CHQWCEKBIADSpGED.GR0nD5IA6 vöÖRDËZUID-HOUÊnZEEUWJCII^ EHAHDtn
Simon Gieke
N.V. üiïGEVERSMMTSCHAPPU „EIUNDEN-NIEÜWS"
De Kabinetscrisis.
Dr. Colijn niet geslaagd.
12e Jaargang
WOENSDAG 12 JULI 1939
No. 1056
m
18e jaargang
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILAND E.
UITGAVE VAN
JL^ux Joilet cJ^eep
VRAAGT UW AANDACHT VOOR
EEN INTERESSANTE PRIJSVRAAG
-S
De ketter van Scherpenisse
niEuvs
Gevestigd te Middelhaiais Prins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17.
Advertentie*prijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst*
aanvragen en aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boek*aan«
kondiging 10 eent per regel Contraeten belangrijk lager.
BJjbantoor voor Zeeland: St. Maartensdijk Markt, Telef. 59.
Abonnementsprijs 90 cent per 3 maandenbij vooruitbetaling.
Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden per jaar
Het Ministerie Colijn is afgetreden. Na
een regeer-periode van twree jaar. Dit ka
binet zou een krachtige een positief Chris
telijke regeering zijn. Wat is er weinig van
dat positief Christelijke terecht gekomen.
Niets.
Het kon ook niet.
Allereerst omdat bij de onder'ti.-'leiingen
tot het vormen van dit ministerie en voor
dien coor uitlatingen van de.T formateur
C:)lijn in de Eerste Kanjer reeJs gebleken
was. dat positief Christelijk meer maost
worden verstaan in humanistische geest,
immers het is van Colijn bekend, dat hij er
voor was vertegenwoordigers van de vrijzin
nige partijen evenals in 1933 in het kabinet
op te nemen, dan in echt Christelijke zin.
Alleen aan den onwil der Roomschen was
het te wijten, dat nu slechts co3.1itiemannen
in het Ministerie werden opgenomen. De
Roomschen waren dus de oorzaak dat we
een positief Christeliijk kabinet kregen. Dat
er dan van het positief Christelijke niet veel
terecht kan komen ligt voor de hand. En
zoo is ook de uitslag op het gebied van
Christelijke wetgeving geen enkele vrucht.
Geen goede Christelijke wetgeving is tot
stand gekomen noch op het gebied van de
Zondagswet, de lijkverbranding, de echt
scheiding of op welk terrein dan ook. Dat
is toch Zonderling. Dergelijke principiëele
zaken worden nu en worden onder alle vroe
gere coalitieministeriea op den achtergrond
geschoven. Dat geeft geen hoogen dunk
van de gevoelde noodzakelijkheid. En zoo
komt er een eind aan het tweede coalitie
ministerie Colijn.
Met zijn coalitie-ministeries heeft Dr. Co
lijn maar %etn. geluk.
Het eerste zakte in elkaar in 1925 slechts
een paar maanden na zijn verschijning. En
nu dit tweede coalitieministerie na een
werktijd zooals we boven zagen zonder
eenige werkelijke positieve Christelijke
vrucht. Neen, dan is Dr. Colijn gelukkiger
geweest met zijn ministerie op breede basis.
Zou hem dat beter liggen vanwege zijn
innerlijke politieke gezindheid? Het heeft
er den schijn van.
Ook dit tweede coalitie-ministerie heeft
van af het begin zwakke beenen gehad.
Telken male is het gestruikeld. Menige per
soonlijke nederlaag werd door een der mi
nisters geleden.
Zoo minister van Buuren met zijn ver
werping van de Electriciteitswet en met de
onvaste vliegveldhistorie. Zoo minister van
Buuren en Goseling gezamenlijk met de
verwerping van een wij,ziging van" de pri
vaat-rechterlijke Belemmeringswet in de
Eerste Kamer. We herinneren aan de pijn
lijke behandeling van minister Slotemaker
de Bruine bij de behandelin,g van de Staats-
begrooting bij de Afdeeling. Onderwijs.
Kunsten en Wetenschappen en zijn neder
laag bij het Tandartsenwetje en het Kweek-
schoolontwerp. Schorsing van beraadslaging
moest in beide gevallen door hem worden
gevraagd.
Nog versch in het geheugen ligt de ver
houding van minister Goseling in de kwes
tie van de wilde bussen en zijn echec in
de zaak Oss. Daarbij kwam eenige weken
geleden de aftreding van minister de Wilde
en nu in laatste instantie het verschil in
inzake tusschen de leden van het kabinet
onderling over de financiën.
Eenvoudig gezegd gaat het er over: Zal
men niet meer uitgeven dan men ontvangt,
het standpunt van Colijn en de Wilde, of zal
men maar raak uitgeven en dan maar lee-
nen, in de hoop, dat het herstel dan wel
groeien zal, het standpimt van de radicale
Roomsche kabinetsleden. We verhelen het
niet, dat we het inzicht op financieel gebied
van Dr. Colijn deelen. Dat geeft blijk Van
werkelijkheidszin. Al het andere is humbug
en .zijn zeer gevaarlijke experimenten die
ons land naar de financieelen afgrond voe
ren.
Zoo is het kabinet Colijn gevallen.
Voor de tweede maal de val van het coali
tiekabinet Colijn door Roomsch toedoen.
Zal Colijn er van leeren?
Zal hij tot de overtuiging komen dat er
met de Roomschen waarlijk geen Christelijk
politiek kan worden gevoerd?
Wie in dat opzicht op Rome steunt, zal
zich de hand doorboren.
Het kabinet Colijn is gevallen.
Het coalitiekabinet Colijn. Dat behoeven
we niet te betreuren.
Dit ministerie ging al te zeer de weg op
van de uitbreiding der staatsbemoeiing.
Roomsche ordening, met vestigingver
boden en zooveel meer voerde tot groeps
belang en uitzetting der staatsbemoeiingen.
Die weg was de verkeerde. Dat moet uit-
loopen op het doodend staatssocialisme in
de practijk al is het dat het onder anderen
naam wordt aangeduid.
Te betreuren is de verdwijning van dit
kabinet niet.
Ook het ministerie van Justitie in Room
sche handen, de zaak Oss heeft het bewe
zen is bedenkelijk..
Het ware te wenschen, dat Dr. Colijn
wien door H.M. de Koningin de vorming van
een nieuw kabinet is opgedragen zich laat
leiden door de beginselen van 's-Heeren
Woord en dat ons land moge worden gere
geerd naar de vaste Reformatorische begin
selen van Gods Woord.
DE ZAAK OS8.
Nu de beslissing in de zaak Oss in de
Tweede Kamer gevallen is, nog een enkele
opmerking.
Het is niet onze bedoeling om het ma
ken van fou,ten als zoodanig al te zwaar
aan te rekenen. Menschen die werken ma
ken fouten.
Zoowel een minister, een procureur-ge
neraal als een eenvoudig politie-dienaar.
Maar van meet-af was het te doorzien dat
het hier ging om een stelsel. De zaak Oss
culmineert voor ons in de zaak der pas
toors. We zijn er van overtuigd, dat de ge-
heele zaak Oss draaide om de beide pas
toors. .Noch de zaak van de- winkeliei*,
noch de verhouding tusschen marechaussee
en gemeentepolitie noch welke andere zaak
dan ook zou ons inziens reden geacht zijn
geweest tot ingrijpen noch van de procu
reur-generaal, noch van den minister.
Maar nu de rechtsingang tegen de pas
toors voortgang zou maken nu moest wor
den ingegrepen. Dat is het fatale van de
geheele zaak van Oss. De normale gang
van het recht tegenover de beide pastoors
werd verhinderd. Die mochten niet aan het
gewone Nederlandsche recht onderworpen
worden. Dan worden seintjes gegeven dan
komen in het geweer van den bisschop af,
de Roomsche procureur generaal tot den
minister toe. Het reCht moet zijn voortgang
hebben.
Te,gen v/ie dan ook. En dat werd in de Os-
sche zaak belet omdat er Roomsche pries
ters bij betrokken waren. Dat is de hoofd
zaak van het heele geval en dat is het aan-
stootelijke en ergerlijke van de heele ge
schiedenis van Oss.
«41
Zooals we verleden week schreven, acht
ten we het zeer waarschijnlijk, dat Dr. Co
lijn in zijn opdracht tot vorming van een
Kabinet niet zou slagen, omdat de meerder
heid der Tweede Kamer, met name de
Roomschen en de S.D.A.P., zeer scherp zich
verzetten tegen de financiëele aanpassings.
politiek, zooals die door de heeren Colijn,
De Wilde e.a. wordt voorgestaan. Ondanks
alle conferenties, die de formateur gehou
den heeft met vooraanstaande personali
teiten, is hij niet kunnen slagen, omdat de
Roomsche Staatspartij zich met zijn stand
punt niet kon vereenigen.
Dit was vrijwel met 100% zekerheid te
voorspellen. Indien immers de Roomsche
Ministers in dit Kabinet het niet met Dr.
Colijn eens zijn, zouden zij of hun eventui-
eele geestverwanten het in een nieuw Kabi-
net-Colijn ook niet zijn. Dat de heer Colijn
in weerwil van deze ongunstige perspectie
ven toch de opdracht kreeg, is o.i. toe te
schrijven aan het feit, dat de Koningin zoo
lang mogelijk dezen bekwamen staatsman
aan het roer wilde houden, eerstens omdat
hij Haar vertrouwen in ruime mate geniet
en voorts, omdat zij weet, dat zeer velen
ook buiten de A.R. partij in hem den man
zien, die in deze onrustige en gevaarlijke
tijden met vaste hand het schip van Staat
bestuurt. Intusschen de Koningin heeft
grondwettelijk rekening te houden met het
Parlement. En de meerderheid daarvan wil
nu eenmaal al lang van Colijn af.
Van de S.D.A.P. de kleinere groepen
schakelen we nu maar uit is dit te be
grijpen. Zoolang Colijn regeert, krijgt zij
geen kans haar socialistische idealen in
practijk te brengen, het staatsambtenaren-
corps rood te maken en het zoogenaamde
kapitalisme te bestrijden. En de Roomschen
staan niet minder fel tegenover Colijn, al
moge tot dusver de coalitie nog eenigerma.
te in stand gebleven zijn. Het is hun al lang
een doorn in het oog, dat Colijn sedert ja
ren de hoofdfiguur is in ons staatsieven en
zijn persoonlijkheid het politieke leven be-
heerscht. Zij kunnen dit al lang niet dulden
en hebben hem op allerlei wijzen de voet
dwars gezet. Rome eischt het minister-pre
sidentschap voor .zich op, gelijk het heel
Nederland voor zich opeischt: En daarom
moet Colijn weg. Het ware te wenschen, dat
de A.R. partij dat eens inzag, want nog al
tijd blijven de aanhangers ervan op Rome
vertrouwen en kon men zelfs in de zaak-
Oss nog voortdurend bemerken, dat men
van die zijde de zaak niet zoo ernstig in
zag en hebben zij dapper geholpen om
Goseling te redden. De Roomschen willen
niet, dat is duidelijk gebleken. Om zijn poli
tiek niet en om .zijn persoon niet. De baan
moet vrijgemaakt voor een Roomsche
heerschappij en voor een „vlotte leenings-
politiek", die ons land naar het bankroet
voert.
Zoo beteekent de mislukkin,g van Colijn's
pogingen de aanvankelijke ze,gepraal der
demagogen, die opgestuwd door de roode
en Roomsche proletariërsmassa's, zich niet
bekommeren om geldkwesties, doch alleen
vragen, wat het volk wil. Hun politiek drij
ven brengt land en volk in groot gevaar.
Dr. Colijn is een man, die in het buitenland
meer gezag heeft dan alle Roomsche en
roode politici tezamen, wat in deze tijd van
internationale spanning van zoo geweldig
groote beteékenis is. Men weet het: wij zijn
niet A.R., maar desniettegenstaande achten
wij het in 's lands belan,g, dat Dr. Colijn
premier blijft, opdat hij het bewind in han
den kan houden, hetgeen én om zijn be
kwaamheden én om de financiëele politiek,
die hij voorstaat, in deze omstandigheden
het meest gewenscht is.
Wij hebben enkele malen de Koningin
genoemd in deze politieke zaak. Wij weten,
dat het geen gewoonte is, dit te doen. Maar
we willen toch de vraag stellen, oif het
niet noodig kan zijn, da in deze verwarde
situatie, nu de Roomschen het regeeren
onmogelijk maken, en alzoo het parlemen
taire stelsel, dat wij van harte voorstaan,
zelf kapot maken, de Koningin ingrijpt
wat ons betreft op dictatoriale wijze en
ons land alzoo behoedt voor toestanden als
in Oostenrijk (Rome) en Frankrijk (rood)
Zie voor bijzonderheden over den Kabinets
formateur pag. 2.
De nieuwe formateur, Mr. Dr. Kooien.
Nadat Dr. Colijn zijn opdracht had terug
gegeven, heeft H.M. de Koningin een
Roomsch politicus als formateur benoemd.
Daarom hebben de Roomschen hun zin,
want die hadden deze eisch gesteld. En te
vens hebben ze al te .keimen gegeven, dat
„het vierspan" dat zijn de Roomsche mi
nisters Goseling, Romme, Steenberghe en
Welter in het nieuwe kabinet moet wor
den overgenomen. Ook Goseling! Zoo staat
alles onder Roomsche dreiging en de bruta
liteit iVan die zijde gaat langzamerhand on
rustbarende afmetingen aannemen. Intus
schen zullen we nu maar afwachten, wat
Dr. Kooien bereiken zal. Hij staat bekend
als een bezadigd Roomsch-Katholiek, die
nimmer veel gevoeld heeft voor de sociale
bevliegingen van vele zijner partijgenooten.
Ook uit deze keuze, waaraan volgens, con-
stitutioneele usance de Koningin niet ont
komen kon, blijkt wel, dat H.M. in ieder
geval een roekelooze sociale en financiëele
politiek poogt te verhinderen. De Kroon
staat wel boven de partijen, doch is niet on
verschillig voor de belangen van het land
en mag, ja moet invloed uitoefenen op de
richting, waarin onze Staat wordt bestuurd.
Zij, die in de Kroon slechts een ornament
zien, zullen dit betwisten, doch wij zijn voor
stander van een vergrooting der Koninklij
ke macht, met name op kritieke momenten
als nu. De .democratie der rooden en Room
schen maakt immers zichzelf onmogelijk!
Oif de heer Kooien slagen zal? Ook zijn
kansen zijn niet groot. De vraag is, of hij
Laat deze gunstige gelegenheid niet voorbijgaan!
Lux Toilet Zeep, de moderne schoonheidszeep,
speciaal bereid voor de verzorging van het gelaat,
geeft U kans op een fraai horloge.
Al wat U te doen heeft is het volgende:
Beschrijf in hoogstens 30 woorden Uw ervaring over
Lux Toilet Zeep voor de verzorging van het gelaat.
Frankeer Uw inzending als brief en vermeld duidelijk
Uw naam en adres. Adresseer aan: Lux Toilet Zeep
prijsvraag, postbus No. 7, Rotterdam en voeg bij
Uw inzending drie buitenomslagen van Lux Toilet
Zeep. U kan zo vaak inzenden als U wil, indien
U bij elke inzending 3 omslagen voegt. Op de
uitslag is geen beroep mogelijk en briefwisseling
hierover kan niet wordet; gevoerd. Alle inzen
dingen worden ons eigendom en kunnen door
ons naar goeddunken worden gebruikt.
LUX TOILET ZEEP
.«»M^t..:«^:i5tubis
-zaVbolloêf
Anker '^-^T.^,,\^-^--'
vooraebes|
TEGEIN VERMOEIDE HUID
ITS.17S-025OA
TWEEDE DEEL.
De verör^fving van de Spanjaarden van
onze eilandten.
Door MEVAHOB.
Kaar een oud dagboek.
Auteursrechten voorbehouden.
25.
Een tiental manschappen zou verder trek
ken en op de poort af gaan. Men kon nooit
weten, oordeelde kapitein Jeannin.
Licht kon men in een hinderlaag vallen.
Men moest toch wachten op wat van
binnen gebeurde.
Een aanval doen daar voor was de Geu-
zenbende te gering.
Adriaan en Taayen waren alles behalve
gerust en spraken er met elkaar over wat
de oorzaak zou zijn van het talmen van de
burgerij. Zou Rollé hun nog weer te slim
geweest zijn. Zoo stonden beide mannen te
overleggen, toen plotseling een hevig ru
moer werd gehoord.
Kreten weerklonken.
„Leve de Geuzen," „Dood aan de Spek
ken," zoo werd er geroepen en meteen wer
den de poorten wagenwijd open geworpen
en stormde Lievenszoon met een twintigtal
schippers de poort uit om de Geuzen te
verwelkomen. De Geuzen .traden snel toe
en vereenigd met de burgerij trad men ge
zamenlijk onder het zingen van Geuzenliede
ren naar de markt.
„Veere voor den Prins," zoo werd er van
alle zijden geroepen. Geen druppel bloed
was er gestort.
Als een vinkentouw, zco gemakkelijk was
de stad overgegaan. Maar zoo dacht de bal
juw er niet over.
Daar vertoont hij zich op het marktplein.
Hij ziet er opgewekt en stralend uit. Maar
van binnen is hij alles behalve opgewekt.
Dat die schippers hem beet hebben gehad,
hem te vlug zijn geweest, vervult hem met
haat.
Hij heeft gehoord dat het troepje Geuzen
niet groot is.
Dan is alles nog niet verloren. Dan kan
het nog wel ongedaan worden gemaakt.
Maar dan moet hij omzichtig handelen. Zich
geen vijand betoonen, maar zich voordoen
als vriend van de Geuzen.
Wat vermogen de Geuzen tegen Spanje?
Itnmers niets.
En wat zal dit handjevol Geuzen vermo
gen tegen een flink gedeelte van de be
zetting van Middelburg.
Waren die Spanjaarden maar vast hier.
Dan zou hij het wel klaar spelen. Hij moet
de Veerenaars tegen zichzelf beschermen.
Anders loopt het mis met stad en burgerij.
Toch een leelijke kool heeft dat zeevolk
hem gestoofd.
Zoo overlegt de baljuw Rollé bij zich zelf.
In der baast be,geeft hij zich naar het
marktplein. En nu straalt zijn gelaat wer
kelijk van blijdschap. Met een oo,gopslag
heeft hij de toestand overzien. Niet meer
dan veertig Geuzen zijn daar bg elkaar.
'En krijgstucht schijnt niet onder hen te
zijn. Zie de Geuzen bewegen zich vrij op 't
marktplein.
Ze zijn in gesprek met de burgers.
Och, daar is die Lievenszoon ook. Die
schijnt zijn hand ook in de overrompeling
te hebben gehad. Dat had hij niet van die
verstandigen schipper gedacht. Daarvoor
achtte hij hem te bezadigd. Ja, die Koeye-
vleesch en die Taayen, daar was het wel
van te verwachten. Tot zijn blijdschap be
speurt de baljuw dat er een gemoedelijke
stemming heerscht.
De Geuzen staan in groepjes met elkaar
en met de burgerij te praten. Ook ziet hij
dat vele schippers zich gereed maken, om
zich naar hun scheepjes te begeven om te
gaan visschen. Dat komt hem te pas bij
zijn plannen. Want in een oogenblik heeift
hij zijn plan gemaakt.
Dit troepje Geuzen zal hij onschadelijk
maken. Hem gevangen zetten. Ja, zonder
wapengeweld. Onder een mooi voorwendsel.
De omstandigheden zijn hem gunstig.
Daar staa,t de aanvoerder. Te praten met
dien edelman van Cuyk, met Lievenszoon
en met Adriaan de chirurgijn. Juist nemen
ze afscheid. Van Cuyk en meester Adriaan
verlaten het markt^plein. Nu stapt de bal
juw naar den commandant. Reeds van ver
steekt hij zijn hand ujt ter begroeting. On
verwacht, maar daarom niet minder wel
kom in Veere," zoo spreekt de baljuw op
luchtigen en vriendelijken toon en met
schudt hij op krachtige wijze de hand van
den Franschen .kapitein. Ook Lievenszoon
steekt hij de hand toe.
Deze is daarover niet weinig verbaasd.
Behoort dan de baljuw ook bij de vrienden
van den Prins van Oranje
Dat had hij niet kunnen denken.
..Is er voor de huisvesting van deze man
nen gezorgd?" zoo vraagt de baljuw.
„Neen, van Cuyk en meester Adriaan
zullen daarvoor hun maatregel nemen," ze,gt
Lievenszoon. O, niet noodig, niet noodig,
daarvoor zal ik zorgen," zegt de baljuw op
vriendelijken toon.
Kapitein, laat uw manschappen zich op
stellen en volgt mij met uw mannen, dan
zal ik voor een zeen goede herber.ge zor
gen en gij Lievenszoon begeef u naar mees-»
ter Adriaan en van Cuyk en zeg hen, dat
ik, de baljuw de noodjige maatregelen ge
troffen heb voor een behoorlijk logies en
zeg aan van Cuyk tevens, dat ik hem over
een paar uur op het stadhuis verwacht om
eenige nadere besprekingen naet hem te
houden."
Van den vriendelijken toon is de baljuw
overgegaan op den toon van gezag.
Dat slaat in.
Kapitein Jeannin heeft zonder eenig
wantrouwen gehoorzaamd en de Geuzen
staan reeds in rij en gelid om hun nieuwe j
kwartieren te betrekken.
Ook Lievenszoon haast zich om het hem
opgedragen bevel te volvoeren.
De baljuw geleidt den troep Geuzen met
liun aanvoertier aan het hoofd naar de
Kerk. De kerkdeuren worden geopend en
het troepje Gfeuzen stapt naar binnen. Ook
Jeannin en de baljuw bevinden zich in de
kerk.
Ze spreken over de noodige voorziening
van ligging ea dekens. Daarin zal worden
voorzien en goeaj ook," zegt de baljuw.
Maak het XT Maar zoo gemakkelijk mo
gelijk en richt IJ maar zoo geriefelijk mo
gelijk in, ik ga rme haasten om U van het
noodige te vooizien. Ik zal zorgen, dat het
U en Uw mans chappen aan niets ontbreekt.'
Met heeft de baljuw de kerk reeds verla
ten. Als hij de kerk uittreedt komen hem
juist eenige van zijn dienaars te gemoet.
Haast U, ver2iamel &i de dienaars en alle
Spaansch gezindle burgers hier bij de kerk.
De deuren moe t ge verzegelen. De Geuzen
zitten in de .knip en ze komen er niet uit.
Het duurt minder .dan een kwartier,
of de kerk is reeds bezet door een tiental
dienaren vaci den baljuw.
Weldra voegen zich nog een twintigtal
Spaansch gezinde burgers bij hem en zoo
zitten de Geuzen als een muis gevangen in
de kerk.
De murem zija zoo dik, de kerkdeuren
van het alleizwaa:rdste hout en reeds wor
den de uitga ngen stevig gebarricadeerd.
j[Wordt vervolgd.)