ChDWEEKEUADopGED.GR0ni)6IAG vöÖQÖlZUID-HOUEnZCEU^^ EHAHDEn N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EIUNDEN-NIEÜWS" Een Kabinetscrisis op komst Het Gemeentehuis te Ooitgensplaat. Gemeenteraad He Jaargang WOENSDAG 14 JUNI 1939 No. 1048 9FFICIEELE CRÏSISPÜBLICATIES WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDE.4" 18e JAARGANG CAMEE PASTILLES Verpakt in fraaie goud-Bonbonnières Prijs f. 1.- en 50 et. niEuws UITGAVE VAN AdYcrtentie^il^ 20 cent per i«geL Reclames 40 ct.i Diensti «anwagen en aanbiediiigen van 1—6 cegeb 80 et.; BoelcPttan» bnuUpig 10 cent per regel ContracteB bebagrflic beer. Gercstigd te Middematali i Frim Hsndilbtr. m C Giro 167930 i Fottbox 8 Ttl. 17. ^kantoor tooi Zeeland; St. Maaitensdp, Markt, Telel. 59. Abonnementspifs 85 cent per 3 maanden 1^ Tootultbetalin^. Vnsch^bt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal f er week. Afzonderl^ nummert 5 ceat Buitenland 6f uldea ptt jaar I in* Een week voor Pinksteren kwamen de bladen met het bericht, dat Mr. de Wilde, Minister van Financiën, was afgetreden we gens meenin,gsverschil met zijn collega's bver de begrooting voor 1940, die op de Departementen is opgemaakt en in de Mi nisterraad moest worden vastgesteld. De heer De Wilde kon zich, naar verluidt, niet vereenigen met een uitgavenpolitdek, waar tegenover geen ingrijpende maatregelen stonden om het budget sluitend te maken. Het heeft toen velen bevreemd, dat mèt den A.R. minister De Wilde niet eveneens de andere ministers Colijn en Van Dijk zijn heengegaan, want men meende te mogen veronderstellen, dat deze drie, wat de fi- nanciëele politiek betreft, hetzelfde stand punt innamen. Met name van Dr. Colijn is bekend, dat hij een soUed budgetair beleid voorstaat. Toch deelde d« Regeeringspers- dienst mede, dat de Minister ^president het interimaat van Financiën op zich genomen had en zou pogen datgene te bereiken, waarin Mr. de Wilde blijkbaar niet was ge slaagd. In Den Haag gingen daarna geruchten loopen. Er werd verteld, dat binnen zeer korten tijd de ministercrisis in een kabi netscrisis zou overgaan en dat het geheele ministerie besloten had na de terugkomst van de Koningin uit België ontslag te vra gen. Achteraf is komen vast te staan, dat hierin overdrijving school, doch al heeft de Regeering nog geen gelegenheid gehad, de stand van zaken in de Tweede Kamer, die op reces Is, uiteen te zetten, duidelijk is ge worden, dat het conflict in het kabinet niet is bijgelegd, doch slechts verschoven. De A.R. Rotterdammer" gaf mededeelingen, blijkbaar uit de naaste omgeving van Mr. de Wilde afkomstig, waaruit was te con- cludeeren, dat de strijd voortduurde en dat Dr. Colijn enkele koppige" ministers slechts eenige tijd gegeven had om zich te bezinnen en hun offer te brengen voor een sluitende begrooting. En de Standaard," het A.R. hoofdorgaan, sprak de meening uit> dat Dr. Colijn het zakelijk wel met Mr. de Wilde eens was, maar nog geen genoeg zame reden aanwezig zag om ontheffing uit zijn ambt te verzoeken. Wij hebben de indruk, dat de„Standaard" inderdaad gelijk heeft. Colijn wil precies hetzelfde als De Wilde. Alleen heeft hij mis schien nog een kleine hooj), dat de minis ters, die ook zjonder sluitend budget mil- lioenen blijven eischen en dat schijnen vooral die van Sociale Zaken en Defensie 0,6 zijn alsnog zullen toegeven, terwijl hij bovendien en terecht alles in het werk wil stellen om in deze troebele en onzekere tijden een kabinetscrisis te vermijden. Het was echter voorzien, dat vroeg of laat dit conflict moest( uitbreken. De heer De Wilde Is een bekwaam financier en is er de man niet naar om de verantwoordelijk heid te aanvaarden voor dingen, die tegen zijn geweten en beginsel ingaan. Hij is „de man van het sluitend budget." In roode en Roomsche kringen noemt naen zoo iemand smalend een „aanpasser." En waar nu de ontwikkeling van de internationale toestand en de weini,g verminderende werkloosheid de Rijksuitgaven met tientallen, ja zelfs met enkele honderden muloenen zullen doen stijgen boven hetgeen thans reeds wordt gedaan men denke aan de roep om slag- schepen voor Indie, die ieder 75 milloen gulden kosten en aan de bestrijding der jeugdwerkloosheid door Minister Romme daar ligt het voor de hand, dat het probleem nu in een acuut stadium moest treden en de keuze moest worden gedaan tusschen de twee eenige systemen, die mogelijk zijn: eenerzijds die van de aanpassing der uitga ven aan de inkomsten, anderzijds die, welke men betitelt met de naam van vlotte lee- mngspolitiek. Degenen, die voorstander zijn van de laat ste, hebben eveneens, volgens hun zeggen, althans een sluitend budget op het oog. Zelfs de Roomsche en socialistische politici durven niet te zeggen, dat het Rijk maar voortdurend met tekorten op de begrooting moet blijven werken. Het groote verschil zit echter hierin, dat de „aanpassers" de meerdere uitgaven zooveel mogelijk voor re kening van de gewone dienst vrillen bren gen en er derhalve oif bezuinigingen óf be- lastin,gverhoogingen óf beide tegenover wil len stellen, terwijl de anderen hiervoor niet te vinden z^n, doch geweldige geldsommen willen leenen en dus de kapitaaldienst wil len belasten met de meerdere uitgaven. Zij zeggen, dat er zeker een milliard aan kapi taal beschikbaar is op de geldmarkt en dat de Regeering daarvan gebruik moet maken. Het is nu deze controvers, die politieke gevplgen dreigt te zullen krijgen, want bei de standpunten komen steeds meer tegen over elkaar te staan. Dit blijkt ook uit wat de Roomsche en roode pers schrijft. Duide lijk doet deze uitkomen, dat ten koste van alles de aanpassing moet vermeden worden. Het R.K. blad „De Volkskrant," zegt zelfs dat de eerste volksbelangen niet verwaar loosd mogen worden terwille van het fau- toom (spook) van een sluitend budget. Zie hier een voorbeeld van zoo verregaande fi- nancieele roekeloosheid, dat men zelfs té gen het werken met tekorten niet opziet. En wat men niet zou verwachten, het Chr. Historisch Hoofdorgaan „De Nederlander" schreef, dat ongeacht de ifinancië'ele toe stand de noodzakelijke sociale en militaire uitgaven moeten worden gedaan. Zoo ziet men, dat ook in kringen, die steeds als voorzichtig te boek stonden, de weg van de kleinste weerstand zijn aantrekkingskracht doet gevoelen. Het is niet onze bedoeling in dit artikel dit inderdaad moeilijk probleem uitvoerig te bespreken. We hopen een volgend maal uit een te zetten, waarom w^j het systeem der leen-maar-raak-politiek verderfelijk achten. We wijzen hier slechts op het feit, dat deze actueele kwestie zeer gemakkelijk tot een kabinetscrisis voeren kan. Behalve dit budgetair probleem is er nog een kwestie, waarover het Kabinet met de Tweede Kamer harde noten te .kraken zal krijgen. We bedoelen de zaak-Oss. Het is reeds langer dan een jaar geleden, dat de Roomsche Minister Goseling de bekende maatregelen nam te,gen de marechausees. Er is in het Parlement over gesproken, zelfs tweemaal, doch nog altijd is de zaak niet van de baan. De Minister had bij het eerste debat, meende men, de Kamer onvolledig ingelicht. Daarom werd eenige tijd later een voorstel tot het houden van een en quête ingediend, dat evenwel verworpen werd. De Kamer besloot toen een commis sie te benoemen, die een nota zou opstellen aan de hand van allerlei inlichtingen, doch deze commissie is maandenlang bezig ge weest met haar arbeid zonder dat ze veel naderde. Dit schijnt veroorzaakt te zijn door een soort lijdelijk verzet of obstructie van het Departement van Justitie, terwijl bovendien aan de ambtnaren en de mare chaussees, die door de commissie gehoord moesten worden, door den Minister een ver bod werd opgelegd om te verschijnen. Hier door werd tenslotte het werk der commissie bespoedigd en naar verluidt zal nu dezer dagen het debat over de zaak-Oss ten der den male in de Tweede Kamer worden ge houden. Wij aarzelen niet, deze Osse kwestie niets meer of minder dan een parlementair schandaal te noemen. De marechaussees werden in enkele dagen verwijderd om een reden, die nog steeds niet geheel is opge helderd en waarbij een paar Roomsche gees telijken in het spel zijn, terwijl een afdoen de bespreking meer dan een jaar lang wordt tegengehouden. De macht en de vrij moedigheid van optreden der Roomschen blijkt hier weer onmiskenbaar. En daarbij komt nog, dat het heele Kabinet deze po litiek steunt en zijn sanctie gaf aan het niet-verschijnen der ambtenaren, blijkbaar terwille van de coalitie, die kraakt. Het is echter bekend, dat een zeer groot aantal Kamerleden ten zeerste ontstemd is over de handelwijze van den Ministerj, waar door het opstellen van een volledig rapport door de commissie onmogelijk werd. Bij de debatten in de Tweede Kamer zal dit dan tot uiting moeten komen. Wij hopen, dat niet alleen de S.G.P. en de linksche partijen, doch ook de C. H; fracties ditmaal eens .krachtig voor den dag zullen komen, want het wordt hoog tijd, dat aan de „paepsche stoutichheden" een eind wordt gemaakt. In dien het debat eindigt met het aannemen van een motie van wantrouwen tegen Mi nister GoseUng in wiens beleid zonder twij- ifel de groote meerderheid van ons volk geen vertrouwen heeft, zou de zaak-Oss tot een bevredigend slot zijn gebracht. Ge- looven doen we het nog niet, want de po- Utieke vriendschap der coalitiegenooten zal vermoedelijk nog wel zegevieren over een zakelijke beoordeeling. Maar dat ook op dit punt het Kabinet, met name de heer Gose ling, zeer zwak staat, is duidelijk. Een derde mogelijkheid van conflict tus schen Kabinet en Kamer is gelegen in de politiek van Minister Slotema!ker de Bruïne die vooral in de oogen van de Roomschen geen voldoening kon vinden. Verleden jaar deed die fractie uit protest niet mee aan de debatten over de Begrooting van Onder wijs en onlangs stemde zij tegen de wil van den Minister voor een amendement op het Kweekschool-onderwerp, waardoor dit werd aangenomen. De Minister trok toen het ge heele ontwerp in. Het gaat in dit latent con flict voornamelijk om de verlaging der leer. lingenschaal, die de Roomschen ten koste van alles v*dllen doorzetten. Ook deze kwes tie, die ai enkele malen de Regeering in gevaar brachti, vergroot de kans op een Kabinetscrisis. Daarbij komt nu nog, dat Minister Slote- maker zijn spelling nu thans wil gaan door zetten en onze taal wil verrijken met een spelling-Slotemaker in plaats van die van Marchant, Terpstra, De Vries en Te Win kel. Hij gaat daarbij zelfs nog terug achter Terpstra, die in 1930 6e naamvals-n voor een groot deel afschafte en ofschoon hij de eerste regels van Marchant wel wil overne men, .kan hij het niet over zijn hart verkrij gen om de n te laten vervallen, in welk opzicht hij dus wil terugkeeren tot de spel ling van De Vries en Te Winkel. We hebben al meermalen geschrevan, dat wij als de eenige oplosing van de spellingkwestie zien het volkomen aanvaarden door de Regee ring van de spelUng-Marchant. De conser vatieve Minister wil met alle geweld vast houden aan zijn dominees-spelling, maar zal daardoor de verwarring op dit gebied steeds grooter maken en niemand bevredi gen, temeer waar hij nu reeds een commis sie heeft benoemd, die moet uitmaken, wel ke veranderingen er in de toekomst moeten plaats hebben. Ook naar onze meening is de spelling-politiek van den heer Slotema- ker geheel verkeerd en~ kon hij ook hier over met de Tweede Kamer, ,die verleden jaar zich in een motie tegen zijn plannen uitsprak, wel eens in conflict komen. Het zou voor het onderwijs ten zeerste te be treuren zijn, als de Minister zijn vril door- zfette. Zoo ziet men, dat er brandstof genoeg is, opgehoopt om tot een Kabinetscrisis te lei den. We zullen de loop der dingen nu maar afwachten. Zeer waarschijnlijk zal hier over, als deze week de Tweede Kamer weer gaat vergaderen, wel meer licht opgaan. LOS WEILAND ONDER DE PACHTWET GEBRACHT. Arnhem, Donderdag De Pachtkamer van het gerechtshof te Arnhem gaf de volgende uitspraak op een hooger beroep, ingesteld tegen een beschik king van de Pachtkamer bij het kanton gerecht te Harderwijk. Een verpachter wilde een aantal per- ceelen, gelegen onder Harderwijk, voorna- felijk bestaande uit wei- en hooiland ver pachten voor ten hoogste één jaar, aan welk voornemen de Paqhtkamer bij het kantongerecht geen goedkeuring wilde hechten. Toen kwam de verpachter in hooger be roep. Hij beweeride dat deze perceelen, steeds voor 1 jaar telgens waren verhuurd ge weest en dat bij de behandeling van de Pachtwet in de beide Kamers er reeds op was gewezen, dat grasland in de regel voor een jaar werd verpacht. Het Haf, heeft beslist, dat ,de ondubbel zinnige strekking van de Pachtwet is, dat wei- en ,grasland als het onderhavige (zgn. losland) in de regel voor onbepaalde ,tijd wordt verpacht en er hier geen omstandig heden aanwezig zijn die aanleiding kunnen geven, van ,die regel af te wijken. De be schikking van de Pachtkamer te Harder wijk werd dus bekrachtigd. t- Deeses steens geChrlft een ieder gaet ontfoVWen Wie Men Van ,dlt dorps hVYs den eersten steen fonderen saCh 't Was den sChoVdt WoestInghVe die 'teerst begon te boVWen Weesende den tWaeLfden IVnl op sine adoLphs daCh. 1616. ledere Platenaar of ou^-Platenaar, die dit versje leest, herinnert zich" dat ,dit voor komt op de steen, welke in de voorgevel van het raadhuis van OOLTGENSPLAAT is aangebracht, en in zijn .gedachten rijst voor hem op dit oude vertrouwde gebouw, dat ondanks zijn verminkte gevel nog zoo'n monumentale indruk maakte. Thans maken we eens een uitstapje in de historie van het gebouw. Onze gedachten gaan drie eeuwen te rug. We zien het dorpshuis in zijn volle glo rie. De warme ro.de baksteen is nog fris van kleur, de zandstenen lagen en orna menten zijn no,g niet verweerd. Hoe mooi doen het de rijke smeedijzeren muurankers en de zware kruiskozijnen met de glas-in- lood ruitjes. De topgevel boven de hoofd ingang is een pronkstukje op zichzelf. We willen het gebouw thans eens van binnen bezien. We bestijgen daartoe het hoge bordes, versierd met twee leeuwen, dragende de wapens van Holland en St. Adolphsland en laten de klopper op de zwa re met ijzer beslagen deur vallen. De bode, gekleed in het stemmige zwart, opent het klinket en laat ons binnen in het schemeri ge voorhuis. Op zijn eerbiedige vraag wat wij wensen, antwoorden wij dat fwij gaarne de grote zaal, waar Schout en Schepenen bijeen ple,gen te komen, willen bekijken. Hij leidt ons door de ,deur aan de linkerzij de van het voorhuls deze zaal binnen en laat ons, na een paar korte inlichtingen alleen, wijl andere bezigheden hem roepen. Daar het vrinter is en er zo dadelijk ver gadering van Schout van Schepenen zal worden gehouden, brandt er een houtvuur onder de hoge, brede schouw. Het zachte licht dat door de drie met licht-groen glas bedekte ramen naar binnen valt, geeft met de rosse gloed van het vuur aan het vertrek een wonderlijke bekoring. We zien rond: de muren zijn tot halverhoogte bekleed met een eiken lambrizeering, ook ,de zoldering, gesteund door de moer- en kinderbalken is van dezelfde houtsoort. In het midden van de grote ruimte staat een rijk met orna menten besneden tafel met de deftige hoge stoelen er rondom. In de lengte van de zaal is een gebeeldhouwd hekwerk aangebracht, waarachter de burgers straks kunnen plaats nemen, wanneer zij voor Schout en Schepe nen moeten verschijnen. Het geheel maakt de indruk van voornaamheid en rust. We toeven er .geruime tijd. De bode komt bin nen om de kaarsen in de koperen kroon aan te steken en ons te waarschuwen, dat wij moeten vertrekken, daar de vergadering zo dadelijk zal aanvangen. Wanneer wij het bordes zijn afgedaald, keren we ons nog eenmaal om en door de vensters van het thans in schemerduister gehulde gebouw straalt het zachte schijnsel van ,de kaars verlichting. Zoo was het omstreeks 1625. Vele tien tallen jaren zijn voorbijgegaan. Goede en slechte jaren. Waarschijnlijk wel vele met overstroming, misoogst en ziekte onder het vee. Het dorpshuis staat er nog altijd. Het eertijds zo frisse en soliede gebouw ziet er vervallen uit; er was meestal geen geld om het behoorlijk te onderhouden. De glas-in- lood ruitjies zijn gehavend, enkele luiken hangen scheef, het houtwerk is verrot. De moeilijke jaren zijn nu echter voorbij, thans zal men het gebouw eens ,goed onder han den nemen. Met de vensters in kruiskozij nen gevat is men niet meer tevreden en men vervangt ze door grote ramen. Door dit alles is de gevel wel heel erg geschon den. Doch zou men daar geen raad op we ten in het land van de meekrap? De gevel wordt keurig in een rood kleurtje .gezet en de verver wordt opgedragen er witte voe gen op te schilderen en ze is nog nooit zo mooi geweest! Dat dachten de edelachtbare heren van omstreeks 1830. Ook binnens huis begint men te moderniseren met het noodlottige gevolg, dat er van de inwendige schoonheid van het .gebouw weinig over bleef: een enkel meubelstuk, een paar ko peren blakers. Wederom zijn honderd jaren voorbijge gaan. Aan het uit- en inwendige van het gebouw is in die jaren weinig veranderd. Het be,gint echter ernstige t ekenenvan ver val te vertonen: het houtwerk is vergaan, de eens ZiO mooie topgevel staat op instorten. Zal het dorpshuis worden gesloopt ofgeres- taureerd Veel zal er in de vergaderingen van Burgemeesters en Wethouders en van de Raad over gedelibereerd zijn. De liefde voor het oude gebouw heeft het gewonnen en zo is het, mede dank zij Rijk en Provincie gelukt, een algehele restauratie te doen plaats vinden, onder leiding van het Rijks bureau voor de Monumentenzorg. Een be kwame architect, dankbaar gebruik maken de van bewaard gebleven fragmenten, heeft het gebouw zijn oorspronkelijke vorm her geven. Hoewel thans no,g niet geheel vol tooid, is het reeds een lust voor het oog te aanschouwen. Nog een korte spanne tijds en het zal weer zijn, zoals het eenmaal was. Dat wij en het nageslacht het beter be waren, dan onze voorouders hebben gedaan! NASCHRIFT. Misschien hebt gij dit artikeltje tot het einde gelezen. Zo ja, houdt dan niet op bij het naschrift. Dat is juist het voornaamste. Ik weet, dat een overgroot percentage der Platenaars en oud-Platenaars er trots op is, dat hun raadhuis is herrezen en vol blijdschap zullen zij het den vreemdeling tonen. Hoe .kunnen wij beter van onze dank baarheid en ivreugde blijk geven dan door het aanbieden van een geschenk aan de Gemeente, dienende tot verdere verfraaiing van het gebouw? Ik denk b.v. aan een an tieke kast voor de raadzaal, een kroon voor de hal enz,. Zoo juist verneem ik, dat zich een co mité onder energieke leiding gevormd heeft om dit plan, dat zeker onder vele ingezete nen en oud-ingezetenen instemming zal vinden, uit te voeren (het .gironummer van den voorzitter, dhr. C. W. Hobbel, Voor straat, Ooitgensplaat is 280179.) Dat het moge slagen! V.D.T. VOORBURG. D« oangewezen verpakking voor op reis en in den auto. TEELTPBEMIE VLAS OOGST 1938. De Nederlandsche Akkerbouwoentrale maakt bekend, dat voor vlas van den oogst 1938, hetwelk met inachtneming van ,de dienaangaande gestelde regelen werd ver kocht in het tijdvak van 1 Maart 1939 tot en met 30 April 1939, alsmede voor vlas van dien oogst hetweik op 30 April 1939 nog onverkocht en in onbewerkten toestand aanwezig was, een teeltpremie zal worden uitgekeerd. Deze teeltpremie zal per Kg. gerepeld vlas een zoodanig bedrag belöopen als over eenkomt met een ,gemiddelde premie van f 37.50 per H.A. HET VERVOERSVRAAGSTUK OP DE ZUID-HOLLANDSCHE EILANDEN EN SCHOUWEN EN DUIVELAND. In de staatscomnxissie voor het vervoers. vraagstuk op de Zuid-HoUandsohe eilanden en op Schouwen en Duiveland, onder voor zitterschap van den heer A. W. E. Weijer- man, oud-voorzitter van het gemengd be drijf Haagsche tramwegmaatschappij, heb- lüen als leden zitting de heeren mr. H. J. Knottenbelt, president-commissaris van de Rotterdamsohe Tramweg Maatschappij te ''s-Gravenhage; ir. A. J. Kuiper, directeur van de Rotterdamsohe Tramweg Maatschap pij te Rotterdam; mr'. H. C. Hintzen, fir mant van de firma Mees en Zoonen te Rot terdam; W. H. de Monchy, directeur van de N. V. Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam; W. B. K. Verster, directeur van de N.V. Ree- derij van der Schuyt te Rotterdam; P. de Bruin, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland te 's-Gravenha,ge, en C, H. Conrad, referendaris bij het departement van Waterstaat te 's-Gravenhage. Raadsvergaiderjng DIRKSLAND op Vrijdag 9 Jmini, sav. 8, ma:. Te,genwoor,dig alle leden. De Voorz., Burgemeester D. J, Visscher opent met gebed, notulen worden daarna vastgesteld. Ingekomen stukken: Versla,g van de commissie tot wering yan schoolverzuim over 1938. Van den Minister van Soc. Zaken de me- dedeeling bijdrage steunverleening B'. wei- in aanmerking kan komen. Terugontvangen eenige goedgekeurde raadsbesluiten. Van den minister van Soc. Zaken en Fi nanciën dat de Rijksbijdrage voor steunver leening en werkverschaffing voor 1939 zal bedragen f 7629.20 of 49.9% en dat nog valt uit te betalen f 3429.20. De VOORZ. deelt mede, dat ingevolge de vraag van den heer Knöps, de Inspecteur der Werkverschaffing heeft toe,gestaan dat 6e werkloozen van hier in den Polder Dirks- land zullen kunnen te werk gesteld. Punt 3. Benoeming van een lid van de Commissie tot wering van Schoolverzuim in de vacature D. Sijtsma. Aanbeveling: 1. C. van der Sluljs, 2. C. J. Swenne. Wordt ma.s. benoemd de heer C. v. d. Sluijs. Punt 4. Benoeming van een lid van de plaatselijke Schoolcommissie wegens perio dieke aftreding van den heer M. Broos- hooifti. Aanbeveling: 1. M. Brooshooft, 2. A. Ha- gens. Wordt gekozen de heer M. Brooshooft. Punt 5. Wijziging van de begrooting 1938 en 1939 van de Stichting de Drinkwaterlei ding Goeree en Overflalkkee. De kapitaaldienst wordt .gewijzigd in ver band met de kanaal-uitbreiding. Punt 6. Voorstel om aan C. Warnaer Jz. een half jaar ontheffing te verleenen van

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1939 | | pagina 1