CHDWEEKBIADÖpGED.GR0nD5IA6 vöönKZUID-HOainZEEUWSCIIC EILATiDEn
N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ JILANDEN-NIEÜWS"
Uit het Kikvenster.
verkoudheid/
RIJWIELEN
Buitenland
12e Jaargang
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1940
No. 1120
STICHTELIJKE
OVERDENKING
HOEST EN f
:S
WAA RIN SEDERT 1 NOVEMBER 193 50PGENOMENHET BLAD .ONZE EILAND EN" - 18E JAARGANG
UITGAVE VAN
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
„De geroepenen tot de bruiloft
des Lams*'.
Donker was de toestand voor de
Kerke Gods, ten tijde van Johannes,
want de vijand had Gods bruidskerk
den oorlog verklaard. De grijze die
naar des Woords, van en door Gods
Zoon geroepen, moet dit persoonlijk
ervaren, dat al wat leven draagt den
weg van druk en smaad moet doorle
ven.
Doch al is het nu dat hij als een
uitgeworpene moet toeven op Pat
mos, zijn ziel mocht genieten een
zeer nabij leven Gods. VVant nu moge
de vijand Gods erfdeel verachten,
ontnemen hetgeen de ziele bij bevin
ding uit 's-Heeren schathuis heeft
ontvangen, zal nimmer kunnen ge
schieden.
Als de vijand triumph viert, omdat
zij den grijzen Apostel hebben uitge
worpen, dan daalt de Herder tot dit
uitgeworpen schaap en doet hem aan
schouwen en beluisteren de lofzang
en vreugde dergenen die door het
bloed des Lams zijn af gewasschen en
het ware zieleleven voor eeuwig ge
nieten.
Johannes was een geroepene des
Heeren en omdat hij nu dat leven uit
de hand zijns Meesters heet ontvan
gen, werd alles saamgespannen, op
dat dit leven uitgebluscht zou wor
den. Wat een hemelsche genade heeft
hij ervaren van Hem, Die zijn leven
gesteld had, niet alleen voor Johan
nes, doch voor allen die geroepen zijn
uit den dood ten leven.
Door de inwendige roeping, het-
w!elk geschiedt door Geest en Woord,
kunnen alle levend gemaakten ge
tuigen dat 's-Heeren Woord in hun
hart was neergedaald: „Heden in
dien gij Mlijne stemme hoort, ver
hardt U niet, maar laat U leiden."
Johannes hoort de stem des lofs,
dergenen die uit de groote verdruk
king gekomen zijn; ja die aUen kun
nen getuigen wat de Heere aan hun
ziel gedaan heeft. O zeker er worden
niet weinigen gevonden die zich voor
doen, alsof zij geroepenen ten leven
zijn, doch als er een weinig druk hun
deel wordt, dan openbaart zich ter
stond, dat nooit geen inwendige roe
ping heeft plaats gehad. Maar hier
wordt gesproken van de roepende ge
nade, welke ten deel zijn gevallen, die
eertijds vijanden Gods waren, geen
lust hadden naar Gods Waarheid,
spotters van Godsverkorenen, doch
door den hemel inwendig geroepen
zijn met het: „Ga uit, uit de duister
nis!"
Als de man Gods die heerlijk
heid aanschouwd heeft en dat gezang
der bruiloftskinderen vernomen,
dan is er geen geest meer in hem!
want dat Ued der verlosten doet hem
wegzinken met een overstelpte ziele.
Maar als dit verdrukte kind des
Heeren overvol is, vanwege hetgeen
hij zag en hoorde, dan klinkt de
stem vanuit de bruiloftszaal: „Schrijf:
zalig zijn zij die gei:;oepen zijn tot het
Avondmaal, de bruiloft des Lams."
Dus moest hij vernemen dat alle
geroepenen tot het Avondmaal des
Heeren, zalig, gelukzalig genoemd
wlorden. O hoe dierbaar is het toch
voor allen die bij bevinding doorleefd
hebben, dat de Heere hen geroepen
heeft uit de duisternis tot Gods won
derbaar licht. Onvergetelijk is het
voor allen die daar kennis aan heb
ben, want niet zij, doch de Heere had
bemoeienis met staat en toestand
hunner ziele. Ach, hoe menigwerf
wordt er niet met de inwendige roe
ping gespot, hoewel het een werk des
H. Geestes is, ja zelfs onder degenen
die den kansel beklimmen, omdat
men geen kennis heeft aan die God
delijke weldaad.
Daarom wordt zoo wteinig verno
men van het inwendige werk des H.
Geestes, omdat men zichzelf heeft
opgewerkt en niet kunnen verklaren
dat zij door eene Goddelijke, inwen
dige roeping tot het ambt gesteld
zijn.
Maar hier in dit tekstwoord wordt
vernomen de zang dergenen, die op
aarde eerst tot het Avondmaal des
Lams geroepen zijn, om dan hierna
maals voor eeuwig als geroepenen
ter bruiloft, de zaligheid te genieten.
Allen die daaraan kennis hebben,
kunnen ook verklaren langs welk een
wfeg zulks is geschied. Zij spreken
van zielestrijd, aanvechtingen van
den booze, dien zij eertijds vrijwillig
dienden.
De geroepenen des Heeren heb
ben licht en gezicht ontvangen, te
gen wien zij gerebelleerd hebben en
wien zij vrij- en moedwillig hadden
verlaten. Zij roepen vanuit de diepte
himner zielesmart onder den last
hunner zonden, wetende dat zij onder
de Goddelijke wet kunnen en moe
ten schrijven: „Aan alles schuldig!"
O, die geroepen is, leert zichzelf en
een heilig God kennen en hoe meer
Godskennis, des te meer zelfkennis
en wordt het wonder dagelijks groo-
ter: „Naar mij omgezien?"
Doch omdat de Heere de Zijnen
alleen vanwege Zijn eeuwige, onbe-
rouwelijke liefde roept ten leven, zoo
zal Hij niet toelaten, dat het gekrook-
te rietje verbroken, het rockende
vlaswiekje worde uitgebluscht. Het
is een Godsgeheim, waarvan Gods
Kerk zingt: 'tHeilgeheim wordt aan
Zijn vrinden, naar Zijn vreeverbond
getoond.
L. V.
EIIAnDEil-niEUM
Abonnementsprös 90 cent per 3 maandenbtj vooruitbetaling.
Verschifnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal p<ir week.
Afzondermke nummers 5 ceat Buitenland 8 gulden ptrjaar
GevesfJgd te MlddeUiamis Frins Hendrikstr. 122 C Giro J67930 i Fostboz 8 Tel. 17.
B^tantoor Toor Zeeland: St. Maartena^k Markt, Telef. S9.
Advertentie«pT^s 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Diensf
aanvragen en aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boekmaan»
kondiging 10 cent per regel Contracten belangrijk lager.
(Openb. Joh. 19 9a.)
„En hij zeide tot mij: Schrijf, zalig zijn
zij, die geroepen zijfi tot het avond
maal van de bruiloft des Lams."
(Wordt vervolgd.)
DAARMEE NIET GEDIEND.
Een groot gedeelte van onze jonge man
nen is gemobiliseerd. Staat met het ge-
vifeer bij den voet om ons land te verdedi
gen, zoo het aangevallen wordt. Groote of
fers worden gebracht door die mannen,
die ver van huis en haard in alle mogelij
ke soorten kampementen in allerlei stre
ken van ons land gelegerd zijn. Ver van
huis, weg .uit de huiselijke sfeer, brengen
ze offers waarvan de draagkracht door
hen, die thuis gebleven zgn moeilijk naar
waarde kan geschat worden. Vooral ook In
dezen barren wintertijd is het ongemak en
ongerief niet gering te achten. Gelukkig
wordt er veel, zeer veel voor onze gemobi
liseerde mannen gedaan. Daarover is men
over het algemeen zeer tevreden.
De verzorging van onze soldaten in deze
mobilisatie steekt verre uit boven die in de
vorige mobilisatie. Ook voor de ontwikke
ling en ontspanning wordt zeer veel ge
daan. Een aparte afdeeling, meestal kort
aangeduid door „O en O" is daarvoor in
het leven geroepen. De bedoeling is loffe
lijk, maar de uitwerking is voor onze Chris
ten-soldatenj niet te genieten omdat uitge
gaan wordt van een mentaliteit, die het
best is te vergelijken met den geest van
het moderne cabaret. De mentaliteit van
den doorsnee vrijzinnig uitgaande man van
de stadswereld wordt bij „O en O" onze
soldaten aangeboden. Van de zoo hoog noo-
dlge ernst, toch waarlijk niet overbodig in
deze hachelijke tijden, is daarbij geen spra
ke. De ontspanning door „O en O" geboden
strookt niet met de Christelijke levensover
tuiging van een deel van onze soldaten.
Cabaret en tooneel past niet bij hun le
vensovertuiging. En welk tooneel? Too
neel dat met het heilige spot zooals in het
tooneelstuk „Kermisvolk op Kerstmis,"
waarvan de inhoud volgens de pers is, dat
een rondtrekkende Zigeunertroep de ge
boorte van Jezus Christus op het tooneel
brengt en de onderscheiden spelers de Bij-
belsche „personages," voorstellen, tot zelfs
Jezus Christus toe. Zulk een stuk is pro-
ifaan. Is, we schrijven het onomwonden
neer, goddeloos.
Met zulke ontspanning dient men onze
mannen niet. Wie ernst maakt met zijn
belijdenis houdt zich ver van zulke ont
spanning. Zulke ontspanning komt voort
uit een mentaliteit die zich geen reken
schap geeft van den jfernst van den toe
stand en van de heiligjeld van het Woord
des Heeren.
En daarmee is zulk
deeld.
Een ontspanning mi
cabaret mentaliteit is
spanning voor onze si
spanning' daarin gezocl
staat het er heusch
Een ontspanning, dieïspot met 's Heeren
Woord en de groote hiilsfeiten profaneert
is goddeloos en allerttanst geschikt voor
de soldaten, die.in dez^(moeilijke tijden wel
beter te doen hebben, din zich te vermaken
op de wijze van den lÉtgaanden vrijzinni
gen man van de stad.
A
fóntspanning geoor-
een tooneel en
:een waardige ont-
aten. Als de ont
moet worden, dan
zoo mooi bij.
Dan rug en'borst inwrijven met
Dampo.Won^erlijkzooalsdathelptl
Pot 50 cl. Tt#e 40 et. Doos 30 pi
Nederlandsche milliöi^nairs Een dor
re statistiek met I^v^de cdjfers Mil-
lioenen tiekorten De ernst der tijden
niet beseft.
De statistiek is een' wonderlijk ding. Het
Is een opeenstapeling van dikwijls groote
aantallen dorre cijfers, welke echter bij na
dere bestudeering beginnen te leven en
niet meer zoo droog blijken te zijn.
Zoo verschaffen de juist verschenen ge
gevens betreffende de vermogens en Inko
mens over het belststitsjaar 1938-'39 het
antwoord op de vraag, hoeveel millionnairs
wij wel In Nederland hebben. Het zijn er
in totaal 816. Tezamen bezitten zij 14%
van het nationale vermogen en betalen
15% in het totaal der vermogingsbelasting.
Als we nu eens met die 816 millionnairs
stuk voor stuk konden kennis maken wie
weet voor wat verrassingen wij zouden ko
men te staan! Welke markante figuren
zouden we ontmoeten?
We weten maar niet onder vrie al die
millioenen schuilen! De statistiek noemt
geen namen, ze geeft alleen cijfers cij
fers en nog eens cijfers. En diezelfde sta
tistiek vertelt ons dat het gemiddelde ver
mogen per aangeslagene in de vermogens
belasting f 69000.bedraagt.
Wellicht zal het velen verbazen dat wat
de Inkomens betreft, niet minder dan 95%
van de aangeslagenen een Inkomen geno
ten beneden f 5000.Zeer zeker Is dat
een goed inkomen slechts 5% van de
belastingbetalers haalt die grens. En nu is
dit weer het eigenaardige, dat de 95%, die
haar niet halen, met z'n allen niet meer
dan 33% van het totaal der inkomsten-be
lasting betalen. Waaruit valt op te maken,
dat zij, die f 5000.of meer inkomen ge
nieten, door ons progressieve belastingstel
sel flink aan den tand worden gevoeld!
De 341 Nederlanders, die een inkomen heb
ben van f 100.000 of meer, dragen niet
minder dan 22% In de totale belastingop
brengst bij, terwijl die 341 slechts 0.02%
van het aantal aangeslagenen uitmaken.
Zoo valt er uit een dorre statistiek
veel te leeren en krijgt men eenig beeld
van particuliere vermogens en Inkomsten
en ook, In procenten uitgerekend wat de
fiscus van hen vraagt. Die onder den druk
der omstandigheden de belasting schroe
ven hoe langer hoe meer zal moeten aan
zetten. Onze mobilisatie-uitgaven zullen
f 600 milUoeni per jaar beloopen, onze eco
nomische verdediging kost onvoorziene
omstandigheden voorbehouden een paar
honderd millioen, op de gewone begrooting
is een tekort, dat varieert tusschen 50 en
100 millioenhet duizelt ons als ons al
die millioenen voor oogen zweven. En nu
heb Ik nog niet genoemd de f 300 millioen,
die er verleden week bijkwam, toen onze
regeering besloot tot den aanbouw van
drie slagkrulsers. Welke het zij tus
schen haakjes gezegd voor een goe
de landsverdediging in ons Indië zeer en
zeer noodig zijn en die, wilde het goed
zijn, nü kant en klaar van stapel moesten
kunnen loopen. Want over vier en een half
jaar zullen ze eerst klaar zijn.........
Hoe dan ook, er zal zwaar betaald moe
ten worden al worden de nieuwe belastin
gen op de kofifie, suiker en benzine aange
duid als „kleine" heffingen.
De zwaardere zullen moeten komen, wil
het met de Staatsfinanciën blijven reilen
en zeilen. En leder goed Nederlander zal
de offers willen brengen die hem worden
opgelegd, maar tevens zal hij ook het recht
hebben om van de regeering te eischen, dat
zij zelf de uiterste soberheid betracht. En
^dat ziet er momenteel nog niet naar uit.
De opeenvolgende regeeringen beloofden
wel telken jare sterke versobering te zul
len toepassen, maar men schijnt nu een
maal niet te kunnen bezuinigen. Wij kun
nen het er dan ook mee eens zijn wat „De
Haagsche Post" van Zaterdag j. 1. onom
wonden schreef:
De regeering, en met haar de volks
vertegenwoordiging, moge bedenken,
dat wij nu vechten voor ons bestaan
en dat het geen tijd meer Is om dat
bestaan op te luisteren door allerlei
overheidszorg, welke onder andere om
standigheden wenschelijk of zelfs, ge
boden zou zijn. Wij vreezen echter, dat
de schrikkelijke ernst der tijden hier
nog niet zoo diep wordt beseft, dat hij
de politieke heilige huisjes en de poli
tieke eischen en belangen, welke de
ware groote belemmeringen voor ver
sobering zijn, vermag uit te schakelen.
Het moet toch mogelijk zijn op een be
grooting van rond 750 millioen een be
drag van 40 a_50 millioen, oftewel de
annuïteit voor het Leeningsfonds, te
bezuinigen, wanneer men dat werke
lijk wil. Dit is toch waarlijk geen over
dreven eisch, en zijn vervulling zou den
belastingbetaler eenige flnancieele op
luchting geven maar vooral, hetgeen
nog gewichtiger is, zijn moreel en zijn
vertrouwen sterken.
Zoo is het. Wanneer men werkelijk had
gewild had het gekund. Natuurlijk zal het
geld er moeten komen, het is noodzakelijk
voor het bestieren van ons onafhankelijk
volksbestaan. Aan de eene kant echter het
geld van onder de nagels der staatsbur
gers weg^)ersen en aan de andere kant met
het geld smijten, dat vloekt tegen elkaar.
Dat lijkt op het spreekwoord: „Het volk
wordt gevild, het geld verspild." En dat zal
zich wreken.
In dit venster hadden] we dus deze week
een geldpraatje. Het geld verantwoordt
alles zei Salomo reeds en het Is noodzake
lijk, dat ons volk eenigszins onder het oog
wordt gebracht hoe 's Lands Financiën er
bij staan. Vroeger dacht ik dat Keesje uit
het oude mannenhuis gelijk had toen hij
zei: een overgeschoten rijksdaalder en een
klom,p met een gat er in, daar kun je bei
de niks mee doen," maar ik kom tot ande
re gedachten. Dat goldt wel voor hem,
omdat hij er toch niet bij kon en hij leef
de uit de korf zonder zorgen maar voor
ons persoonlijk en voor de Staat geldt dat
niet. Voor de kwade dag zorgen Is nood
zakelijk. Er Is raak geleefd en reserves
zijn er niet. Ik doel niet op de mobüisatie-
uitgaven want dat «Is exceptioneel. Maar op
de gewone Staatsbegrooting Is jaarlijks
zoo'n tekort, dat het naar een debacle
voert. En dan zijn we het eens met de
H. P. dat de schrikkelijke ernst der tijden
door de regeering en een overgroot deel
der volksvertegenwoordiging niet wordt be
seft.
Naderhand is er wellicht gelegenheid dat
van een andere kant te belichten.
WAARNEMER.
IN NIEUWE EN TWEEDE HANDS
zijn wrtj thans ruim gesorteerd, de
prijs!maar, die valt erg mee,
maar wacht toch vooral niet te lang
met het koopen van zulk een prima
rijwiel, want ze worden steeds duur
der. Wij leveren:
Burgers, E.N.R., Fongers, Pon, We
reld en Simplex Rijwielen.
W. AKERSHOEK
RIJWIELHANDEL OTJDDORP
Het voorval met het stoomschip
Altmark
heeft heel wat voeten In de aarde.
Zooals onze lezers zich mogelijk nog her
inneren heeft de Duitsche Vestzakkrulser
„Graf Spee" op de Zuidelijke Atlantische
Oceaan zeven Engelsche schepen tot zin
ken gebracht. De bemanning van deze
schepen werd voor zooveel mogelijk gevan
gen genomen, de officieren bleven op het
oorlogsschip doch de matrozen werden
overgegeven aan het tankschep Altmark.
De Graf Spee Is door de Engelschen op
gezocht en zooals bekend heeft het zich
zelf tot zinken gebracht daar ontvluchten
niet meer mogelijk was. De Altmark was
echter spoorloos verdwenen, en hoe ook
werd gezocht, het schip werd niet gevon
den.
Op 15 Februari j.l. werd het ontdekt in
de Noorsche wateren.
Volgens Noorsch recht, ontvangen han-
delsschepen van welke partij ook vrij door
tocht en mogen niet In de neutrale wate
ren worden aangevallen.
Twee Noorsche torpedobooten begeleid
den de Altmark.
De Engelsche marine vroeg aan de Noor- ®-
sche torpedobooten uitlevering der Engel
sche gevangenen.
Hier komt nu het moeilijke puntje.
De Noren gaven bericlit dat liet
scliip was onderzocht en dat er
geen gevangenen aan boord waren.
Hierop hebben de Engelschen aangebo
den dat de Noren en zij, gezamelijk het
schip Zouden onderzoeken. Dit aanbod is
geweigerd geworden.
Daarop heeft de Engelsche torpedojager
„Cossack" zich niet storende aan de Noor
sche torpedobooten, de Altmark in de
nacht aangevallen, overmeesterd en de ge
vangenen bevrijd. De berichten loopen wat
uiteen, doch de meesten spreken dat er 314
personen aan boord waren. Het Duitsche
schip is aan den grond geloopen. Na het
overnemen van de Engelschen is de „Cos
sack" weer verdwenen en heeft zijn beman
ning jubelend te Leith aan wal gebracht.
Hadden de Noorsche schepen verzet gebo
den, de Engelschen zouden terug geschoten
hebben. Er waren één kruiser, vier torpe
dobooten en één onderzeeër In de buurt.
In Engeland is de vreugde onbeschrijfe
lijk, maar Duitschland is zeer gebelgd.
Er moeten aanwijzingen zijn, dat de
Dultschers het schip In de lucht hadden
willen laten vliegen.
Wat er ook over nagepraat of geschre
ven zal worden, Engeland zal de bevrijdde
menschen heusch niet terug brengen.
Het tweede feit wat sterk de aandacht
trok Is geweest
j het terreinverlies der Finnen.
Bezweken voor den geweldigen druk,
hebben de Finnen op de Karellsche land
engte, enkele voorste stellingen moeten
prijs geven. De Russen hebben een bres
weten te schieten, waardoor het front daar
ter plaatse een kleine inham of zak ver
toont. Gedeeltelijk hebben zij het veroverde
terrein weer moeten teruggeven.
Gevreesd werd vorige week, dat de Rus
sen een doorbraak zouden hebben kunnen
forceeren, doch het blijkt dat de Finnen
stand hebben kunnen houden. Hoe pijnlijk
ook toen zij de onmogelijkheid inzagen hun
stellingen te behouden, hebben zij zich op
achtergelegen fortiificatles getrokken, doch
de verlaten stellingen grondig vernield.
Er wordt geschat dat de Russen bü zulk
een aanval
15 tot 20 mlUioen K.G.