CmWEEKBiADopGED.GD0nD51AG vööÖKZUID-HOainZCEUWSCHE EHATtDEn
N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPU „EILANDEN-NIEUWS"
Naar een Bolsjewistisch
Europa
Provinciale Staten
van Zuid-Holland
De „Graf Spee" ver
nietigt zichzelf.
12e Jaargang
WOENSDAG 20 DECEMBER 1939
No. 1102
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD ..ONZE E ILAND E. .4" - IS^JAAGANG
UITGAVE VAN
DOODELIJK ONGELUK MET EEN
KARABIJN.
HET
LÊVeNS'l.lCHTJE
PAT DREtGT
UIT TE GAAN l
ttjè l/On TUftFÖ A^-Ce4feH
In tijd van oorlog zullen zoowel mili
tairen als burgers gewond worden.
Het bloed van 100,000 mannen en
vrouwen zal noodig zijn om het leven
van de gewonden te redden.
Het Nederlandsche Roode Kruis orga
niseert den bloedtransfusiedienst over
het geheele land.
Meldt U aan als bloedgever bij de
Plaatselijke werfcommissie of bij het
Secretariaat van de
Centrale Commissie
Prinsessegracht 27 te 's-Gravenhage.
Steunt met een bijdrage op giro 291564
van den Penningmeester te Overschie.
Aboimementspriis 80 cent per 3 maandenby vooruitbetaling.
Verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlflke Bumnien 5 ceal Buitenland 8 gulden per "jaar
GeTesügd te Mlddelhaxnis Prins Hendiikstr. 122 C Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17.
Bijkantoor voor Zeeland: St. Moartensa^jk Marbt, Telef. 69.
Advertenticprjfs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; DiensM
aanvragen en aanbiedingen van 16 regels 80 et.; Boek«3an«
kondiging 10 eent per regel Contracten belangrUjk lager.
Nu de oorlog ruim 3 maanden aan de
gang is, blijkt meer en meer, dat er zich
in de loop van dezte ontzettende krijg all»"--
lei niet tevoren verwachte complicatie,
zullen voordoen, waardoor het doen van
voorspellingen een-zeer gewaagde onderne
ming wordt. Aanvankelijk meenden Enge
land en Frankrijk te moeten rekenen op
een strijd tegen Duitschland en zijn asge-
noot Italië. Reeds na enkele weken bleek,
dat de stukken althans voorloopig, anders
kwamen te staan. Italië Uet tot dusver
zijn vriend alleen vechten, doch in de
plaats van Mussolini deed Stalin steeds
meer van zich spreken. Na een twintigjji-
rige rust tegenover het buitenland kwam
de Russische kolos in beweging, daartoe in
de gelegenheid gesteld door de ommezwaai
van de Duitsche politiek, welke Rusland
in de kaart ging spelen. Het eerste optre
den van de Russen gold Polen, dat op een
buitengewoon laffe wijze werd aangevallen
in de rug, toen de Duitschers het verzet
reeds gebroken hadden. De kleinste helft
van Polen werd bij Rusland ingelijfd en
men is thans ijverig bezig dit gebied te
bolsjewiseeren. Met Litauen, Letland en
Estland werden zoogenaamde pacten van
wederzijdsche bijstand gesloten. Van vrij
willigheid van de zijde dezer kleine Bal-
tische staten was uiteraard geen sprake.
In de practijk komen deze pacten hierop
neer, dat Rusland zoo noodig de militaire
en maritieme bases dezer landen te zijnen
bate Ivan exploiteeren en alzoo de Oostzee
kan beheerschen. Hetzeïfde wilde Stalin
m--*- ■^inland doen. Dit kleine land van nog
get t millioen inwoners is evenwel niet
vaii i>:,an zijn onafhankelgkheld prijs te ge
ven en verdedigt zich tegen de Russische
aanvallen met een bewonderenswaardige
moed, kalmte en volharding. Het laat zich
echter aanzien, dat dit kleine, dappere
volk tegenover de geweldige overmacht het
op de duur niet zal kunnen bolwerken.
De groote vraag is nu, wat uit dit alles
zal geboren worden. Veel meer dan bij de
aanval van Duitschland op Polen is thans
de geheele wereld diep verontwaardigd
over de schandelijke aanval der bolsjewis-
ten op een vrij en beschaafd en godsdien
stig volk en over de schijnheiligheid der
argumenten, welke Moskou aanvoert. Van
alle kanten komen de blijken van sympa
thie, niet het minst uit Amerika. Maar
wat zal dit arme land eraan hebben, al
neemt men over de geheele wereld reso
luties aan, waarinRuslands optreden wordt
veroordeeld, al stuurt men geld en ambu
lances erheen, al wordt Rusland uit de
Volkenbond gestooten en al gaan er wat
vrijwilligers heen om te helpen? Dit alles
zal weinig baten. Want het Russische le
ger moge van militair oogpunt uit be
schouwd, van inferieure kwaliteit ziJn, wat
reeds in menige oorlog gebleken is, de bes
te officieren mogen in de groote „zuive
ring" enkele jaren geleden het leven heb
ben gelaten, ten slotte is toch de over
macht te groot. En daarom is de verwach
ting niet ongegrond, dat ook Finland ten
prooi zal vallen aan het bolsjewisme.
Eerst half Polen, daarna de Bajüsche
Staten straks Finland gebolsjewiseerd.
Zoo staat deze wereldpest van het godloo-
zendom, zoo staan de legers van de Sov
jet, wier regeerders God niet vreezen en
geen mensch ontzien, voor de poorten van
Noorwegen, Zweden, Duitschland, Honga
rije en Roemenië. Z,ullen zij daar halt hou
den? Dat zal afhangen van de ontwiklte-
ling der gebeurtenissen in Midden- en
West-Europa. Italië schijnt een doordrui
gen van het bolsjewisme op de Balkan niet
te zuilen dulden, maar wat zal Duitsch
land doen? Vormt het huidige Duitschland
een bolwerk tegen het bolsjewisme? We
hebben het nimmer geloofd. Hoe hemels
breed het verschil en hoe peilloos diep de
kloove moge schflnen tusschen nationaal-
socialisme en bolsjewisme, wij hebben
steeds de overtuiging gehad, dat er maar
één stap is van het één naar het ander. En
vooral wanneer Duitschland onder de eco
nomische dinik van de Geallieerden ineen
stort, zal het naar alle waarschijnlijkheid
een zware strijd hebben te voeren tegen
een bolsjewiseering van buiten- en van bin
nenuit.
Dit is zeker, dat Stalin de huidige oor
log tusschen Duitschland en de Geallieer
den expoiteert voor de imperialistische
doeleinden der Sovjet-Unie en niet het
minst ook voor de bevordering van de bols
jewistische wereldrevolutie. Indien deze
oorlog lang moest duren, werden de oor
logvoerenden zoodanig uitgeput, dat een
financiëele en economische ruïne met als
gevolg revoluties onvermijdelijk waren. En
in dat troebel water wil Stalin visschen.
Dit is geen denkbeeldig gevaar, al moge
het op het oogenblik schijnen, dat het com
munisme in zeer vele landen weinig betee-
kent en de wereldopinie zeer antipathiek
ertegenover staat. We leven in een wereld,
waarin alles wankelt en velen losslaan van
hun princlpiëele fundamenten. Er heerscht
ook op geestelijk en politiek gebied een
chaotische verwarring, zelfs onder dege-
die zeggen van Christelijk beginsel te
Wanneer predikanten zoover uit de
rs geraken, dat ze lid worden van de
N.S.B, of deze gunstig gezind zijn, hoe zal
het dan zijn met degenen, die niet of nau
welijks onderwezen zijn in de Schriften. En
als we zien op de millloenen, die in 't ge
heel geen godsdienstig beginsel hebben, op
de regeerders der volkeren, voor wie de
Christelijke moraal onbruikbaar is in de
internationale verhoudingen, dan kan er
weinig verwachting zijn, dat men terug
keert tot de goede weg, maar moet veel
eer bange vrees ons hart vervullen, dat
we aan de vooravond staan van een totale
geestelijke en politieke omwenteling, die
het gevolg zal .zijn van deze aorlog, hoe
de uitslag ook moge zijn. Welk weerstands
vermogen hebben de groote massa's, die
met God en Christus gebroken hebben, te
gen de propaganda der godloozen, indien
deze intensief op Midden- en West-Europa
zal worden gericht? In het Engelsche Hoo-
gerhuis werd verleden week de opmerking
gemaakt, dat een gebolsjewiseerd Duitsch
land een enorm wereldgevaar beteekent.
En inderdaad is dit juist.
Want wat is een bolsjewlsatie van een
volk?
De arme Russen kunnen ervan meepraten.
Het beteekent: dictatuur van een kleine
club terroristen, staatsslavemy der arbei
ders, uitmoording der intellectueelen en
der bezitters, uitroeiing van kerk en gods
dienst uit het openbare leven, verbanning
der geloovigen naar concentratiekampen
met als einde een ellendige dood, een ver
armde boerenstand, die van de eene hon
gersnood in de andere valt, een stage on
zekerheid en angst voor de Gepoe, een ge
demoraliseerde jeugd, een duivelsch spion-
nagestelsel en nog veel meer vreeselgke
dingen. Als Europa daaraan ten prooi moet
vallen, is de ondergang^ van het Avondland
gekomen.
Het voortdringen van Rusland schept
dus een nieuw probleem. En het Is waarlijk
geen wonder, dat men zich ook in Engeland
afvraagt, of een nederlaag van Duitsch
land niet tevens overwinning van het bols
jewisme zal zijn. Zoo ja, dan is er niets
gewonnen, maar alles verloren. Men kan
echter begrijpen, voor welke moeilijkheden
men bij een bevredigende oplossing van dit
probleem komt te staan. Eenerzijds komt
men voor de vraag: moeten Engeland en
Frankrijk om de wereldtrloniif van het bols
jewlsme te voorkomen dan vrede sluiten
met Hitler, zoodat deze van de dwangpo
sitie, waarin Europa geraakt, kan profi-
teeren en ongestoord zijn agressies kan
voortzetten? En anderzijds stelt zich de
kwestie, of een overwonnen Duitschland van
het bolsjewisme kan worden gered. De re
geeringen der Geallieerden zullen voorloo
pig wel allen rekenen met de vaststaande
feiten. Dat Duitschlands overweldigings-
polltek een eind moet nemen, staat voor
hen vast. Dat Duitschland bolsjewistisch
zal worden, niet. En daarom is ook een
spoedige vrede niet te verwachten. Deze
schijnt slechts mogelijk, als Duitschland,
mede met het oog op eigen positie en het
bolsjewistisch gevaar, .aijn tot dusver ge
voerde politiek radicaal wilde wijzigen en
dienstbaar maakte aan de opbouw van
Europa op een basis van vrede en wel
vaart. Indien dat gebeurde, zou inderdaad
de gansche wereld zich verheugen en wa
re tevens voor een goed deel de oplossing
->nden van de geweldige problemen, die
i. thans opdringen en was ook aan de
op-iarsch van het bolsjewisme een onver
biddelijk halt toegeroepen.
VREEMDE VLIEGTUIGEN BOVEN
ONS LAND.
's-Gravenhage, 18 Dec. De regeeringspers-
dienst meldt:
In den loop van Zondag zfln op verschil
lende tgdsstlppen boven het midden en
Oosten des lands enkele verspreide vreem
de vliegtuigen, welke op zeer groote hoog
te vlogen, waargenomen. De vliegtuigen
hebben ons rechtsgebied verlaten, nadat
gestegen waren en zij ook herhaalde ma
len van den grond af onder vuur genomen
waren.
Toen de 23-jarige ongehuwde dienst
plichtige H. L. uit Soerendonk, te Erp
(N.-Br.) zijn karabijn wilde schoonmaken
ging het wapen af. L. werd in het hoofd
getioffen en was onmiddellijk dood.
Onder Voorzitterschap van den commis
saris der Koningin, jhr. mr. dr. H. A. van
Karnebeek, hebben de Prov. Staten j. 1.
Dinsdag vergaderd.
Aan de orde was wijziging algemeen
polder-reglement, wijziging verordening
Drinkwaterleiding Zuid-Holland, Tertiair
wegenplan en
Reglement provinciale wegen.
Aan de orde was een prae-advles van
Ged. Staten omtrent verschillende adres
sen tot wijziging in het reglement op de
provinciale wegen.
De heer VONKENBERG (A.R.) zeide,
dat, wanneer een weg wordt aangelegd, het
publiek belang natuurlijk in strijd komt
met het privaat belang. Het eerste belang
moet dan voorgaan, maar met het tweede
moet zooveel mogelijk rekening worden ge
houden en dient behoorlijk omschreven te
zijn. Wat die omschrijving betreft, deze
is bij het rijk beter dan bij de provincie.
Waarom wordt de rijksregeling niet aan
vaard Ged. Staten zeggen, dat zij vergun-
nigen voor op het tijdstip van de overne
ming van den weg reeds aanwezige uitwe
gen nimmer weigeren Spr. gelooft het graag
maar waarom geeft de provincie niet een
nauwkurige omschrijving van de rechts
positie opdat de menschen weten waar ze
aan toe zijn. De Ingezetenen mogen niet
afhankelijk zijn van de billijkheid van de
administratie bij de toepassing.
De heer J. C. DIEPENHORST (A.R.)
sloot zich aan bij den vorigen spreker.
De heer NELEMANS (C.H.) sprak in
gelijken, geest. Bij overneming van de we
gen had men ook de verkregen rechten
moeten erkennen en spr. ondersteunde het
betoog van den heer Vonkenberg, waarin
deze op een betere rechtspositie aandrong.
De heer SCHILTHUIS (V.D.) heeft met
verbazing kennis genomen van de meening
van de meerderheid der commissie uit deze
vergadering, die over dit onderwerp heeft
gerapporteerd. Spr. toonde, aan, dat be
langhebbenden onder de rijksregeling er
niet beter aan toe zijn dan zij, die onder
de provinciale regeling vallen. Practlsche
bezwaren bestaan er hier niet en de theo-
rethische bezwaren kunnen den toets der
critiek doorstaan. Spr. kan zich geheel ver
eenigen met de toepassing van gedeputeer
den der provinciale verordening.
De Voorzitter heeft daarna de vergade
ring verdaagd.
Uitwegen voor de Provinciale wegen
Woensdag werd voortgezet de behande
ling van het praeadvles van Gedeputeerden
voor de uitwegen naar de Provinciale we
gen, welk praeadvles is uitgebracht als
antwoord op eenlge adressen van belang
hebbenden.
De heer Rooy (lib.) is niet te spreken
over de desbetreffende provinciale veror
dening. Hij herinnert er aan, dat de Kroon
een provinciale (Limburgsche) verordening
niet verbindend heeft varklaard wegens het
ontbreken van een schadevergoedingsclau
sule, Spr. dringt aan op erkenning van het
recht van uitweg en wanneer dit recht
niet erkend kan worden op een schadever
goedingsregeling.
Mevrouw De Ru y ter (s.d.) heeft uit
de stukken de overtuiging gekregen dat
hier van onbillijke behandeling geen spra
ke is. Zij vermag niet In te zien, dat de
rijksregeling meer rechtszekerheid biedt.
De Mer geopperae bezwaren hebben op spr.
heel weinig indruk gemaakt. Spr. bepleit
ten slotte een schadevergoedingsregeling
analoog aan het desbetreffende artikel van
de rijksregeling.
De heer Gardenier (s.d.) meent dat
bij wijziging van den uitweg de kosten daar
van door de provincie moeten worden ge
dragen en niet door den houder van de ver
gunning.
De heer Van Voorst tot Voorst
(r.k.) verdedigt het provinciale reglement
en de verordening en sluit zich aan b^j het
betoog van gisteren van den heer Schilt-
huis.
De heer Kedde (comm.) wenscht aan
vulling van de verordening opdat zooveel
mogelij.k aan de verlangens van belang
hebbenden wordt tegemoet gekomen, in
het bijzonder van hen, die een zeker ge
bruiksrecht hebben verworven.
De heer De Bruin (Ged. Staten) brengt
hulde aan den heer Schllthuis voor diens
glashelder betoog, waarbij spr. zich geheel
kan aansluiten. De provinciale regeling
heeft haar bruikbaarheid voldoende aange
toond en voor aanvaarding van de rijksre
geling gevoelt spr. niets. Aan erkende ver
kregen rechten wordt niet getornd.
De heer Vonkenberg (a.r.) repliceer
rende, dient een motie in, waarin Gedepu
teerden worden verzocht, nader in overwe
ging te nemen of en hoeverre de rechter
van de bij deze kwestie berokkenen nadei
bij verordening kunnen worden geregeld.
De Staten,
Gehoord de besprekingen naar aanlei
ding van de verzoekschriften, betreffende
de provinciale regelingen ten aanzien van
particuliere rechten in deze materie;
Overwegende, dat de rechtszekerheid vor
dert dat, zooveel practlsch mogelijk de re
gelen, waarnaar conflicten tusschen pu
bliek en privaat belang worden geregeld
in deze heele materie (en alzoo ook die
welke zich bg de lintbebouwingsregelen
voordoen) bij verordening dienen te worden
vastgesteld.
Verzoekt Gedeputeerden Staten nader in
overweging te nemen of en in hoever bij
algemeen geldende regeling de rechten der
bij deze kwesties betrokkenen volledig kun
nen worden vastgesteld, door wijziging of
aanvulling der betrekkelijke verordeningen.
Vonkenberg.
J. C. Diepenhorst.
J. Rooy.
F. A. Neelemans.
H. van Rossum.
De heer Schllthuis (v.d.) herhaalt in
het ,kort hetgeen hij gisteren heeft betoogd
Spr. kan zich met de voorgestelde motie
niet vereenigen.
Mevrouw De Ruyter (sd.) handhaaft
haar meening, dat de rechtszekerheid in de
rijksregeling niet grooter is dan in de
provinciale regeling. Zij acht de motie niet
op haar plaats omdat daarin het systeem
wordt veroordeeld.
Door de S.D.A.P. werd de volgende mo
tie Ingediend:
De Staten, van de Provincie Zuid-Holland
verzoeken Gedeputeerde Staten te overwe
gen of in het Reglement op de Provinciale
wegen kan worden opgenomen een rege
ling analoog aan artikel 9 van de Verkeers
wet tegen de Lintbebouwing.
Chr. A. de Ruyter de Zeeuw
P. Gardenier.
J. Spronkers.
W. Drees.
L. A. Donker.
(Artikel 9 garandeert den eigenaren van
en andere zakelijk gerechtigden op gron
den ingeval van intrekking eener vergun
ning voor een uitweg of bij het stellen van
nieuwe voorwaarden voor zulk een vergun
ning een billij,ke tegemoetkoming uit 's-
Rijks schatkist in het nadeel dat zij lijden
indien en zoover zij daardoor onevenredig
zwaar worden getroffen en met dien ver
stande dat die bepaling niet geldt indien de
gelegenheid wordt geopend tot het verkrij
gen van een uitweg van gelflken omvang
op een parellelweg.)
De Voorzitter heeft daarna de erga-
dering geschorst.
Na heropening van de vergadering mo-
tievert de heer Drost (11b.) zijn hou
ding t.a.v. de belde moties. Hij is voorstan
der van de motie ingediend door mevr. de
Ruyter c.s. en tegenstander van de motie
ingediend door den heer Vonkenberg c.s.
De heer de Bruin (ged. staten) zegt
dat het college van Ged. Staten tegen de
motie van mevrouw de Ruyter geen be
zwaar heeft en, haar overneemt. Hij ont
raadt aanneming van de andere motie.
Gestemd wordt over de motie-Vonken-
berg, die met 43-26 wordt verworpen. Het
prae-advies van Ged. Staten wordt z.h.s
aangenomen.
Al werd de motie Vonkenberg c.s. ver
worpen, toch is nu bereikt, dat een belang
rijke verbetering kwam in het bestreden ar
tikel van het Regl. op de Prov. wegen.
De verbeteringen zijn deze:
In het antwoord van Ged. Staten op het
rapport der wegencommissie (waarvan ook
ondergeteekenden lid is) hebben Ged. Sta
ten reeds de volgende toezeggingen gedaan
Ie. De vergunningen voor de bestaande
uitwegen behoeven niet uitsluitend ten na
me van den verzoeker gesteld te worden
maar kunnen ook voor zijne rechtverkrg-
genden gelden."
Hiermede wordt tegemoet gekomen aan
het bezwaar dat bö overdracht van den
eigendom ten behoeve waarvan de uitweg
dient, opnieuw vergunning moet worden
gevraagd.
2e. Wijziging van de tweede voorwaar
de waarop vergunning wordt gegeven in
ongeveer deze voege:
indien een weggedeelte waarop de uit
weg aansluit opnieuw moet worden gewij
zigd of verlegd zal ook wijziging of ver
legging van den uitweg op kosten der Pro
vincie geschieden."
3e. Door overneming van de motie van
Mevr. de Ruiter-de Zeeuw zal bij ophef
fing van een vergunning een schadevergoe
ding gegeven worden.
Bovendien kwam uit de besprekingen
naar vorendat recht voor uitmonding
van riolen enz. na 30 jaar door verjaring
verkregen wordt.
DRIE GEWELDIGE ONTPLOFFINGEN
BETEEKENDEN HET EINDE.
Gezagvoerder en 'beöiannlng op weg naar
Beunos Aires.
Kapitein Langsdorff, gezagvoerder van
het Duitsche Pantserschip „Admiraal
Graf Spee" heeft Zondagavond om 7.25 u.
plaatselijke tijd, d.i. ongeveer 11 uur 's-
avonds onze tijd, zijn oorlogsbodem door
middel van een lading dynamiet tot zinken
gebracht, even buiten de vaargeul tusschen
Montevideo en Bueunos Aires.
De Duitsche legatie heeft medegedeeld,
dat kapitein Langsdorff op de ambassade
een schrijven heeft achtergelaten, hetwelk
het vermoeden bevestigt, dat hij geheel al
leen met zijn schip dacht te zullen omko
men, volgens het parool: „Een Duisch ge
zagvoerder blijft op zijn schip." Latere be
richten melden echter, dat hij er het leven
heeft afgebracht en op weg is naar Buenos
Aires in Argentinië.
Vóór de „Graif Spee" Zondagavond de
haven van Montevideo verliet, waren reeds
700 opvarenden, de ouderen en de gehuw
den van boord gegaan en overgenomen
door het Duitsche vrachtschip „Tacoman",
hetwelk zich gelijktijdig met het oorlogs
schip naar buiten begaf.
Ongeveer een half uur voordat de „Graf
Spee" werd tot zinken gebracht werden
zes sloepen uitgezet, waarin de overige le
den plaats namen. Kort daarop weerklon
ken drie zware explosies; kapitein Langs
dorff had zijn woord waar gemaakt, dat
hij Zondagmiddag gesproken had:: „Indien
ik niet erin slaag, door de blokkade van
Engelsche oorlogsschepen heen te breken,
zal ik mijn schip vanavond laten zinken,"
De Duitsche gezagvoerder zou volgens
het D.N.B, zijn besluit hebben genomen,
omdat de regeering van Uruguay hem niet
den noodlgen tgd zou hebben toegestaan,
om zgn bodem behoorlijk in zeewaardl-
gen staat te herstellen.
Commandant en bemanning naar
Buenos Aires.
Volgens Reuter waren de commandant
en het overgebleven deel van de beman
ning van de „Graf Spee" in de booten ge
gaan, alvorens dit schip aan de vernieti
ging werd prijsgegeven.
De correspondent van de „New-York Ti
mes" te Montevideo, die zich op het dak
van zgn hotel bevond, zegt te hebben ge
zien, dat kapitein Langsdorff en andere
officieren in de booten het militair saluut
brachten, toen hun schip in de golven ver
dween.
De correspondent bericht verder, dat ka
pitein Langsdoitff op een electrische knop
drukte toen, de zon onder de horizon ver
dween en de lucht hierdoor gloeiend rood
gekleurd was. Het geheele schouwspel
scheen onwerkelijk. De electrische knop