„EILANDEN-NIEUWS
HOOFi
Mijnhardtje
Simon Gieke
WEK UW LEVER-GAL OP
Marktberichten
Ingezonden
Purol houdt de handen zacht en mooi
2e BlAD - ZATERDAG 6 APRIL 1949 - No. 1131
BINNENLAND
ff
Centrale veilinglVliddelharnis
De ketter van Scherpenlsse
Chr. Weekblad op Ger. Grondslig voor de Zuid-HoU. en Zeeuwscbe Eilinden
Uitgave van de N.V. .Ellanden-nienws* Mlddelhainls, Tel 17, Giro 167930, Poitbus 8
Tegen) de
beschieting van Nederlandsche
vlsch-trellers
heeft onze Regeering een ernstig vertoog
te Berlijn laten hooren. De regeeringspers-
dienst meldt daaromtrent het volgende:
Met betrekking tot de vliegtuigaanvaUen.
op Nederlandsche vischtreilers, n.l. de Pro-
tinus, de Vikingbank, IJ, 183 en de I.S. IJ.
130, heeft Hare Majesteit Groen gezant te
Berlijn opdracht gekregen een, ernstig ver
toog tot de Duitsche regeering te richten,
waarin tegen deze beschietingen met den
meesten nadruk opgekomen wordt, met na
me tegen de volstrekt ontoelaatbare ge
welddaad jegens de Protlnus.
Het officieele onderzoek naar den bvj
daglicht in volle zee geschieden aanval op
dit schip heeft toch bevestigd, dat, terwijl
de treiler van talrijke duidelgke Nederland
sche nationallteitskeATuerken was voorzien,
onder meer ook aan de bovenzgde met de
kleuren van de Nederlandsche vlag was be
schilderd, een Duitsch vliegtuig het heeft ge
bombardeerd en beschoten, als gevolg waar
van de kapitein en een schepeling aan
stonds zijn gedood, het vaartuig tot zin
ken is gebracht en van de in de sloep red
ding zoekende opvarenden twee door uit
putting zijn gestorven.
De Nederlandsche regeering verzoekt
maatregelen tegen de schuldigen en be
houdt zich een eisch tot schadevergoeding
Voor.
De vele gevallen van beschieting leiden
er toe, dat de visschers weigeren uit te va
ten. Zij achten de dolle aanvallen van „kwa
jongens van vliegeniers" zooals een vis-
scher het uitdrukte, onverantwoordelijk, en
durven hun leven niet in de waagschaal te
stellen. De vischaanvoer zal er hevig onder
gaan lijden.
Gebleken is, dat de Duitsche vliegtuigen
eenige malem rond den logger cirkelen, om
de neutraliteit op te nemen. Stopt het vaar
tuig, laat men hen gewoonlijk met iTist.
Maar stoomt men volle kracht en vaart zig
zag, heeft de practijk geleerd dat dan bom
men werden geworpen of met mitrailleurs
geschoten. Zoodra dus een Duitsche vlie
ger een visschersvaartuig nadert, wordt het
raadzaam geoordeeld onmlddeliyk te stop
pen. Er zal worden onderzocht, of de vlie
gers dan werkeiyk de visschersschepen met
nust zWlen laten.
Nog iedere week komt het voor dat
Spionnen b^ de verdedigtniffswerlceit
worden gevat. In het Oosten van het land
is een 40-jarige, als arbeider verkleedde
man gearresteerd, welke betrapt werd bij
het fotografeeren van militaire werken.
Men vond op hem ook nog eenige teekenin-
gen van kazematten etc. zoodat men een
goede vangst gedaan heeft. De man is ach
ter slot en grendel gezet.
Hoevele malen hebben wfl nu reeds in
onze kranten gelezen, dat neutrale Neder
landsche schepen het slachtoffer zijn gewor
den van verraderlijk rondgestrooide mijnen
of van een torpedo, doelbewust afgevuurd
op niets vermoedende, onschuldige Neder
landsche koopvaardijschepeii? Wö zgn de
tel kwijtgeraakt en we vergeten zoo gauw,
omdat telkens nieuwe gebeurtenissen zich
aan ons voordoen.
Maar de mannen van de Simon Bolivar,
die zijn gered en thans op krukken sprin
gen, zullen niet vergeten. Ook de nabe
staanden van de 83 menschen die bij deze
ramp om het leven kwamen niet!
Op 17 Maart j.l. bedroeg het totaal aan
tal Hollandsche schepen, dat door mtjnem,
torpedo's of luchtbombardement naar den
bodem van de zee was gezonden 23. De
totale tonnage, die aldus verloren was ge
gaan, bedroeg meer dan 100.000 ton. Het
menschelijk leed, dat bg deze rampen door
onschuldigen is geleden, is onmetelijk. Wij
behoeven daarbij alleenj maar te denken
aan de 5 overlevenden van de „Sliedrecht,"
wien het onmenschelijk lot was beschoren,
zes dagen in een open bootje op zee rond
te dobberen;, nadat een Duitsche duikboot
het schip op honderden kilometers afstand
van de kust harteloos in den grond had ge
boord.
De sympathie voor Duitschland wordt
hierdoor niet aangekweekt en het is om zoo
te zeggen op deze vrtjze een toer, om neu
traal te blijven. Duitschland zou de Neder
landsche schepen,_ wanneer zij in convooi
onder Engelsche 'bescherming gaan varen,
als vijandelijke schepen beschouwen, maar
wanneer men ziet, dat bij het in convooi
varen bijna geen schepen verloren gaan,
zal menj er op den duur toe moeten be
sluiten.
Sinds den derden September van het vo
rige jaar tot 20 Maart van dit jaar heeft
de Britsche vloot 13.673 Britsche, gealli
eerde en neutrale schepen geconvooieerd.
Van dit totaal zijn slechts 28 schepen verlo
ren gegaan. Het aantal neutrale schepen,
dat in diezelfde periode werd geconvooieerd
bedroeg 1851 en het verlies2 schepen.
De Pransche Minister van Marine heeft
onlangs verklaard, dat de Fransche vloot
sedert het uitbrekenl van deni oorlog meer
dan 2.000 schepen had geconvooieerd met
een verlies van slechts 4 schepen. In totaal
hebben de geallieerde vlooten dus 15.000
koopvaardijschepen een effectieve bescher
ming verleend. Het verlies bedroeg slechts
32 schepen, hetgeen een verhouding van 1
op j500 is.
Het onbeschermd varen op zee van Ne
derlandsche schepen, wordt een, met de dag
gevaarlijker positie.
1939 13.558 huweltilieiii meer gesloten dan
in 1938. Dit is louter een gevolg van de mo
bilisatie en wel meer speciaal van de kost
winnersvergoeding, die aan gehuwde gemo-
biliseerden wordt uitgekeerd.
Het aantal leven d geb|orenen is
ongeveer gelijk gebleven; het bedroeg per
1000 inwoners in de jaren 1933 tot en met
1939 per jaar respectievelijk 20.8, 20.7. 20.2
20.2, 19.8, 20.6 en 20.7.
De sterfte is In 1939 een kleinigheid
hooger dan in 1938, waarin ze .zeer laag
was. Sedert 1933 is de stenfte per 1000 in
woners per jaar 8.8, 8.4, 8.7. 8.7, 8.8, 8.5
en 8.7.
De zuig;ellngensterfte, d.i. het
aantal overledenl kinderen beneden het
jaiir op 100 levend geborenen neemt regel
matig af. Sedert 1933 bedraagt deze per
jaar resp. 4.4, 4.3, 4.0, 3.9, 3.8, 3.6, en 3.4.
Een prachtig resultaat voor allen, die zich
op dit gebied bewegen.
HEFFING OP SUIKER SLECHTS
VOOR EEN JAAR.
's-GRAVENHAGE, 4 April. De Twee
de Kamer heeft Dondergadmiddag het wets
ontwerp, waarbij eenige heffingen worden
ingesteld ten behoeve van het Leenings-
fonds 1940 met 75 tegen 5 stemmen aange
nomen.
Zoo is het geldigheidsduur van de heffing
op suiker beperkt tot één jaar, n.l. tot 30
April 1941, waartegenover minister De
Geer in uitzicht stelde een verhooging van
de omzetbelasting resp. van 4 tot 5 procent
en van 10 tot 1214 procent.
De geldigheidsduur van de andere voor
gestelde heffingen op benzine en koffie
alsmede extra-opcenten op de successie-be
lasting is vastgesteld op drie jaar.
Oèn 'n
Twee stuks 10 cl. - TwaaU stuks 50 et.
ONZE BEVOLKING IN 1939.
Toename met 0.9 pet. Het aan
tal huwelijiken steeg Zuigelin
gen-sterfte neemt reigelmatig af.
In het juist verschenen maandschrift van
het Centraal Bureau voor de Statistiek
zijn de voorloopige demografische cijfers
over 1939 gepubliceerd. 'Wij zullen hieron
der de voornaamste meedeelen.
De gemiddelde bevolking bedroeg in 1939
8.761.441 tegen 8.684.082 personen in 1938.
Dat is dus een toeneming van 77.359 perso
nen, of wel bijna 0.9 pet. Deze inwoners
waren onder de provinciën en over de groe
pen van gemeenten verdeeld als volgt in
procenften:
Groningenl 4.81; Friesland 4.82; Drenthe
2.80; Overijssel 6.53; Gelderland 10.47;
Utrecht 5.43; N.-Holland 19.11; Z.-Holland
24.80; Zeeland 2.90; N.-Brabant 11.43; Lim
burg 8.90.
Gemeenten met mjnder dan 5000 inwo
ners 20.52; 5000—20.000 Inwoners 30.56;
20.00050.000 inwoners 11.46; 50.000—
100.000 inwoners 10.87; 100.000 inwoners en
meer 26.59.
Hieruit blgkt, dat in Zuid-Holland een
vierde deel van de bevolking woont, In
Noord-Holland bijna een vijfde. Het ge
ringste aantal inwoners tellen Drenthe en
Zeeland, elk met bijna 3 pet. Verder
woont ruim een vierde deel in de groote
steden, ruim de helft in de kleine platte
landsgemeenten.
Als we den loop van de bevolking nu
nagaan, dan blijkt dat het aantal h u-
w e 1 iJ k e n belangrgk is gestegen en wel
van 7.7 tot 9.2 per 1000 inwoners of wel,
in absolute cijfers uitgeidrukt: er zijn in
HET VERDWENEN MEISJE.
Geen nasporingen in liet ibultenland?
Adres aan den Raad te Amsterdam
Bij den Gemeenteraad is een| .adres inge
komen van den heer B. de Nigtere, va
der van het op 18 November j.l. spoorloos
verdwenen meisje Johanna de Nigetere,
waarin deze den Raad verzoekt B. en W. te
machtigen om voor nasporingen in het bui
tenland een bedrag aan den politioneelen
opsoringsdienst beschikbaar te stellen.
De vader acht het Volkomen uitgesloten,
dat zijn dochter vrijwillig van het ouderlijk
huis wegblijft. Aan de politie lof brengend
voor haar nasporingen, deelt de heer de
Nigtere mede, dat hij zeM de recherche-
kosten over de Nederlandsche grens heeft
betaald. Tot zijn verdriet zou hij dit om
financieele redenenj verder niet kunnen
doen, reden waarom hg den Raad verzoekt
gelden te willen voteeren.
Op een dergelijk verzoek, via den hoofd
commissaris van politie tot B. en W. ge
richt, heeft het College afwr^zend beschikt,
Vandaar dit adres tot den Raad.
en u zult 's morgens uit bed springen,
- gereed om bergen te verzetten.
lederen dag moet uw lever een liter lever-
gal in uw Ingewanden doen vloeien. Wanneer
deze stroom van lever-gal onvoldoende is, ver
teert uw voedsel niet, het bederft. U voelt u
opgeblazen, u raakt verstopt. Uw lichaam li
vergiftigd, u voelt u beroerd en «llendle. u
ziet alles zwart.
De meeste laxeermiddelen ztln alechta lap.
middeleb. moet CARTER'S LBVER-pil
LBTJES nemen om deze liter lever-gal vrö te
doen vloeion en u zult u een geheel ander menseh
voelen. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on
overtroffen om de lever-gal te doen vloeien.
Elscht Carter's Lever-PlUctjes bij apotheker»
en drogisten, f. 0.75.
Vellingen van Dinsdag 2 April 1940.
Gewone uien 1.15; Tweede soort 0.19;
Gedenatureerde aardappelen 0.28; iWitlof
1 9.60—11.15; Witlof 2 5.------5.60;
Schorseneeren 4.Alles per 100 Kg.
Eierenveiling van Donderdaig 4 April 194D.
Kipeleren 48-50 kg. 2.702.73; Klpeleren
58-60 kg. 3.31—3.50; Kipeleren 62-64 kg.
3.553.58; Eendeneieren 2.903.04;
Ganzeneieren 5.506.01. Alles per 100
ötuks.
Op het eiland Marken had de plechtige installatie plaats van
den nieuwen burgemeester. Mr. Dr. G. Sterringa.
ETTEN EN LEUR, 3 April 1940.
De aanvoer op de heden alhier gehouden
veemarkt bedroeg 306 stuks.
De aanvoer van melkvee was voldoende,
de handel redelijk en de prijzen onveran
derd.
De aanvoer van muntig vee was ruimer,
de handel levendig en de prijzen als vorige
week.
De aanvoer van jong vee was grooter,
de handel tamelijk en de prijzen wat ge
drukt.
De aanvoer van vet vee was normaal, de
handel bijzonder vlug en de prijzen vast.
De aanvoer van biggen was ruimer, de
handel stil en de prijzen onveranderd.
Kalf koelen van 140—250; Kalf vaarzen
van 130—240; Melkkoeien van 150260
Mager vee van 110180; Graskalveren
van 40—90; Vet vee van 0.32—0.41
per Kg. levend gewicht en' Biggen van 16
22 per stuk.
Mönheer de Redacteur;
Gaarne had Ik onderstaand stukje in Uw
blad.
M. de R.; In Uw blad van 30 Maart j.l.
komt in ,,Het Kijkvenster" een gedeelte
voor over: ,,de gemeente Stellendam en de
visschers."
Daaruit heb ik mijn conclusie getrokken,
dat de schrijver weinig op de hoogte schijnt
te wezen met de situatie der Stellendam-
sche visschers en de plichten van B. en W.
daartegenover. Of hij nieuws uit bronnen
put, die een scheeve voorstelling van de
zaak geven, weet ik niet, maar dat er van
gemeentewege niets gedaan is berust op
onwaarheid. Reeds geruimen tijd, toen van
Rijkswege geen steun kon worden verleend,
heeft het Armbestuur wel ter dege bijstand
verleend en doet dat nog steeds.
Tevens heeft zich op het initiatief van
enkele dames een comité gevormd, dat gel-
DE BOTERHEFFING.
Wij vernemen van officieele zijde, dat
het bedrag van de heffing en stenuitkee-
ring op boter, behoudens tusschentijdsche
wijziging, voor de week van 4 tot 11 April
ia vastgesteld op 80 cent per kg. (onveran
derd.)
den inzamelt voor bijstand in dezen nood,
waarbij een| behoorlijk bedrag is opgehaald,
en ook giro-stortingen zijn binnengekomen,
zelfs van buiten het eiland. Ook dit comité
heeft zijn eerste uitkeering gedaan en voor
al aan de grootste gezinnen.
Dus, Mijnheer de Redacteur, mijns in
ziens behoeft daar geen aparte raadsver
gadering voor gehouden te worden want
het gemeentebestuur van Stellendam en
de Visschersvereeniging trachten een be
staansmogelijkheid te scheppen voor de vis-
scherij. Hetgeen er gedaan wordt door het
Armbestuur en het comité is goed, maar het
voorziet slechts in de grootste behoeften.
De toestand heeft de voortdurende atten
tie van B. en W.
Hopende, dat dit een duidelijker over
zicht geeft dan het „Kijkvenster", teekent
met dank voor de plaatsruimte.
Hoogachtend,
L. VOGELAAR,
Weth. van Stellendam cr\ penningm.
van het comité.
NASCHRIFT.
Niet gaarne zou Ik beweren, dat B. en
W. of het Burgerlijk Armbestuur van S.
niets deden. De hulp was echter onvoldoen
de, vandaar de giften van elders. Dit valt
toch niet tegen te spreken. En de nood was
hoog. Velen heeft >deze zaak ergernis ge
geven. De Wethouder, daar ben ik van
overtuigd, doet voor niemand onder in mede
gevoel; de zaak zelve was inderdaad moei
lijk, vandaar mijn meening, dat er gewaakt
moet worden voor herhaling van zulk een
penibelen toestand der visschersgezinnen.
De tijd zal het voorts wel leeren. Komt
er een Rijkssteunregeling, dan zooveel te
beter!
WAARNEMER.
ook tijdens de schoonmaak. Tube 45 et., doos 60-39 et., bij Apoth. en Drogisten.
TWEE3DE DEEL.
De verdrQvlng van de Spanjaarden van
cmze eilanden.
Doop MEVAHOB.
Naar een oud dagboek.
Auteursrechten voorbehouden.
81.
Te vergeefs trachtte de Kluppel de han
den van den waard te binden. Deze verde
digde zich tot het uiterste en begon luid
keels om hulp te roepen. Dat werd gevaar
lijk. Licht kon er hulp voor het tweetal
komen opdagen.
Dat moest voorkomen worden. Een vree-
selijke vuistslag trof den, waard op het
hoofd. Met zrjn geschreeuw en tegenstand
was het nu Uit.
Nu zou hg hem ktmnen binden.
Die ander kon hem niet schelen.
Die zou hij nu verder wel van zUn lijf
weten te houdlen.
Maar die ander had zijn kans berekend.
Wel kon hij op 'toogeniblik geen hulp
van den waard verwachten maar nu was
het zijn tgd. Vlug had hij zich opgericht
en terwvjl de jager gverig bezig was den
waard te binden sprong hij den, jager naar
de' keel.
Als een bankschroef sloten de handen
van den krachtigen dwerg zich om de keel
van den jager.
Deze op dien aanval niet bedacht wan
kelde en stortte met den dwerg ter aarde.
Maar de dwerg liet niet los. Welke he
vige slagen ook op zijn lichaam en hoofd
neerkwamen met ijzJeren hand kneep hij de
keel van den jager dicht.
Hoe hö zich ook inspande hij kon den
dwerg niet van zich afschudden.
Nog weinige oogenblikken en de strijd zou
beslist zijn in het voordeel van den dwerg.
Reeds begon het den jager te duizelen, als
smidshamers bonsdeni zijn slapen. Zijn sla
gen op den dwerg begonnen minder krach
tig te worden.
't Was of een Vlies trok voor de oogen
van den Kluppel.
Hij kon niet meer geregeld denken.
Nog weinige oogenjblikken en dan zou
het met hem gedaan z^jn.
Plots flitste een gedachte door zijn ver
suft brein „zijn mes." Dat kon hem redden.
Hij had opgehouden, te slaan. Zijn handen
zochten de plaats waar hij het mes had.
Toen had hij het vlug getrokken. In den
donker ontging deze beweging aan den
dwerg, die reeds waande den strijd gewon
nen te hebben en het ophouden van de felle
slagen toeschreef aan de uitputting van
zijn vijand.
Even een tasten van de jagershand. En
toci} stak hij to«.
Eenïaaal, tweemaal. Toen was 29(jn kracht
uitgeput. Een rauwe kreet van den dwerg
bewees dat het mes zijn werk had gedaan,
de greep om den hals van den jager werd
losser en slapper en liet geheel los doordat
zijn handen slap en machteloos bij ztjn li
chaam neervielen.
Dat wa.1 de redding van den jager. Maar
op het oogenblik was hij zich dat niet be-
vnxst. Ook hij lag bewegingloos in den mod
der en zoo de waard thans had kunnen be
schikken over zijn bewustzgn, zoo zou het
liem niet moeilijk gevallen zfln om te ont
komen,. Dit alles was in korten tijd ge
beurd. De plaats waar zoo even nog het
strijdgevecht was geweest was nu doodstil
De Klui-i el kwam het eerst bö uit ztJn
korte bezwöming. Hij was op de been ge
strompeld. Zijn keel deed hem nog gewel
dige ptjn en het hamerde en bonsde nog in
zijn hoofd alsof het breken *)u.
Even stelde hg een onderzoek in naar zqn
vijanden en toen hij bemerkte dat ze beiden,
stil lagen stelde hij een onderzoek in of ze
nog leefden. Hij merkte dat de dwerg baad
de in zijn bloed en geen teeken van leven
r. eer gaf.
De waa.'d begon uit ztJn verdooving bfl
te komeDi Vlug werd hfl door den jager ge
bonden. Met het lichaam van den dwerg
maakte hij korte metten. Het mocht niet
hier op den weg blijven liggen. Daarom
sleepte hij het door de sloot en verborg het
tusschen eenlg' struikgewas.
Daarop ging hij naar den waard, die
onderwijl tot z;Jn bewustzijn was terugge
keerd en ijselijk kermde en kreunde van
angst en pijn.
Zoo goed en zoo kwaad als het ging
werd hö door den Kluppel op zijn beenjen
gezet en zoo voerde de ruwe jager hem
de v^ildernis in van de Schakerlopolder. 't
Was een vreeselijke tocht geworden. Een
groote inspanning werd van den jager ge
vorderd, daar hij den waard, die niet kon
of wilde löopen meer moest dragen en
slepen dwars door de lage weilanden en
plassen van den uitgestrekten polder.
Eindelijk had hij zijn hut bereikt.
Met een ruwe verwensching duwde hij
den waard naar binnen.
Baayes2Mon zat reeds in de hut te wach
ten.
Vloekend en wenschend deelde hij in het
kort de toedracht van de onderneming mee
vreeselgke woorden uitbrakend over den
dwerg aan wiens worgende handen hij ter
nauwernood was ontkomen.
„Maar hij ligt dood het zwijn, mors
dood," zoo besloot hij zijn mededeelingen.
Wat schrok Baayeszoon. Was er dan toch
bloed vergoten? Maar, dat was vreeselijk?
Misschien was het niet zoo erg als de ja
ger het voorstelde. Mogelijk was hij maar
zwaar gewond en was hij nog te redden.
Haastig liep hij tot groote verwondering
van den Kluppel de hut uit. Na eenige mi
nuten kwam hy terug,
Blijkbaar was hij iets gekalmeerd.
„En nu zullen we ons bezig houden met
dit heerschap," zoo zeide Baa.yeszoon zich
tot den angstigen waard keerend. Kort en
goed, zeg me waar de gevangenen van den
valsehen priester Anthonio zich bevinden.
Eerst had de waard geweigerd antwoord te
geven, maar hij besefte wel, dat hij geheel
en al in de macht van deze mannen was.
Vooral voor den Kluppel koesterde hij een
bijgeloovige vrees. Toen de Kluppel zich
met het geval bemoeide durfde hij niet
langer te weerstreven en hoe ongaarne hij
het ook deed, zoo vertelde hij waar de ge
vangenen opgesloten werden gehouden.
De lafaard lag bevend van angst en
schrik op den vloer van de hut.
Hij bad en smeekte om zijn leven.
Overigens was hg er ellendig genoeg
aan toe.
Zgn hoofd deed hem veel pijn en was he
vig opgezwollen.
Zijn armen stijif. op zfn rug gebonden
gaven hem naast een hevige pijn een groo
te hulpeloosheid.
En dan die vreeselijke Kluppel?
Had hij niet dien) Daneszoon gedood?
Dat monster zou hem zeker ook dooden.
En zoo was hij er toe gekomen om te ver
tellen, wat hij anders in geen geval zou
gedaan hebben. Maar wat deerde het ook?
In dat kasteel wareni ze veilig bewaakt
door de Spanjaarden.