ChDWEEKEUADopGED.GR0ni)6IAG vöÖQÖlZUID-HOUEnZCEU^^ EHAHDEn
N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EIUNDEN-NIEÜWS"
Een Kabinetscrisis
op komst
Het Gemeentehuis te Ooitgensplaat.
Gemeenteraad
He Jaargang
WOENSDAG 14 JUNI 1939
No. 1048
9FFICIEELE CRÏSISPÜBLICATIES
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDE.4"
18e JAARGANG
CAMEE PASTILLES
Verpakt in fraaie goud-Bonbonnières
Prijs f. 1.- en 50 et.
niEuws
UITGAVE VAN
AdYcrtentie^il^ 20 cent per i«geL Reclames 40 ct.i Diensti
«anwagen en aanbiediiigen van 1—6 cegeb 80 et.; BoelcPttan»
bnuUpig 10 cent per regel ContracteB bebagrflic beer.
Gercstigd te Middematali i Frim Hsndilbtr. m C Giro 167930 i Fottbox 8 Ttl. 17.
^kantoor tooi Zeeland; St. Maaitensdp, Markt, Telel. 59.
Abonnementspifs 85 cent per 3 maanden 1^ Tootultbetalin^.
Vnsch^bt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal f er week.
Afzonderl^ nummert 5 ceat Buitenland 6f uldea ptt jaar I
in*
Een week voor Pinksteren kwamen de
bladen met het bericht, dat Mr. de Wilde,
Minister van Financiën, was afgetreden we
gens meenin,gsverschil met zijn collega's
bver de begrooting voor 1940, die op de
Departementen is opgemaakt en in de Mi
nisterraad moest worden vastgesteld. De
heer De Wilde kon zich, naar verluidt, niet
vereenigen met een uitgavenpolitdek, waar
tegenover geen ingrijpende maatregelen
stonden om het budget sluitend te maken.
Het heeft toen velen bevreemd, dat mèt
den A.R. minister De Wilde niet eveneens
de andere ministers Colijn en Van Dijk zijn
heengegaan, want men meende te mogen
veronderstellen, dat deze drie, wat de fi-
nanciëele politiek betreft, hetzelfde stand
punt innamen. Met name van Dr. Colijn
is bekend, dat hij een soUed budgetair beleid
voorstaat. Toch deelde d« Regeeringspers-
dienst mede, dat de Minister ^president het
interimaat van Financiën op zich genomen
had en zou pogen datgene te bereiken,
waarin Mr. de Wilde blijkbaar niet was ge
slaagd.
In Den Haag gingen daarna geruchten
loopen. Er werd verteld, dat binnen zeer
korten tijd de ministercrisis in een kabi
netscrisis zou overgaan en dat het geheele
ministerie besloten had na de terugkomst
van de Koningin uit België ontslag te vra
gen. Achteraf is komen vast te staan, dat
hierin overdrijving school, doch al heeft de
Regeering nog geen gelegenheid gehad, de
stand van zaken in de Tweede Kamer, die
op reces Is, uiteen te zetten, duidelijk is ge
worden, dat het conflict in het kabinet niet
is bijgelegd, doch slechts verschoven. De
A.R. Rotterdammer" gaf mededeelingen,
blijkbaar uit de naaste omgeving van Mr.
de Wilde afkomstig, waaruit was te con-
cludeeren, dat de strijd voortduurde en dat
Dr. Colijn enkele koppige" ministers
slechts eenige tijd gegeven had om zich te
bezinnen en hun offer te brengen voor een
sluitende begrooting. En de Standaard,"
het A.R. hoofdorgaan, sprak de meening
uit> dat Dr. Colijn het zakelijk wel met Mr.
de Wilde eens was, maar nog geen genoeg
zame reden aanwezig zag om ontheffing
uit zijn ambt te verzoeken.
Wij hebben de indruk, dat de„Standaard"
inderdaad gelijk heeft. Colijn wil precies
hetzelfde als De Wilde. Alleen heeft hij mis
schien nog een kleine hooj), dat de minis
ters, die ook zjonder sluitend budget mil-
lioenen blijven eischen en dat schijnen
vooral die van Sociale Zaken en Defensie
0,6 zijn alsnog zullen toegeven, terwijl hij
bovendien en terecht alles in het werk
wil stellen om in deze troebele en onzekere
tijden een kabinetscrisis te vermijden.
Het was echter voorzien, dat vroeg of
laat dit conflict moest( uitbreken. De heer
De Wilde Is een bekwaam financier en is er
de man niet naar om de verantwoordelijk
heid te aanvaarden voor dingen, die tegen
zijn geweten en beginsel ingaan. Hij is „de
man van het sluitend budget." In roode en
Roomsche kringen noemt naen zoo iemand
smalend een „aanpasser." En waar nu de
ontwikkeling van de internationale toestand
en de weini,g verminderende werkloosheid
de Rijksuitgaven met tientallen, ja zelfs
met enkele honderden muloenen zullen doen
stijgen boven hetgeen thans reeds wordt
gedaan men denke aan de roep om slag-
schepen voor Indie, die ieder 75 milloen
gulden kosten en aan de bestrijding der
jeugdwerkloosheid door Minister Romme
daar ligt het voor de hand, dat het probleem
nu in een acuut stadium moest treden en
de keuze moest worden gedaan tusschen
de twee eenige systemen, die mogelijk zijn:
eenerzijds die van de aanpassing der uitga
ven aan de inkomsten, anderzijds die, welke
men betitelt met de naam van vlotte lee-
mngspolitiek.
Degenen, die voorstander zijn van de laat
ste, hebben eveneens, volgens hun zeggen,
althans een sluitend budget op het oog.
Zelfs de Roomsche en socialistische politici
durven niet te zeggen, dat het Rijk maar
voortdurend met tekorten op de begrooting
moet blijven werken. Het groote verschil
zit echter hierin, dat de „aanpassers" de
meerdere uitgaven zooveel mogelijk voor re
kening van de gewone dienst vrillen bren
gen en er derhalve oif bezuinigingen óf be-
lastin,gverhoogingen óf beide tegenover wil
len stellen, terwijl de anderen hiervoor niet
te vinden z^n, doch geweldige geldsommen
willen leenen en dus de kapitaaldienst wil
len belasten met de meerdere uitgaven. Zij
zeggen, dat er zeker een milliard aan kapi
taal beschikbaar is op de geldmarkt en
dat de Regeering daarvan gebruik moet
maken.
Het is nu deze controvers, die politieke
gevplgen dreigt te zullen krijgen, want bei
de standpunten komen steeds meer tegen
over elkaar te staan. Dit blijkt ook uit wat
de Roomsche en roode pers schrijft. Duide
lijk doet deze uitkomen, dat ten koste van
alles de aanpassing moet vermeden worden.
Het R.K. blad „De Volkskrant," zegt zelfs
dat de eerste volksbelangen niet verwaar
loosd mogen worden terwille van het fau-
toom (spook) van een sluitend budget. Zie
hier een voorbeeld van zoo verregaande fi-
nancieele roekeloosheid, dat men zelfs té
gen het werken met tekorten niet opziet.
En wat men niet zou verwachten, het Chr.
Historisch Hoofdorgaan „De Nederlander"
schreef, dat ongeacht de ifinancië'ele toe
stand de noodzakelijke sociale en militaire
uitgaven moeten worden gedaan. Zoo ziet
men, dat ook in kringen, die steeds als
voorzichtig te boek stonden, de weg van de
kleinste weerstand zijn aantrekkingskracht
doet gevoelen.
Het is niet onze bedoeling in dit artikel
dit inderdaad moeilijk probleem uitvoerig te
bespreken. We hopen een volgend maal uit
een te zetten, waarom w^j het systeem der
leen-maar-raak-politiek verderfelijk achten.
We wijzen hier slechts op het feit, dat deze
actueele kwestie zeer gemakkelijk tot een
kabinetscrisis voeren kan.
Behalve dit budgetair probleem is er nog
een kwestie, waarover het Kabinet met de
Tweede Kamer harde noten te .kraken zal
krijgen. We bedoelen de zaak-Oss. Het is
reeds langer dan een jaar geleden, dat de
Roomsche Minister Goseling de bekende
maatregelen nam te,gen de marechausees.
Er is in het Parlement over gesproken, zelfs
tweemaal, doch nog altijd is de zaak niet
van de baan. De Minister had bij het eerste
debat, meende men, de Kamer onvolledig
ingelicht. Daarom werd eenige tijd later
een voorstel tot het houden van een en
quête ingediend, dat evenwel verworpen
werd. De Kamer besloot toen een commis
sie te benoemen, die een nota zou opstellen
aan de hand van allerlei inlichtingen, doch
deze commissie is maandenlang bezig ge
weest met haar arbeid zonder dat ze veel
naderde. Dit schijnt veroorzaakt te zijn
door een soort lijdelijk verzet of obstructie
van het Departement van Justitie, terwijl
bovendien aan de ambtnaren en de mare
chaussees, die door de commissie gehoord
moesten worden, door den Minister een ver
bod werd opgelegd om te verschijnen. Hier
door werd tenslotte het werk der commissie
bespoedigd en naar verluidt zal nu dezer
dagen het debat over de zaak-Oss ten der
den male in de Tweede Kamer worden ge
houden.
Wij aarzelen niet, deze Osse kwestie niets
meer of minder dan een parlementair
schandaal te noemen. De marechaussees
werden in enkele dagen verwijderd om een
reden, die nog steeds niet geheel is opge
helderd en waarbij een paar Roomsche gees
telijken in het spel zijn, terwijl een afdoen
de bespreking meer dan een jaar lang
wordt tegengehouden. De macht en de vrij
moedigheid van optreden der Roomschen
blijkt hier weer onmiskenbaar. En daarbij
komt nog, dat het heele Kabinet deze po
litiek steunt en zijn sanctie gaf aan het
niet-verschijnen der ambtenaren, blijkbaar
terwille van de coalitie, die kraakt.
Het is echter bekend, dat een zeer groot
aantal Kamerleden ten zeerste ontstemd is
over de handelwijze van den Ministerj, waar
door het opstellen van een volledig rapport
door de commissie onmogelijk werd. Bij de
debatten in de Tweede Kamer zal dit dan
tot uiting moeten komen. Wij hopen, dat
niet alleen de S.G.P. en de linksche partijen,
doch ook de C. H; fracties ditmaal eens
.krachtig voor den dag zullen komen, want
het wordt hoog tijd, dat aan de „paepsche
stoutichheden" een eind wordt gemaakt. In
dien het debat eindigt met het aannemen
van een motie van wantrouwen tegen Mi
nister GoseUng in wiens beleid zonder twij-
ifel de groote meerderheid van ons volk
geen vertrouwen heeft, zou de zaak-Oss
tot een bevredigend slot zijn gebracht. Ge-
looven doen we het nog niet, want de po-
Utieke vriendschap der coalitiegenooten zal
vermoedelijk nog wel zegevieren over een
zakelijke beoordeeling. Maar dat ook op dit
punt het Kabinet, met name de heer Gose
ling, zeer zwak staat, is duidelijk.
Een derde mogelijkheid van conflict tus
schen Kabinet en Kamer is gelegen in de
politiek van Minister Slotema!ker de Bruïne
die vooral in de oogen van de Roomschen
geen voldoening kon vinden. Verleden jaar
deed die fractie uit protest niet mee aan
de debatten over de Begrooting van Onder
wijs en onlangs stemde zij tegen de wil van
den Minister voor een amendement op het
Kweekschool-onderwerp, waardoor dit werd
aangenomen. De Minister trok toen het ge
heele ontwerp in. Het gaat in dit latent con
flict voornamelijk om de verlaging der leer.
lingenschaal, die de Roomschen ten koste
van alles v*dllen doorzetten. Ook deze kwes
tie, die ai enkele malen de Regeering in
gevaar brachti, vergroot de kans op een
Kabinetscrisis.
Daarbij komt nu nog, dat Minister Slote-
maker zijn spelling nu thans wil gaan door
zetten en onze taal wil verrijken met een
spelling-Slotemaker in plaats van die van
Marchant, Terpstra, De Vries en Te Win
kel. Hij gaat daarbij zelfs nog terug achter
Terpstra, die in 1930 6e naamvals-n voor
een groot deel afschafte en ofschoon hij de
eerste regels van Marchant wel wil overne
men, .kan hij het niet over zijn hart verkrij
gen om de n te laten vervallen, in welk
opzicht hij dus wil terugkeeren tot de spel
ling van De Vries en Te Winkel. We hebben
al meermalen geschrevan, dat wij als de
eenige oplosing van de spellingkwestie zien
het volkomen aanvaarden door de Regee
ring van de spelUng-Marchant. De conser
vatieve Minister wil met alle geweld vast
houden aan zijn dominees-spelling, maar zal
daardoor de verwarring op dit gebied
steeds grooter maken en niemand bevredi
gen, temeer waar hij nu reeds een commis
sie heeft benoemd, die moet uitmaken, wel
ke veranderingen er in de toekomst moeten
plaats hebben. Ook naar onze meening is
de spelling-politiek van den heer Slotema-
ker geheel verkeerd en~ kon hij ook hier
over met de Tweede Kamer, ,die verleden
jaar zich in een motie tegen zijn plannen
uitsprak, wel eens in conflict komen. Het
zou voor het onderwijs ten zeerste te be
treuren zijn, als de Minister zijn vril door-
zfette.
Zoo ziet men, dat er brandstof genoeg is,
opgehoopt om tot een Kabinetscrisis te lei
den. We zullen de loop der dingen nu maar
afwachten. Zeer waarschijnlijk zal hier
over, als deze week de Tweede Kamer weer
gaat vergaderen, wel meer licht opgaan.
LOS WEILAND ONDER DE
PACHTWET GEBRACHT.
Arnhem, Donderdag
De Pachtkamer van het gerechtshof te
Arnhem gaf de volgende uitspraak op een
hooger beroep, ingesteld tegen een beschik
king van de Pachtkamer bij het kanton
gerecht te Harderwijk.
Een verpachter wilde een aantal per-
ceelen, gelegen onder Harderwijk, voorna-
felijk bestaande uit wei- en hooiland ver
pachten voor ten hoogste één jaar, aan
welk voornemen de Paqhtkamer bij het
kantongerecht geen goedkeuring wilde
hechten.
Toen kwam de verpachter in hooger be
roep. Hij beweeride dat deze perceelen,
steeds voor 1 jaar telgens waren verhuurd ge
weest en dat bij de behandeling van de
Pachtwet in de beide Kamers er reeds op
was gewezen, dat grasland in de regel voor
een jaar werd verpacht.
Het Haf, heeft beslist, dat ,de ondubbel
zinnige strekking van de Pachtwet is, dat
wei- en ,grasland als het onderhavige (zgn.
losland) in de regel voor onbepaalde ,tijd
wordt verpacht en er hier geen omstandig
heden aanwezig zijn die aanleiding kunnen
geven, van ,die regel af te wijken. De be
schikking van de Pachtkamer te Harder
wijk werd dus bekrachtigd.
t- Deeses steens geChrlft een ieder gaet ontfoVWen
Wie Men Van ,dlt dorps hVYs den eersten steen fonderen saCh
't Was den sChoVdt WoestInghVe die 'teerst begon te boVWen
Weesende den tWaeLfden IVnl op sine adoLphs daCh.
1616.
ledere Platenaar of ou^-Platenaar, die dit
versje leest, herinnert zich" dat ,dit voor
komt op de steen, welke in de voorgevel
van het raadhuis van OOLTGENSPLAAT
is aangebracht, en in zijn .gedachten rijst
voor hem op dit oude vertrouwde gebouw,
dat ondanks zijn verminkte gevel nog zoo'n
monumentale indruk maakte.
Thans maken we eens een uitstapje in de
historie van het gebouw.
Onze gedachten gaan drie eeuwen te
rug. We zien het dorpshuis in zijn volle glo
rie. De warme ro.de baksteen is nog fris
van kleur, de zandstenen lagen en orna
menten zijn no,g niet verweerd. Hoe mooi
doen het de rijke smeedijzeren muurankers
en de zware kruiskozijnen met de glas-in-
lood ruitjes. De topgevel boven de hoofd
ingang is een pronkstukje op zichzelf.
We willen het gebouw thans eens van
binnen bezien. We bestijgen daartoe het
hoge bordes, versierd met twee leeuwen,
dragende de wapens van Holland en St.
Adolphsland en laten de klopper op de zwa
re met ijzer beslagen deur vallen. De bode,
gekleed in het stemmige zwart, opent het
klinket en laat ons binnen in het schemeri
ge voorhuis. Op zijn eerbiedige vraag wat
wij wensen, antwoorden wij dat fwij gaarne
de grote zaal, waar Schout en Schepenen
bijeen ple,gen te komen, willen bekijken.
Hij leidt ons door de ,deur aan de linkerzij
de van het voorhuls deze zaal binnen en
laat ons, na een paar korte inlichtingen
alleen, wijl andere bezigheden hem roepen.
Daar het vrinter is en er zo dadelijk ver
gadering van Schout van Schepenen zal
worden gehouden, brandt er een houtvuur
onder de hoge, brede schouw. Het zachte
licht dat door de drie met licht-groen glas
bedekte ramen naar binnen valt, geeft met
de rosse gloed van het vuur aan het vertrek
een wonderlijke bekoring. We zien rond: de
muren zijn tot halverhoogte bekleed met
een eiken lambrizeering, ook ,de zoldering,
gesteund door de moer- en kinderbalken is
van dezelfde houtsoort. In het midden van
de grote ruimte staat een rijk met orna
menten besneden tafel met de deftige hoge
stoelen er rondom. In de lengte van de zaal
is een gebeeldhouwd hekwerk aangebracht,
waarachter de burgers straks kunnen plaats
nemen, wanneer zij voor Schout en Schepe
nen moeten verschijnen. Het geheel maakt
de indruk van voornaamheid en rust. We
toeven er .geruime tijd. De bode komt bin
nen om de kaarsen in de koperen kroon
aan te steken en ons te waarschuwen, dat
wij moeten vertrekken, daar de vergadering
zo dadelijk zal aanvangen. Wanneer wij het
bordes zijn afgedaald, keren we ons nog
eenmaal om en door de vensters van het
thans in schemerduister gehulde gebouw
straalt het zachte schijnsel van ,de kaars
verlichting.
Zoo was het omstreeks 1625. Vele tien
tallen jaren zijn voorbijgegaan. Goede en
slechte jaren. Waarschijnlijk wel vele met
overstroming, misoogst en ziekte onder het
vee. Het dorpshuis staat er nog altijd. Het
eertijds zo frisse en soliede gebouw ziet er
vervallen uit; er was meestal geen geld om
het behoorlijk te onderhouden. De glas-in-
lood ruitjies zijn gehavend, enkele luiken
hangen scheef, het houtwerk is verrot. De
moeilijke jaren zijn nu echter voorbij, thans
zal men het gebouw eens ,goed onder han
den nemen. Met de vensters in kruiskozij
nen gevat is men niet meer tevreden en
men vervangt ze door grote ramen. Door
dit alles is de gevel wel heel erg geschon
den. Doch zou men daar geen raad op we
ten in het land van de meekrap? De gevel
wordt keurig in een rood kleurtje .gezet en
de verver wordt opgedragen er witte voe
gen op te schilderen en ze is nog nooit zo
mooi geweest! Dat dachten de edelachtbare
heren van omstreeks 1830. Ook binnens
huis begint men te moderniseren met het
noodlottige gevolg, dat er van de inwendige
schoonheid van het .gebouw weinig over
bleef: een enkel meubelstuk, een paar ko
peren blakers.
Wederom zijn honderd jaren voorbijge
gaan. Aan het uit- en inwendige van het
gebouw is in die jaren weinig veranderd.
Het be,gint echter ernstige t ekenenvan ver
val te vertonen: het houtwerk is vergaan, de
eens ZiO mooie topgevel staat op instorten.
Zal het dorpshuis worden gesloopt ofgeres-
taureerd Veel zal er in de vergaderingen
van Burgemeesters en Wethouders en van de
Raad over gedelibereerd zijn. De liefde voor
het oude gebouw heeft het gewonnen en
zo is het, mede dank zij Rijk en Provincie
gelukt, een algehele restauratie te doen
plaats vinden, onder leiding van het Rijks
bureau voor de Monumentenzorg. Een be
kwame architect, dankbaar gebruik maken
de van bewaard gebleven fragmenten, heeft
het gebouw zijn oorspronkelijke vorm her
geven. Hoewel thans no,g niet geheel vol
tooid, is het reeds een lust voor het oog te
aanschouwen. Nog een korte spanne tijds
en het zal weer zijn, zoals het eenmaal was.
Dat wij en het nageslacht het beter be
waren, dan onze voorouders hebben gedaan!
NASCHRIFT.
Misschien hebt gij dit artikeltje tot het
einde gelezen. Zo ja, houdt dan niet op bij
het naschrift. Dat is juist het voornaamste.
Ik weet, dat een overgroot percentage
der Platenaars en oud-Platenaars er trots
op is, dat hun raadhuis is herrezen en vol
blijdschap zullen zij het den vreemdeling
tonen.
Hoe .kunnen wij beter van onze dank
baarheid en ivreugde blijk geven dan door
het aanbieden van een geschenk aan de
Gemeente, dienende tot verdere verfraaiing
van het gebouw? Ik denk b.v. aan een an
tieke kast voor de raadzaal, een kroon voor
de hal enz,.
Zoo juist verneem ik, dat zich een co
mité onder energieke leiding gevormd heeft
om dit plan, dat zeker onder vele ingezete
nen en oud-ingezetenen instemming zal
vinden, uit te voeren (het .gironummer van
den voorzitter, dhr. C. W. Hobbel, Voor
straat, Ooitgensplaat is 280179.)
Dat het moge slagen!
V.D.T.
VOORBURG.
D« oangewezen verpakking voor op
reis en in den auto.
TEELTPBEMIE VLAS OOGST 1938.
De Nederlandsche Akkerbouwoentrale
maakt bekend, dat voor vlas van den oogst
1938, hetwelk met inachtneming van ,de
dienaangaande gestelde regelen werd ver
kocht in het tijdvak van 1 Maart 1939 tot
en met 30 April 1939, alsmede voor vlas
van dien oogst hetweik op 30 April 1939
nog onverkocht en in onbewerkten toestand
aanwezig was, een teeltpremie zal worden
uitgekeerd.
Deze teeltpremie zal per Kg. gerepeld
vlas een zoodanig bedrag belöopen als over
eenkomt met een ,gemiddelde premie van f
37.50 per H.A.
HET VERVOERSVRAAGSTUK OP DE
ZUID-HOLLANDSCHE EILANDEN EN
SCHOUWEN EN DUIVELAND.
In de staatscomnxissie voor het vervoers.
vraagstuk op de Zuid-HoUandsohe eilanden
en op Schouwen en Duiveland, onder voor
zitterschap van den heer A. W. E. Weijer-
man, oud-voorzitter van het gemengd be
drijf Haagsche tramwegmaatschappij, heb-
lüen als leden zitting de heeren mr. H. J.
Knottenbelt, president-commissaris van de
Rotterdamsohe Tramweg Maatschappij te
''s-Gravenhage; ir. A. J. Kuiper, directeur
van de Rotterdamsohe Tramweg Maatschap
pij te Rotterdam; mr'. H. C. Hintzen, fir
mant van de firma Mees en Zoonen te Rot
terdam; W. H. de Monchy, directeur van
de N. V. Nederlandsch-Amerikaansche
Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam; W.
B. K. Verster, directeur van de N.V. Ree-
derij van der Schuyt te Rotterdam; P. de
Bruin, lid van Gedeputeerde Staten van
Zuid Holland te 's-Gravenha,ge, en C, H.
Conrad, referendaris bij het departement
van Waterstaat te 's-Gravenhage.
Raadsvergaiderjng DIRKSLAND op
Vrijdag 9 Jmini, sav. 8, ma:.
Te,genwoor,dig alle leden.
De Voorz., Burgemeester D. J, Visscher
opent met gebed, notulen worden daarna
vastgesteld.
Ingekomen stukken:
Versla,g van de commissie tot wering yan
schoolverzuim over 1938.
Van den Minister van Soc. Zaken de me-
dedeeling bijdrage steunverleening B'. wei-
in aanmerking kan komen.
Terugontvangen eenige goedgekeurde
raadsbesluiten.
Van den minister van Soc. Zaken en Fi
nanciën dat de Rijksbijdrage voor steunver
leening en werkverschaffing voor 1939 zal
bedragen f 7629.20 of 49.9% en dat nog
valt uit te betalen f 3429.20.
De VOORZ. deelt mede, dat ingevolge de
vraag van den heer Knöps, de Inspecteur
der Werkverschaffing heeft toe,gestaan dat
6e werkloozen van hier in den Polder Dirks-
land zullen kunnen te werk gesteld.
Punt 3. Benoeming van een lid van de
Commissie tot wering van Schoolverzuim
in de vacature D. Sijtsma.
Aanbeveling: 1. C. van der Sluljs, 2. C. J.
Swenne.
Wordt ma.s. benoemd de heer C. v. d.
Sluijs.
Punt 4. Benoeming van een lid van de
plaatselijke Schoolcommissie wegens perio
dieke aftreding van den heer M. Broos-
hooifti.
Aanbeveling: 1. M. Brooshooft, 2. A. Ha-
gens.
Wordt gekozen de heer M. Brooshooft.
Punt 5. Wijziging van de begrooting 1938
en 1939 van de Stichting de Drinkwaterlei
ding Goeree en Overflalkkee.
De kapitaaldienst wordt .gewijzigd in ver
band met de kanaal-uitbreiding.
Punt 6. Voorstel om aan C. Warnaer Jz.
een half jaar ontheffing te verleenen van