CI1DWEEK&IADSpGED.GD0riI)5IA6 vöÖRDcZIJID-HOaEnZECUWSCtlC EHAHDEM PRESTO D.E. in de pijp DOUWE EGBERTS N.V. ÜITGEVERSMAATSCHAPPU „EILANDEN-NIEBWS" Buitenland Dc hengel in de hand en STICHTELIJKE OVERDENKING Uit het Kijkvenster Dit nummer bestaat uit 2 bladen WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDE.sI" 18e jaargang Advertentie*pia* 20 cent per regel. RecUmes 40 ct.j Dieasti wmnagen en aanbiedingen van l-é tcgeb 80 <t.; Boekmaan* komdl^ns 10 cent per «gel - Contracten belangiik lafn. UnCAVE VAN GeTcstlgd te MiddelIiamiU i PtJni Hendrikstt. 122 C Giro 167930 i Portbox I TA 17. Bpantoor voor Zeeland: St. Maarfensdp, Markt, TeWE. 59. AbonnementsptSs 85 cent pen 3 waanden bQ Tooiuitbetallng. Voncbffint ledeten Woensdag en Zateidaf 2 maal pta «ede. 1 Afzonderlike nammwtt 5 cent Buitenland SfuIdeM jpit iaaz lU in t om. Zoo heerlijk de staat des menschen was vóór den val, zoo droevig is de zelve nu. Goed en recht geschapen, en met Gods Beeld versierd, ging de mensch met zijnen Schepper om als een vriend met zijnen vriend, en vond zijn lust en rust in God. Helaas, die rust in God is verstoord. Welk een breuk werd door de zonde geslagen. God is onze Rechter geworden. De Heüige is voor den zondaar een ver terend vuur en een eeuwige gloed, waarbij niemand wonen kan. Alle toenadering tot Hem is gesloten. Trouwens de zondaar wil met Hem niet te doen hebben, vliedt van God weg. Hoe gaarne zou hij zich voor goed aan den Alomtegenwoordige willen onttrekken. Maar dat kan hij niet. Wij allen hebben met God te doen. Aan Hem zijn we verantwoor ding schuldig. En het baat niet, al wordt de stem der consciëntie voor een wijle tot zwijgen gebracht, door den zwijmeldrank der zonde met volle teugen in te zwelgen. Aan die bedwel ming komt een einde. Welk een schrik voor Gods recht vaardig oordeel wordt in de wereld soms openbaar. Welk een siddering grijpt menig zondaar aan bij de ge dachte aan het sterven. En hoe vree- selijk het oordeel der verharding de zen of genen mensch mocht hebben aangegrepen, dat hij met stoutheid 'zegt als Farao: „wie is de Heere, Wiens stem ik gehoorzamen zou?" toch, geen zondaar zal de sententie ontgaan: „vreeselijk is het te vallen in de handen des levenden Gods." Is er dan geen weg der ontkoming? Geen weg der verzoening met en toe nadering tot God? Ja, God gedacht. Hij zelf heeft het middel gegeven en den weg geopend. De Heilige Geest wijst het u aan in bovenstaande woor den. Paulus schrijft aan de Hebreen. Voor de geloovigen uit de Joden was deze brief bestemd. Met welk een lief lijken drang spreekt de Apostel de geloovigen uit de Hebreen aan. Broe ders zijn ze hem, die eenzelfde dier baar geloof hebben ontvangen en dei; Goddelijke natuur deelachtig zijn ge worden. Het doel van zijn schrijven is hen te vermanen, hoe in Christus, de groote Hoogepriester over het huis Gods alle voorgaande plechtigheden des Ouden Verbonds zijn vervuld. Christus is meerder Hoogepriester dan AaronZijne offerande van meer der waardij dan alle voorgaande of fers. Christus heeft met ééne offeran de in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden. In onzen tekst spreekt de Apostel van: ingaan in het Heiligdom en dat met vrijmoedigheid. Welk Heiligdom is dit? Gezinspeeld wordt op den Ta bernakel, waarin het Heilige der heili gen. Daarin was de Ark des Verbonds met het Verzoendeksel. In dat bin nenste Heiligdom ging alleen de Hoo gepriester eenmaal des jaars, en dat niet zonder bloed, hetwelk hij offerde voor zichzelven en. voor des volks mis daden. Maar dat Heiligdom en het in gaan in hetzelve met reukwerk en het bloed was slechts een schaduw. Neen, van dat heiligdom spreekt de Apostel niet. Hij doelt niet op eenige plaats hier op aarde, maar hij spreekt van* den hemel, de vaste plaats van Gods eeuwige woning. Hij getuigt van het Heiligdom des hemels, waar God woont en troont met Majesteit en Heerlijkheid. Daarom ook wel ge naamd: de troon der genade. „Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden om geholpen te wor den ter bekwamer tijd." Het is door Christus dat de heme len geopend zijn en de toegang tot God is ontsloten. Daarvan sprak Christus tot Zijne discipelen, „al wat gij van den Vader bidden zult in Mij nen Naam, dat zal Hij u geven, want de Vader Zelf heeft u hef." Dat in gaan in het Heiligdom des hemels is dan ook niet anders, dan harten en handen op te heffen tot God. Immers, op het gebed loopt het leven van Gods volk uit. De Heere voert Zijn volk met smeekingen en geween. Het ge bed is het middelpunt van den rede lijken Godsdienst. Neen, zonder ge bed kunnen Gods kinderen niet. Het is de ademtocht hunner ziele, de kracht des harten. En dat met vrijmoedigheid. „Wij hebben vrijmoedigheid" zegt de Apostel. Neen, hij zegt niet: wij ne men vrijmoedigheid. Dat is eigen aan een geslacht, dat rein is in zijne oogen en van zijn drek niet gewas schen is. Die nemen vrijmoedigheid, of liever vermetelheid of roekeloos heid. D. Ds. B. Wordt vervolgd. probaat voor was en vaat PRESTO ZEEPPOEDER SLECHTS 5 CENT PER PAK Bij het visschen rookt men natuurlijk een pijp tabak. Want een pijp stemt zoo rustig en is zoo gemoedelijk. In dezen bewogen tjjd, al een reden op zichzelf om pijprooker te worden. Denkt er daarbij aan: D.E. tahak geeft „Wolken van genot" ^x/i^ FRIESCHE HEEREN-BAAI en BAAI-TABAK Dewijl wij dan, Broeders, vrijmoedig heid hebben om lin te gaan in het Hei ligdom door het bloed van Jezus, op eenen verschen en levenden weg, wel ken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is door Zijn vleesch, en dewijl wij hebben een grooten Pries ter over het huis Gods, zoo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verziekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwade geweten en het lichaam gewasschen zonde met rein water. Hebr. 10 19—22. In crisistijd Bijna tien jaren Crisis, 66k aan „Finantiën" For- midabele tekorten Het kan niet zoo voortgaan. Het zijn niet altijd schoone, verheffende zaken, die de Waarnemer moet rapportee ren. In een tijd zoo vol van rampspoed en ongunst, is er weinig vroolijks te ontdek ken, dat ligt voor de hand. Tenzij men in het Roomsche Zuiden des lands de kermis sen gadeslaat; daar is 't een en al pret, al verdoet men het geld aan de vreemde ker misbazen, al stijft men de schatkist door den hoogen accijns op sterken drank; al zal men na de kermis in menig gezin voor het allernoodigste geen geld meer hebben! Mij doet het leed, dat in ons orthodoxe Zeeland de kermis nog voorkomt, en zoo heeft men daar aan Noord Brabant en Limburg niets Ite verwijten. Ons lajid worstelt, als 't October zal zijn, tien jaren met de handels-crisis. In het na jaar van 1929 zonk aan de beurs in New- York het papieren speculatiegebouw van de ^andelarerj ineen,, alle waqrden faalden geweldig snel, een ieder wilde zich van zijn aandeel in goederen en credieten ontdoen en zoo was er zooveel aanbod, dat niemand lust had om te koopen,, want het kon mis schien morgen nóg lager! Er zijn toen heele vermogens in enkele weken tijds verloren. De haast om nog gauw te verkoopen. was zoo groot, dat bij voorbeeld op de groote passa,giersschepen, die rijke Amerikanen aan boord hadden, vechtpartijen ontstonden in de telegraafhut van den marconist, omdat een ieder zijn tele gram naar de beurs te New York het aller eerst vrilde verzonden hebben. Zoo doet het goed geen nut ten dage der verbolgenheid en is het een groote zegen als wij met te vredenheid het brood mogen eten dat God ons heeft toegedacht, al is dat niet precies evenveel als anderen hebben. In 't algemeen gesproken, willen alle menschen graag rijk zijn, maar de rijkdom brengt onnoemelijke zorgen aan. Er zijn ter wille van het geld en goed al wat tra nen geschreid en wat nachten wakend door gebracht. Over eigen bezit kennen wij de zorgen, maar nog grooter moet onze zorg zijn als wij andermans geld moeten beheeren en soms ook uitgeven. Daar weet nu Mr. de V^^ilde van mede te spreken, die als Minis ter van Finantiën is afgetreden. Dat is een ernstig feit. Men is op een be paald accoord in 1937 in zee gegaan en nog eer de helft van den weg is afgelegd treedt de man van de ifinantiën terug. Opmerke lijk is, dat de heeren Colijn en van Dijk zijn aangebleven. Oogenschijnlijk hebben zij de Vi^ilde in den steek gelaten. Spoedig zal het ons wel duidelijk worden, wat zij er van moeten denken. Maar ik lees in de A R Rotterdammer van de hand van iemand, die het (mijns inziens) weten kan,, Ie dat de heer Colijn niet kon aftreden aan den vooravond van het bezoek van de Koningin aan België; 2e dat de heer Colijn blijkbaar aan de Roomsche Ministers (die steeds meer geld vragen, opm. v. .d. Waarn.) nog even den tijd geeft om zich goed te bedenken of zij bereid zijn tegen over nieuwe uitgaven even,groote be sparingen te zetten; 3e. dat door het aftreden van Minister de Wilde de zaak nog niet ten volle beslist is en dat er wel redenen zijn die de stelling staven, dat dit het begin van het einde is. In dien geest gaat het artikel voort; de toestand is hoogst ernstjg. De coaUtiebasis blijkt dus weinig solide te zijn. Roomsche Staatkunde is van heel anderen aard dan die der Protestanten. Er is hier een principieel, een fundamenteel verschil, hetwelk iemand, die met de R. Kath. van wal steekt, terdege moet beden ken. Het is als met Brabant en Limburg, men houdt daar van pret en een frisschen dronk, men zit er wel' eens-graag in den draaimolen. Maar van bezuinigingen op de Staatsuitga ven hebben zij geen kaas gegeten; trouwens ook de heeren Colijn en de Wilde zijn hier beneden de maat gebleven. Hebben wij echter met 's Lands finan tiën te doen, met het gezamenlijke opge bracht geld, dan moet elk draaimolen-idée verre blijven, zelfs schommelen is al ver keerd. De wijzer dient dan recht in 't huis je te staan, willen er geen ongelukken ge beuren. Nu schijnen de heeren die de landsver- dedigin,g verzorgen maar uit de kas te grijpen als of er heelemtól geen grens meer aan het betalen is. En de R.K. Ministers vsrillen met Rijksgeld grote plannen uitvoe ren voor werkversohaffin,g. De Overheid grijpt steeds verder in het maatschappelijk leven in met allerlei maatregelen die mil- lioenen verslinden en het leger van ambtenaren nog veel grooter maken. Er ontstaat aldus een enorme staatsschuld,, die toch weer aifgelogt moet worden en waarvan de rente moet opgebracht worden. Nu is er een nieuw belasting te waeh» ten die 50 millioen gulden moet opbren,gen maar ik verneem nu, dat die 50 millioen reeds niets meer beduiden tegenover de nieuwe tekorten. Een druppel op een gloei ende plaat! Welnu, het gaat nu niet meer om een millioen meer of minder, het gaat om tien tallen milloenen guldens. Elk lezer zal, al is hij nog zoo optimis tisch gestemd, met mij eens zgn, dat dit een gevaarvolle toestand is. Zóó kan het niet voortgaan. Men komt er niet uit met te zeggen: haal het maar bij de rijken." Want in de eerste plaats verbiedt God iedereen, oo,k de Overheid, om zich het be zit van anderen maar toe te ei,genen en ten tweede zou men met een heffing-in eens voor een maal uit de put zijn, maar dan zinkt meteen de handel en industrie ineen, ja, dan is de Staat over een jaar bankroet. Zoo gaat er dus een oordeel des Hee ren over de volkeren, ook over Nederland. Het ziet er donker uit. We leunen op Rome en dingen om haar gunst, en die rietstaf doorboort onze hand. De Waarnemer is er bij geïnteresseerd. Niet met geld, o neen. Of 'k aan den Staat eens moest verliezen, dat is nog te over komen. Maar Nederland is mijn vaderland. Is dat in nood, dat trek ik mij aan. Daar ligt onze roemruchte geschiedenis, vol van de wonderen van Gods hand, vol van sla gen om 's lands schuld, vol van uitreddin- gen door 's-Heeren lankmoedigheid. En nu gaat het er wéér op aankomen. Een nieuw juk schijnt ons bereid te worden. En het is alsof het niemand aangaat. Het volk des Heeren mag wel den hemel bestormen met de bede „Spaar Uw volk o, Heere." Maar 'k hoor daar weinig van. Ik zie overal maar menschenwerk. En 'kzie gaarne Godswerk. In zeer hachelfke tijden heeft de Heere Nederland uit de diep te gered, ja het de verloren zelfstandigheid als natie terUiggegeven. ÏJiezelfde God leeft nog, maar, Hij vwl gebeden zgn. Dat het verstaan worde. Want als het zout der .kerk smakeloos is, waarmede zal het ge zouten worden? Nu zal ik mijn pen bedwin,gen. Ik zal niet uitwerken de vraag, hoe dit alles zoo ge komen is. Want, ziakelijk gesproken, is er wel schuld aan dezen toestand .te consta- teeren. Ik schort mijn uitspraak nog op. Men leest gaarne zachte, lieve artikeltjes. Blijf één, mijn volk. Zeker, zeker werk maar over de schuld heen. Alsof er geen recht des Heeren is, dat om vergelding roept. Van de ontwikkeling der dingen zal het afhangen of de Waarnemer zijn pen in gal en alsem doopen ?al. Noopt straks het welzijn van mijn land tot scherpe woorden, dan zal ter vrille van de werkelijkheid en ter waarschuwing een bijdrage in dien ,geest niet mogen achterblijven. Intusschen dring ik er op aan, dat onze lezers zich .den ernst van 's lands toestand goed zullen indenken. Wij kunnen spoedig voor groote veranderingen komen staan. WAARNEMER. De aandacht was deze week bijzonder ge vestigd op het Engelsch-Riassisch verdrag. ledere keer gaven de berichten te kennen dat overeenstemming was be reikt, doch als het er op aan kwam, was het Rusland, welke nog niet geheel bevre- di,gd was. Steeds gaf Engeland onder Fran- schen druk toe, en terwijl wij dit schrij ven is er nog geen deifenitieve overeenstem ming bereikt. Molotof, de volkscommissaris van Bui- tenlandsche Zaken heeft verklaard, in een rede voor de Hoogste Sovjet,, waar 1200 afgevaardigden tegenwoordig waren, dat Ruslands plaats is lin de eerste rij der vol ken,, en Rusland op voet van volkomen ge lijkheid wil onderhandelen. Dit laatste is juist voor Engeland het zoo moeilijke car- dinale punt. Het moet het lot van zijn land en .koloniën verbinden aan de politiek \^n Rusland. Het heeft „A" gezegd en het moet ook „B" zeggen, anders dreigt heel de opzet nog in elkander te zullen storten, tot vreug den van Dujtschland en Italië. En wat zal het zijn, als Engeland in elk opafloht met Rusland mee gaat? Zal deze machtige militaire bondgenoot in de ure van nood, niet een rietstaf zijn, welke de hand doorboort? Wij vreezen zeer. Japan is bevreesd, dat hoe sterker de vriendschap tusschen Rusland, Engeland, Frankrijk en andere landen wordt, hoe bru ter Rusland in het verre Oosten tegen Ja pan zal optreden. Deze week scheen het, dat hier al een klein kantje van aan was. Dinsdag brach ten de bladen het bericht, dat de Russen negen Japansche oorlogsschepen hadden gebombardeerd en ernstig bescha- dfigd. Het incident is nog wel niet opgelost, maar de beide regeeringen vatten het geval nog al kalm op. Japan schijnt niet belust op een oorlog met Rusland op dit oogen- blik. Tusschen Duitschland Polen alsmede de Tsjechen botert het maar niet. Vele Duitschers verlaten Polen en zoeken te Dantzig een veilig onderkomen. Het grensbureau geeft aan, dat reeds meer dan 5000 Duitschers de grens zijn gepasseerd. Omgekeerd trachten zeer vele Tsjechen de wijk naar Polen te nemen. Veel opzien heeft de vlucht gebaard van generaal Prchala Deze is te Warschau aangekomen en heeft verklaard in Polen een legioen te willen oprichten, om de bevrijding van Tsjecho- Slowakije voor te bereiden. Groot moet vooral de ontstemming zijn over het feit, dat Duitschers de plaats van de Tsjechen komen innemen in de fabrieken, terwijl de Tsjechen naar Duitsohland worden ge transporteerd. Zoo zjouden reeds 200.000 menschen hebben moeten verhuizen. Het terugtrekken van de Duitsche en Italiaansche soldaten uit Spanje is thans een feit ge- Viforden. Reeds zijn 4700 manschappen waaronder 250 officieren te Hamburg aangekomen Groote feesten worden ter hunner eere ge- ^ganiseerd, waarbij verschillende hooge Spaansche officieren als gast zullen tegen woordig :^ijn. Naar Italië zijn momenteel 15000 manschappen onderweg. De Italiaansche luchtmacht heeft 5318 bombardementen uitgevoerd. 135.265 vlie,guren gemaakt en 266 luchtgevechten geleverd. 85 vliegeniers bleven op het slag- yeld. In totaal zijn er in Spanje gesneuveld 3327 Italianen en 11.227 werden gewond. Verder heeft deze week in het teeken ge staan van Pinksteren. Eenige rust is in getreden. Amerika heeft zijn neutraliteitswet .ge wijzigd tn een zoodanige vorm, dat ingeval van oorlog Engeland en Frankrijk hiervan K 76

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1939 | | pagina 1