ChDWEEKBLADSpGED.GR0nDSIA6 vöÖRocZUID-HOUoiZEEUWiCH^ EIIAMDEn
N.V. DiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEUWS"
Uit het Kijkvenster.
STICHTELIJKE
OVERDENKING
12e Jaargang
ZATERDAG 22 JUNI 1940
No. 1151
Davids bede, dat de Heere zich
verhooge in Zijne sterkte.
Ingezonden
De nationale collecte uitgesteld
tot 6 Juli a.s.
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 19 35 OPGENOMEN HET BLAD .ONZE E ILAND EN" - 18^ JAARGANG
UITGAVE VAN
Gevestigd te Middelluinis Frim Hendrilcstr. 122 G Giro 167950 i Fo^tbos; 8 Tel, 17,
Bpamtoor voor Zeeland: St. Slaartenadyk Marlit, Telef. 69.
Abomiementsprfls 90 cent per 3 maandenb;) vooruitbetaling.
Vctschl^i ledeten Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzondei^ke laummjen 5 ceai Buitenland 8 gulden per 'jaar
Advcrtenticipi^ 20 cent per regel. Reclames 40 et.; E>iensfHl
aanvragen en aanbiedingen van 1—6 rt^els 80 et.; Boek«aan<|
kondigjng 10 cent per regel Contracten belangi^k lager.
In tijd van nood, zonder Helper,
hangen de harpen, in figuurlijken zin,
aan de wilgen. In tijden van geestelij
ke duisternis en verlatenheid kan
Gods volk onmogelijk zingen. Zelfs
geen klaagpsalmen. Wanneer dit
laatste weer gedaan wordt, is er geen
volslagen duisternis meer. Het hart
krijgt, om 't zoo eens te noemen, weer
lucht. De hope begint weer te herle
ven. In zijn klaagzangen heeft men
Weer min of meer contact met God.
De troon der genade wordt weer
bestormd. Het geloof wordt weer
beoefend. Het wordt weer een kinder
lijk uitzien naar den Heere. Wij zou
den zoo zeggen, het ergste leed is
thans weer voorbij. Elk kind des Hee-
ren TMeet' dit bij ervaring. Maar dit
zingen wordt natuurlijk door den
dichter niet bedoeld. Hij verstaat in
'zijn bede tot God een triomf eerend
zingen. Een blijmoedig zingen. Een
zingen van de wegen des Heeren. Een
zingen waarin de Heere wordt ge
roemd en geprezen.
Dus een zingen na de verlossing en
uitredding. Want men kan ook blij
moedig zingen in een geloovig steu
nen op de beloften des Heeren. Zoo
lang die beloften krachtig gevoeld
worden in het hart, is 't alsof men
reeds gered is. Doch de redding zelf
laat nog op zich wachten. Het geloof
heeft een kosteüjk hoogtepunt be
reikt. Doch dit wordt straks weer
anders. De uitgestelde hoop krenkt
het hart. Dé bestrijders krijgen weer
't woord. De omstandigheden van
Gods volk hebben ze mee. Het geweer
in dien strijd ontvalt het bestredene
kind des Heeren. Het moet noodge
dwongen toegeven, dat het er zelfs
niet op gelijkt, straks uitgeholpen te
worden.
Het wachten is thans op de daden
des Heeren. Doch dat wachten kan
soms zoolang duren. Het kind des
Heeren heeft schijnbaar soms meer
haast dan God. Opstand vervult daar
op niet zelden het hart. Het geloof
maakt plaats voor ongeloof. Naar
mate de nood stijgt, naar die mate
stijgt ook de innerlijke geestelijke
verwarring. Waarom toch dit alles.
Omdat wij zoo geneigd zijn de kroon
des Heeren op ons eigen hdofd te
zetten. Het geloof moet blijken enkel
en alleen een gave des Heeren te zijn.
Als de Heere straks uithelpt, zal men
er diep beschaamd onder worden.
- Men heeft het alweer bij vernieu
wing geleerd, dat Hij het niet deed
om onzentwil, maar slechts om Zijn
grooten Naams wil.
Ook David heeft het geleerd, maar
ook, dat de Heere in 't eeren van
Hemzelf, Zgn kind niet vergeet. Gods
volk wordt in zichzelf diep ontdekt
aan eigen onwaarde. Naar buiten
eert de Heere Zijn volk voor de oogen
der menschen,
David won den oorlog. De zware
kroon van den overwonnen koning
werd op Davids hoofd gezet. Hoe zal
David dit te moede geweest zijn. Hij
is er mee onder den Heere weggezon
ken wegens Diens goedertierenheid.
Zoo is het laatste van zijn bede ook
vervuld, nml. „en Uwe macht met
Psalmen loven." 'Dus niet Davids'
.macht.
Volk des Heeren! Niet uwe rfiacht.
De sterkte is immers altijd Gode. Het
is Israels God, die alleen krachten
geeft. Het is de Heere, die Zijn volk
in den bangsten strijd staande houdt.
Die bewaart voor bezwijking. Op de
uitredding volgt dus een prijzen al
leen van de kracht en wonderTnacht
des Heeren. Zoo wordt het „God al
leen de eer!"
Doch die het te beurt valt is er
goed mee. Nieuwe bewijzen van Gods
gunst. Nieuwe stof om God te prijzen
Nauwere verbinding aan den He^re.
AJles uit loutere genade. Alleen op
grond van het Welbehagen des Hee
ren. Op grond verder van de ver
dienste van Christus, die de pers voor
Zijn schuldig volk alleen trad. Die
Zichzelf vernederde, tot in dèn dood.
Opdat de omlaag gehaalde eer van
God weer verhoogd zou worden en
Zijne gunstelingen, die in Adam eer-
roovers van God geworden zijn, voor
den Heere weer in het stof konden
buigen en zoo de Heere weer genade
kon bewijzen naar ziel en lichaam
beide.
Zoo is alles uit Hem, door Hem en
tot Hem, tot in eeuwigheid.
Men heeft den opbouw van Rhenen met kracht en voort
varendheid aangepakt. Door het aanleggen van een smal-
spoor is men in staat om het puin met lorries weg te voeren.
Overzicht met op den achtergrond de gespaard gebleven
j Cunera-toren.
niEuws
Verhoog U, Heere in Uwe sterkte; zoo
zullen wy zingen en Uwe maclit met
Psalmen loven.
Paalm 21 14.
(SLOT;)
Ds. G.
Bidden voor de Overheid Ook nu
Piëteit tegenover de Koningin en
Haar igoederert 135 jaar geleden de
Franschen oote versliaigen In 1870 de
DuStecbers ejvteneens in Parijs Van
een boet- en bededag die vooraf ;ging.
Over het gebed voor de Overheid In de
publieke samenkomsten der gemeente zijn,
wanneer men de kerkelijke bladen nagaat,
vele vragen gerezen. Immers gebiedt ons
de Heilige Schrift te bidden, voor onze Over
held en allen die In hoogheid gezeten zijn.
Dies rijst de vraag, ot wij nu te bidden heb
ben voor ons Vorstelijk Huis, nu dit ons
land is uit gevlucht en ook, voor de Over
heid van de Mogendheid door wie wij bezet
zijn.
Wij hebben daarbij in de eerste plaats te
bezien, dat ons land bezet is en dat wij
niet zijn i n g e 1 ij f d zooals dit bij de Fran-
sche revolutie het geval was. Wat er later
van ons land worden zal weten wij niet,
maar deel van het Duitsche Rijk zijn we
althans niet, we zijn er door bezet. Momen
teel hebben we dus te maken beide met on
ze eigen Overheid als met de bezettende
macht, welke het Nederlandsche recht hand
haaft en wijzigt al naar de bijzondere om
standigheden dit mede brengen. Wij en
vanzelfsprekend ook als kerk hebben dus
met de Duitsche en niet alleen met ónze
Overheid te maken.
Komen we nu tot de beantwoording van
de vraag om te bidden voor de Overheid,
vonden wij daarop een antwoord in het Ge
reformeerd Weekblad van Zaterdag j.l.,
waarmee we het geheel eens zijn. We lazen
daar;
„Zeker zal ook voor de bezettende macht
het gebed is de samenkomst der gemeente
niet mogen ontbreken, niet door dwang,
maar uit goedwilligheid en behoefte naar
den elsch van des Heeren Woord. De bede
om herstel onzer zelfstandigheid, als het
den Heere mag behagen, is daarbij niet uit
gesloten. Het gebed in verootmoediging kan
daaraan dienstbaar ,zijn Het woord des
Heeren toch, moet ook thans richtsnoer zijn
van ons leven.
In onze liturgie komen verschillende vor
men voor van het gebed voor de Overheid.
Zoo is een vorm, waarin alles.samen gevat
wordt b.v. deze: Wees met allen, die in
hoogheid gezeten zijn, door wier hand het
U belieft ons te regeeren, geef dat hunne
regeering daartoe gericht zij, dat wij onder
hen een stil en gerust leven mogen leiden
in alle eerbaarheid en godzaligheid.
Wanneer wij het aldus formuleeren, zijn
alle overheidspersonen, koninklijk huis, het
Duitsche bewind. Ingesloten."
Soberheid en het aannemen van een al-
gemeene vorm is wel noodzakelijk, omdat
dit voor vele moeilijkheden vrijwaart. Het
gebed moet in de eerste plaats waar zijn
en niet alleen een vorm. Die het gebed uit
spreekt heeft er zich voor te wachten, dat
niemand zich er onder persoonlijk gekrenkt
kan gevoelen, maar dat alles gericht is op
het eigen getuigenis van het Woord des
Heeren. 5.;.viei__
..■f-jv-r-vs ■'--■'
Over het vertrek van de Koningin en
haar Huis naar Engeland, wordt in ons land
verschillend geoordeeld. Over het algemeen
kan worden gezegd dat ons volk door het
gebeurde in zijn Oranje-lleifde ten diepste
is geschokt. God, Nederland en Oranje dit
snoer is nu gebroken. Zal het nog ooit her
steld worden? Als Oranje en Nederland
zich schuldig kennen zal God aan Zijn ver
bond gedenken. Er waren er, die de por
tretten in de eerste dagen van de Konink
lijke familie de straat opsmeten.
Dit is een wraak-uitlng die onbezon
nen, voorbarig en o.i. zeer te veroordee-
len is. Immers wij weten niet, hoe alles pre
cies in zijn werk gegaan is. Wij hebben te
genover ons Koninklijk Huis, hoe men ook
het overhaast vertrek mag bekijken, de
noodige piëteit te betrachten. Tegen die
eerste onbezonnen uiting kan men consta-
teeren hoe thans de liefde tot het Oranje
huis weer zeer aan wakkert. Oranje was
een met Nederland en eerst in het gemis
wordt de waarde gevoeld. De Duitsche
bezetting heeft ook waardigheid betracht
tegenover de Koningin en haar goederen.
Zoo heeft de Duitsche Rijks-commlssaris Dr
Seyss Inquart h3t paleis aan het Noordein
de te Den Haag niet betrokken of den Rui-
genhoek als zijn buitenplaats in bezit geno
men. Een piëteit, die in het correcte optre
den der Duitschers in ons land, te waar
deeren valt.
De ineenstorting van het Fransche leger
heeft mij doen denken aan andere ne
derlagen der Franschen. Deze week precies
125 jaar geleden, den 18en Juni 1815, werd
door de Hollanders de veldslag bij Wa
terloo geleverd, de groote strijd, waarbij
Napoleon het onderspit moest delven. Het
Fransche leger werd daarbij uiteen ge
scheurd en vernietigd. De slag, 's-morgens
door Napoleon begonnen, had met tegen
over elkaar staande legers van gelijke
sterkte, afwisselend l.ans en scheen tenslot
te nog in het voordeel der Franschen te
zullen uitloopen. Toen echter de taaie, 70-
jarige Blücher met zijn Pruisische troepen
verscheen, keerde de krijgskans. De Fran
sehen werden verslagen en moesten in wan
orde terug trekken. Napoleons' macht was
gebroken en de verbanning naar St. Helena
maakte een einde aan zijn heerschappij.
Er is in 1870 door de Pruisen nogmaals
tegen Frankrijk gevochten. De godvruch
tige koning van Pruisen gaf voor de strijd
begon, een proclamatie uit, waarin hij be
paalde, dat in alle kerken een boet- en be
dedag zou gehouden worden. Ik trek, zoo
zeide hij, tegen den vijand in het gezicht
van den Alwetenden God en onder aanroe
ping van Zijn almachtige bijstand.
En aan het slot der proclamatie beval hij,
dat gedurende den oorlog in alle openbare
godshuizen daarvoor gebeden zou worden,
dat God hen in den strijd ten zegen zou voe
ren, tot eere Zijns Naams en hen ook tegen
hunne vijanden als christenen zou doen han
delen.
De hier te lande bekende Dr. Kohlbrugge
hield in Elberfeld op dien biddag een predi
katie over Psalm 75 „Want het ver-
hoogen komt niet uit het oosten of uit het
westen, noch uit de woestijn, maar God is
Richter, Hij vernedert dezen en verhoogt
geenen."*)
Ook de bekende Ds. C. v. d. Oever uit
Rotterdam schreef aan den Keizer en Kei
zerin een brief.
De zege was voor de Duitschers, de Fran
schen verloren.
En Parijs werd genomen. Zoo zien wij
hoe het lot van een land voortdurend kan
wisselen, maar ook hoe de vreeze Gods
wijkt en schier niet meer gevonden wordt.
WAARNEMER.
Lees de predikaties „Het Ru
moer der Volkeren" door Dr.
Kohlbrugge, onlangs versche-'
nen bij Fa. J. v. d. Tol - Oud
ii', Beijerland.
DE GEINUNDEEROE POLDERS OP
GOEREE-OVEKFLAKKEE.
"Töeh na korten tijd geïnundeerd te zijn
geweest de verschillende polders wederom
droog vielen, deed zich onmiddellijk de
vraag voor, wat nog op deze gronden te ver
bouwen. -
Het betrof -hier.de polders Oüdeland,
Weipolder en Alteklein, alsmede Galathee
en Mariapolder, allen tn de gemeente Oolt-
gensplaat gelegen.
Totaal werden geïnundeerd 438 ha., waar
van.' 175 ha, in de drie eerstgenoemde en
263 ha. in beide laatstgenoemde polders ge
legen.
Door de bereidwiligheid en voortvarend
heid der Wieringermeer-directie, waarvoor
wij haar grooten dank verschuldigd zijn, is
het mogelijk geweest in korten tijd in over
leg met de betrokken landbouwers een zeer
groot aantal grondmonsters, systematisch
over de verschillende polders genomen, op
zoutgehalte te doen onderzoeken.
Daardoor was het niet alleen mogelijk
de landbouwers op daartoe gehouden zit-
dagen onverwijld van advies te dienen, doch
hebben wij thans eveneens de beschikking
over een zoodanige hoeveelheid cijfermate
riaal, dat de mate van verzouting der pol
ders nauwkeurig bekend kan worden ge
acht, hetgeen ook voor de toekomst van
veel belang is.
Immers zij ontvingen allen zout water,
doch van verschillende herkomst; Oüde
land, Weipolder en Alteklein uit het Hol-
landsoh Diep, Galathee en Mariapolder uit
het Volkerak.
Het is zonder meer duidelijk, dat deze
verschillende herkomst van het zoute wa
ter haar weerklank heeft gevonden in het
zoutgehalte der gronden van de onderschei
dene polders.
De met HoUandsch Diep water overstroom
de gronden vertoonen in de laag van 5-20
cm. slechts zelden een zouthoeveelheid, die
de 2 gram per L. bodemvocht overschrijdt;
de meerderheid der 119 onderzochte mon
sters liet een hoeveelheid zien tusschen 1 en
2 gram, de rest een schonamelend om de 1
gram.
Hierdoor kon ook het meerendeel der be
trokken landbouwers niet worden aangera
den de in verband met de voedselvoorzie
ning en den reeds vrij ver gevorderden tijd
van het jaar zoo gevraagde bruine boonen
te zaaien, doch moesten zij zich reeds be
perken tot het bijzaaien van beschadigde
perceelen voeder- of suikerbieten, het bij
leggen van beschadigde aardappelbedden of
het inzaaien onder meer van roode klaver
of hopperups, alsmede desgewenscht van
stoppelknollen, voederkool en dergelijke ge
wassen.
Zij, die met redelijke kans op succes het
ook met bruine boonen konden wagen,
vormden weliswaar een minderheid, doch
hebben van deze mogelijkheid op ruime
schaal gebruik gemaakt.
Was het resultaat van het onderzoek
der nionsters uit de polders Oudeland, Wei
polder en. Alteklein dooreengenomen dan
ook nietontmoedigend, geheel anders was
dit het geval die nit Galathee en Mariapol
der genomen, waar het water uit het Vol
kerak bij vloed is binnengekomen.
Hadden wij gehoopt te kunnen aanraden,
deze gronden nog in te zaaien met roode
klaver en lucerne, hetgeen bij een zoutge
halte tot 3 gram per L. bodemvocht in de
laag van 5-20 cm. heel wel mogeltjk is, of
desnoods, met Ital. of Eng. raygras waar
van bij zoutgehalten van 3-5 gram per L.
bodemvocht nog met succes kan worden ge
bruik gemaakt, onze hoop werd verijdeld
door de uitslagen van de genomen 162 mon
sters, die voor de overgroote meerderheid
gehalten vertoonden van omstreeks 5 gram
of. meer per L. bodemvocht en zelfs In eeni-
ge gevallen de 10 gram overschreden.
Derhalve kon aan de betrokken landbou
wers in deze beide polders slechts worden
geadviseerd niets in te zaaien, doch voor-
loopig te volstaan met het alleen oppervlak
kig loshouden van den drogen grond.
In deze beide polders zullen zich nog ja
renlang de gevolgen der inundatie doen gel
den.
Daar infiltratie met zoet water niet kan
worden toegepast, is de ontzilting geheel
afhankelijk van den natuurlijken regenval
en is bijgevolg over de snelheid, waarmede
het ontziltingsproces zal verloopen weinig
te zeggen, doch er is alle reden voor aan
te nemen, dat in het a.s. najaar bij tijdig
zaaien, ondiep ploegen (schillen en daar
bij weinig eggen, teneinde een kluitigen
grond te houden, met succes op vele per
ceelen granen of koolzaad zal kunnen wor.
den verbouwd.
Het ligt in de bedoeling aan de hand van
op standaardplaatsen in beide polders te
nemen monsters het verder verloop der ont
zilting te blijven nagaan, teneinde te zijner
tijd wederom de betrokken landbouwers,
steunende op de groote ervaringen van de
Wieringermeer-directie, van advies te kun
nen dienen,
Ir. C. W. C. VAN BEEKOM.
MIDDELHARNIS, 17 Juni 1940.
Volgens telegrafisch ingekomen) bericht,
is de nationale collecte, die geliouden zou
worden op 22 Juni a.s., uitgesteld tot 6
JULI a.s.