EUWSCHE EIIATiDEn
De nieuwe toestand.
ïnsler.
Binnenland
12e Jaargang
WOENSDAG 22 MEI 1940
No. 1142
No. 1143
BEKNOPTE UITGAVE.
N V. Eilanden-nieuws, Telef. 17, Giro 167930
Aan ooze lezers en adferteerders
Wegens gebrek aan electrische.
stroom hebben wij de uitgave van
ons Blad met een enkel nummer moe
ten stopzetten.
Nu echter Nederland het oorlog
voeren heeft gestaakt, ons land door
de Duitschers is bezet en alom de rust
weerkeert, vatten ook wij onze taak
weer op en hopen, zij het voorloopig
in klein formaat, weer tweemaal per
week met ons blad „Eilandennieiiws"
te verschijnen.
Van onze kant zullen wij ons uiter
ste best doen, om omtrent alle voor
schriften, vooral den Landbouw be
treffende, zoo volledig mogelijk in te
lichten
Waar de Opperbevelhebber van
land- en zeemacht, in overleg met den
Duitschen militairen bevelhebber in
Nederland heeft bepaald, dat alle in
dustrie gewoon doorgang moet vin
den, vertrouwen wij, dat onze adver
teerders ons ook weer hun adverten
ties zullen opgeven, om gezamenlijk
aan den wederopbouw van den nering
doenden middenstand te arbeiden.
Is het soms, dat sommige abonné's
buiten Goeree-Overflakkee dit niun-
mer door een nog niet geheel geregel
de postverzending iets later zullen
ontvangen, gelieven zij dit voor goed
te willen nemen, daar dit geleidelijk
aan wel weer zijn gewone loop zal
krijgen.
DE REDACTIE.
len overkomen tot op de toekomst des
Heeren Christi, om te oordeelen de le
venden en dooden".
Joel 2 10: „De aarde is beroerd
voor deszelfs aangezicht; de hemel
beeft; de zon en de maan worden
zwart en de sterren trekken haren
glans in". Kanteekening: „Dit zijn fi
guurlijke manieren van spreken, be-
teekende de algemeene en schrikke
lijke verwoestingen en zware oordee
len Gods, voor dewelke zich hemel en
aarde (om zoo te spreken) ontzetten.
„Zwart" beteekent verdonkerd en de
sterren trekken haren glans of schijn
sel „in".
Op de uitstorting des Geestes volgt
de uitgieting van Gods toorn. Moch
ten wij het gelooven. Velen spreken
over de oordeelen, maar vallen zelf er
niet onder en zien de oordeelen niet.
In onze stof komt een woord voor,
waarover de uitleggers zeer verschil
len van meening, n.l. eer dat de groo-
te en doorluchtige dag des Heeren
komt. In Joel staat: „Eer dat die groo
te en vreeselijke dag des Heeren
komt". De een zegt, dat Christus'
komst in het vleesch bedoeld wordt.
Oproep aan de bevolking
van Nederland.
STRAFRECHT.
Afleveren Brandstof.
De Rotterdamsche Veemarkt
gaat gewoon door.
De Veerdienst Scbouwea-DuivelaDd
Goeree-Overflakkee nog niet intact.
ANDEN" 18E JAARGANG
Christus. De omkeering in het rijk
der natuur en in het rijk der genade
kon niet anders dan ieder met schrik
vervullen. De omwenteling, die daar
van het gevolg moest zijn op elk ge
bied van het levenHet atheïsme, het
modernisme, het loochenen van de
geestelijke goederen, niet alleen het
zich neerleggen bij het verval, maar
de ideeën van een nieuwe wereldbe
schouwing zonder God, schijnen de
laatste stuiptrekken te zijn van een
Wissen dood. En toch, temidden van
dien geweldigen toorn Gods, die over
al heerscht, roept Hij: En het zal
zijn, dat een iegelijk, die den naam
des Heeren zal aanroepen, zalig zal
worden.
Calvijn zegt: Hoe is het overeen te
brengen, dat tegelijk met de openba
ring van Christus zoo'n groote zee
van rampen zich vertoont. Want het
kan ons ongerijmd voorkomen, .dat
Hij het eenige Pand is van Zijne God-
dellijke liefde jegens het menschelijk
geslacht, in Wien de hemelsche Vader
alle schatten van Zijne goedheid ont
vouwt, ja de ingewanden van Zijn
barmhartigheid over ons uitgiet en
Eens zal de deur gesloten zijn. Dan
zult gij roepen, maar geen gehoor
krijgen; en kloppen, maar de deur zal
niet opengaan. Dan zal de wanhoop
u aangrijpen van alle zijden en uw
einde vreeselijk zijn.
„Zoekt den Heere, terwijl hij te
vinden is, roept Hem aan, terwijl Hij
nabij is. De goddelooze verlate zijn
Weg, en de ongerechtige man zijn ge
dachten; en hij bekeere zich tot den
Heere, zoo zal Hij zich zijner ontfer
men, en tot onzen God, want Hij ver
geeft menigvuldiglijk." Jes, 55:6 en
7. Amen!
Ds. N. C. B.
Eilanden-nieuws
De door Nederland aan Duitschland ver
klaarde oorlog in den nacht van 9 op 10
Mei 1940 Is in een tijdsverloop van vijf
dagen beslist ten gunste van Duitschland.
Hierdoor is een geheel nieuwe staatsrech-
terlijke toestand ontstaan.
Van Duitsche zijde is, gelijk wij elders in
het blad vermelden, tot rijks-conïinissaris
in Nederland benoemd
Dr. SEYSS INQUABT.
Uit de thans bekend geworden maatre
gelen blijkt, dat het' streven der Duitsche
legerleiding is, vertrouwen te verwekken
bij de Nederlandsche bevolking en dat zoo
veel mogelijk het HoUandsche cachet blijft
bewaard, mits dit maar aanpast en over
eenstemt aan de Duitsche verordeningen.
Voor zoover ons bekend, heeft de Neder
landsche bevolking nergens eenig verzet
betoond en is er juist een. streven merk
baar, om zich zooveel mogelijk aan de
nieuwe toestand aan te passen.
Zoowel persoonlijk als voor de gemeen
schap is dit een verblijdend teeken. Verzet
is absoluut doelloos en zou niets anders
dan den dood tengevolge hebben, daar de
Duitsche Strafwetgeving direct in toepas
sing wordt gebracht. Ja, wat erger is, zou
zulk een verzet, hoe klein ook, georgani
seerd worden ondernomen, dan zouden niet
alleen de betrokken personen, maar ook
de burgerij in die streek, gestraft worden.
Tot heden toe heeft dit gelukkig nog ner
gens plaats gevonden.
Uit Staatsrechterlijk oogpunt zijn wij ver-
plicht ons te onderwei^en en te gehoorza
men.
Wij meenen, dat dit ook de weg Is, welke
Gods V^oord ons in de huidige omstandig
heden voorschrijft.
Toen oud-Israël om eigen zonden en over
treding door God den Heere werd gegeven
in de hand van Nebucadnezar, was het de
profeet Jeremia, die den raad gaf:
„Brengt Uwe halzen onder het juk des
„Konlrigs van Babel en dient hem en
„zijn volk, zoo zult gij leven."
Jerm. 27 12.
Ja, toen zelfs Nebucadnezar de vorsten
en de voornaamsten van Juda, alsmede de
timmerlieden en de smeden naar Babel weg
voerde, schreef Jeremia hen een brief,
waarin hij ze aanbeval, zich daaraan om
Gods vidl te onderwerpen, en op de plaats
waar zij zouden komen, het goede en de
vrede voor die stad te zoeken, daarin
huizen te bouwen en hoven te planten en
voor haren vrede te bidden. (Jerm. 28.)
Hieruit zien wij, dat in onderwerpen en
gehoorzamen om Gods wil, vrede en rust
te wachten is.
Wij hopen, dat ons volk dit zal betrach
ten en van den Heere afsmeeken, om bij
Zfln Woord en bij Zijn Wetten en ordlnan-
tlën te mogen worden bewaard.
Ieder blijft aan zijn arbeid en op zijn post
Geen onbezonnen handelingen, geen sabo
tage, geen lijdelijk verzet.
1. Duitsche Weermacht waarborgt in
woners volledige veiligheid van per
sonen en eigendommen.
2. Gewelddaden en sabotage zal zwaar
worden gestraft, evenals beschadi
ging of vernietiging van de oogst, het
afscheuren of beschadigen van publi-
catie's enz.
GAS, WATERLEIDING, ELECTRI
SCHE WERKEN, SPOORWEGEN,
KUNSTWERKEN, WORDEN ONT
ZIEN.
3. Inleveren van wapens. Jachtgeweren
onder opgave van naam, beroep en
woonplaats inleveren bij den Burge
meester.
4. Verkeer met krijgsgevangenen, be-
leediging van personen van Duitsche
Weermacht verboden.
5. Banken enz. open blijven.
6. Hamsteren streng verboden. Markten
zooveel mogelijk houden. Producenten
verplicht hun bedrijf voort te zetten.
7. Verhooging prijzen en loonen ver
boden.
8. Wisselkoers: Nederland 1 gulden is
11/2 K.M. - België: 1 Belga is 1/2 R.M.
Luxemburg: 1 Lux. franc is 1/10 RiM.
9. Weerniacht zal contant betalen, be
halve voor bedragen hooger dan
R.M. 500.
1. Krijgsraden volgens het Duitsche
strafrecht.
2. Reizen uit het bezette gebied slechts
met toestemming van Orts- of Feld-
commandant.
3. Verkeer van onbevoegden met krijgs
gevangenen of burgergevangenen ver
boden.
4. Samenscholingen, beleggen vanopen
bare vergaderingen, enz., optochten,
verspreiding van vlugschriften ver
boden.
5. Staking verboden.
6. Verboden in dagbladen en tijdschrif
ten berichten openbaar te maken
schadelijk voor de Duitsche Weer
macht.
7. Verboden te luisteren naar niet-Duit-
sche radio-uitzendingen, uitgezonderd
die, welke worden toegestaan door
het Duitsche Bestuur.
8. Verboden radioberichten met vijande
lijk karakter tegenover Duitschland
te verspreiden.
BEKENDIMAKING.
De Burgemeester van Middelharnis maakt
bekend, dat in overleg met den Duitschen
militairen geneeskundigen dienst alle vluch
telingen en allen, die vluchtelingen herber
gen, verpicht zijn, zich direct bij den Bur
gemeester te melden onder opgave van
naam, voornamen, leeftijd, geslacht, woon
plaats en tegenwoordige verblijfplaats der
vluchtelingen.
Middelharnis, 18 Mei 1940.
De Burgemeester voornoemd,
L. J. DEN HOLLANDER.
HET DEPARTEMENT VAN NIJVERHEID
EN HANDEL VERBIEDT:
Ie. Het afleveren oif verbruiken van MO
TORBRANDSTOF enz. (Gasolie).
2e. Hierop bestaat de volgende uitzonde
ring
Militairen, Duitsche Atl. Artsen, Vee
artsen, Verloskundigen, Verpleegsters,
Brandweer, Politiepost, enz.
Ajutoritten door Directeur ivan het
Departemtent van Nijverheid eiJz.
Zij, die voorzien zijn van een schrifte
lijke vergunning v. d. Burgemeester.
Voorts bericht het Departement, dat artsen
zooveel mogelijk van andere vervoermidde
len gebruik dienen te maken.
Tenslotte deelt voornoemd Departement
mede, dat alle voorraad Benzine in taniks
van auto's aanwezig, ter besclilkking moet
worden gehquden en t. z. t. GEVORDERD
zal worden
De Burgemeester van Rotterdam maakt
bekend, dat de veemarkt op de gebruike
lijke wijze en dagen zal worden gehouden.
Het vee kan uit de richting Kralingen wor
den aangevoerd.
De veerdienst van de Gebrs. Maas, van
Goeree-Overflakkee op Schouwen en Dui-
veland kan nog niet worden gevaren door
gebrek aan veerbooten. Binnen enkele da
gen worden deze waarschijnlijk vrij gegeven
waarna de diensten weer zullen worden aan
gevangen.
Wij zullen daarvan direct melding maken
in ons blad.
uws
Ivertcntie^ril» 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst»
ivragen en aanbiedingen van 16 regels 80 et.; Boekmaan*
adiging 10 cent per regel Contraeten belangrqk lager.
'^ermenigvuldi-
Een dominé
Bidders ver
meerderd,
ans een „Kijk-
)oveel te zien,
eel nameloos
n om de ven
veelheid van
n paplere te
over ons ge-
verschrikkin-
s, dat de oor-
t gebrand, is
et ons nauwe-
eest halen,
e Duitschland
1.1 overgeven.
lip gezocht bij
rouwen in het
averwinnelijke
I men ziet, hoe
;sche bombar-
ijn een gehee-
rij het besluit
ieneraal Win-
hij de vijan-
!n en de wa-
van Duitsch-
dden wij toch
zou met den
«veest. Boven-
jp de vlucht,
j laten in het
:e billijken
itzonk en het
ik'niet langer
ng te dragen,
luden worden
■Tederlandsche
r zonden wil
ip Gods over
nu maar ver-
hope ver
aart, wij zul-
n. Het is een
n is, dat wij
ereid zijn; er
eklopt en wij
t ons dreigde
nnen geblikt,
:tond. In die
'aten op, dan
veld. Het is te
oor hoofd, in
i land des Hee-
ie dingen re-
iwigen Raad.
mogen leeren
t te vreezen,
der schadu-
/ij uitroepen:
met ons, de
'ertrek, Sela!
i 1 leeds is ge-
i idaal, dat de
bevolking te
I en. Te voet
bir, naar den
firs in het land
'at voor, ouden
ken,inhet holst
vc*ii \x^iL iioA^in. vdii iiuiö cii erf verdreven,
om zonder medeneming van iets, het veege
lijl te redden. Bewonderingswaardig is dan
oók weer de moed van sommige menschen
die in de ure des gevaars de leiding weten
te nemen. Een predikant uit genoemde ge
meente, wist de vluchtenden telkens door
een bemoedigend woord te bezielen. Was
het soms, dat de zoemende vliegtuigen bo
ven het hoofd vlogen, zoodat schrik hun
beving, liet dominé een psalmvers zingen,
waardoor groot en klein zoo bemoedigd
werden, dat zij de ellende vergaten. Wij zijn
in Gods hand, zoo sprak hij, en zonder den
wil des Hemelschen Vaders zal er geen haar
van ons hoofd vallen. Dat is inderdaad ook
zoo gebleken. Allen zijn weer behouden in
hun haardsteden weergekeerd. En voor
het ware volk van God was het nog de
slechtste tijd niet, die ze met elkander had
den doorgebracht. Wat van elkander ver
wijderd stond, werd bijeengebracht, en wat
lang besloten was, kwam openbaar.
Juda's dochteren mochten zich verheu
gen in de oordeelen en gerichten van de
Majesteit Gods, zoodat zij moesten zeggen:
wonderlijk zijn toch de wegen des Heeren!
Er was een oude vrouw bij van 94 jaar,
een kind Gods, die dezen tocht heeft mede
gemaakt en volbracht. Maar toen zij thuis
kwam is ze gestorven en opgenomen in
eeuwige heerlijkheid.
Vanuit Krabbendijke naar Zeeuwsch-Vlaan
deren evacueerde ook een oude godzalige
man, die op sterven lag. Hij heeft den
tocht niet kunnen volbrengen maar over
leed tijdens het vervoer. Zoo zijn er bid
ders minder beneden en lovers meer daar
boven.
Maar ook zijn er bidders bijgekomen. In
Rotterdam is het gebeurd, tijdens het bom
bardement der Duitschers, dat anders groo
te vloekers zich op de knieën wierpen om
God om genade te smeeken. Het oorver-
döovend gehuil der vliegmachines en het
ineenstorten der brandende gebouwen was,
zoo vertelde mij een toeschouwer, alsof de
wereld verging en de oordeelsdag was aan
gebroken.
Schrik en beving van rondom, maar wie
weet, wat God er nog uit geboren doet
worden! Immers heeft Hij het zelf gezegd
in Zijn Woord, dat Hij in die dagen „van
Zijn Geest zal uitgieten en wie den
Naam des Heeren zou aanroepen, zou za
lig worden. Geve de Heere Sat de indruk
niet worde weggevaagd, maar dat er wat
van over blijft, opdat er een zoeken mocht
zijn of geboren worden ter behoudenis.
De „Waarnemer" heeft tot op heden zijn
uitkijkpost mogen bezetten. Dat is ook een
onverdiende weldaad, dat er zooveel behou
den en gebleven is. Zien wij niet al te zeer
op ons maatschappelijk- verlies dat wij ge
leden of te lijden hebben, maar ook eens
meer daarop, dat de goedertierendheden
des Heeren ons nog omringen, dat wij nog
niet vernield zijn. Met weemoed gedenken
wij die moeders en vaders, die hun zonen
en die vrouwen, die hun mannen moeten
missen. Wij bidden hun toe, dat zijn voor
opstand en murmureering mogen blijven be
waard en erkennen, dat God nooit geen on
recht doet en dat het ook niet de schuld
is van de Duitsche kogel, door wie zij even
tueel zijn gevallen. Dat wij er mede naar
binnen mochten keeren en naar Boven op
zien!
Leggen wij het hoofd in den schoot en
wachten wij ons, hetgeen ons wordt voor
geschreven, niet te overtreden. Het past
ons niet, eenigermate de leiding te storen.
Het vele gebeurde zal menige herinnering
overlaten en in deze rubriek zullen wij, zoo
God wil, er nog wel eens op terug komen,
WAARNEMER.
Verootmoediging van noode De her
bouw van Rotterdam Plunderaars
zwaar gestraft Verwoesting door
den strijd, beperkt tot enkele plaatsen
Radio-rede van den Voorzitter der
Tweede Kamer Verschillende be
richten.
Als een wervelwind, kort en hevig, is de
oorlog over ons heengegaan. Het is of een
hevige orkaan heeft gewoed en de stilte nu
is ingetreden na den storm. Veel is ons
ontvallen, zeer veel, maar veel is ons ge
bleven. Het had nog erger kunnen zijn.
En wij, die het leven er hebben afge
bracht, mogen wel uitroepen: waarom is
met ons geen voleinding gemaakt en waar
om mogen wij nog zijn, die we zijn, in
tegenstelUng van zooveel anderen, die door
de oorlogsfakkel zijn verteerd geworden.
Wij zijn toch niet beter, en het is loutere
goedheid en gena, dat wij nog niet zijn ver
nield.
Geve de Heere ons, land en volk, die ge
nade, om zich voor Zijn aangezicht te
verootmoedigen en ons onder de oordeelen
niet te verharden. Want die zijn hart ver
hardt, zal in het kwaad vallen. Nu is er
nog behoudenis en het Schriftwoord komt
ook tot ons: „Ga heen en zondig niet meer,
opdat U niet wat ergers geschiede!"
Het zwaarst getroffen is wel de stad
Rotterdam. Zooals onze lezers bekend is,
is de binnenstad geheel verwoest.
Men moet de puihoopen gezien hebben,
om een rechte indruk te krijgen van de
verwoesting, die daar heeft plaats gehad.
In enkele uren tijds is een groot gedeel
te van de stad weggeveegd. Gelukkig heb
ben het grootste deel van de bewoners
tijdig weten te ontvluchten, anders zou het
aantal dooden veel en veel grooter geweest
zijn.
Cijfers omtrent het doodenaantal zijn
ons niet bekend.
Men heeft aanstonds de hand aan den
ploeg geslagen en is met kracht aan de
opruimingswerkzaamheden begonnen; even
eens om de lijken te bergen en wat nog
leeft te redden.