CHDWEEKBIADÖpGED.GQOnDSy^GvöoRDlZUID-HOainZEElJWJC^ EHATIDEn
PRESTO
N.V. ÜITGEVERSMAATSCHAPPU ;E1LANDEN-NIEÜWS"
STICHTELIJKE
OVERDENKING
lie Jaargang
ZATERDAG 1 JULI 1939
No. 1053
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
SPRÜTOL
Uit het Kijkvenster
Wijziging van ons
Abonnements-tarief
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE E I LAND E.18e JAARGANG
Het verdrukte Sion liefelijk
vertroost.
m.
Neen, de Heere is Zijn volk geen
land van uiterste duisternis. Nooit zal
Hij Zijn hand van Zijn erfdeel aftrek
ken. Hoe diep de ziel Zijns volks neer
gedrukt moge zijn, hoe overstelpt van
ellend', de Heere zal ze verlossen.
„Ziet", zegt de Heere, om onze op
merkzaamheid gaande te maken op
hetgeen Hij zeggen zal, „ziet" Ik zal
uwe steenen gansch sierlijk leggen en
u op saffieren grondvesten; en uwe
glasvensters zal Ik kristallijnen ma
ken, en uwe gansche landpale van
aangename steenen". Wat treffelijke
woorden, troostrijke beloften, die de
Heere zekerlijk vervullen zal. God is
geen God van ja en neen, maar van
ja en amen. Zijne beloften feilen niet.
Geen vijand, hoe sterk ook, in getal,
kan de vervulling van Gods beloften
stremmen. Werd het door het Sion
Gods eens meer ingeleefd. Wij zien
dikwijls meer op de omstandigheden,
die ons omringen; op de oordeelen,
die over de aarde gaan, dan op Gods
trouw in het vervullen Zijner belof
ten.
De tijden zijn bang. De oordeelen
Gods ^ijn geweldig. Maar ik vraag u:
Kon er nog een langer voortgaan zijn
in de weelde? Steigerde de hoogmoed
niet ten top Was het niet de tijd voor
den Heere dat Hij werkte en opstond?
Is de kerke Gods niet in grooter ge
vaar in tijden van weelde en grootsch-
heid, dan wanneer de Heere der
heirscharen dien hoogmoed komt neer
te werpen en de trotschheid der vol
ken komt te breidelen? De Heere re
geert. Hij weet de gedachten der vol
ken. Hij is uitgegaan om den beker
Zijner gramschap uit te gieten op de
aarde, de volken te benauwen en ook
Zijn kerk te zuiveren van het schuim
der zonde en haar te werpen in den
smeltkroes der ellende.
En toch zal Hij Zijne troostbelof-
ten vervullen. Nooit zal Hij afstand
doen van Zijne erfenis. Hij zal haar
niet begeven noch verlaten. Voort
gaan zal Hij al hare steenen gansch
sierlijk te leggen. Alle glans en heer
lijkheid dezer aarde is slechts schijn.
Maar de heerlijkheid waarmede God
Zijn volk versiert, is bestendig. Nooit
zal haar glans verdooven. Dat geldt
van alle ware geloovigen. Allen die
als levende steenen gebouwd zijn tot
een geestelijk huis. Daarvan zingt
de dichter:
Al Gods uitverkorenen worden ge
maakt tot levende steenen en ge
bouwd op Christus, het Fundament,
tot eene woonstede Gods in den Geest
Gansch sierlijk willen zij gelegd wor
den door geestelijke samenvoegingen,
elke steen op deszelfs eigene plaats.
De Heere zal Zich daarin nimmer ver
gissen. Hij bouwt naar het vastge
maakt bestek, dat tot in eeuwigheid
zal rijzen. Hij legt de steenen met
Zijn eigen hand. Een ieder huis wordt
van iemand gebouwd; maar die dit
alles gebouwd heeft is God. Steeds
gaat de hemelsche Bouwmeester
voort te bouwen, ook door alle bange
wereldweeën heen, totdat de laatste
steen zal zijn aangebracht. Hij legt
al die steenen sierlijk. Dat wil zeggen:
Hij bereidt ze naar de wetten der he
melsche bouwkunst, gelijk de stee
nen van Salomo's tempel werden toe
bereid. Het deksel van blindheid
neemt Hij weg. Hij versiert ze met het
licht Zijner kennis; uit den harden
grond hunner natuurstaat uitgerukt,
reinigt Hij ze van alle zondedrek en
bekleed ze met gerechtigheid en met
heil, maakt ze tot Zijne behoorlijke
woonstede. Neen, het is niet om te
zeggen, hoe sierlijk die steenen gelegd
worden. Daarover is de Koning Zelf
als gebonden op de galerijen en roept
er over uit: „Geheel zijt gij schoon.
Mijne vriendin, en er is geen gebrek
aan u".
Het Fundament waarop die stee
nen worden gelegd, wordt ons nader
aangetoond, waardoor de sierlijke lig
ging dier steenen des te meer blijkt.
„En Ik zal u op saffieren grondves
ten.", zegt de Heere. Dat wijst ons op
Christus, die kostelijke Hoeksteen,
Die wel vast gegrondvest is. Niemand
kan een ander Fundament leggen dan
hetgeen er gelegd is, namelijk Chris
tus. Past de saffier niet op Christus
De saffier is een kostelijke steen, heb
bende een zuiveren glans van hemels
blauw. Het herinnert ons aan den
mantel des ephods, welke van hemels
blauw was, waarmede de hoogepries-
ter bekleed was. Dat leert ons dat het
Fundament, waarop alle levende stee
nen gelegd worden, geen aardsch,
maar een hemelsch Fundament is, van
volmaakte schoonheid en zuiverheid,
nam.elijk Christus. Hoe bemoedigend
voor de verdr'i.kten, door onweder
vooitgedreveii»nie.?'TSftgetroosten. Op
dit F'undament gegrondvest is Sion
veilig en kan niet bewogen worden.
Wat geeft der ziele van het verbrijzel
de wormke Jacobs rust, dan de ontdek
king en openbaring van op dit Fun
dament gebouwd en gegrondvest te
zijn Christus blijft geen vreemd per
soon voor Zijn volk. Hij zal Zich aan
hen openbaren, alzoo dat zij den Ko
ning zien in Zijne schoonheid als zijn
de blank en rood, dragende de banier
boven tienduizend.
Immers, de Godsbelofte gaat voort:
„en uwe glasvensters zal Ik kristal
lijnen maken'. Kristal is helder, door
schijnend. Alzoo zullen de glasven
sters van Sion Zijn. De Heere is Zijn
volk geen land van uiterste duisternis.
Hij trekt ze uit de duisternis tot Zijn
wonderbaar licht en doet ze in Zijn
licht wandelen in de kracht van Zijn
Woord: de opening Uwer woorden
geeft licht, den slechten wijsheid ge
vende. Het is de zang van Gods kerk
Hen trekkend uit de leugen, doet
Hij Zijn kinderen de waarheid ver
staan, zooals zij in Christus is. Die is
de Weg, de Waarheid en het Leven.
En nog gaat de mond der waarheid
voort, zeggende: „en al uwe poorten
van robijnsteenen". Poorten dienen
tot ingang. En zijn nu de poorten van
Sion van robijnsteenen, welke zijn van
een roode klem-, hoe worden we dan
gewezen op het bloed en de kruisver-
diensten van Christus. „Ik ben de
Deur", zegt Hij, „indien iemand door
Mij ingaat, die zal behouden worden".
We mogen herinneren aan het woord
van den Apostel: „Dewijl wij dan,
broeders, vrijmoedigheid hebben om
in te gaan in het heiligdom door het
bloed van Jezus op een verschen en
levenden weg, welken Hij ons ingewijd
heeft door het voorhangsel, dat is
door Zijn vleesch". Neen geen andere
toegang is er tot den troon der gena
den in den hemel, dan het bloed van
Christus. Daardoor is de hemel ge
opend voor Zijn volk, waar Hij.aan
de gerechtigheid Gods genoeg gedaan
heeft.
„En uwe gansche landpale van aan
gename steenen". Het omvat het gan
sche Sion, zooals het eenmaal als een
kostelijke tempel zal aanschouwd wor
den, waarin de Heere eeuwig zal wo-1
nen en Zich verlustigen zal. Welk een
heerlijkheid aan Sion toegezegd. Hoe
zal het het verdrukte, door onweder
voortgedrevene volk meevalleji. Neen,
de verdrukking zal niet altijd duren.
Bang zijn de tijden. De goddeloosheid
brandt als vuur. Vijandschap en wre
vel vervult de aarde. De Fvmdamen-
ten der Waarheid worden' *mgestoo-
ten. Een doode orthodoxie be-
heerscht de kerk. Jacob is zeer dun
geworden en is als overgegeven in
den smeltkroes der ellende. En toch,
wat ook gebeuren moge, God zal Zijn
verdrukte kerk redden uit den nood.
Bange weeën gaan over de wereld.
De aarde wordt geslagen met den
ban.. De Heere brengt een kwaad over
alle vleesch. Maar Hij zal voor Zijn
bedrukten een bestendige Toevlucht
zijn. Die in de schuilplaats des AUer-
hoogsten is gezeten, die zal vernach
ten in de schaduw des Alnaachtigen.
Eenmaal zal Sion in heerlijkheid pra
len als de stad des levenden ^ods. Als
de vijand voor eeuwig zal beschaamd
staan en de heerlijkheid des Heeren
zal gezien worden in Zijnen tempel,
dan zal het verdrukte volk met eeuwi
ge blijdschap gekroond zijn. Dan zal
God zijn alles in allen.
D.
Ds. B.
Zomersproeten
fief befere zeeppoeder
PRESTO ZEEPPOEDER SLECHTS 5 CENT PER PAK
iiahdeiuiieuw
FM^—^■—MWi—— UITGAVE VAN «■■■■■■^■■■■■■■■■■■^■■■«■■■■■■■■■B
Advertenüe'pr^s 20 cent p«r regel. Reclames 40 et.; Dienst*
aanvragen en aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; BoeWan^
kondiging 10 cent per tegel Contracten belangrijk lager.
Gevestigd te Middelhamio Prins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 Postbox 8 o Tel. 17.
Bijfeantoor voor Zaeland: St. Mfiartenafljjk Marlrt, Telef. 59.
Abonements'prijis 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling.
Verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummert 5 cent Buitenland 8 gulden per jaar
Gö verdrukte, door onweder voort-
gedrevene, ongetrooste, zie. Ik zal uwe
steenen gansch sierlijk leggen, en Ik
zal u op saffieren grondvesten; en uwe
glasvensteren zal Ik kristallijnen ma
ken, en uwe poorten van robijnsteenen,
en uwe gansche landpale van aangena
me steenen (Jes, 54 11, 12,.)
Jeruzalem is wel gebouwd,
Wel saamgevoegd; wie haar beschouwt.
Zal haar ,voor 's Bouwheers kunst
werk groeten.
Uw Woord is mij een lamp voor
mijnen
donker
op te klaren.
mijnen voet,
Mijn pad ten licht, om 't donker
IN DEN ZOMER
Wanneer de zomer schoon en mooi in
majestueuze hemeltooi de heuvelen gaat groe
ten, en da» zoo zedig d'" aarde kust, de ber»
gen en rivierea sust, de vree lelgjt aiin de'
voeten; dan dool ik door het treede wpud,
langs Eik en B^uk ein Deniignhout waar
beek en broiruuan vkoei^ia 'é&ii '1^ -% dfïi
„Farjes'' in de lucht met "ietlü, :<f hui. he»
melvlucht met blad en halmen stoeieni. Ik
zie de blbemen bij de bron zich buigerj naair
de Warme zon en haar geuren schenfcejn. Ik
zie de visschen in de stroom verschieten*, of'
beda,ard en \oora. rati staart en vinmen zwea
ken. Ik zie de arend op zij» pen opstijgen
naar de heniel(en de wolken» ver te boveti).
Ik zie de schaduwen heejl kalm vooTtkruii^
pen over pljas en halm langs hooiland em
langs schovenDaa khmt mijn ziel, ges
heel onwaard, bij deae schoonheid vai» de
aaid de hemeljpoorten binnsn, en jubielt
met een stille stem de lof van God'. Dte eei*
van Hem die 't menschenJdnd kan minnen.
Hans Hansei*
Uit: „The Standard Bulletin"
Dutch SuppHemönt.
verdwijnen spoedig door 'n pot
Bij alle Drogisten
Huizenbezit. De HuSsbaas in dè
stad'. De Gemeente Bottendiim en
haar huizenrelkenlng.
Er is een groot verschil tussohen het plat
teland en de stad. Men behoeft niet zeer
slim te zijn om dit in te zien. Maar goed,
er is velerlei verschil. Zoo ook op het ge
bied van huur en verhuur van huizen en
grond. Ten plattenlande wonen niet veel
groot-huiseigenaren. Wie er nog een enkel
woonhuis verhuurt, doet dat meestal niet
omdat hij persé van verhuur zijn inkom
stenbron maakt, maar omdat hij door al
lerlei toevallige omstandigheden over meer
woonruimte beschikt, dan voor eigen ge
bruik noodig is.
Over den grondbezitter spreek ik niet,
maar over den huisheer of hulsjuffrouw.
En waar juist het mannelijk geslacht nog
immer hett oneest zijn krachten op bot
viert op al wat met huizen samenvalt, is de
naam huisbaas in de stad ingeburgerd. Als
die aanduiding een slechten klank heeft^
dan is dat toch in het algemeen genomen
onverdiend. Mij althans zou het niet moei
lijk vallen ook op de huurders in de stad
een minder gunstig licht te laten vallen,
waartegenover de euvelen van den huisbaas
in het niet zinken.
Bepaal ik mij nu tot de stad, dan vind
ik er vele menschen, die met hard werken
en sparen in het bezit zijn gekomen van
een of meer panden, die verhuurd worden.
Uit de opbrengst der huren, na aftrek van
alle lasten, moet de eigenaar zijn onder
houd vinden, soms nog met een klein pen
sioentje er bij. Hö is dus geen philantroop,
die andere menschen voordeeltjes bezorgt,
maar iemand, die op eenige winst hoopt.
;Pf!0 4;-0419A"
Dat is in onze samenleving nog altijd een
zeer gejond element. Al was het alleen
maa,r omdat winst vooruitgang beteekent
en uit de winst ook de belastingen komen,
belastin,gen die voor een groot deel ten ba
te van allerlei sociale voorzieningen, die
aan de minst draagkrachtigen ten goede
komen, worden besteed.
Ik beschouw den huisbaas dus als een
nuttig sociaal weiden. Ja ik ben in staat
om aan al wat huis-eigenaar (-eigenares)
heet een brief te zenden vol warmen dank
dat zij door in de behoefte aan woningen te
voorzien, voorkomen dat het Rijk of de
Gemeenten alle huizen zouden gaan exploi-
teeren. Over den Overheids-huisbaas heb
ik straks iets op te merken.
Maar, eerlijkheidshalve, ook nog dit. Niet
elke huiseigenaar is mij even achtbaar.
Want er zijn ook lieden, die bij voorkeur de
goedkoopste arbeiderswoningen koopen en
deze tegen hoogen prijs verhuren aan de
armste menschen, terwijl zij aan die huis
jes zelden of ooit iets ten koste leggen.
Hofjes en steegjes vormen altijd een dank
baar beleggingsobject, zij brengen de mees
te rente op. Wie b. v. het hartje van Rot
terdam doorkruist, slaat veelal de handen
van verbazing ineen over de onooglijkheid
der oude buurten en over de krotwoningen
waarin de menschen moeten (of willen)
leven.
De zondige hebzucht van den bezitten-
den mensch nu dient, waar het publieke
levensgebied betreft, door de Overheid be
teugeld te worden. Uit dien hoofde is het
goed, dat er een wettelijk woningtoezicht
bestaat, dat aan grove wantoestanden een
halt toeroept, ja, dat zelfs de onbewoon
baarheid van de huizen kan uitspreken, al
moet ™6t dit laatste met groote voorzich
tigheid worden opgetreden, wil men niet
der onderdanen bezit êd te spoedig prac-
tisch waardeloos verklaren.
De Overheid heeft aan de woongelegen
heid dus wel aandacht te schenken. Wan
neer de particulieren eens geen enkele wo-
niUig die voor smalle beurzen dienen moet,
meer bouwden, zou zeer zeker door de
Overheid in dien nood voorzien moeten wor
den, zoo als dan ook in den wereldoorlog
is geschied. Maar in normale tijden zal
men immer menschen vinden, die hun geld
in huizen vrillen beleggen en dan is er gee-
nerlei reden dat de Overheid huisbaas gaat
spelen.
Zoo kom ik op mijn chapiter: de Gemeen
telijke huisbaas. Mij kwam in handen de re
kening van het huizenbezit van de Gemeen
te Rotterdam. Daaruit blijkt, dat de Ge
meente eigenaresse is van 7744 woningen.
Een flink aantal dus, dat wel een mooi sal
do zal opleveren, denkt U. Maar dat is mis;
he(t is een leelijk saldo. Aan huur wordt
ruim anderhalf millioen gulden per jaar
ontvangen. Br gaat natuurlijk aif rente, be
lasting-, onderhoud, f 2500.voor een
waschinriehting en f 5000.voor electri-
citeit, maar dan komt de gemeente er nog
zooveel aan te kort, dat het Rijk er met f
405.000bijspringt. En dé.n is er nog een
tekort van f 368.000.hetwelk de Ge
meentekas moet lijden. Samen dus een te
kort van ruim f 833.000.op 7744 wonin
gen, dat is per week per woning f 2.te-
korlj.
Kijk, daar kan geen enkele huisbaas te
gen op. Rijk en Gemeente samen leggen er
per jaar acht ton gouds bij. Ziedaar waarom
ik zulk een bezit liever in handen van parti
culieren zie, al zal de schilder, en behan
ger er dan ook niet zóó druk en zoo lang
durig verwijlen als thans het geval is.
Zijn dit nu de woningen der armen, die
beslijst niet méér kunnen betalen? Geen
sprake van, het betreft hier door heel de
stad verspreide blokken woningen, waarin
arbeiders en winkel- en kantoorbedienden
wonen. Er is al eens op aangedrongen van
tijd tot tijd een blok huitón in de veiling te
'breng-en, om zich aldus van een jaarlijks
wederkeerend tekort te ontdoen, maar dat
idee heeft bij de soc. democraten (en bij de
christelijke democraten) hevige schrik ge
bracht. Van rood werden zij er (tijdelijk)
wit van. Want voor negentig procent steu
nen de soc. democraten op hetgeen zij aan
het volk aan douceurtjes uitdeelen. Als zij
nu geen huisbaas meer kuimen spelen, dan
zouden de kiezers misschien vragen: doen
jullie nou niks meer voor ons, dan kiezen
we jullie ook niet meer.' Neen; ze moeten ar
niet aan denken, dat ze zonder moderne
arbeiderswoningen zouden zitten... Is men
echter in Rotterdam niet wijzer, dan moest
men het in Den Haag toch zssjn.
Mijn conclusie is dus, dat ais er een ge
zond, niet bedilziek Óv^srheidstoezicht is
op den aanbouw en het gebruik van de wo
ningen (en dat toezicht is er terdege) het
volksbelang vordert, dat de woningvoorzie-
ning aan de particulieren wordt overgela--
ten. Aldus is het gevoelen van Uwen
WAARNEMER.
Een kleine sf^üg^g van 5 cent.
Met Ingang van 1 Juli a.s., de
aanvaiig' van ons derde kwartaal,
ziet onze Naaml. Venn. „Eilanden-
nieuws," zich genoodzaakt tot een
kleine verhooging van het abonne
mentsgeld over te gaan.
Door omstandigheden van buiten
af, was dit eigenlijk reeds eerder
noodig geweest maar wij hebben
een verhooging van het abonnements
geld zoo lang mogelijk uitgesteld.
Zoo zijn b.v. in de tweede helft
van 1938, tengevolge der intemati-
Inale spanningen,de papierprijzen met
70 80% verhoogd, wat ons toen
reeds noopte het tarief te wijzigen.
Wij hebben dit toen niet gedaan en ge
lukkig is de papierprijs, zij het niet
geheel, thans weer aan het terug-
loopen.
Met Mei j.l. heeft de Regeerii^g ech
ter de bindendverklaring der arbeids-
loonen in het Drukkersbedrijf wette
lijk geregeld waardoor de exploita
tiekosten van ons Blad „Eilanden-
nieuws" zeer zijn gestegen.
Het is dus niet zonder noodzaak
*dat wij een kleine verhooging moe
ten toepassen en wij meenden deze
zoo laag mogelijk te moeten stellen,
n.l. met 5 cent per aboimement. De
abonnementsprijs wordt dus nu in-
plaats van 85 cent, 90 cent per drie
maanden.
Wij hadden misschien ook een an
der middel kunnen toepassen, b^v.
door ons Blad in te krimpen, verschil
lende rubrieken te besnoeien of ge
heel weg te laten, maar dit meenden
vrij niet te moeten doen. Het is ons
gebleken, dat de wijze waarop ons
Blad geredigeerd wordt onze lezers
en lezeressen bevredigt, zoodat Wfl
hopen voort te gaan tweemaal per
week „Eilanden-nieuws" tot in de
puntjes te verzorgen.
Ook de post-abonne's willen er wel
rekening mee houden, dat hun post-
kwitantie straks 5 cent hooger zal
:aijn, en zij die gireéren willen wel
zoo goed zijn 5 cent meer te storten.
Waar wij ons tot heden in een stij
gend abonnementenaantal mochten
verheugen, vertrouwen wij, dat deze
geringe wijziging daaraan geen aifr
breuk zal doen. Niemand zal daar
voor ons Blad, dat bij zoovelen de
huisvriend is, willen missen,
De Directie:
N.V. EILANDEN-NIEUWS