CnQWEEKEUADÖpGED.GR0riD5rA6wÖRÖËZUD-H0aB;ZEEliWJ^^
Dit het Kijkvenster.
AKKOfTJB
Md rn^nhmM mmMU goed"
N.V. UiïGEVERSMMTSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEUWS"
Dragende de Doornenkroon
1^^ Mijnhardije
R.T.M. - Van der Schuyt
en Commissie Weyerman.
STICHTELIJKE
OVERDENKING
12e Jaargang
ZATERDAG 16 MAART 1940
No. 1126
Dit Dummer bestaat uit 2 bladen
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBE R19 35 OPQENOMENHET BLAD .O HZ E EILANDEN" - 18E JAARGANG
UITGAVE VAN
Dragende de doornenkroon open
baart Christus Zijn koning
schap door de wereld wel gesmaad
en verworpen, maar bij God uitverko
ren en dierbaar, om te zoeken en za
lig te maken wat verloren was.
Zijn doornenkroon predikt door al
le eeuwen, dat Zijn Koninkrijk niet
van deze wereld is. Zij roept Gods
volk toe, dat de dienstknecht niet
meerder is dan zijn Meester, dat de
wereld haat allen, die niet van deze
wereld zijn.
De Borg noemt Zijn lijdensnacht de
dag Zijner bruiloft en de vreugde
Zijns harten.
O, peillooze ontferming! Stof van
eeuwige bewondering!
Zalige, driewerf zalige kwijtwor-
ding, wanneer Sion als zijn eigendom
rusten miag in Zijn volbrachte Midde-
laarswerk!
De kroon der versmading is de
kroon der verlossing, maar ook de
kroon der verheerlijking.
In den donkersten nacht schitteren
de sterren het heerlijkst aan het fir
mament.
Het licht uit deze doornenkroon
stralende, gaat alle sterrenpracht
zeer verre te boven.
Onkreukbare trouw, vrije genade,
eeuwige liefde zijn de parelen, die
schitteren in die kroon.
De doornenkroon verkondigt, dat
Slons gezalfde Koning zal heerschen
van zee tot zee en van de rivier tot
aan de einden der aarde.
't Spottend neerhurken der krijgs
knechten is profetie, dat alle knie zich
voor Hem zal buigen in het stof en
dat de gezanten zullen komen van
Noord en Zuid, Oost en West, Hem
smeekend om de vree.
Leest men ook een druif van door
nen? zoo vroeg de Heere Jezus
eenmaal in Zijn Goddelijk onderwijs,
't Bittere kruislijden bren,gt de ho-
ningzoete genadevrucht voor hen, die
hunne ongerechtigheden leerden ken
nen voor Zijn aangezicht.
Elke doorn in die kroon roept uit,
wat de vrucht is van zijn Middelaars-
arbeid.
Ja, eeuwig bloeit de gloriekroon op
't hoofd van Davids grooten Zoon.
Alle gekochten door het Midde-
laarsbloed zullen eenmaal als parelen
in Zijn gloriekroon zijn ingelegd.
Wie zijn ze? Brandhouten, ontrukt
aan de vlammen der hel. Goddeloozen
in Christus herschapen tot nieuwe
schepselen. Hel- en doemwaardigen
uit louter genade gerechtvaardigd in
Christus om niet. Dat volk zal een
sierlijke kroon zijn in de hand des
Heeren. Met dat volk zal Christus
Zijn troon deelen en met hen heer
schen in alle eeuwigheid.
Uit die Middelaarskroon wassen
andere kronen. De Man van smarten,
nu verhoogd als de Heere der heer
lijkheid schenkt hier de genadekroon
van aanneming tot kinderen Gods
aan hen, die door het geloof in dezen
Gekroonde hun heil, hun hoogst ge
luk aanschouwen. Hij schenkt uit
vrye goedheid de kroon der recht
vaardigheid en heiligmaking en een
maal de kroon des eeuwigen levens
om niet.
Leerden wij klagen: „de kroon is
van ons hoofd gevallen. Wee onzer,
dat wij zóó gezondigd hebben?"
Ligt de waarheid in onze ziel ver
klaard, dat naar recht ons wacht 't
•vonnis: „Ga weg van Mij, gij ver
vloekte?" Is onze kroon, waarmede
wij ons zoeken te kronen omgekeerd,
omgekeerd, omgekeerd?
Hebben wij ,,Aihen" leeren zeggen
op de vloek Gods, die op ons rust?
Wij zijn in eigen oog geen verloren
menséhen, beweenen onze verloren
heid niet, weigeren ons door Christus
te laten zaligen.
Daal af zegt de Heere en zie
neder in 't stof.
Leere genade ons in 't stof met
Hiskia te kirren gelijk een duif, te
piepen als een zwaluw: „Heere wees
Gij mijn Borg."
Wanneer de Heilige Geest den Borg
ontdekt in de graveerselen van Zijn
lijden en sterven en Gods kind den
Borg ziet bukken in den hof, staan
met de vloekkroon op Gabbatha en
gaan als een lam ter slachting, wan
neer de Heilige Geest alle tegenspre
kers en binnensprekers het zwijgen
oplegt en spreekt naar het hart van
Jeruzalem: „Ziet hier is Uw'God,"
leert Gods volk de handen uit te brei
den tot dien grooten God en Zaligma
ker en Hem aanbidden met de vloek
kroon op Gabbatha.
De vijanden nedervallende riepen
hoonend: „Wees gegroet. Gij Koning
der Joden."
Gods kerk leert door de genade des
Geestes in 't stof voor Hem zich ne-
derbuigende uit te roepen:
Wees gegroet. Koning der konin
gen en Heere der Heeren.
Gij hebt ons Gode gekocht met Uw
bloed.
Gij zijt de Overwinning Israels en
Gij leert ons zingen:
Wij steken 't hoofd omhoog en
zullen d' eerkroon dragen
Door U, door U alleen om 't eeuwig
welbehagen.
Want God is ons ten schild in
't strijdperk van dit leven.
En onze Koning is van Israels God
gegeven.
niEuws
Abonnementsprös 90 cent per 3 maandenbg vooruitbetaling.
Vetscl#it iedeien Woensdag en Zat^dag 2 maal pei «eek.
Afzonderli^e Bummeit 5 c&il Buitenland 8 gulden per 'jaar
Gevestigd (e Middelhaimis Trias Hendiikstr. 122 C Giro 167930 i Fostboz 8 Td. 17,
BiyikantooT voor Zeeland: St. Maartenadyk Markt, Telef. 69.
Advertenticpiüs 20 cent per legeL Reclames 40 et.; Dienst»
aanvragen en aaabiedimgen van 16 r^els 80 et.; Boek«aam>
Isondiging 10 cen^ p« r^el Contracten belangiglc lager.
Jezus dan kwam uit, dragende de
doornenkroon.
(Ev. Joh. 19 5a.)
(VERVOLG EN SLOT)
Ds. H. A. L.
^J^%%M vlucht direct voer
3e echte zijn niet rond, maar hartvormig.
Wapenstilstand in Flnlaind Herinne
ringen aan Neerland's vröheids-oorlog
Een Jubileum Het turfschip van
Breda Niets nieuws onder de zon.
De verdedigings-oorlog' van Finland tegen
Rusland heelt ons doen zien, wat de kleine
Staten vermogen. Bij de berekening van de
defensieven en offensieven der groote Mo
gendheden) in dezen Europeeschen oorlog
zijn de neutralen, een machtige factor, die
niet zoo maar zonder meer kunnen worden
uitgeschakeld. Dat heeft Finland bewezen.
Het bewonderingswaardige heldenmoed
hebben zij weerstand geboden aan den com-
munistischenl overweldiger en, nu de wapen
stilstand is ingetreden, kan er van gezegd
worden, dat zij niet zijn Verslafeen.
Het gedeelte grond dat zij moesten af
staan, is door den vijand duur betaald,
iedere voet kon slechts worden veroverd
ten koste van duizenden menschenlevens.
Nu de balans is opgemaakt is vast ko
men te staan, dat er 15.000 Finnen zijn ge
vallen tegen 200000 Russen. Voor het mach
tige Rusland een geweldige blamage! Als
men deze cijfers beziet is het voor de kleine
Staten een reden te meer om met ernst
voor hun vrijheid en neutraliteit te waken
en niet zonder meer allerlei ongemotiveerde
wenschen van vreemde, landhongerige in
dringers in te willigen.
Het is nu wapenstilstand. Of het werke
lijk vrede zal worden tusschen Rusland en
Finland, weten wij op het oogenblik dat
wij dit scluijvenl nog niet. Het heeft er wel
allen schijn van, dat de wenschen van Rus
land zullen worden ingewiligd. V\rordt ech
ter de overeenkomst geratificeerd, dan is
deze toch gebaseerd op gruwelijk onrecht.
Dan moet Finland aan de overmacht toege
ven en voortaan dansen naar de pijpen van
den overweldiger.
Hoe dit ook zal loopen, in dezen ongelijken
strijd is bewezen dat God boven alles staat.
De Heere regeert. De gansche wereld dacht
dat Finland binnen enkele dagen onder
den voet zou zijn geloopen, maar het is
staande gebleven.
Rusland, en ook de andere Mogendheden
kunnen niet doen wat ze willen. Het gan
sche wereldbestuur is in Gods hand. Denkt
ons Christenvolk van Nederland daar wel
aan? Is het met die;gedachte doorzuurd,
dat de Raad des Heeren bestaat tot in
eeuwigheid en Hij, naar Psalm 33, den raad
der heldenen vernietigt, en de gedachten der
volkeren breekt?
Ik hoor wel eens, dat men zegt, wanneer
Duitschland of Engeland ons land zouden
aanvallen, dan moeten wij het maar vlug
overgeven. Als klein land vermogen we
toch niets. Dat getuigt niet van Göds-
vreeze en Godsvertrouwen. Ook niet, wan
neer men in overmoed prat gaat op ver
dedigingswerken en waterlinies. Zeker, ze
moeten er zijn, maar wanneer daar alleen,
ons vertrouwen op is gevestigd, zullen wij
beschaamd uitkomen.
De Flnsch-Russische oorlog roept herin
neringen wakker aan den 80-jarigen vrij
heidsoorlog van Nederland. Ook ons land
had tegen een machtigen vijand te strijden
en het scheen schier hopeloos, dat ooit de
begeerde vrijheid zou worden verworven.
Wat was er toen een Godsvertrouwen bij
die kleine schaar, die goed en bloed veil
hadden om in een vrij land, ongehinderd de
zuivere gereformeerde godsdienst te mo
gen belijden. Het gevleugelde woord van
Vader Willem: „ik heb met den Potentaat
aller Potentaten een vast verbond ge
maakt", mocht in der tijden nood ook nu
ons richtsnoer zijn, om; daarop alleen ons
betrouwen te zJetten.
Het is dezer dagen juist 350 jaar geleden,
dat Breda door een list aan de zijde van
Prins Maurits kwam. Het was in het jaar
1590, dat ons volk '^6p-, krijg moede was
en in die moedeloosheid aan vrede dacht.
Maar de glorie-rijke dalden van den be
kwamen veldheer Prins Maurits veerde ons
volk uit die moedeloosheid op, het werd in-
plaats van een verdedigings-oorlog een aan-
vals-oorlog! Stad na stad werd van het
Spaansche juk bevrijd en voor den Prins
gewonnen.
In het laatst van Februari 1590 zond de
Prins een turfschip naar Breda. Onderin
stopte hij 78 soldaten. Schipper van Ber
gen en zijn knecht, die de situatie in Bre
da precies kenden was de uitvoering van
het plan toevertrouwd. Zij wisten nauwkeu
rig hoe het op het kasteel toeging, want
zij kwamen er iedere maand.
De Spaansche soldaten! waren, zeer om
turf verlegen en trokken zelf het schip
door de bevroren gracht tot vóór het kas
teel. Begrijpelijk hielden de soldaten bene
den in het schip zich zoo stil mogelijk,
want werden zij ontdekt, hun laatste uur
zou zijn geslagen.
De turf, die aan dek lag, werd direct
gelost. Het was vinnig koud en de ver
kleumde soldaten in het schip moesten deer
lijk hoesten. De knecht wist er raad op,
door op het dek te pompen en te zingen van
belang, om het hoesten te overstemmen,
Schi,pper van Bergen was toch ook wel
een beetje ongerust, dat het plan .Zou mis
lukken; gaf de Spanjaarden die de turf
losten wat drinkgeld en zei: „voor vandaag
is het genoeg, morgen lossen we de rest."
„Ik ga nu slapen!"
Toen kwam de nacht. Het kasteel lag in
diepe rust en slaperig stonden de schild
wachten op hun post. Maar in het schip
sliep niemand. Eén VQor één slopen! Mau
rits' mannen over de breede plank uit het
ruim, om de wachten plotseling te over
vallen. Alarm en geschreeuw een kort,
snel gevecht, en binnen het kwartier had*
den de 78 soldaten het kasteel bezet. Den
3 en Maart, voor het aanbreken van den
dag, had de Prins de stad in bezit genomen
De geschiedenis van het turfschtp van
Breda is altijd weer interessant. Daarom
hebben wij ze, bij gelegenheid van dit ju
bileum, nog eens né, verteld.
De wijze van oorlogvoeren is nu veel ver
anderd en men strgdt met modemer midde
len. Toch gaat men nog wel op dezelfde
wijze te werk als met het paard van Troje
en het turfschip, getuige de recente ge
schiedenis met de „Altmark." De Engel-
sche gevangenen, waren in de ruimen van
dit Duitsche schip opgesloten en bij de
controle in de Noorsche wateren liet men
de stoomlieren draaien om het geschreeuw
van de gevangenen te overstemmen.
Ten dezen is er dus ook niets nieuws
onder de zon. Dat woord van de Prediker
te Jeruzalem geldt ook voor deze moderne
eeuw. Al wordt het als een bewijs tegen
de waarheid der H. Schrift aangehaald,
nu de wetenschap zich vermenigvuldigt en
uitvinding op uitvinding wordt gedaan, het
bUjft waar,: er is niets nieuwrs onder ds
zon. Immers, de schepping is compleet en
de menjsch kan niets nieuws scheppen.
Wel telkens nieuwe vormen, toepassing
en gebruik, maar men is gebonden aan de-
zfelfde stoffen.
Salomo spreekt er mee uit, dat er niets
nieuws is in den aard der dingen, in het
rijk der natuur en in den arbeid eni moeite
der menschen. In de oudste tijden bevocht
men elkander om een strook zwarte aarde
mjan tegen man, tot heele legers vernield
waren, wat doet men tegenwoordig auders
En, is het nu beter geworden? Men is
nu al zoolang aan 't beschaven en onder
wijzen, dat we nu toch wel in de gouden
eeuw móesten leven!
In Openbaringen 21 15 wordt de we
dergeboorte der aarde beloofd. Op den
bodem van deze belofte ligt de gedachte,
dat er niets nieuws is onder de zon. Im
mers is de oude aarde het toneel van jam
mer en ellende, de vernieuwing moet van
Boven komen. God werkt het nieuwe
een nieuwe hemel, een nieuwe aarde, een
nieuw Jeruzalem, een nieuw gezang.
De zondedienpt is oud. Dies moeten wij
het niet in het schepsel of in ons werk zoe
ken. De wereld zal nooit anders worden,
ons nooit vriendelijker behandelen of meer
geven, dan zij onzen vaderen gaf en deed.
Wij moeten den nieuwen niensch aandoen in
Christus Jezus, en omdat wij vergankelijk
Zijn, moeten wij ons haasten.
WAARNEMER.
De Flakkeesche Nieuwsbode van 9 Maart
j.l. geeft een, antwoord op ons artikel van
6 Maart 1940, waarin wij een en ander om
trent de Commissie Weijerman mededeel
den.
Ware het niet, dat de Nieuwsbode hier
en daar van die kleine verdachtmakingen
lanceerde, welke een verkeerde indruk moe
ten wekken^ wij zouden er niet meer op zijn
teruggekomen.
Op een drietal punten vestigen wy daar
om nog even de aandacht:
1. Vervoersverbeteringen.
2. Het uittreden der Rotterdamsche
groep.
3. De kapitaals-verhoudingen.
De Plakk. Nieuwsb. verwijt ons, dat wij
steeds over de ifeiten heenloopen. In haar
nummer 275, d.d. 3 Febr. schrijft .sftj woor
delijk:
„Ook zou het vervoer van landbouw-
producten in het najaar in geen en-
„kel opzicht mogen worden gestag-
,,neerd.
Hoe is nu de werkelijke toestand geweest
gedurende de lange ijsperiode welke wij
achter den rug hebben? Op Schouwen en
Duiveland waren vorsfife-ije uien beschik
baar, doch de R.T.M, kon niet voldoende
materiaal beschikbaar stellen en, zg weiger
de aan vrachtauto's overtocht over het
veer Zype-Anna Jacoba Polder. De prijs
'was op Flakkee f 5.per 60 K.G., op
Schouwen en Duiveland f 3.60.
De ultvoerstatistiek der uien over de
maanden Jannuari en Februari geeft aan,
dat in Januari te Rotterdam is gekeurd
2.924.000 K.G., in Februari 5.448.000 K.G.
Zonder ons aan overdrijving schuldig te
maken mogen wfl toch veilig aannemen,
dat de helft van deze uien van Flakkee af
komstig is en via het veer Ooltgensplaat
Dintel werd vervoerd. Wanneer Flakkee en
kel op de tram zou zijn aangewezen ge
weest, zou het uitvoer-cijfer ongetwijfeld
belangrijk lager zijn geweest. De weersom
standigheden waren toch van dien aard, dat
moeilijk een ongunstiger jaar als voorbeeld
zou zijn te nemen. Hierbij dienen wij dan
nog tevens niet te vergeten,-dat de per
auto vervoerde uien Veel beter tegen vorst
werden, verzorgd, dan per tramwagen! Het
argument dat vrachtwagens onmogelijk een
tram. zouden kunnen vervangeni gesteld,
dat de Ignen werden opgebroken, is toch
door de practyk van deze barre winter dui
delijk weerlegd.
Dat de bus aonder bezwaar een tram kan
vervangen bewijzen toch de bustrajecten,
welke de tram zelve heeft ingelegd, over
voldoende. Jaren achtereen reed van het
bootplein te Zwijndrecht naar de Blaaksche
dijk een armzalige trammetje met meestal
nul komma nul passagiers, want niemand
ging per tram van Zwijndrecht naar Rot
terdam via de Blaaksche dflk. Het onding
Een "AKKERTJEzal zorgen,
dat de pijn direct verdwijnt.
Neem er zoo noodig, voor 't
naar bed gaan nóg een en
Ge kunt er zeker van zijn
vannacht rustig te slafien.
Maar... laat Uw gebit nazien.
Vlugge, zekere werking bij
alle pijnen, dat is 't geheim
der "AKKERTJES", die door
geen enkele imitatie worden
geëvenaard, nóch in hun bil-
\zondere samenstelling, nócn
/in hun doeltreffende werking.
Op elk "AKKERTJE" staat 't
AKKER-merk: Uw garantie!
tegen pijnen, hoofdpijn, koorts, kou.
Doos: 13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers.
was bovendien een, grroote hindernis op de
drukke. Zuidelijke verkeersweg.
Hiernaast reed een rendeerende autobus,
welke in de behoefte van het verkeer ge
heel voorzag. Eerst na jaren ging de tram
er toe over, ook een bus in te leggen, sloot
met de autobushouders weer een overeen
komst om de rijtijden gezamenlijk te ver-
deelen. Niettegenstaande het in de weg ge
stoken kapitaal werd het lijntje gelukkig
opgebroken, al verklaart de Flakk. Nleüwsb
dat de-tram dit nimmer kan doem. De tram
werd dus vervangen door de autobus.
De Reederij v. d. Schuyt het stop zetten
van de buslijn M'hamis-Sluishaven te ver
wijten, moge voor het publiek eenige schijn
van recht hebben, doch bij een reorganisatie
plan, waarover sprake is, heeft het dit niet.
Rijk noch Provincies zullen toestemming
voor nieuwe autobusdiénsten verleenen wan
neer de kwestie van vervoer-arme trajec
ten niet voldoende is omschreven en vastge
legd.
II. Het uittreden der Rotterdamsche groep
blijft de Fl.Nieuwsb. In een verkeerd dag
licht stellen.
De Rotterd. Kamer v. Koophandel heeft
zich meermalen met dit verkeers- en ver
voersprobleem beziggehouden. Evenzoo ook
een Rotterdamsche organisatie van zaken-
menschen. Van deze organisatie is Mr. H.
,C. Hintzen Voorzitter. Dat hierbij de hee
ren W. H. de Monchy en W. B. K. Verster
resp. commissaris en directeur der N.V.
Reederö v. d. Schuyt op den voorgfrond
traden, spreekt vanzelf; vooral daar laatst
genoemde heer van d© verkeersverbindingen
van en naar de eilanden zeer veel studie
heeft gemaakt en baanbrekend werk heeft
verricht.
Dat dit op het Departement wordt erkend
blijkt uit het feit, dat de Minister ook de
Rotterdamsche groep heeft ultgenoodigd
zitting te nemen in de commissie Weyer
man. De Weled. Gestr. Heer Mr. H. C.
H i n t z e n zit ambtshalve, krachtens zgn
voorzitterscha,p der groep in de commissie,
doch niet omdat de firma R. Mees en Zo
nen de bankier is der Reederg v. d. Schuyt.
Beide firma's hebben, finantieel gesproken,
niets met elkander uit te staan.
De plannen der Rotterdamsche groep
waren zeer ver strekkend, want bij de voor
stellen, welke zouden worden gedaan, zou
tevens het daarbg benoodigde kapitaal ter
beschikking worden gesteld. Een kleinig
heid, welke toch zoo maar niet over het
hooifd mag worden gezien! De commissie
vergaderde voor het eerst, kort na het uit
breken van den oorlog en niet de afge
vaardigden der Rotterd. groep, doch de
heer Weijerman zelf bracht ter sprake, of
door de gewijzigde internationale omstan
digheden de commissie nog wel haar werk
kon voortzetten.
Waar de firma R. Mees en Zooneni het
bankierslichaam was, dat bfl e.v. aanvaar
ding voor de kapitaals-fourneering zou zorg
dragen, moest de heer H1 n t z e n mede-
deelen, dat genoemde firma, door de ge
wijzigde omstandigheden hieraan niet kon
voldoen en besloot mitsdien de Rotterd.
groep haar ontslag aan den Minister aan
te bieden. Zij deed dit bij schrijven dato 28
Oct. j.l. en wg hebben volmacht ontvangen
om, wanneer dit noodig mocht blijken, het
schrijven in de courant af te dhikken. De
laatste alinea luidde: