CHD.WECKBlADSpGED.GR0riD5IAGvSoRKZyD-HOLLÈriZECUWJC^ EIIATIDEn Simon Gieke N.V. UiïGEVERSMAATSCHAPPU „EIIANDEN-NIEÜWS" STUURMANSKUNST Gemengd Nieuws lie Jaargang WOENSDAG 10 MEI 1939 No. 1039 OFFICIEELE CRISISPÜBLICATIES WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDE.^" 18e JAARGANG DRGAW VAN ROERGANGER. KANOVAARDER VERDRONKEN. De ketter van Scherpenisse niEuws AdvertenHe'priï 20 cent per leg^ Reckmes 40 et.; Dtens» «anvragen en aanbiedingen van 1—6 regels 80 ct.i BoeI»aaitt« kond^tag 10 cent per regel Contracteo belangrflk lagn. Gereatigd te MIddelluifiivIf i Frlns Hendrlkstr. 122 C Giro 167930 Fottbox 8 T«I. 17, Bykantoor voor Zeebntt: Sf. Maartensdp. Markl, Tele!. 59. AbonnementspiUs 85 cent per 3 usumden bg Tootuitbetaüng. VeischQnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal ptt wték. Afaonderllke nttwmert 5 oeat Buitenland Sfuldea jmk iaar I 7. GOED GEBAIXAST. In één der vorige stukjes stipte ik aan dat het eenigste kind buitengewoon moeilijk is op te voeden. Is er al groote wijsheid en tact noodig bij de opvoeding in 't algemeen, zeer zeker bij het opvoeden van het kind dat altijd alleen blijft. Zoo oppervlakkig bezien lijkt het, dat ouders aan één of twee kinderen meer zorg besteden kunnen en een betere opvoeding kunnen geven dan aan zeven of acht. Toch is niets minder* waar dan dit, want men vergeet dat kinderen ook elkaar opvoeden. Daarom is het groote gezin voor de vorming van het kind veel beter dan het _kleine. In het kleine gezin valt men zoo licht in de fout van vertroeteling, dat dan door vele ouders wordt voorgesteld als: heel-goed voor-het-kJind-'te-ïJijn; als: 'een-extra-op voeding-te-geven. In het groote gezin worden als het ware de scherpe kanten afgevijld. Ik bedoel: te genstrijdige karakters van kinderen worden in het groote gezin meer of minder in even wicht .gebracht. De ouders, die in 't bezit van kinderen zijn, weten dat niet twee kinderen hetzlelfde karakter hebben; dat ze allemaal verschillend zijn. Er kan een kop pig kind zijn tegenover een ander kind dat meer vergevensgezind is. Het koppige kind zal telkens gewaar worden dat het ande re (door geleden onrecht spoedig te verge ten) meer levensblijheid geniet dan hijzelf. En onwillekeurig zal hij (niet altijd) de koppigheid min of meer van zich afschud den. Vooral ook als de opvoeders de tegen strijdigheid in die twee karakters in het volle licht stellen. Verschillende voorbeelden zouden het el- kaar-opvoeden kunnen illustreeren. Om nog een voorbeeld te noemen: een durfal te genover een bloode jon,gen. De bloode jon gen zal onwillekeurig geprikkeld worden om als zijn broer ook eens iets meer te dur ven dan tot nu toe het geval was ge weest. En omgekeerd zal de durfal zich wel iets remmen," wanneer hij ziet dat zijn bloode broertje nu eens nooit tegen de lamp vlie,gt (figuurlijk), door niets te ondernemen dat gevaarlijke gevolgen kan hebben. Hetzelfde zouden we kunnen opmerken betrefifende een gehoorzaam en een onge hoorzaam kind; een slordi,g en een net meisje; een spaarzaam en een verkwistend kind. Als we dit alles goed inzien, hoop ik, dat we daardoor niet tot de gevolgtrekking komen (de ondervinding zal 't wel anders zeggen ook,) dat op den duur de kinderen, wat karakter betreft, gelijkgeschakeld zul len worden. Neen, dat niet! Maar, zooals ik opmerkte: de uitwassen worden meer weg- gesnoeid; de hoekige kantjes worden meer of minder afgerond. De praktijk leert het ook wel overvloe dig, dat de kinderen uit kleine gezinnen (ondanks de gewaande betere opvoeding) het in doorsnee niet verder brengen in de wereld dan die uit het groote gezin. Het tegendeel is dikwijls waar. Zouden de groote gezinnen het waarlijk minder hebben dan de kleine? Ik geef toe dat in de tijd, dat de kin deren klein zijn, in vele gezinnen veel zorg is om rond te komen. Dan wordt er een ^bepaald afme periode doorleefd. En juist ideze tjijd kan zoo heilzaam werken op de op voeding van het kind. Er kan een stempel .gedrukt worden op het kindergemoed, die het heele leven bijblijft. Hoe leeren zulke kinderen van hun ouders vanaf hun prille jeugd te roeien met de riemen die ze heb ben! Welk een diepe eerbied en groote lief de voor de ouders kan er onbewust ge kweekt worden in de harten der kinderen bij het meeleven met de dagelijks tobben de ouders! Hoe leeren ze van jongsEuf zich te schikken naar de omstandigheden! Ze leeren als jonge knaapjes en meisjes te vredenheid met hetgeen ze hebben. Zulke kinderen hebben in den regel ook zoo'n groote liefde onder elké^. Gaat die ge zinnen maar eens na, en let maar eens op de band die ze onderlin.g verbindt, ook als later vader en moeder er niet meer zijn. Hoe .graag denken ze terug en praten met elkaar over de tijd toen ze allen om de tafel zaten, en het toen toch zoo genoeglijk was, ondanks de drukkende omstandighe den. Dwingen en zeuren, waar onze tijd zoo vol van is, wordt ze wel afgeleerd als er neiging tot bestond, want de vaste wet, niet te breken, staat in het middelpunt van zoo'n gezin: het .kan niet. En dat voelen de kinderen aan. Hoe blij zjjn ze wanneer ze iets nieuws krijgen. Hoé zuinig leeren ze te zijn met hun weinige, opgespaarde centen en hoe worden ze ingeprent om toch op hun kleeren te passen. Bovendien kan er. als het een gezin is dat met Gods Woord rekening houdt, lin de zotgelijke omstandigheden, een diepe eerbied in het hart worden gelegd, die het heele leven niet meer voorgoed .kan worden weg,gewischt; een eerbied voot de leidin- ,gen Gods; voor de aanbiddelijke deugd van 's Heeren Voorzienigheid. Neen, arme kinderen behoeven niet onge lukkig te zijn, en de opvoeding in de groo te gezinnen werpt .geen slechte resultaten ;lf. De >jekende opvoedkundige Jan Ligthart 'in zijn „Jeugdherinneringen: .,{p-i'.i ''t algemeen is het medelijden met ijTiK- i'Jnderen schromelijk overdreven. Na tuurlijk, die kleinen moeten gevoed, .ge- .kleed, gewarmd, gehuisvest worden. Ach, dat spreekt immers vanzelf. Maar meen niet, dat ze zoo bar lijden onder wat kou en wat .gebrek. En dit zeg ik niet uit mee- doogenlooze hardheid, maar uit ervartng. 'kHeb zelf de armoede doorgemaakt, de fatsoenlijke armoede, waarbij er echter ook een aanzienlijk tekort was in de eerste le vensbehoeften. 'kHeb ook in .koude nach ten mij onder karpetten (oude wel te ver staan), rokken en jassen moeten warmen, omdat ik de wollen dekens naar de bank van leening had moeten bren,gen. 'k Heb het armer gehad dan menig .kindje op mijn school, dat thans van schoolkleeding en schoolvoeding geniet. Ontbering is mijn jeUigd niet vreemd geweest, en jaren achter een. Maar en hieromtrent ben ik vol maakt zeker nooit heeft die ontbering mij zoo schromelijk .gekweld. Daar kon ik me wonderwel in schikken. En ik herinner me zelfs niet dat ze me ooit diep het ge moed heeft verstoord." Als we tenslotte alles samen vatten, ko men we tot de slotsom dat de .groote ge zinnen geen afbreuk doen aan de goede op\toeding, maar dat in een groot gezin juist de opvoedi^g beter tot haar recht komt. Een schip, wil het niet kapseizen, dient goed .geballast te zijn. HOE ZIT DAT? De „Nederlander" schrijft: Het Centraal Bureau voor de Statistiek" publiceert op ongeregelde, tijden allerlei zeer interessante „mededeelingen." Den 24 sten April verscheen een aantal bladzijden (med. nr.- 120),., gewijd aan „Cultureele Statistiek." Het bizonder onderwerp van deze ,.,me- dedeeling" wordt gevormd door „Ontwik kelingscursussen voor Arbeiders, georgani seerd door Werknemersorganisaties van Sept. 1937 tot en met Augustus 1938" Daaronder worden dan cursussen verstaan ,,in een of meer vakken van algemeen vor mend onderwijs, zooals b.v. rekenen, Ne- derlandsche taal, vreemde talen, aardrijks kunde, enz," In hoofdzaak gaat het dus om voortzetting of herhaling van de stoif van het Lager Onderwijs. Dus géén vakonder wijs, géén losse lezingen, studiedagen en dgl. Maar niet alle organisaties hebben hunne ge.gevens naar dezelfde normen verzameld en met dezelfde volledigheid ingeleverd, ter wijl het „in gebreke blijven" uiteraard vaak voorkwam. In tabel III over .de onderwerpen der cur sussen vonden wij nu tusschen ,,Fransch" en ,,G!Bschiedenis" ingeklemd het onder werp „Godsdienst." Hier .geeft het Instituut voor Arbeiders- ontvsdkkellng" O cursist-en, O leerkrachten, de „Instellingen van of aangesloten bij het „R-Cath. Werkliedenverbond" 13 2 7 9 cur sisten en 5 3 8 leerkrachten, de andere or- .ganisaties" O cursisten en O leerkrachten. Doen nu inderdaad de Hervormde Kerk in Nederland, de and.ere de Kerkgenoot schappen, groot en klein, de Chr. organisa ties, enz,, enz, inderdaad niets aan deze be langrijke zaak? Hoe zit dat? 's-Gravenhage, 6 Mei 1939. Uitbreiding aanplant jonge aardbeien bij vorstschade. De Nederlandsche Groenten- en Fruit- centrale brengt hiermede ter kennis van de tuinders, wier aardbeiengewas door de vorst van December j.l. aanmerkelijk heeft geleden, dat zij, om tegemoet te komen aan deze teelt en mede om voor 1940 weer een normale teelt van aardbeien te verkrijgen, bereid is extra-vergunningen voor den aan plant van jonge aardbeien te verleenen, een en ander volgen de volgende voorwaarden: 1. Voor deze extra-vergunningen ko men slechts in aanmerking aan,geslo- tenen A, in het bezit van een tuin bouwteeltvergunning voor warmoeze- rijgewassen anders dan onder glas, van wie eenig aardbeiengewas voor de helft of meer door de vorst is verloren .gegaan. 2. De extra-ver.gunningen worden uit sluitend verleend: a. voor den aanplant van jongen aard beien, zoodat tusschenteelt verbo den is; b. voor ten hoogste een zoodanige op pervlakte in totaal als waarop de aardbeien voor de helft of meer vorstschade hebben geleden; c. voor den duur van de maanden Mei t/m October 1939, zoodat per 1 Nov. 1939 de met warmoezerij- gewassen anders dan onder glas beteelde oppervlakte, dus inclusief de met jonge aardbeien beplante oppervlakte, weer moet beantwoor den aan .de oppervlakte, vermeld onder 4 van de oorspronkelijke voor 1939 uitgereikte tuinbouw- teeltver.gunning. 3. Aanvragen voor een extra-vergun- mn,g moeten schriftelijk worden in.ge- diend, uiterlijk voor 4 Juli 1939 bij de landbouwcrisisorganisatie, afdee- ling Tuinbouw, waarbij de aanvra ger is aangesloten, op een daartoe bij deze organisatie beschikbaar ge steld formulier. Naar aanleiding van het—"IN BEZIT NEMEN VAN NEDERLAND,"—.door de Britten of wel ook de Germanen, als ver meld in de Amerikaansche pers van den huldigen dag; en, gedenkende aan een ge sprek van vorst Bismark met een Neder landsche officier, die zich het ifeit te bin nen riep hoe of de stad Leiden in 1574 verlost werd van de overmacht der Span jaarden verdreven door het zeewater, is het misschien niet ongepast om nogmaals onzte aandacht te laten gaan ovier wat Hans Hansen schreef 24 Maart 1915, over over HET DUITSCHE LEGER 't Was Duitschland's wensch en Bis marck's plan om Nederland met muis en man te kneev'len met een ijz'ren hand aan 't-vriendelijke Duitsohmansland Baas Bismarck stond eens met een vorst, een Nederlandschen adelborst; het Duitsche leger met d'Uhlaan in haar manoevres ga te slaan Het eerste corps, vijf voet en meer, passeerden voor hen op en neer. "Zij zijn te klein"; sprak d' adelborst Een tweede corps, mooi uitgedost en, groo ter dan de eerste rij marcheerden prach tig, zij bij zij. ,,Zij zijn te klein"; sprak onze heer Een ander corps, maar grooter weer; ja wel de grootsten, ZE VEN VOET, passeerden nu vol helden moed "Zij zijn te klein;" sprak hij alweer En, Bismarck vroeg: ,,Wat meent mijnheer?" .,Ik meen," zei d' adelborst beleefd, dat NEERLAND ACHT VOET WATER HEEFT." Goed van toepassing op de tegenwoor dige wereld-crisis waarin de Nederlandsche regeering het aireede ondernam om Neer- landsch zeedijken te ondermijnen, om e.v. hare vijanden te tracteeren, op een zee waterbad Van 8 voet, waarin .geen sol daat met geweer en ransel gewapend Neerland schade kan doen. GOD BEWARE NEERLAND. HANS HANSSEN. Uit: Dutch Supplement of the Standard-Bulletin. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR DORDRECHT EN OMSTREKEN. OPGEHEVEN ZAKEN. G. Poortvliet, commissionnair in veld- vruchten. Kaai A 351 Dirksland. VERLAGING LICHTTAEIEF. E. M. G. O. MIDDELHARNIS, 6 Mei. De tarieven voor Lichtverbruikers van de Emgo zijn wederom aanmerkelijk verlaagd. Wij zullen in ons Vrijdagnummer daarover nadere me dedeelingen doen. HET ONTSLAG VAN LITWINOF. Een gesprek mel^ zijn broer den rabbijn. De Poolsche correspondent van de Parij- sche ,Soir" heeft verbinding kunnen krij gen met den ouderen broer van Litwinof, die rabbijn te Lorz is. Deze Jankel Wal lach geheeten, merkte naar aanleidin,g van het ontslag van zijn broer op: Dat is het begin der kastijding van wie den godsdienst durfden bestrijden. Nu vat ik eenige hoop dat mijn broer zijn zonden ^al inzien en een nieuw leven beginnen. Zijn ajfsohuwelijk misdrijf heeft me smarte lijk gegriefd. Ik heb het hem eens .geschre ven, maar Z.Exc. verwaardigde zich niet te antwoorden. Drie jaar geleden heb ik hem aan het station van Warschau aangesproken toen hij op het punt stond naar Geneve te vertrekken. We hebben eenige minuten sa men gepraat, voor mij was dat heel moeilijk want ik ben het Russisch vergeten. Hij gaf me goede sigaretten, maar ik begon hem een uitbrander te geven. Ik hield hem voor dat hij God in den hemel ver.geten is, maar de arme was heelemaal gek. Hij waagde mij toe voegen, dat ik er niets van be greep en zonder me .goeden dag te zeg gen stapte hij weer in zijn wa,gen. Mottorrijders op elkaar gebotst en gedocd. Zonda.gmorgen om kwart over élf had onder V I ij kï e n een ernsti.g verkeers-an- geval plaats, waarbij twee mottorrijders het leven lieten. De 27-jarige M. v. Hel mond uit Vught, was naar Vlijmen geko men om bij de garage v. Grinsven een mo tor te koopen. Hij was in .gezelschap van den 34-jarigen garagehouder De Laat uit Vu,ght. V. H. en v. G. probeerden beiden een motor en reden daarmede heen en weer door het dorp.. Het .ging in flink tempo. Toen de rijders elkaar nabij het Kruis moesten passeeren, gebeurde het verschrikkelijke ongeluk. V. H. kwam in razende vaart met zijn 600 cM. Panther uit de richting Nieuw- kuijk door de bocht en kon daardoor den bocht bij het Kruis niet voldoende naar rechts nemen. Op het moment, dat v. H. geheel links van den weg zat. naderde v. G. uit de richtin,g Den Bosch. Een botsing \yag onvermijdelijk. V. H. was op slag dood, terwijl v. G. nog enkele minuten heeft geleeifd. De beide mo toren werden totaal vernield. ZUILEN, 8 Mei. Zaterdagmiddag is de 18-jari.ge W. M., wonende aan het Ondiep te Zuilen, met zijn kano in het Merwede- kanaal ter hoogte van de rubberfabriek te Maarssen omgeslagen en verdronken. De jongeman liet zich door een sleep meetrekken, waardoor de kano sla,gzij maakte en ten slotte omsloeg. TWEEDE DEEL. De verdrflvlng van dé Spanjaarden van onze eilanden. Door MEVAHOR. Naar een oud dagboek. Auteursrechten voorbehouden. 11.; i Wamt 'de Spanjaapd'ein ltó|d!die!n in Iiün er* gernis over de mislukkir^ van hun tocht gepocht d'at ze Simopi dén voornaamste ket* ter hadden doodgeschoten. Dat die dus nojofft op h(et ejüanldf zbu komen», maar als een lijk was meegevoierd geworden door dte anderen. Een van de Spaansche soldaten, .die vrij' goed de HpUanidsche taal machtig was had het op luiden toon tegen zijn makkers ge*' zegd toeis ze het dorp waren binnengetrök* ken. „Die vermaledijde ketter Simon is er ge weest, hij heeft een kogel te slikken gekre gen, die hem voor goed den brutalen ket- terschen mond heeft gesloten." Zoo had hij zich geuit en al hadden de menschen zich bij hun komst teruggetrokken, toch was het gehoord geworden en zoo werd het ge rucht verspreid, dat Simon Gieke bij de ont- vlttchting den dood had gevonden. Slechts een heel enkele^ verblijdde er zich over, de meeste menschen ,al waren het dan geen aanhangers van de nieuwe leer hadden er spijt van en het was voor het overgroote deel van de Thoolsche bevol king een vernieuwde aanleiding om de Spanjaarden te heviger nog te haten. En in dien algemeenen haat tegen de Spanjaarden deelde ook de waard. Als maar eens eerst de Spanjaarden weg waren dan zou men met hem afrekenen. Uit vrees voor de soldaten durfde men hem nu niets te doen, want men besefte het wel, dat hij onder bescherming van die Span jaarden stond. Zoo werd de waard meer en meer ge schuwd. Hij had hetook alles behalve naar zijn zin. Daar was allereerst de mis lukking van al zijn plannen. Dat kostte hem geld. Niet alleen ontging hem het extra loon zoo en ketters werden gevangen en een deel der verbeurd verklaarde goederen, maar ook het gewone dagloon, de zeven stuivers per dag, door Alva aan de verra ders uitbetaald, waren hem door Anthonio als virraak over het mislukken niet uitbe taald. Dat vervulde hem met grimmige haat tegen de Spanjolen. Hij was wel zoo voorzichtig om daar niets van te laten blijken, want dan zou het er voor hem niet best uitzien, dat be- .greep hij wel. Daarbij kwam nog dat die Spanjolen zich als heer en meester begonnen te ge dragen in zijn huis. Wat ze eischten moest hij op tafel brengen en tal van beleedigin- gen moesten hij en zijn huisgenooten !üoh van hen laten welgevallen. Te erger was dat voor hem daar hij zelfs van den Spaanschen kapitein geen inkwartierin,gs- geld had kunnen .krijgen. Inplaats van geld was hij met schoone beloften gepaaid geworden. Maar hij zou en moest zijn geld heb ben. Anders moesten die Spanjaarden weg hoe dan ook. Zoo was de verrader in een uiterst ge prikkelde stemming gekomen. Alles mis lukte hem. Een ding was er waar hij zich mee .kon troosten. Die Simon Gieke zou wel dood zijn. Zoo stellig spraken de Spaansche solda ten het uit en die konden beter de uitwerr king van een schot oordeelen, dan hij, dat hij het ook geloofde. En in ieder geval zou hij wel niet meer op het eiland terugkomen. Nu was voor hem de baan vrij. En daar zou hij gebruik van weten te maken. Het werd tijd ook, dat er verandering kwam, want de heele zaak had hem nog weini,g voordeel opgebracht. Het verdere van dien dag bracht hij door met het maken van plannen. Hij zou ze wel krijgen die ketters. Maar hoe? Ja daar had hij de Spaansche soldaten voor noodig. En die was hij ook maar lie ver kwijt. Tenminste als hg er geen beta ling voor kreeg en als ze zich niet beter ge droegen. Maar zoo zouden ze er niet af .komen. Hij moest en zou betalin.g ontvangen. Anders zou hij andere maatre.gelen ne men. Waarin die maatre.gelen zouden bestaan, hij wist het niet en aan de andere zijde zag hij er toch ook tegen op, als ze bij hem weggingen. Dat de dorpelingen hem niet vriendelijk gezind waren bemerkte hij ook wel en dat de bescherming van de Spaansche soldaten hen slechts weerhield om hem geen overlast aan te doen, dat was hem ook niet ontgaan. Als hij alles overdacht, dan stond het er niet mooi voor hem bij. Hij had zich vast,gewerkt in een strik waaruit hij geen kans zag zich los te ma ken. Toch de haat tegen de ketters en de vrees voor zijn dorpsgenooten won het. Zeker betaling moest hij zien te krij gen. Deze week nog. - Van de Spaansche soldaten moest hij dan maar wat door de vingers zien. Maar de ketters zou hij krijgen. Het kon ook ver- keeren. Tot nog toe had hij niets dan telgen- spoed .gehad, er kon ook wel eens geluk komen. Misschien kon hij zich met één slag schadeloos stellen op de ketters. Hij zou het met groote voorzichtigheid aan leggen. De meesten kende hij wel. Tegen hen moest hij bewijzen zien te krijgen. En wat de andere dorpbewoners aan,gaat hij zou ze in al hun doen en laten nagaan. Niet alleen op het dorp, maar ook de boeren buiten het dorp. Die kon hij misschien nog het gemakke lijkst te pakken krijgen. Tegen de heime lijke ketters, hij kende ze wel, zou hij trachten overtuigende bewijzen te krijgen en de anderen zou hij bespieden want dat er veel meer ketters moesten zijn, dan hij no.g wel wist, dat .geloofde hij stellig, want die Simon Gieke moest overal zijn hand- lar^gers wel hebben. Ha die was weg, die kon hét niet meer voor hem bederven. Met zulke booze plannen begaf de verra derlijke waard zich 31 Maart 1572 ter ruste. Als het aan hem gelegen had, dan zou den er voor de aanhangers van de Hervor ming booze tijden aangebroken zijn, maar de Heere had anders beschikt en op wonder lijke wijze in onze landshistorie ingegre pen, waarvan we onze lezers voor het goed begrip van het vervolg van de geschiedenis van Simon Gieke in het kort een en ander moeten meedeelen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1939 | | pagina 1