROEGE AABDAPPELEN. Reeds {vandaaig beperkte veiling. 's-Gravenhage, 23 Juni. In tegenstel ling met de mededeeling aan de aardappel veilingen verstrekt, dat Maaiidag 24 Juni geen vroege aardappelen ter veiling zullen worden aangeboden, maakt de Nederland sche groenten- en fruitcentrale bekend, dat met het, oog op de behoefte aan vroege aard appelen in het binnenland a.s. Maandag in beperkte mate ter voorziening in die behoef te aardappelen zullen worden geveild. EUW. \Advertentiefpri[ls 20 cent per regel. Reclames 40 et; Diensf IwuiTragen en aambiediiigeii van 16 tegels 80 et.; Boekmaan' femdiglDg 10 cent pei regel Contracten belangr^k lager. ij geworden op de kunnen worden steenen, afkomstig uit de binnenstad, bij den bouw van noodwinkels enz. it af. Wie weet, •;;.ent kon koopen. 'yenbedoelde met- ■,;,lijk leven leidde, ;;ïbel over de brui jin dag. Nu zal Ik J te zien in lage Aen en salarissen *?a opkomen, heb- ■fjdiging gebracht ;':;'3rwachtte. Daar- l'-Hgea na den vo- ■ï^t een zedelijken n rang en stand ..van Amsterdam Cle Fransche Ri- ■|d in de blauwe Igen te vergeten, een luien stoel hrdam neder. De ll geworden bij dat Amsterdam. En als V3ht en je tijd be- 'vas er dan tus- (^?n straatmaker? cllebei voor hun (ij, de straatmaker, was er ook geen i.m de Wethouder lij had in zijn po- dit zelve voorge- I nen opgetrokken en van 10 en 12! nu zoowat aan .mooi; maar een "wk wat toe, dus n bij die 60 te i or den Wethou- I van zijn meer- A bovenuit moest .i/lie gemeenteraad oorlogsgeweld en dat brengt Immer voedsel- schaarschte met zich. Zouden wij in tijden van voedselnood nog over bruine boonen mogen beschikken dan zal dat heel ons volk ten zeerste baten. De andere lezers zullen zich de jaren 1614 tot 1918 nog herinneren, toen het er met de voeding alles behalve gunstig uitzag. En de jongeren, die het niet weten,.moeten zich maar door de oude ren laten gezeggen: bruine boonen kunnen straks weer een zeer begeerd gerecht worden. En zoo mag ik het nu: zooveel voedsel de aarde maar wil schenken, zooveel moe ten wij ook dankbaar aannemen. Steeds meer dringt het tot ons door, dat de stel selmatige vernietiging van gewas en vee een groote zonde is geweest, 't Lijkt mij een daad van een waanzinnige. Nu is het daar mede dan afgeloopen. En gaat er al wat veel over de grenzen, welnu, het doet dan daar toch nut en voedt menschen, die heusch niet, zooals wij, wat voedsel betreft, door de weelde zijn geplaagd. De Roomsch- Roode ordening, ingezegend door protestan te politieke partijen, heeft nog niets dan leed gebaard en het ongenoegen van den Hemel is er wel kennelijk over geopenbaard. Dat allen, die er voor streden, het inzien en er zich over vernederen voor God. Zes cent per dag loon! Dat was lang geleden. Accoord, maar dat doet aan de ^t ztio heel veel nu ineens uit de ïer oud. Want In enkele weken' tijds is er zulk een totale ver andering over ons opgekomen, dat het Is of er jaren zijn voorbijgesneld. Men zegt In den kring der ambtenaren wel eens: „mij ne heeren, neemt Uw hoed af voor dit sa laris, want gij zult het niet weder zien." Ik heb reden te gelooven dat voor zoo ver er nog ordentelijk gedekte hoofden rondwandelen de hoeden zeker zullen moeten worden afgenomen ten afscheids groet van buitensporige belooningen. Meer zaj ik er niet van zeggen. Niet zoo somber. Waarnemer! Niet den moed verliezen, zoo lees ik in de courant, 't Had nog erger kunnen zijn, we mogen nog HoUandsch blijven en we moeten ons wat schikken en dan, onze voormannen le ven nog! Ja ja, die voormannen. Zij .zijn er nog, uiteraard is dat verheugend, maar sedert 10 Mei heb ik hun namen zelfs niet meer in de courant gezien, laat staan hun portret, waarmede men weleer zoo kwistig werkte. AUoh, ik laat dat ook rusten, de feiten van den dag leeren ons zulke groote les sen, dat men wel van alle gevoel en ver stand beroofd moet zijn om ze niet eenlger- mate te verstaan. En opdat wij nog zouden leeren doet God al deze dingen en heeft hfl Nederland nog niet totaal omgekeerd. In mijn oude doos komt dus nieuwe voor raad. Allemaal dingen, die nieuw waren, en nu Ineens verouderd. Zij waren blijkbaar der verdwijning nabij, maar wij hadden er geen erg in. Nu nog iets lager in de doos getast. Daar vind ik Daatje. Ja dat was óók wat! Daat- je was stokdoof. Inwonend bij een oude va der en moeder, belden ook doof. Sober in- komentje, maar toch heel tevreden, en ze leefden in een rustlgen tijd, toen men van oorlog alleen maar in de boeken kon lezen. Van onze ervaringen in 1940 wist Daatje natuurlijk niets af. Maar ook omgekeerd, van wat zij kende en van het Woord gezien en getast had, weten velen uit dezen tijd niets. Daatje had het goede deel door ge nade verkoren en dat is het kón ook niet nooit van haar weggenomen. Al naar gelang Daatje „legerde" zong zij gaarne een versje. Niet uit bundel zus en zoo, maar uit haar psalmboek, daar had ze meer dan genoeg aan. Ook hield zij veel van orgelmuziek. En zoo geviel het, dat ik nog al eens een psalmvers speelde voor deze doove vrouw. Doof zijnde, genoot zij er toch van, hoe zij er toe was gekomen weet Ik niet, zij had een hoogst eenvoudig Instrument om te luisteren. Een ovaal eiken plankje diende er voor, dikte als van een stuk triplex, lengte cira 20, breedte cir ca 10 cM. Zij legde het eene einde van het plank je op het orgel en hield het andere zeer los tusschen de tanden. Blijkbaar werden aldus de geluids trillingen vla het gebeente op het gehoorvlies overgebracht en kon zij mede genieten van het orgelspel. Met dat al, naar mij later is duidelijk geworden, was het orgelspel toch niet het essentieele haars levens, want dan was ze in dubbelen zin een arm Daatje geweest. Wat deze eenvoudige ziel van haar medemensohen on derscheidde was haar oprecht geloof. Daat je had „een ander leven leeren kennen," zie daar Is alles mee gezegd. In onze van onheil zwangere dagen komt de herinnering aan deze gelukkigen meer malen op. Zij rusten op hunne slaapsteden, verwachtende een nieuwen hemel en een nieuwe aarde. Daar zal gerechtigheid wo nen. Zij zijn als weggeraapt voor den dag des kwaads. Frankrijk bloed uit duizend wonden, Onbeschrijiflijk! Hoor nu den President Pé- tain tot zijn volk spreken: Wij hebben min der vrienden dan In 1914, te weinig kinde ren, te weinig wapenen, te weinig bondge- nooten, we zijn een volk dat leefde in weel de en gemak." Hier is de vinger wél op de wonde ge legd. Dit is de teekening van de Westersche volkeren, maar vooral van het wufte Frank rijk. Weelde najagen en gemak zoeken, maar te slap om eigen land te beveiligen. Droomen van vrede, bondgenoot zgn van het goddelooze Rusland, maar God uit het volksleven gebannen. Groote kerkhoven, maar ledige wiegen. Petain ziet het in, maar het is te laat. Ja er worden onS in de teekenen der tijden groo te lessen voorgehouden. Bidden wij om een vernieuwd gemoed en geheiligd verstand om op Gods doen te merken! WAARNEMER. V/^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1940 | | pagina 1