CHQWEEKE^iOopGED.GQ0riD51AG vöÖRÖEZUD-HOainZECLlWSCtlE EHAHDEn
N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEÜWS"
Dragende de Doornenkroon
Uit het Kijkvenster.
Buitenland
STICHTELIJKE
OVERDENKING
12e Jaarj^ang
ZATERDAG 0 MAART 1940
No. 1124
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
WAARI N SEDERT 1 NOVEMBE R 19 35 O P G E N O M E N H E T B LA D .ONZE EILANDEN" - 18E JAARGANG
UITGAVE VAN
Jezus dan kwam uit, dragende de
doornenkroon.
(Ev. Joh. 19 5a.)
Wie onder de menschen een kroon
wil maken, grijpt naar het edelste,
wat de wereld geeft 't fijnste goud
en 't fonkelendste edelgesteente
en brengt 't samen in de kroon, die
rust op des konings hoofd.
Op Gabbatha grijpt de hand niet
naar het fijnste goud en het schitte
rend edelgesteente, ook niet naar de
lauwertak of het eikenloof, maar
naar de doornentwijg, om die tot een
kroon samengevlochten te drukken
op Christus' Middelaarshoofd.
Jezus dan kwam uit, dragende de
doornenkroon, 't Is de kroon der ver
smading, der verlossing en der ver
heerlijking.
De kroon der versmading.
Op welk een vreeselijke wijze geven
de krijgsknechten den Zone Gods
aan de bespotting prijs.
Zij werpen den Man van Smarten
een purperen kleed ora, duwen een
rietstaf in Zijne gebonden handen,
drukken een kroon van doornen op
het hoofd en vallen voor Hem neder,
hoonend: „Wees gegroet, gij koning
der Joden."
Hier wordt gestreden met het wa
pen van spot, het instrument uit het
tuighuis van satan. Zij bespotten
Vorst Immanuël in Zijn koninklijk
ambt. En bij hun spot voegen zij bij
vernieuwing him ruw geweld. Zij gaan
in rij langs het Offerlam, geven Hem
kinnebakslagen, spuwen den Zone
Gods in het aangezicht, rukken de
rietstaf uit Zijn hand en slaan daar
mede de doornenkroon diep in het
Middelaarshoofd.
Die diepe verachting en vijandschap
ligt op den bodem van ons aller hart.
't Bedenken des vleesches is vijand
schap tegen God.
De levendgemaakte kerk belijdt bij
den profeet Jesaja: „Als wij Hem
aanzagen, zoo was er geen gestalte,
dat wij Hem zouden hebben begeerd.
Hij was veracht en wij hebben Hem
niet geacht."
Ambrosius getuigt in zijn werk „Het
zien op Jezus.": „Dia kroon op Je
zus' hoofd is mijne zonde. Dat kruis
op Zijn schouder mijne zonde. De
nagelen in Zijne handen en voeten
mijne zonde." Dan vat hij alles samen
en beüjdt: „Ik,zie geen Cajafas, An
nas, Herodes, Tilatus, geen Jood en
heiden maar mijne zonde, mijne zon
de."
Gaat uit en aanschouwt de kroon,
waarmede de moederkerk haar ziele
bruidegom heeft gekroond met al
haar erf- en dadelijke zonde.
Wat zijn ze in onze dagen „dim ge
zaaid" die bij zichzelf veroordeeld den
weg gaan.
O, medereisgenoot naar de eeuwig
heid, leer erkennen: Hij was veracht
en wij hebben Hem niet geacht; leer
rouw bedrijven over Hem, Dien gij
doorstoken hebt; leer uzelven ver
foeien in stof en asch.
Vernedert u voor Hem, Die zweeg
in de diepste versmading op Gabba
tha om naar de rechtsorde des he
mels te spreken tot verbrokenen
van hart en verslagenen van geest
van vrede door het bloed des kruises.
Gods raad tot behoudenis en tot 's
Heeren eeuwige glorie schittert er in
uit.
Welk een kroon van eer en heerlijk
heid droeg de menseh, 't pronkstuk
uit Gods vingeren voortgekomen in
de staat der rechtheid. Gekroond met
het beeld Gods was de gansche schep
ping aan zijne voeten onderworpen,
had hij den hemel in 't oog, God in
het hart en zijn leven was in de ge
meenschap Gods.
Och, kenden wij de levende klacht
„de kroon is van ons hoofd gevallen.
Wee onzer, dat wij zóó gezondigd
hebben!"
Ikabod de eere is weg, de ken-
nisse Gods, de gerechtigheid, de hei
ligheid, 't Heerlijke beeld Gods is weg.
De kroon der eere hebben wij door
moed- en vrijwillige overtreding in
ons bondshoofd Adam ingewisseld
voor de doornen en distelen, die de
aarde voortbrengt, de doornen van
droefheid en smart en bovenal de
doornen van Gods vloek en toom. De
vloek Gods rust op ons schuldig
hoofd.
De kroon der eere hebben wij inge
wisseld voor het beeld van den leu
genaar. Och, dat wij 't leerden beken
nen. Wij verkiezen de hel en niet den
hemel. Wij stellen de rampzaligheid
boven de eeuwige gelukzaligheid.
Niemand en niets zal ons tegenhou
den in ons gaan naar den eeuwigen
afgrond, tenzij wij als een brandhout
worden gerukt uit het vuur.
Mocht genade ons leeren het hoofd
te buigen en ons te vernederen voor
's Heeren aangezicht.
Dragende de doornenkroon staat
de Borg op Gabbatha als de P1 a a t s-
bekleeder voor Zijn volk, dat Hij
zich ten erve verkoren heeft. Om de
vreugde, die Hem was voorgesteld,
heeft Hij het kruis verdragen en de
schande veracht.
Dragende de doornenkroon is de
Borg geworden tot een vloek
voor een vloekwaardig volk, dat er
nooit om heeft gevraagd, dat in zijn
vijandschap moet worden overwon
nen en ingewonnen om zich te scha
ren onder Zijn banier.
Dragende de doornenkroon is de
Borg de Verlosser van nooddruf-
tigen, die daar roepen en van ellendi-
gen, die geen helper hebben.
De doornenkroon is voor de kerke
Gods de kroon d«r verlos-
'B i n g.
IPI \/£RQCHAfT U WOLKëN VAN GENOT
niEuna
Abonnementsprijs 80 cent per 3 maandenbij vooruitbetaling.
Verechifnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderl^ke Bununen 5 cent Buitenland 8 gulden per jaar
Gevestigd te Middelhamis Prins Hendrikstr. 122 C a Giro 167930 Fostbox 8 TcL 17.
B^iantoor voor Zeeland: St. Sfaartensdyk Markt, Telef. 69.
Advertentie«prys 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst»
aanvragen en aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boekmaan»
kondiging 10 cent per regel Contracten belangr^k lager.
Ds. H. A. L.
(Wordt vervolgd.)
KLACHTEN OVER DE RADIO.
In de groote pers wordt een klaagzang
aangeheven over het peil van de radiouit
zendingen. Groote dagbladen van verschil
lende richtingen constateeren, dat de uit
zendingen, op een laag peil staan. De Chr.
lib. Avondpost gewaagde zelfs van het
groote gevaar voor ons cultureel leveni en
de Nederlander (rad c.h.) constateerde dat
de omroep achter de wenschen van een ze
ker deel der luisteraars aanloopt. Het a.r.
dagblad de Standaard schrijft van „de soms
waarlijk laag bij den grondsche uitzendin
gen. Zelfs de socialistische dagbladen van
de Arbeidspers spreken het uit naar aanlei
ding van een zeker repertoir „dat is noch
beschaafd noch gunstig, doch het Is een
voudig-weg vulgair" en op grond van een
Zaterdagsche reportage zelfs schrijft „hoo-
gelijk onbeschaafd."
Uit deze voorbeelden blijkt genoegzaam
dat het met de radio niet in orde is. Het
kan ook niet in orde zijn. Het is een pro
duct van den revolutieakker. Van de le^
van „elk wat wils".
Een uitvloeisel van „plaats voor" hoe
boos en goddeloos ook, dat het leidend be
ginsel is van onze staatkunde. Een begin
sel revolutionair in wezen maar geadoreerd
tot zelfs door zich Christelijk: noemende re
geeringen en als hoogste politieke wijsheid
beleden door de groote Christelijke partijen
Geen wonder, dat zulks op teleurstelling
uit loopt. Vandaar het gevaarlijke van de
radio. Alles komt de geziimen binnen.
Door de radio wordt het rustige intieme
gezinsleven verstoord. De radio op zich zelf
een uitvinding van de hoogste waarde,
maar door de revolutionaire vrijheid een
gevaar voor de gezinnen door hetgeen ge
boden wordt. Gevaarlijk door dat de Over
heid geen selectie toepast. Gevaarlijk omdat
de uitzendingen niet beoordeeld worden
naar de norm van Gods Woord en Wet.
Een praatje over de kran1|. Fami
lie-berichten vroeger en thans. Een
eigenaardige 'belasting in het laatst
der 18e eeuw. Anonymus en de vuile
wasch. Wat leest gij
De krant, vooral het'streekblad neemt in
het plattelandsleven een zeer voorname
plaats in. Wordt in onze dorpen het dag
blad veel gelezen, vooral voor de oorlogs
berichtgeving, de plaatselijke courant wordt
schier in iedere woning gevonden. Immers
daarin vindt men de bonte varia van de
dorpsnieuwtjes, de kleine gebeurtenissen
die zich lederen dag afspelen. Ons eigen
blad ten voorbeeld genomen, specialiseert
het zich, om alles wat er op onze eilanden
gebeurd, korter of langer mee te deelen. En
'wat vooral voor een plaatselijk blad van be
lang is, zijn de familieberichten. Ik bedoel
niet de Burgerlijke Stand dat is ook een
voornaam ding maar de familie-adver
tenties. Let maar eens op, als de krant
binnenkomt, moeder de vrouw kijkt het
eerst wie er geboren, verloofd, gehuwd of
overleden is. In de dagbladen staan ook
wel familie-advertenties, maar voor het
meerendeel zijn het onbekenden waarom er
weinig belangstelling voor is. Met de plaat
selijke krant is dat anders: men, kent el
kander, en is het al uit een ander dorp, het
is familie van die of die, er is om zoo te
zeggen verwantschap.
Het is interressant na te gaan, hoe men
er toe gekomen is, familie-advertenties in
de krant te plaatsen. Oudtijds moest n.l.
de geadresseerde, die een brief ontving het
porto zelf betalen. De brieven werden on
gefrankeerd verzonden en men kon bij de
ontvangst het vrij hooge bedrag van twin
tig of dertig cent dokken, al naar gelang
de afstand, die de brief had afgelegd. Om
nu familie, vrienden ót Kennissen niet on
aangenaam te stemmen koos men een ande
re weg, men plaatste een advertentie. In
het eerst waren het uitsluitend overlijdens
berichten, maar later volgden ook de hu-
wehjks- en geboorte-advertenties.
Zoo verscheen in de Rotterdanasche cou
rant van 1 Juh 1794 de eerste rouwadver
tentie. Zij luidde als volgt:^
„Dient tot Bericht, in de plaats van
„Rouwbrieven, dat in Amsterdam, op
„den 29 Juni 1794 is overleden, Catha-
„rine Anne Dutilh, tweede dochter van
„Jean Frangois Dutilh, in den ouder-
„dom van 7 jaren min 3 dagen."
Naderhand werden deze advertenties wat
breeder van opzet en vermeldden aan wat
soort ziekte de(n) overledene gestorven
was, de duur er van en eindigde soms met
het verzoek, om van condoleantie-brieven
verschoond te blijven. Als reden werd dan
ook wel opgegeven dat „rouwbeklag m^jn
droefheid zoude vermeerderen."
Het Provinciaal Bestuur van Holland, be
merkend dat schade ontstond wegens gemis
aan briefport, ging nota bene over om een
belasting op (familie-advertenties te heffen!
Zoo moest vanaf 1 November 1797 voor el
ke geboorte-advertentie één gulden, voor
elke huwelijks-advertentie drie en voor elk
overlijdens-bericht twee gulden betaald
worden, plus twee stuivers voor zegelrecht.
Beknopter waren de huwelijks-adverten-
ties Wij geven er hier een voorbeeld van,
uit de Opregte Donderdagsche Haarlemscha
Courant van 18 Nov. 1813.
Getrouwd:
Cornells van Campen
met
Catharina Noome
Wed. AUert de Lange
Beverwijk, 11 Nov. 1813.
De redactie hiervan is dus vrij gelijk aan
onze tegenwoordige advertenties, eigenlijk
juister, want men gebruikte toen het
woordje „met" wat veel beter klinkt dan
het leelijke voegwoord „en."
Er zouden meer interessante voorbeelden
zijn aan te halen van deze soort berichtge
ving, doch dan zoudeU) we te breedvoerig
worden.
Zeker is, dat famiUeberichten in een blad
groote aantrekkelijkheid geven, zoodat ve
len, die van hun dorp, waar zij jaren ge
woond hebben en naar elders zijn vertrok
ken, de oude vertrouwde dorpscourant blij
ven-lezen. De plaatseUjke courant houdt
als 't ware de relatie aan met het leven
van bekende menschen, of met menschen
van wie men althans den familie-naam
kent.
De dramatiseering van de nieuwsberich
ten en de moderne journalistiek in de dag
bladen hebben het familiaire erg terug g^-
drongen, in een streekblad is dit voor het
grootste deel nog behouden. Dat geeft aan
een plaatselijk blad populairiteit.
Zit er „leven" in de familie-berichten, er
zit ook. leven in de Ingezonden Stukken.
Ook al is de schrijver een anonymus, een
naamlooze. Anonymus is ook een mensoh,
zij het dan een klein menschje, die de
moed niet heeft om met zijn naam voor den
dag te komen, óf, het beter acht, in het
algemeen belang'dit niet te doen.
Meestal schrijft iepiand anonym of onder
een schuilnaam, omdat hij bang is voor de
gevolgen, die er uit voort vloeien. Hij is als
iemand, die op een vergadering niet in
staat is behoorlijk hèt woord te voeren,
maar thuis op zijn kamer denkt een flin
ke, oratie te kunnen houden. Hij schrijft,
alléén thuis gezeten, zonder invloed van
menschen en weet zich veilig onder de
anonymiteit. Het is dikwijls interessant, die
stukken te lezen, hoewel een redactie tien
tallen stukken moet opbergen, die voor
plaatsing niet geschikt zijn, óf omdat ze te
persoonlijk óf omdat ze het algemeen be
lang niet dienen. Wordt zoo'n ingezonden
stuk anonjrm of onder schuilnaam aange
boden, de naam van den inzender moet aan
de redactie, hoewel zij niet voor den in
houd verantwoordelijk is, meegedeeld wor
den. Het behoort tot de goede persmanie
ren, dat de redactie, aan een persoon op
wiens gedragingen in het stuk de aandacht
wordt gevestigd, dien naam geheim, houdt,
al is zij daartoe niet verplicht.
Al te dikwijls wordt hiervan partij ge
trokken, men kan het zoo lekker zeggen en
tegelijk verscholen blijven.
Wordt het al te bont tusschen de inge-
zönden-stukken-schrijvers, dan komt de re
dactie er tusschen. Deze zegt óf haar mee
ning óf plaatst er onder: „Discussie geslo
ten." Voor de lezers komt dit meestal te
vroeg, zij mogen zoo'ii pikante schermutse
ling wel. Maar de redactie naoet hier orde
en maat weten, vooral wanneer men poogt
zijn vuile wasch in de krant te droogen, te
hangen!
Er is een spreekwoord dat zegt: zeg mij
wie Uw vrienden zijn en ik zal zeggen wie
gij zijt. Dat geldt ook van de krant. Komt
men bij iemand binnen die ons onbekend is,
men zal zich meestal aan de krant die op
tafel zwerft kunnen oriënteeren, met wat
voor menschen m'en te doen heeif t. Wie zal
in een christelijk gezin een links blad ver
wachten? Men kan zich vergissen helaas
gebeurd het al te veel. Er wordt te weinig
nota van genomen, dat de neutrale pers de
grondzuilen van het Christendom onder-
mgnt. Dat zou met vele bewijzen zijn te
staven. Niet dat het er altijd dik bovenop
ligt, dat zou meer tot nadenken nopen,
maar sluipend en schuifelend komt dit an
ti-christelijke onze huizen biimen. De ge
stadige drup holt ook hier den steen. Schrij
ver dezes heeft eens uit een „neutraal"
dagblad knipsels bijeengezameld en het was
verbazingwekkend in hoe korten tijd hij een
verzameling bijeen had, met wat recht
streeks tegen God en Zijn Woord indruisch-
te. Een spotprentje „Gedenkt het wijf
Lots, een serie heele of verbasterde vloe
ken uit de feuilletons, kwinkslagen op bij
belteksten en dergelijke dingen meer.
Ik zwijg nu nog van de advertentie-ko
lommen, de aanbiedingen waarin de verra
derlijke zwarte kruisjes staan, de bioscoop
advertenties enzoovoort. Ook dat halen we
ons huis binnen.
Laat de christelijke neutrale-bladen-le-
zers ook de schaar eens ter hand nemen en
dat enkele weken doen! Ik ben er van over
tuigd dat ze zich zullen schamen daaraan
door hun abonnement, 't zij veel of weinig
te helpen meebetalen!
Wat leest gij? En wat lezen Uwe kin
deren? Maak U er niet af door te zeggen
dat er aan de christelijke pers óók wel wat
is op te merken. Dat is het ongetwijfeld.
Maar dat geeft niet de vrijheid om daar
voor de neutrale krant in huis te halen.
De voorlichting die in een krant wordt
gegeven dient te zijn naar het vaste richt
snoer van het Woord des Heeren. Newton
heeft eens gezegd, ik lees in de krant hoe
God de wereld regeert. Welnu, is de voor
lichting goed, dan zal alles daarop gericht
zijn. Dan zal het dien geest ademen dat Hij
het is die het gansche wereldbestuur in
handen heeft. Van tweeën één, het ia vóór
of het is tegen. Dat hebben we ons ook by
het lezen van een krant, af te vragen.
WAARNEMER.
VREDE MET FINLAND?
Met zeer veel belangstelling worden de
berichten in de couranten aangaande
Finland
gelezen.
Met zeer groote verwoedheid en mas
sa materiaal en menschen blijven de Rus
sen op de Karelische landengte aanvallen.
Op enkele punten hebben de Finnen moe
ten wijken, doch al valt dit te betreuren,
belangrijk zijn deze vorderingen nog niet.
De stad Wlborg (Viipuri) is door de
Finnen ontruimd, doch rondom de stad
wordt nog hevig gevochten. De Finnen zijn
niet van plan hun positie's zoo maar over
te geven.
De verdediging van Wlborg is de Fin
nen duur te staan gekomen. Naar schatting
zouden zij alleen tn dezen sector
17.000 man
verloren hebben. Dit cijfer is op zich zelf
al zeer'hoog, als men even rustig nadenkt
hoeveel menschenJevens hier afgesneden
zijn, want de verhezen aan Russische zijde
^mag men veiUg op het dubbele of meer re
kenen.
Beziet men dit cijfer bovendien in het
licht van de geringe troepensterkte, dan is
het vooral voor Finland zeer hoog omre-
den dit land geen manschappen missen kan.
Wanneer de reserves, die noodig zgn om
op bedreigde pvmten hulp te verleenen,
niet meer toereikend zijn, dan is het men-
schehjkerwijs gesproken verloren. Zien de
Russen hier of daar het front op te rollen,
dan gaat het hard.
Tot op heden zijn zij nog niet zoover, en
met spanning wordt het verloop afgewacht.
Sneeuw en hagel zijn de bondgenooten
waaA)p de Finnen wachten. Tot op heden
is het weer hun thans niet zoo mee.
Maarschalk Mannerheim, de opperbevel
hebber van het Finsche leger zou ziek ztjn.
Nadere berichten, ontbreken nog.
Het Engelsche blad
The Times
heeft deze week een perscampagne geopend
daartoe strekkende, het publiek en de re
geering te bewegen, in te grijpen in de
Finsche kwestie, en er direct troepen heen
te zenden, om de Russen tegen te houden.
The Times wijst erop, dat ingrijpen wel
iswaar zeer belangrijke gevolgen zal heb
ben, doch dat deze thans nog zijn te over
zien. Engeland is voor Polen de oorlog in
gegaan en zou het nu zijn roeping tegen
over het dappere kleine Finland verzaken?
Als het deze kans laat voorbggaan, ge
lijk het in de laatste jaren zoovele gunsti
ge kansen heeft laten passeeren, zal te laat
de regeeringspolitiek worden betreurd.
De pers neemt over het algemeen, het
standpunt van The Times over. Voorname
lijk wordt gelet op het feit, hoe het blad
„News of the World" hierop reageert. Aan
dit blad 15 medewerker, de kort geleden
afgetreden minister van oorlog, Hore Be-
lisha.
Deze ex-minister is eveneens voorstander
van interventie en noemde zelfs Noorwegen
een flank der Engelsche linie. In het groote
Zweedsche blad „Dagens Nyheter" heeft