CriDWEEKBIADÖpGED.GD0nD51A6 vöÖRDcZUID-HOI11fiZEEUW3CI1E EHAHDEn ^^^^ÜT" N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EllANDEN-MÜWS" STICHTELIJKE OVERDENKING WEK UW LEVER-GAL OP 12e Jaargang ZATERDAG' 23 SEPTEMBER 1939 No. 1077 Dit nummer bestaat uit 2 bladep Door het geloof een vreemdeling. Uit het Kijkvenster Administratiën l WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE E I LAND E.18e JAARGANG UITGAVE VAN Deze woorden spreken ons van Abraham, den vader der geloovigen. In de voorafgaande verzen wordt ons van hem medegedeeld, dat de Heere hem riep uit Ur der Chaldeën, en dat Abraham ook door het geloof gehoor zaam is geweest. Z'n vroegere woonplaats moest hij dus verlaten, daar was voor hem, door het geloof, het leven onmogelijk en ondragelijk geworden. Wanneer de Heere een mensch ook waarlijk, zalig makend roept, dan zal hy de zonde en de wereld moeten verlaten en vaarwel zeggen. Met Abraham zullen ze dan, geroepen zynde, gehoorzaam zijn om uit te gaan.Gansch daaraan vervreemd zullen ze dan het vorig le ven moeten vaarwel zeggen. Doch uit gegaan zijnde en komende in het land der belofte, zullen ze daar niet een vaderland vinden, doch indien het ge loof levendig zijn mag, zullen ze daar als vreemdeling verkeeren, geiyk Abraham, volgens onze tekst. Na die daad van geloofsgehoorzaam heid, zal er dus moeten volgen een le ven des geloofs. Die daad van geloofsgehoorzaam heid kenmerkt zich door een kennen van het vreemdelingschap, en wel in die mate dat het leven er onmogelijk wordt. Men vindt er den dood. Doch volgens onzen tekst is ook het kenmerk van' het daaropvolgende leven des geloofs, wederom het vreem deüngschap, zq het dan ook eenigs- zins andersoortig. Het leven was voor Abraham daar niet onmogelijk, want hij is er een inwoner geweest. Maar aan de andere kant was hij daar toch ook niet thuis, want het was voor hem als een vreemd land; hij was en bleef er vreemdeling. De oorzaak daarvan was niet één of an der natuurlijk iets. Neen, onze tekst zegt, dat hy daar een vreemdeling was door het geloof. Hy gevoelde zich niet een vreemde, omdat z'n oude vaderland hem nog trok of na aan het hart lag- Neen, want indien zg aan dat vaderland ge dacht hadden, van hetwelk zij uitge gaan waren, zy zouden tgd gehad heb ben om weder te keeren. Neen het is een onmogelijkheid dat de gelovige zich een vreemdeling ge voelt in het land der belofte, omdat zijn oude vaderland hem weder trekt en zijn vorig leven hem weder lokt. Stellig kunnen zy daar meermalen in terugvallen en naar terugverlangen doch dan zijn het de vleeschelijke lus ten die hem meesleepen en nooit het gevoel van vreemdelingschap dat hen naar het oude vaderland doet terug verlangen. Israël verlangde wel terug naar de vleeschpotten in Egypte, maar niet omdat ze Egypte als hun vaderland terugbegeerden maar omdat ze met vleescheiyke lusten bevangen waren. Neen het ware zaligmakende ge loof doet een mensch zich als vreem deling gevoelen ook in het land der belofte. Dat komt daarvandaan, om dat het geloof den hemel heeft en be schouwt als vaderland. Dat zaligmakend geloof immers vindt z'n oorsprong in een hemelsche geboorte. Zy zyn uit God geboren. Daar is ook het vaderland; daar jiggen ook de erfgoederen. Daar heb ben ze hun wandel; naar dat vader land zoeken en begeeren ze ook. Geloof, en vreemdeling zijn in Ka- naan hooren nu altoos onlosmakelijk b\) elkaar. Is het ééne aanwezig, dan moet er ook het andere zijn; ont breekt één van beiden, dan wordt ook het andere gemist of is bedrog en in beelding. Het zaligmakend geloof richt zich altoos op Christus als Mid delaar en Zaligmaker. Mag dit geloof dan levendig beoe fend worden, dan zal het altoos een onuitsprekelijk gevoel van vreemde lingschap doen kennen. O, hoe groot en dierbaar dat geloof in de beoefening ook is, onder de be oefening zal het levendig gevoeld worden, dat het maar geloof, en nog niet ëen aanschouwen is. De ziel zal in die verheven oogenblikken het met Paulus gaan verstaan en belijden dat het inwonen in het lichaam een uitwo nen is van den Heere (2 Cor. 5 6 en 7)Een heilig heimwee zal er dan in de ziel ontbranden, een zuchtend ver langen zal er oprijzen om met die woonstede, die uit den hemel is, over- kleed te worden (2 Cor- 5:2.) We moeten echter voorzichtig zijn dat we dit niet te ver doortrekken, want dan zouden we daardoor te kort doen aan de uitnemendheid en dier baarheid des geloofs. Het geloof doet wel het vreemdelingschap ook in het land der belofte, gevoelen, maar aan de andere kant maakt het geloof het leven in het land der belofte (de Kerk) niet ondragelijk en onmogelijk. Abraham is door het geloof een inwo ner geweest in Kanaan. Het geloof wekt wel een heimwee in de ziel (het vreemdelingschap), doch nooit wekt het een onbetamelijk, ongepast zoe ken naar den lichamelijken dood. Het snijdt niet alle levensmogelijkheden af. Dit doet het geloof wel in Ur der Chaldeën, daar wordt het leven on mogelijk, dat moeten ze verlaten. Maar in het land der belofte kon Abraham door het geloof een inwoner zijn. We zien dus dat het geloof voor twee uitersten bewaart en dat het de ziel a.h.w. tusschen twee klippen zoekt door te leiden. Die klippen zijn aan de ééne kant een onbetamelijk zoeken van den li chamelijken dood, zooals''Elia en Jo- na; en aan de andere kant een zich thuis gevoelen, een klaar zijn. De weg daar tusschen door is de weg des geloofs, naml. een inwoner zijn in Kanaan, als in een vreemd land. Of, zooals Paulus het met andere woor den zegt: Daarom zijn wij ook zeer begeerig, hetzij inwonende hetzij uit wonende, om Hem welbehagelijk te zijn 2 Cor. 5:9). Dit is altijd de weg des geloofs, want het geloof is im mers een vrucht van de voorbede van Christus als de groote Hooge Pries ter der Kerk. En als Jezus bidt om dat geloof, tot den Vader, dan zegt Hij allereerst: Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt. Het geloof, als vrucht van deze bede, kan dus onmogelijk ooit te ver gaan zoodat het inwonen in het Uchaam ondragelijk zou zijn- De vrucht van deze bede is, dat ze een inwoner mogen zijn in het land der belofte. Maar aan de andere zijde gaat het geloof toch weer wel zoo ver dat ze het vreemdelingschap goed gevoelen. Is er geloof, dan zullen ze zich hier nooit thuis gevoelen, dan is het vader land niet hier maar boven; en een heimwee daarnaar wordt onder de be oefening gekend. In deze uitwerking toch is het geloof ook een vrucht van Jezus voorbede, want voortgaande zegt Jezus: Maar ik bid, dat Gij hen bewaart van den booze. Het lichaam wordt door dat geloof dus niet aange tast, maar wel het verdorven, zon dige vleesch. Dat moet wel sterven en gedood worden. Door het geloof mocht Abraham dus een inwoner zijn in Kanaan als in een vreemd land. De wijze waarop de Heere nu deze twee zaken, naml. in woner zijn en tegelijk vreemdeling zijn, combineert en vereenigt, daar van vinden we een inhoudrijke, tee- kende beschrijving in het vervolg van onzen tekst. Dat werkt de Heere uit door het geloof, en wel aldus, dat ze in dat land der belofte in tabernake len of tenten mogen wonen. Immers het wonen in tenten is een vereeniging van inwoner zijn en tege lijk vreemdeling zijn. Een tent toch is een woongelegenheid. Ze is een be schutting tegen storm en regen, tegen koude en hitte. De oefeningen des zaligmakenden geloofs zijn nu zulke tenten voor de kerk des Heeren op aarde. Hij zal hen nooit geheel vergeten en verla ten doen ronddolen en omzwerven' zoodat ze bezwijken en om zullen ko men. W. A. DB BAKKER voor Handel, Bedrijf en Particulier O U D D O R PA AN ZEE* J Gedipl. Beëedigd Makelaar- J X Taxateur. f Behandeling van Uw zaken op f V vlotte en deskundige wijze. f (Ook voor de Zeeuwsche Eilanden) f niEuws Abonnementsprvja 90 cent per 3 maandenb^ vooruitbetaling. Advcrtentle'prfl's 20 cent p«r regel. Reclames 40 et.; Dienst* aanvragen en aanbiedingen van 16 regels 80 et.; Boek*aan« kondiging 10 cent per regel Contracten belangrijk lager. Gevestigd te Middelharnis Prins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17. B^kantoor voor Zeeland: St. Maartena^k Markt, Telef, 59. Verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonder^Jke nummer» 5 cent Buitenland 8 gulden per jaar Tekst: Hebr. 11 9ia. Door het geloof is hij een Inwoner geweest In het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen g-ewoond. (Wordt vervolgd.) P. Ds. J. V. d. H. „ACH EN WEE GEROEP" NIET OP ZIJN PLAATS. Over het sluiten van het verdrag tusschen Duitschland en Rusland komen veel niet uitgepraat. Men vindt het verschrikkelijk, verachtelijk, ja welke woorden worden er al niet aan gewijd. ,.Dat is nu de politiek, de vuile politiek," zoo zegt men^ Toch moet men wel eens op letten van welke zijden die uitspraken ko men. En dan wordt het duidelijk, dat het nog lang niet hetzelfde is al zieggen twee hetzelfde. Daar wordt vooral van de zij,de der democratiën hoog opgegeven van het mc(nsterverbond tusschen Hitler en Stalln. Maar is men zelf wel zoo geheel vrij. De democratiën daarmede verstaan we die landen die roemen in het bezit van een revolutionnaire vrijheid. Maar dan denken we ook aan de democraten in ons eigen land. Die deden ook mee en doen dat nog. Zoowat alle partijen, zeker alle groote partïjen. Maalkten ide dteanocr^tiën zelf niet Litwinof, de saltelliet van Stalln, lie gesle pen staatsnum vasn het bolsjewistisch Kps- lanid tot voorzitter van den Volkenbond, En deden onze Nederlandsche democraten, ja zelfs onze Christelijke staatslieden daaraan niet mee? Inderdaad dat is gebeurd. En nu ligt het toch zoo: als men zelf een bolsjewiek, een communist tot voorzitter maakt van den Volkenbond, dan moet men toch met zfn „ach en wee" geroep wel eeni- germate bescheiden zijn als Hitler om zui ver opportunisme, omdat het hem zonder meer past, hem te stade komt. Stalin weet te vinden. Van beginselen is daarvan geen sprake. Noch Hitler, noch Stalin houden er bew ginselen op na.. Ze zyn aanhangers van de leer om hun beginselen te wijzigen naar de omstandigheden. En in beginsel zijn ze voor wat aan gaat het negatieve, n.l. het verzet tegen de ordinantiën van den levenden Gfod. Daarop wezen we gedurig en daarom behoeft de draai van Hitler en Stalin niet al te zeer te verwonderen. LANDBOUWVEELOF EN VACANTIE IN DEN BAAD VAN ST. MAARTENSDIJK. Nog een enkel woord willen we a^an deze kwestie wijden. In onze vorige driestar wezen we er op dat Landbouwverlof geen aanleiding be hoeft te geven tot vacantle. Landbouwverlof en vacantie ia door den Raad niet genoegzaam uit elkaar gehou den. Ook niet door den Voorzitter van den Raad. Zijn Edelachtbare liet zich door den heer Hage suggereeren tot een soort compro misvoorstel. Een voorstel dat hierop neerkomt: Een week landbouwverlof en een week vacan^ tie. Weer dat verband tusschen landbouw verlof en vacantie. Dat bestaat nu eenmaal niet. Afgezien van de kwestie vacantie behouden de ouders het recht twee weken landbouwverlof aan te vragen. Al geeft men te Sint-Maartens dijk veertien dagen, ja een maand herfst- vacantie, ^sm nog hebben ide ouders helt recht veertien dagen landtoauwverlolf aan te vragen. En moet het hun worden v«rl©end. Het compromisvoorstel staat idius ibuiten Mt wettsiyh bepaalde. Laten we aannemen te Sint Maartensdijk wordt 12 weken vacantie gegeven, het maximum, dan nog behouden de ouders het recht op 14 dagen werkverlof. Er zgn wel scholen die voor de hoogste leerjaren tot dat maximum gaan en dan nog veertien dagen landbouwverlof geven. En dat zijn dan zeker scholen waar het onderwijs op laag peil staat. Geen sprake van De betreffende scholen worden met eere genoemd in de betrokken Inspectie. De hamster Is een soort rat iiï ZuM- Limburig voor<fcomende. Het beeslt heeft groote wangzalkken. Boodschappentas- schen die aan idie wangzaikken idoen denken. Bonboejkjes weer afgeschaft. Schadepost voor den boekhandel. Een aflcverenldl winkelier wou voor twaalf i|ur wel „gu-aaig" dten naam van z!yn klant noemen. Een winkelier wethoiufler ivlert koopmansigieest bot boven de voor schriften van een verduisteringsoefe- ning. Wat uit het Kykvenster te zien is is van geheel anderen aard dan een maand gele den. Och toen was er druk geloop voor ons raam van ministers, ministers met veel dientjaren, maar ook van die ééndaagsmi- nisters, die ternauwernood den tijd hebben gehad om te zien of hun ministerspakje, zoo ze het zich al aangeschaft hadden, wel goed zat. We hebben toen gezegd, het leek wel zoo'n beetje <^p een venduhuis van mi nisters. Maar nu is het heel wat anders wat door ons raam valt waar te nemen. We noemen maar een en ander op, zonder naar Volledigheid te streven. Mobilisatie, distributiekaarten, luchtaf. weer, schuilkelders, verduisteringsoefenin gen, verloven voor de soldaten, bonnetjes voor winkelwaren die men drie maanden moest bewaren, allerlei maatregelen van verboden uitvoer, ja wat al niet. En dat alles in groote verscheidenheid, zoodat het haast niet uit elkaar te houden is.^ Eigen lijk vergeet ik nog een woord, dat ook veel onder mijn gezichtskring komt. Het Is in zijn veelvoudig gebruik een nieuw woord. Vroeger was het alleen bekend bij ken ners van dierkunde. De hamster, een soort van groote veldrat die in ons land in Zutd- Limburg voorkomt. Het beest heeft groote wangzakken en het heeft de eigenaardig heid, krachtens instinct om voor den win ter een groote proviand op te slaan in zijn uitgestrekt hol, proviand bestaande uit graan, erwten, boonen enz. Daarom werd het beest als zeer schadelijk beschouwd. en u zult 's morgens uit bed springen, gereed om bergen te verzetten. lederen dag moet uw lever een liter lever- gal In uw ingewanden doen vloeien. Wanneer deze stroom van lever-gal onvoldoende is, ver teert uw voedsel niet, het bederft. U voelt u opgeblazen, u raakt verstopt. Uw lichaam Is vergiftigd, u voelt u beroerd en ellendig, u ziet alles zwart. De meeste laxeermiddelen zHn slechts lap middelen. U moet CARTER'S LEVER-PIL LETJES nemen om deze liter lever-gal vrü te doen vloeien en u zult u een geheel andermensch voelen. Onschadelijk, plantaardig, zftcht, on overtroffen om de lever-gal te doen vloeien. Eischt Carter's Lever-Pilletjes bU apotheker* en drogisten, f. 0.75. Maar nu blijkt het, dat dat dierlijke in- stinct op tal van menschen is overgeslagen. Zoo spreekt, leest en schrijift men over hamsteraars en hamsteren en bedoelt daar. mee menschen, die een groeten voorraad van allerlei levensmiddelen inslaan. Die werkzaamheid zoo bekend van de vo. rige mobilisatie wordt dan „hamsteren" ge noemd. Ik heb ook wel hamsteraars voor bij het Venster van mfln kamer zien gaan, tenmin ste ik denk dat ze het waren, menschen met groote boodschappentasschen en manden, die onwillekeurig me herinnerden aan de wangzakken van die rat uit Zuid Limburg. Ook allerlei geruchten klinken door mijn venster naar binnen. Zoo hoorde Ik van een winkelier. Hij ontving bezoek van een con- troleerende beambte. Had veel, zeer veel aan één persoon afgeleverd. Maar weigerde aan den controleerende ambtenaar de bonnen af te geven ter inzage^ De ambtenaar af, met een brommend en dreigend „Ik geef u tiJd tot twaalf uur en dan wilt ge den naam van uw afnemer wel gaarne noemen/' De ambtenaar nam zijn maatregel en inder daad nog voor twaalf uur noemde hiJ „graag' den naam van de afnemer, maar nu bleek ook ineens het waarom van den schroom van den winkelier. ZiJn afnemer was nie mand anders dan de burgemeester van de gemeente. Dergelijke dingen te voorkomen, ja het hamsteren in het algemeen, was de bedoeling van die bonboekjes. Een loffelijk doel. Maiar de uitvoering heeft weer tal van van schadepostjes veroorzaakt. De boek handel bijvoorbeeld zag er in een zeer cou rant verkoopsartikel. Deed eenige voorraad op, maar niemand vraagt naar zijn bonboeken meer, niemand ja natuurlijk de leverancier die komt hem wel vragen. Gelukkig heeft het hamsteren lai^g niet die vormen aangenomen van vijf en twintig jaar geleden. En daarom heeft de regeering omdat ze meende, dat het niet noodig was, die bonboeken weer in,getrok- ken. Iedereen viH natuurUjk graag krach tig en gezond blijven - bet dagel^- sche kauwen van WRIGLEY'S P.R Is hlerby op de meest natnuriyke wiüze behulpzaam. Bovendien bevor dert het de spysvertering. F.K. kauwen sterkt de zenuwen en neemt dat drnkkende gevoel na den maaltUd weg. Bet schept nieuwe levenslast en verboogt de werkkracht. Houdt steeds enkele pakjes bO de hand. m.t.». Veel genot voor weinig geld: 5 cent. Och dat „hamsteren," wat een dwaasheid! En ook welk een getuigenis van weinig gemeenschapszin. Die kunnen koopen en koopen. En die niet kunnen, ja die verval len straks in duurdere prijzen. En zoo komt het hamsteren neer op den rug van de arme menschen. En dan „hamsteren" en het ge bedsleven. Mogelijk bidt een hamsteraar nog wel van het „Onze Vader," maar de practijk er van beoefent hij niet. Ja die theorie en practijk om die in over- eenstemmig met elkaar te brengen, dat kost wat. Een verduisteringsoefening. Controle op de nakoming van de voorschriften. Men moet de wet nakomen. Sommige menschen in dubbele mate. Hun ambt brengt het mee. Wethouder, dus de wet houden. Maar de man moet eeni* ge malen gewaarschuwd worden. Eenige dagen later. Het is vergadering van het CollegeJ De Wethouder, die niet genoeg „vèrduis" terd" had, licht afgeschermd n.l. stelt aan den Burgemeester de vraag: ,.Wat was het resultaat van de verduisterin,gsoefening, was U nogal tevreden De Burgemeester verklaard nog al te vreden te zijn. De menschen moeten het nog leeren. „In alle onderdeelen tevreden, Zoo infor meert de Wethouder verder. „Nu ja, dajt kan de Burgemeester zoo niet beamen, daar zelfs een wethouder in gebreke was." En nu de Wethouder: Ja, dat is zoo, maar ik had juist een paar klanten, die een „uitzet" kwamen uitzoeken. MiJn wlnkoi had ik niet ajfgeschermd. moest toch ge sloten ziJn omdat het sluitingsuur viel voor aanvang verduisteringsoefening. Maar nu moest ik wel gedurig eens iets uit mijn winkel halen. Zoeken met behulp van een lucifertje vterveelt gauw en is las tig vooral wanneer het gaat om een en ander voor een damesultzet te zoeken. En daarom telkens maar gauw even het licht aangeknipt. „Het bijeenzoeken van de uitzet, om de dames keuze te laten doen interesseerde me meer dan de verduisteringsoefening en bovendien als het werkelijkheid wordt dan verduistert men wel!" Ben waarheid, die door het voltallige college werd onderschre ven, zoodat men het den niet verduisteren- den wethouder, winkelier, die zijn koopmand schap boven de voorschriften van de Veri duisteringoefening liet gaan, niet al te kwa liJk nam< Ondertusschen wat beleven we zware tij den, och het menschelijk humanisme zit bij de scherven van zijn onschriftuurlijk ideaal. Niet wat de mensch zegt geldt, maar wat de Heilige Schrift ons leert. Gehoorzamen aan de Overheid is altijd noodig. Speciaal in deze tijden. Men la verplicht haar moeilijke taak zooveel mogelijk te ver.^ gemakkelijken. Wie dat bedenkt.hamstert" niet en „verduistert", zooveel hiJ kan, WAARNEMER.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1939 | | pagina 1