CriDWECKBIADopGED.GD0nDSIA6 vöÖQDcZUID-HOainZEClJW^ EHAHDEn
Wat zal Italië doen?
Pachtzaken i
12e Jaargang
WOENSDAG 15 NOVEMBER 1939
No. 1092
De buitenlandsche toestaDd en
de positie van Nederland.
W AA RIN
SEDERT 1NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „O N Z E E I L A N D E Z^" 1 8E J A A Q A N Q
UITGAVE VAN ^^■■^^■(^^^■■■^■i^^Bi^^""^""^"*
N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEUWS" Lanl^lgre» "^ticd^en'Tl'i-e «U so et.. Lk-aan*
W. A. DB BAKKER
voor
Handel,
Bedrijf en
OUDDORP
Particulier
niEuws
Gevestigd te Middelliamis Prins Hendrifotr. 122 C Giro J67930 Postbox 8 Tel. 17, I feondiging 10 cent per regel Contracten belang^jlc lager.
Bykantoor Toor Zeeland: St. Maartenadigk Marlet, Telef. 59. ^^^^^^^^^^^^^■■I^^^^^^^^^HBI^^^^^^^
Abonnementsprtjg 90 cent per 3 maandenbg vooruitbetaling.
Verschünt lederen Woensdag en Zatprdag 2 maal per week.
Afzonder^ike nummert 5 cent Buitenland 8 gulden per jaat
Er zijn in het huidig conflict tusschen
Duitschland en ,dfi Geallieerden allerlei fac
toren, die het zeer moeilijk maken, de af
loop ervan te .voorspellen,. In 1914 bij het
begin van de krijgsverrichtingen was dit
ook zoo. Hoewel het scheen, dat Duitsch
land en Oostenrijk-Hongarije een oorlog op
twee fronten niet zouden kunnen door
staan, bleek alras, dat op het Westelijk
front de Duitschers al spoedig tot dicht bij
Parijs doordrongen en de Russen bij de Ma-
surische meren een groote nederlaag leden.
Toen in de loop van de Wereldoorlog de
partijen zich steeds meer gingen afteeke-
nen en bijna de geheele wereld met de Cen-
tralen in oorlogstoestand verkeerde, was
het echter niet moeilijk meer de einduitslag
te profeteeren. Duitschland moest toen wel
capituleeren.
Na twee maanden oorlog staan de zaken
er nu echter toch nog veel minder overzich
telijk voor dan toen in 1914 de oorlog twee
maanden aan ,de gang was. Toen immers
vochten reeds mee Engeland, Frankrijk,
Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, Rusland
Servië, Bulgarije, België en Turkije. Italië
en de Vereenigde Staten hebben zich pas
later bij de GealUëerden aangesloten, even
als Japan en Roemenië en vele Zuid-Ame-
rikaansche Staten. Thans evenwel is het
getal der oorlogvoerenden slechts drie en
uit alles blijkt, dat de andere groote en
kleine mogendheden weinig lust hebben zich
mede in het oorlogsavontuur te storten.
De einduitslag van het conflict hangt van
allerlei factoren af, vrter werking thans
riog moeilijk of in het geheel niet te voor
spellen is. Zal Duitschland economisch een
langdurige oorlog kunnen doorstaan? Zul
len de gebeurtenissen al dan niet leiden
tot een hlnnenlandsche omwenteling? In
hoeverre zal Rusland liet Duitsche Rijk steu
nen met grondstoffen en voedingsmiddelen?
Zal het misschien op de duur ook militaire
steun aan Hitler verleenen? Of is de kans
zeer groot, dat de Duitsch-Russische vriend
schap slechts Van tijdelijke aard is? Hoe
zullen de krijgsverrichtin,gen verloopen?
Zullen tenslotte Turkije en de Vereenigde
Staten zich aan de zijde der Geallieerden
in de oorlog werpen? En wat 2!al Italië
doen?
Het zijn altemaal vragen, waarop mo
menteel geen positief antwoord gegeven
kan worden. Ook op de laatste, die we in
dit artikel onder het oog vrillen zien, niet.
De aigemeene verwachting was, dat Italië,
toen Duitschland met de Westersche mo
gendheden in oorlog geraakte, zich zou
scharen aan de zrjde van ziijn asgenoot. Im
mers, zoowel Hitler als Mussolini, hadden
de laatste jaren in steeds sterker en krach
tiger bewoordingen, de onverbreekbaarheid
en soliditeit van de as-Rome-Berlijn in het
licht |gesteld en zoo was de wereld in de
waan gebracht, dat het lot van den één on
afscheidelijk met dat van den ander ver
bonden was. Inderdaad heeft Italië aan
Duitschland diplomatieke steun verleend bij
de inbezitname van Tsjecho-Slowakije,
heeft het toegestaan, dat Oostenrijk werd
geannexeerd en Week het ook het Duitsche
standpunt ten opzichte van Polen te dee-
len. Anderzijds heeft Duitschland de zijde
van Italië gekozen, toen dit land Abessynië
en Albanië vermeesterde. Doch het merk-
waardigde is, dat de as wél zeer sterk
bleek, zoolang op een gebiedsuitbreiding
geen oorlog volgde, maar toen tengevolge
van de Duitsche inval in Polen ,de Euro-
peesche oorlog uitbrak, gebeurde, wat nie
mand had verwacht:. Italië bleef neutraal
en laat op dit moment Duitschland alleen
strijden.
Het ligt voor de hand, dat men hiervoor
naar een aannemelijke verklaring zoekt.
Sommigen zeggen: Italië is nu eenmaal on
betrouwbaar. In de wereldoorlog is dit ook
gebleken, want het had een verbond met
Duitschland en Oostenrijk, terwijl het in-
plaats van hen bij te staan, op 24 Mei 1915
hen de oorlog verklaarde en zich daarmee
schaarde aan dezijde der Entente. Het i^oii
nu ook wel weer zoo gaan. Italië kijkt
de kat uit de boom en wacht af, hoe de si
tuatie Verloopt om dan zich te scharen aan
de zijde, waar het meeste voordeel te ha
len is. Wij gelooven echter, dat dit niet zoo
behoeft te zijn^ Het is immers bekend ge
worden, dat Italië in een geheime clausule
van het Drievoudig Verbond der Centralen
in enkele opzichten een voorbehoud had ge
maakt, waardoor de kwalificatie van ver
raad, in 1915 gepleegd,' te sterk zou zijn.
Evenzoo kan het ook nu zijn; Wij weten er
niets van, maar het lijkt waarschijnlijk, dat
Mussolini van meet af bezwaar gemaakt
heeft, terwille van Danzig en Polen zich
aan de zijde van Duitschland in een Euro-
peesche oorlog te storten en voor speciaal
Duitsche- verlangens mogelijk zijn land en
Volk' te ruïneeren.
Daarbij komt nog, dat het verbond van
Hitler met StaUn in Italië, evenmin als in
Spanje, met geestdrift is begroet. Het is
wellicht niet al te gewaagd, de meening te
poneeren, dat Mussolini hierin een zeer
groote politieke fout en in ieder geval een
bedreiging ziet voor Europa én met name
ook voor de Italiaansche belangen. De ex
pansie van Rusland, het voortdrjngen van
het bolsjewisme naar de Oostzee, doch voor
al de gevaren, welke van die zijde dreigen
op de Balkan, die door Italië veelal wordt
beschouwd als zijn speciale invloedssfeer,
zijn ongetwijfeld mede oorzaajk van de Ita
liaansche afzijdigheid. Mussolini ducht blijk
baar een te groote invloed én van Duitsch
land én van Riisland in Roemenië en Bul
garije en wijzigde daarom ook zijn politiek
tegenover Griekenland en Turkije, welke
meer tegemoetkomend werd.
Bovendien moet Mussolini rekenin,g hou
den met het feit, dat het Italiaansche volk
zielf niet bijster Duitschgezind schijnt te
zijn en door zijn sterk Katholieke inslag,
mede als gevolg van de invloeden van het
Vaticaan, zeer anti-bolsjewistisch is, waar
door fiet Duitsch-Russisch verbond voor dit
volk een absurditeit moet zijn. Indien Mus
solini als „Dritte in Bunde" zich hierbij had
aangesloten, zou hij ongetwijfeld zijn positie
hebben verzwakt.
De voornaamste reden .voor het tijdelijk
of wellicht definitief afzijdig blijven van
Italië ligt echter, gelooven wij, meer op
strategisch-militair gebied. Immers ItaUë
is in een oorlog met wereldmachten als
Engeland en Frankrijk, territoriaal be
schouwd, veel kwetsbaarder dan Duitsch
land. Dit laatste land vormt een afgerond
geheel, met slechts 300 km. grens, die ver
dedigd moet worden. Koloniën, die afge
nomen kunnen worden, bezit het M^t meer.
Italië daarentegen zou in geval van oorlog
met de GealUëer4en in een zeer moeilijke
positie komen. Met zijn leger zou het wei
nig kunnen beginnen, daar de grens met
Frankrijk loopt over de zeer hooge en bree.
de West-Alpen, die een offensief van weers
kanten Vrijwel uitsluiten. En wel beschouwt
het de Middellandsche Zee als de „mare
nostrum," als ,,onze ,zee'„ dus als een Ita
liaansche binnenzee, maar dit sluit niet uit,
.dat ook Engeland, Frankrijk en Turkije
door middel van hun vloten er groote in
vloed uitoefenen. Vooral het Britsche Rijk
heeft hier groote belan,gen te verdedigen:
Gibraltar, Malta, Cyprus, Palestina, het
Suez-kanaal. En ook Frankrijk met zijn
Afrikaansche koloniën Marokko, Tunis en
Algerië heeft belang bij een verbinding met
de overkant. In geval van oorlog zou Italië
van zeer verschillende zijden aangevallen en
bemoeilijkt worden, vanuit Frankrijk, Cor
sica, Tunis, Algerië,, Turkije, Egypte. Zijn
Afrikaansche koloniën liepen direct groot
gevaar, met name Abessynië, dat .dadelijk
van'het moederland zou worden gescheiden.
Natuurlijk zou Italië ook Engeland en
Frankrijk groote moeilijkheden in de weg
leggen, vooral .door een duikboot, en lucht
oorlog, maar daartegenover staat, dat zjijn
handel en scheepvaart evenals die van
Duitschland oogenblikkelijk zouden worden
afgesneden Deze strijd zou volornamelijk
ter .zee worden uitgevochten.
De vloten van Frankrijk en Italië zijn
ongeveer even sterk. Frankrijk moet echter
zeker .de helft van zijn vloot i^ de Atlan
tische Oceaan houden, doch daartegenover
staat, dat de Engelsche Middellandsche Zee
vloot dit tekort gemakkelijk kan aanvul
len. Een Italiaansch offensief in eenigerlei
richting zou echter zeer moeilijk zijn en
zeer gecompliceerde posities in het leven
roepen. Militair-strategisch zou het voor
Italië zeer riskant ;^ijn, zich in de oorlog
te werpen en met name het behoud der ko
loniën zbu zeer te bezien staan..^
Wat de economische hulpbronnen betreft
waarover Italië beschikt, deze zijn zooda
nig, dat het een langdurige oorlog nog min
der zou kunnen weerstaan als Duitsch
land. De goudvoorraad is zeer miniem. Ze
bedraagt volgens betrouwbare gegevens
slechts 140 millioen guldens (Duitschland
180 millioen en Nederland 1300 millioen
terwijl de Vereen. Staten aan de top staan
met 27000 millioen) Over deviezen beschikt
het dus niet en het kan daarom slechts
evenals Duitschland door een soort ruil
handel aanschaffen, wat het noodig heeft.
Voedingsmiddelen brengt het tamelijk wel
in .voldoende hoeveelheid voort, daar het
een echte landbouwstaat is. Het voornaam
ste bezwaar is echter, dat Italië niet rijk
is aan mineralen; steenkool en petroleum
wor.dt er vrijwel niet gevonden, zoodat de
ze producten (met bijproducten als ben-
zjine) moeten worden ingevoerd.
Ook voor ijzer en andere metalen is het
grootendeels op de invoer aangewezen, zoo
dat in oorloigstijd de positie van Italië in
dit opzicht spoedig zeer precair zou worden
Het staat dus economisch niet heel sterk
en doordat het zeer gemakkelijk overzee
af te sluiten is, was het op zichzelf aange
wezen.
Wellicht zijn het al dezie en nog andere
overwegingen geweest, die de Italiaansche
regering heeft doen besluiten, buiten het
conflict te blijven, uiteraard is er geen ze
kerheid of ,dit zoo blijven .zal. Dit zal, naar
het zich laat aanzien, afhangen van de
loop der gebeurtenissen. Ontwikkelt de toe
stand zich in ongunstige zin voor Duitsch
land, dan zal de geneigdheid van Italië
om zijn asgenoot bij te springen er zeker
niet grooter op worden. Het is voor Italië
ook niet gemakkelijk om met inzet van zijn
geheele nationale, economische en culturee-
le leven benevens zijn koloniën een strijd
in te gaan, welke per slot van rekening
is ontketend, om specifiek Duitsche be
langen.
Het zou niet te verwonderen zijn, als
men daarvoor in Italië zeer weinig zou
gevoelen.
SOMBERE CIJFERS.
Oud-minister .de Wilde heeft voor het
Departement Utrecht van de Ned. Mij. voor
Nijverheid en Handel dezer dagen een rede
gehouden over onze Staatsfinanciën.
't Zijn leerzame cijfers, hoewel uiterst
somber. We geven er een en ander van
door. Vooral in mobilisatiedagen, getuige
de vorige mobilisatie, komt er vaak een
geest van oppervlakkigheid en onverschil
ligheid in allerlei opzicht, niet .het minst
in financieelen zin.
„Het komt wel terecht," is een uitdruk
king die in zijn omvorwerping van zooveel
oude soliede waarden, getuigenis aflegt
van een funeste opvacting ook in financieel
o.pzicht.
Daar is allereerst zijn mededeeling, dat
we sinids 1931 igeen sluitend biidg«t hebben
g«)ha|cli, idluls dat seiflert 1931 aUe jaren met
een te kort is 'geeinia|gd. Sedert 1931- der
halve een opstapeling van tekorten, een
lyennieerdef ing van onze schuld) met een mil
liard 'gtujden, iflat is dlu^na mijlioen gul
den. Gedurende al ,die jaren hebben we ge
hoord van het sluitend maken van de Rijks
begrooting. Men ging er de verkiezingen
mee in en zie nu blijkt dat er nimmer een
sluitende begrooting is geweest.
Ook bij de waterschappen, de provincies
en de gemeente zijn de laatste jaren de
schulden enorm toegenomen, zoodat ze
naar de spreker meedeelde over de drie
milliard zijn gestegen. Van 1931 tot 1936
heeft een voortdurende daling van de in
komens en de vermogens plaats gehad.
Voor de gewone, de normale uitgaven ver
toont de begrooting Van 1940 in feite een
te kort van f 55 millioen en voor den dienst
van 1941 zal dat te kort nog f 60 millioen
hooger ,zijn, dus niet minder dan f 115
millioen. En ,daar staat tegen over dat de
verhooging van de belastingen slechts f 50
niillioen" zal opbrengen. De belastingen die
I toch al zoo hoog zijn moeten nog weer
met dat bedra,g verhoogd worden: En nu
nog de buitengewone uitgaven.
Reeds nu kost de mobilisatie f 200 milli
oen. Dat is nog maar een begin. Als men
rekent dat de vorige mobilisatie niet min
der dan f 2.3 milliard heeft .gekost.
Wat bovendien zoo ongunstig is: bij het
begin van de vorige mobilisatie hadden we
een schuld van if 1154 naillioen. Thans be
ginnen we de mobilisatie met een schuld
van f 4000 millioen of ongeveer 3% maal
zooveel schuld. Dat ^ijn sombere cijfers.
Die er op wijzen dat er aangepakt moet
worden. Niet met de handen slap gaan
zitten, maar aanpakken. Versobering van
den staatsdienst is noodig.
Bezuiniging op uitgebreide schaal en
doortastend. Dat is groote noodzaak.
Komt er een financieële instorting dan
zijn de gevolgen niet te overzien. Het fi-
nancieëele probleem is van het uiterste be
lang. Om dat in orde te krijgen zullen fi
nancieële offers gebracht moeten worden.
En wie zou die niet willen brengen, voor-
aï als de Regeering een goed voorbeeld
geeft,door niet flinkheid naar .versobering
van haar dienst en naar de uiterste zuinig
heid te streven.
STAAT HET CHRISTELIJK ONDER
WIJS WAT VORDERINGEN BE
TREFT ACHTER BIJ 'T ZOOGE
NAAMD NEUTRAAL?
Wie op onderwijsgebied geen onbekende
is, weet, .dat soms smalend gesproken
wordt over de vorderingen, die kinderen op
.de Christelijke School maken. De orthodoxe
onderwijzers schijnen dus hun werk maar
zoo, zoo te verstaan. Dit stokpaardje, reeds
jaren bereden, wordt nog wel vaker bere
den, dan oningewijden denken, ja, hoe men
soms opzettelijk of bij vergissing de zaak
verdraaid, is frappant.
Nu valt het reusachtig moeilijk om aan
die smaadtaal afdoend bewijs te leveren.
Het rapportboekje van het kind zegt niets.
De eene onderwijzer geeft hooge, een ander
lage cijfers.
Dezer dagen zagen we de officieele uit
slag van den M.U.L(.0. examens 1939. Dit
examen wordt afgenomen door leerkrach
ten, zoowel van 't openbaar als van 't
christelijk onderwijs. De Roomschen heb
ben een apart examen.
Het schriftelijk werk, dat de leerlingen
zoowel van de openbare als christelijke U.
L.O. scholen krijgen is precies gelijk en
wordt tegelijk gemaakt onder toezicht van
anderen. Het wordt gewaar.deerd door per
sonen, ,die vaak in een andere streek van
ons landje wohen, naar één van te voren
opgesteld correctie model, opgemaakt door
de Regelingscommissie. Bij het mondeling
examen komen de candidaten voor hun on
bekende examinatoren.
Kinderen van Openbare Scholen worden
vaak door leerkrachten van Christelijk ge^
exmineerd en omigekeerd. De examinatoren
weten niet vanwaar de candidaten komen,
bij gevolg ook niet of ze een openbare dan
wel een christelijke school bezochten.
En wat bleek nu in 1939
Neutraal M.U.L.O.:
Aant. Cand. Geslaagd In proct.
Voor A 5192
Voor B 916
Aanvullingsexamen 307
4156 80.05%
791 86.35%
249 81.11%
Christelijk M.U.L,0.:
Aant. Cand. Geslaagd In proct.
Voor A 4065 3255 80.07%
Voor B 541 465 85.95%
Aanvullingsexamen 326 270 82.82%
Men ziet, er is bijna geen verschil. En
dit is niet alleen in 1939. Maar elk jaar
dekken de cijfers elkaar.
De leerlingen, die een U.L.O. bezoeken,
hebben eerst een lagere school bezocht. Ook
dien opbouw wordt verder gewerkt. De uit
slag van de U.L'.O. examens laat duidelijk
zien, dat .die onderbouw bij 't christelijk
onderwijs even stevig is, als bij 't openbaar.
NERVEUZE STEMMING AAN DE
GRENS.
ONGEGRONDE GERUCHTEN.
Door opgewonden berichten in de buiten
landsche pers en in .de radio is in Ne
derland, vooral in de grensstreek, een ner
veuze stemming gekweekt. De meest wild
ste geruchten deden de ronde, te meer,
daar van regeeringszijde .geen mededeelin-
gen kwamen en van militaire zijde voor
zorgsmaatregelen werden genomen.
Zoo was b.v. Zaterdagavond het telefo
nisch verkeer met ^^le plaatsen in ons
land verbroken, wat er toe bijdroeg de ner
vositeit te verhoogen. Bovendien is door
het A.N,P. een onjuist bericht .door de radio
gegeven, over het grens-incident bij Venlo,
wat niet niet de werkelijkheid strookte. De
toenemende spanning was echter hoofdza
kelijk te wijten aan de stilzwijgend der re
geering, die toch het Nederlandsche volk
op de een of andere wijze wel had kunnen
geruststellen.
De Engelsche pers heeft over ons land
alarmeerende berichten verspreid, als zou
den wij en eenige andere neutrale lan
den gevaar van Duitschland te duchten
hebben. De Engelsche pers baseert dit op
de Duitsche troepenbewegingen naar onzje
grenzen. Men Heeft echter van Dujtsche
zijde verklaard, dat zij de berichten, die
van Engelsche zijde worden gelanceerd,
niet telkens meent te moeten weerleggen
De Duitsche pers neemt ten opzichte Van
ons land een rustige houding aan. De cri-
tiek die er was, liep hoofdzakelijk op de
Engelsche blokkade, waaraan ook Neder
landsche schepen zich moeten onderwerpen
Het is evenwel niet mogelijk daaraan te
ontkomen, al doet nien van onze zijde zoo
veel mogelijk om onze vrijheid te water te
verdedigen en te behouden.
In Duitsche politieke kringen is opnieuw
verklaard,
dat Duitschland Idle neutraliteit
van Nederland «al e^Wedigen,
natuurlijk onder de voorwaarde, dat ook de
andere partij dit doet. Een herhaling van
de bekende officieele verklaring, inzake de.
2(e eerbiediging wordt van Duitsche zij,de
ni(6t noodig geoordeeld, omdat er immers
niets geschied is, waaruit iets anders zou
kunnen blijken.
Beheer en Administratie
.van vaste goederen
Makelaardij Taxatie (Beëedigd)
Vermogens- en Beleggingsbeheer.
(Ook Voor de Zeeuwsche eilanden.)
Berlijn eeal het aanbod, van goedle
diens'ten bestudeeren.
De Duitsche gezant heeft Zaterdag in
opdracht zijner regeerin,g aan minister .van
Kleffens medegedeeld, dat de inhoud van
het telegram, dat Hare Majesteit de Ko
ningin en Zijne Majesteit de Koning der
Belgen verleden Dins,da.g j.l^ tot den Rijks-
kanselier hebben gericht, zorgfVuldig zal
worden onderzocht.
Minister Spaak van België en mi-
nlfs^ter Kleffens confereieren të Bre-
ida.
Breda was Zondag onverwachts het cen
trum van politieke bedrijvigheid. De mi
nisters van Buitenlandsche Zaken van Bel--
gië en Nederland confereerden met elkaar
te Breda. Zij waren .vergezeld van sec
retaris-generaal van hun departement.
Omtrent de conferentie zelf is niets be
kend.
BUITENLAND 1
SCHERPE REDE VAN CHURCHILL.
Uit Londen: Churchill heeft een zeer
scherpe radio-rede uitgesproken oVer „10
weken; oorlog." Hij zeide onder meer, dat
tengeland zoolang de strijd zal yoeren, tot
Duitschland er genoeg van heeft. Hij be
toogde, dat de „tien weken respijt" Enge
land in staat hebben gesteld, zijn kracht op
te voeren, en uitte zijn vreugde over de hou
ding van Italië, Japan en Turkije, terwijl
hij de Sovjet-Unie noemde ,,een rem voor
Duitschland in Oost-Europa."
Churchill betichtte Duitschland, dat door
haar thans de kleine staten in West-Euro,-
pa werden bedreigd. Engeland gaat onver
poosd verder met de handel ter zee: 4000
schepen zijn steeds onderweg, terwijl de
Duitsche schepen liggen te roesten of zjijn
in neutrale havens gevlucht.
Göbbjalis ri(ch!t z^ch tegen de En
gelsche poUtiek.
Minister Göbbels heeft Voor het perso
neel der Osram-fabrieken te Berlijn een re
de gehouden, waarbij hij zich keerde tegen
de Engelsche politiek. Hij beschuldigde En
geland er van, dat het opnieuw er op uit
is, een volk te scheiden van zijn leiding en
het weerloos aan Britsche willekeur uit te
leveren,.
Staten, die Midden-Europa als hun kolo
nie beschouwen, zien het ontstaan .van een
blok van 90 millioen Duitschers als een be
dreiging en .daarom hebben zij den oorlog
ontketend.
Het is de taak van eiken Duitscher, zoo
beëindigde Goebbels zijn rede, voor dezen
oorlog zijn krachten in te spannen. Wan-i
neer deze oorlog, die Engeland vrtlde, ge
wonnen is en wij weten dat hij gewoimen
zal worden dan beteekent dat de defi
nitieve bevrijding van ons .volk en de be
vestiging van ons nationale leven van alle
tijden.
INSTELLING VAN EEN BUREAU ONT-
RUIMING VAN HET RIJKSBUREAU
VOOR DE VOEDSELVOORZIENING IN
OORLOGSTIJD.
Van officieele zijde vernemen wij:
In onderling overleg tusschen de Minis
ters van Defensie en van Econ. Zaken is
als onderdeel van het Rijksbureau .voor de
Voedselvoorziening in oorlogstijd ingesteld!
een Bureau Ontruiming. Aan dit Bureau
is opgedragen de Voorbereiding en de even-
tueele uitvoering van den afvoer ,van vee
en landbouwproducten, wanneer uit bepaal,
de streken des lands daarvan onder bepaal
.de omstandigheden afvoer noodzakelijk zou
blijken. Het Bureau is gevestigd aan het
Lange Voorhout No. 3 te 's Gravenhagej