CHQWEEKEUADopGED.GR0nD5LAG vöÖRHZUID-HOI11nZECl)W3CI1C EllAnDEM
l
DOUWE EGBERTS
N.V. ÜITGEVERSMAATSCHAPPU „EILANDEN-NIEÜWS"
STICHTELIJKE
OVERDENKING
I
Schoolartsendienst
lie Jaargang
ZATERDAG 18 MAART 1939
No. 1024
Pil nnmmer bestaat uil 2 bladen
De geloovige Noach in de
ongeloovige wereld.
Uit het Kijkvenster
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILAND E.- 18e JAARGANG
Het leven van den christen, die uit
het beginsel dat de genade Gods leert,
leeft, heeft menigmaal een harden
stryd.
Paulus getuigde: 2 Cor. 7 5 „Van
buiten was strijd, van binnen was
vrees." Hij gelooft in en belijdt dien
God, die de wereld niet kent, maar
loochent, en van de ware godsdienst
afkeerig is. Hij belydt den Heiland
die stierf aan een schandpaal, die
door de hoogmoedigen des lands in
hunne verblinding verworpen wordt
en door duizenden in den lande, hoe
wel godsdienstig in hun belijdenis,
spreken door hunne daden„Wijk van
ons, want aan de kennis uwer wegen
hebben w\i geen lust."
Zoo menigmaal moet hij het hooren,
vooral als h\j in bangen strijd, krank
heid of andere proefwegen wordt ge
leid: „het is by die fijnen altijd wat."
In vele opzichten staat het kind Gods
als een wondertéeken, waarvan de
wereld, en de naam christen, maar
geen, verklaring kan geven. En om
dan staande te blijven, dat kost strijd,
en soms omringd van zooveel en ster
ke vijanden, dat doet hem vreezen.
Doch door het geloof blijft hij staan
de, strijdende, en wordt hij eindelyk
overwinnaar. Zulk een geloof dat de
wereld overwint, geachte lezer, kende
Noach, de zoon van Lamech, van
wien wg eene meditatie willen schrij
ven.
Noach werd geboren ongeveer 600
jaren voor den watervloed, in eenen
boozen tyd, waarin de zonde en god
deloosheid zich al meer en krachtiger
openbaarde. Het geslacht der kinde
ren Gods, vermengde zich, zooals dat
ook in onze dagen zoo veel voorkomt,
met de dochteren der menschen, de
nakomelingen van Kain. Gen. 6 2.
Deze vermenging had toen en heeft
ook nu een verdervenden invloed op
het familie leven en den godsdienst,
waarvan den gruwel der ongerech
tigheid al meer en meer schrikkelijker
zich openbaarde. De aarde werd ver
vuld met wrevel. Leven w^ tegen
woordig vooral, ook niet in zulk een
wereld met wrevel? Te midden daar
van staat de kerk van Christus, en
moet zy getuigenis geven in haar be
lijdenis en leven van de gerechtigheid
Gods, van Zyn rechtvaardigheid en
genade in Jezus Christus, doch ook
van Zyne rechtmatige oordeelen als
het geslacht der goddeloozen zich niet
bekeert. O, geliefden, wat komen wij
daarin veel tekort.
In zulk een wereld van wrevel en god
deloosheid had de Heere Noachge-
steld als een prediker der gerechtig
heid.
Gewichtvolle en moeilyke levenstaak,
doch door de genade Gods heeft hij
deze volbracht, is staande gebleven in
weerwil van vijandschap en bespot
ting, en is door den H. Geest onder de
wolke der getuigen gerekend, die ons
Wflst, wat dat volk door de genade
Gods, in de kracht des geloofs mag
en kan doen. Bq die geloovige Noach
in de ongeloovige wereld, bepalen wij
uwe aandacht en letten:
Op Noach's geloof. Deze godza
lige man was een kleinzoon van He
noch, die al reeds in dien t\jd geprofe
teerd heeft van de wederkomst van
Christus ten oordeel. Hij was zeker al
vroeg bekend geworden met de god-
demke op^nbariag. Het zaad van het
Woord Gods was in goede aarde ge
vallen. Dit werd openbaar, dat toen
alte vleesch zijn weg voor den Heere
verdorven had, Noach genade vond in
de oogen des Heeren. De Heere had
hem in Zijn eeuwige liefde gekend hem
door Zijn geest vernieuwd en het ge
loof in zijn hart geplant. De genade
is geen erfgoed, zooals velen in onze
dagen voorstellen, want dat blijkt dui
delijk genoeg in Gods Woord van de
kinderen der bijbelheiligen, die in hun
leven openbaarden dat zij vervreemd
waren van het levend geloof, en zijn
met hun historische kennis van de
openbaring Gods nog voor eeuwig
omgekomen als blijkt uit Kain, Ezau,
Absalom en Judas.
Noach geloofde de persoonlijke
openbaring Gods en vreesde voor het
oordeel dat God over de wereld zoude
brengen. Het was een genadige onder
scheiding, onder velen, die Noach te
beurt viel, dat de Heere het op hem
gemunt had, hij hem uit de wereld
getrokken heeft, met zijn toestand en
ellende heeft bekend gemaakt en~ de
Heere den weg der verlossing in den
beloofden Messias openbaarde en hij
dien als zijn Redder mocht omhelzen
en door het geloof aannemen. De Hee
re getuigde van Noach: „U heb ik ge
zien rechtvaardig voor Mijn aange
zicht in dit geslacht." Gen. 8 1. Door
het geloof behaagde hij den Heere en
vond hü genade in de oogen des Hee
ren. Gen. 6 8. Daar is geen grooter
weldaad, dat den mensch kan te beurt
vallen. De rechtvaardige heeft een
groote schat.
H. Laten wy nu letten op Noach's
geloofsoefenen. Hij leefde in den tijd
en te midden van een volk die met
God Zijnen dienst en de openbaring
geen rekening hield. De Heere Jezus
leert ons die tijd kennen: „En gelijk
de dagen van Noach waren, alzoo zal
ook zijn de toekomst van den Zoon des
menschen. Want gelijk zij waren in de
dagen voor den zondvloed, etende,
drinkende, trouwende en ten huwelijk
uitgevende, tot den dag toe in welke
Noach in de ark ging.,, Matth. 24 37,
38.
Dit beteekent dat alles opging in de
lusten van het vleesch. Het was een
leven los van God, ruw en zedeloos.
In zulk een tijd van geestelijk verval
en inzinking, van ongeloof en lichtzin
nigheid, van spotterij en afkeerigheid
omtrent God en Godsdienst, had No
ach een groot geloof noodig; dit ge
loof mogt hij oefenen dat God is, en
een belooner is dergenen die hem zoe
ken., Het geloof in den Almachtigen
God, die zijne kracht in zwakheid vol
brengt. Zonder dat geloof kan de
Christen onzer dagen die ook veel
gelijken op de dagen van Noach, niet
biddend voor of vermanend en bestraf
fend optreden tegen een diepgezonken
wereld.
Door het geloof oef enen onderscheid
den Christen zich van die groote zoo
genaamde doode belijders. Levende
visschen zwemmen tegen den stroom
op, maar de doode visschen drijven
met den stroom mee. Dus dat protés-
teerende volk is kenbaar. Noach ken
de en oefende dat geloof Het was voor
hem de vaste grond der dingen die hij
hoopte en het bewijs der zaken die hij
niet zag.
Zalig voorrecht gehef de lezer als gij
ook op dien rotsgrond staat en zulk
een geloof moogt oefenen, in weerwil
hoe de vijanden van God en Zijn
Woord spotten of dreigen.
in. Bepalen wij U bij Noach's ge-
loofswerk.
Zeer weinig is ons door Mozes van
Noach voor den zondvloed medege
deeld. Petrus noemt hem een prediker
der gerechtigheid. Wij mogen daaruit
leeren, dat de Heere Noach tot een
getuige tegen de zonde en een predi
ker der waarheid en van de noodzake
lijkheid der bekeering, heeft gesteld,
in het midden van die verdorven we
reld. Een langen tijd heeft hij gear
beid als middel in Gods hand. De
Geest Gods twistte door hem met de
menschen. Het was geen gemakkelijk
werk voor Noach te arbeiden onder
een volk dat zoo ontaard was gewor
den, en zich geheel overgaf in de be
geerlijkheden des vleesches. Hij zal
hen wel op hunne zonden gewezen
hebben en op de gerechtigheid Gods,
de straf der zonde en hen bedreigd
met het geduchte oordeel dat God
over de wereld zoude brengen, opdat
zij zich zouden bekeeren. Dat is het
werk nu nog van alle geroepen en ge
zonden predikers, die de bazuin bla
zen, tot waarschuwing voor het gewis
verderf, aan te sporen tot bekeering
en de zachtmoedigen en stillen in den
lande, te troosten.
Door het geloof heeft Noach de ark
toebereid. Dat was dus geen kunst of
verstandswerk, maar geloofswerk.
Dat geloof rust op Gods beloften, dat
hij en zijn huisgezin zouden gered
worden, want hij vond genade in de
oogen des Heeren.
Bezwaren, twgfel en ongeloof,
maakt altijd zwak, doet aarzelen en
uitstellen en maakt tot alle geestelijk
werk onbekwaam.
Doch het geloof geeft geestelijke
kracht en bezieling zoodat zulk een
geloovige tot geloof oef ening bekwaam
wordt. Daartoe kreeg Noach gena
de, bij aan en voortgang zoo dat hij
niet alleen begon of voortging de ark
te bouwen, doch deze ook voltooide.
Hij bouwde de ark overeenkom
slig het bestek dat de Heere hem had
gegeven. Daarin oefende Noach ge
loofs gehoorzaamheid, dm in alles
zelf het geringste, des Heeren wil te
doen.
Sommige belijdende Christenen zyn
erg vies van roeping en plicht te ver
vullen. Die wat nauw leven houden zij
al heel lichtvaardig voor werkheili-
ligen of Mozes-dienaars.- Doch Noach
was zeer naarstig in zijn toebereiding
van de ark. Daar was oök heel wat
aan verbonden, dg^ardoor kon hij al
leen behotiden wc^flen .pin ook door da
ze als middel mocht hij ook zijn huis
gezin behouden.
Wij weten volgens Gods Woord, dat
toen de ark gereed was, Noach en zijn
gezin en vele dieren, op Gods bevel in
de ark gingen. En de Heere sloot de
deur achter hem toe. Toen was Noach
in het scheepje onder Jezus hoede.
Wat een genade liefde en zorg des
Heeren voor Zijn volk. We mogen dit
punt wel eindigen met de woorden:
„Uw geloof heeft U behouden."
De ark is een voorbeeld van de Hee
re Jezus, Die is de ark der eeuwige
behoudenis. Die in hem gelooft zal
niet sterven in der eeuwigheid.
Door middel van de ark werd No
ach en de zijnen behouden.
De Heere heeft ons aan de genade
middelen gebonden. Geliefde vrienden
gebruikt die biddend, wordt niet ge
ërgerd aan de gebreken der Kerk of
van Gods volk, waardoor ze zitten in
de strikken van den duivel en veel
schade aan hun ziel en aan de Vrede
van Sion lijden.
(Wordt vervolgd)
Ds. J. C. Wielhouwer.
Grand Rapids, N.-Amerika.
Vraag nfet om Friesche Heeren-Baai zonder meer,
maar om Echte Friesche Heeren-Baai van Douwe
Egberts. De tabak, die van ouds gemaakt wordt in
Joure, in het hartje van Friesland. Die draagt dus
met recht den naam van Echte Friesche Heeren-Baai. ^q -yj^^
&;^^fe^FRIESCHE HEEREN-BAAI ên BAAMABAK
HIEUW
UITGAVE VAN
Gevestigd te MiddelhaznJs Frlns Headriksti. 122 C Giro 167930 i Fostboz 8 Ttl. 17.
AdTertentie*prJI» 20 cent per regel Reclames 40 et.; EMens»
«aoTragen en aanbiedingen van 1-6 regels 80 rf.; Boekmaan,
koodlglng 10 cent per tegel - Contracten belangrflk 1««k.
Bykantoor voor Zeeland: St. Maartensdijk, Markt, Tele£. 59.
Abonnemectspi^s 85 cent per 3 maanden bQ Toottiitbetaitng
Venchl^t iedeien Woensdag en Zaterdag 2 maal per week
Afsonderlüke nummen 5 cent Buitenland 8 gulden p«r ]aai
Door het geloof-heeft Noach, door God
delijke aanspraak vermaand zijnde van
de dingen, die nog niet gezien werden,
en bevreesd geworden zijnde, de ark
toebereid tot behoudenis van zijn huis
gezin; door, welke ark hg de wereld
heeft veroordeeld, en is geworden een
erfgenaam der rechtvaardigheid, die
naar het geloof is.
(Hebr. 11 7.)
Naar wi) vernemen is van de gemeente
raad van Oude-Tonge aan de overige ge
meenten op het eiland een schrijven ver
zonden, inhoudende het verzoek, om mede
werking te verleenen dat voor geheel Flak-
kee een schoolartsendienst wordt ingesteld.
In verband daarmede, bereikten ons enke
le vragen,, waarop wij vrillen trachten een
antwoord te geven.
Van de zijde der S.D.4.P. worden meer
malen voorstellen gedaan om op de gemeen
te begrooting een postje te brengen voor
schoolschoeisel of schoolvoedlng.
Het bedrag komt er niet op aan. Vijf en
twintig guldeö is voldoende. Het gaat er
over of de Raad er in beginsel voor is, en
zoo ja, de rest komt later wel.
Juist over dit beg^insel gaat het.
Op wie rust de taak de kinderen te voe^
den en te kleeden
Op den Staat?
Zie dan als ge niet willens blind zyt, naar.
Rusland, Spanje en andere landen, en dé
practgk toont U zelf, de harde werkelijk-/
held aan.
Néén, de kinderen zfln
„Ben erfdeel des Heeren." j
een belooning Gods, de schepper van hemei
en aarde,
Op de ouders rust de taak hun kinderen
te voeden en te kleeden.
Zijn er dan: geen ouders, die hoe gaarne
ook, hun kleuters niet kuimen geven wat ze
•behoeven.?
'Zeer zeker, maar itJefc"tia!£u-i.V-BP heeift^^ L
de Heere, Z^jn zorg laten gaan, en de wegen
Zelf aangewezen in Kerk en particuliere
liefdadigheid, waarbij wij in bepaalde geval
len ook zouden kunnen noemen het Burger
lijk Armbestuur.
Niet genoeg kunnen wij de diaconiën op
het hart binden, de zaak van het Koning-
krrjk Gods toch ernstig ter harte te nemen,
opdat als de vijand deze instelling veracht,
by kwal^k spreekt.
Anders is het echter gesteld met de
schoolartsendienst.
De overheid heeft te waken voor de open
bare volksgezondheid overeenkomstig de
wetten van Gods Woord.
Dat als de eischen niet overdreven wor
den, er voorwaarden gesteld worden aan lo
kalen, banken enz. daar is niets tegen.
De vraag is echter moet .de overheid van
tgd tot tgd laten onderzoeken, of de sa
menleving van kinderen gevaar voor de ge
zondheid mede brengt? Of beletten organi
sche gebreken bij het kind, welke een ouder
niet kan constateeren, den goeden gang van
het onderwijs?
Daarover loopt het, als het gaat over het
al of niet aanstellen van een schoolarts.
Zijn het toezicht van ouders, en van het
onderwijzend personeel absoluut ontoe.rei-
keTid of onvoldoende gebleken, ja of nté."..
Hierover dient eerst een deg-j'jK., onbi-
vo'ioordeeld', bevoegd rapport ter tafel te
zijr..
<<.jU zuIk een rapport de nood'^akeUiivrcld
vat. een periodiek onderzoek aantoonen,
dan pas komen de flnantieele en jWiJCl'sche
be.twaren naar voren.
BJerst .dan dienen de schoolbesturen, en de
ouders hierover te worden gehoord.
Ten tweede zou met het oog op de tijds
omstandigheden de uiterste soberheid moe
ten worden betracht. De begrooting en daar
mede het volk stelselmatig met lasten te
bezwaren, te zwaar om te dragen gaat toch
niet aan.
Ten .derde, de instructie van zulk een arts
moet duidelijk omschreven zijn.
Nimmer mag hij zelf tot geneeskundige
behandeling overgaan.
De ouders moeten vrö zijn en blijven of
zij een bepaald advies al of niet wenschen
op te volgen. Dwang moet absoluut zgn uit
gesloten.
Wanneer de kinderen moeten worden ont
kleed, moet dit uitsluitend geschieden in
tegenwoordigheid der ouders en in zulk een
lokaliteit, dat dit onderzoek geen gevaar
met zich brengt voor de gezondheid van het
kind.
Eenvoudig meenen wfl de gestelde vragen
te hebben beantwoord en hopen dat de
raadsleden hiermede hun winst zullen doen.
Laat men alvorens „ja" te zeggen, zich toch
goed vergewissen waarop men zijn jawoord
geeft en zich niet definitief verbinden alvo
rens deze aangelegenheid In juiste volgor
de en goed ia voorbereid.
De Postdienst De trouwe .postbo
de Verboden brlevenvervoer
Geertje met de grauvce zak.
Er is waarschijnlijk geen tak van den
Rijksdienst welke zoo algemeen bekend is
als die der Posterijen. Zou er wel één in
woner aan te brengen zijn, die nimmer van
den Postdienst gebruik maakt? Ik denk,
neen. Naarmate en handel en verkeer toe
nemen, wordt ook meer van den Postdienst
geëjscht.
Natuurlijk hangt dat meerdere gebruik
ook samen met de ontwikkeling van het
volk. In de vorige eeuw waren er nog heel
wat menschen, die niet lezen of schrijven
konden. Zelfs kon men in het begin dezer
eeuw zulke menschen nog dikwijls aantref
fen.
Thans is gelukkig de schrijfkunst alge
meen verbreid en wie, die schrijven kan,
zendt niet eens een brief of briefkaart
over de post weg? Hierbij komt, dat het
verkeer der menschen ouderling inniger, in
tensiever geworden is. Ook is de arbeiden
de stand, die zulk een groot deel van ons
volk omvat opi hooger levenspeil gekomen, er
worden meer kranten gelezen dan vroeger,
ook bloeit het vereenigingsleven beduidend
vergeleken met een 30 of 40 jaren geleden.
En vrie kent niet den trouwen postbode,
die ons zoo jaren aaneen al de brieven zon
der mankeeren thuisbrengt? Deze ambte
naar staat algemeen in een goed blaadje, ja,
het is verwonderlijk op te merken hoe hfl
stukken, die zeer slecht geadresseerd zijn,
weet te brengen daar, waar zfl precies be-
hooren.
Het samenstel van alle postale handelin
gen is zeer veelzijdig. Niet alleen is er brie-
venvervoer, maar ook is de postwrisseldienst
van groot gemak. Voorts noem ik nog den
telegraaf- en telefoondienst, die ons in
staat stellen over onbeperkte afstanden in
enkele kwartieren, ja in minuten, onze ge
dachten over te brengen.
Over den Postcheque- en Girodienst schrijf
ik nu maar niet: hij is boven allen lof ver
heven. Niet alleen omdat hij aan anderen
gelegenheid geeft iets op mijn rekening te
laten bijschrijven, maar ook omdat ik er op
zeer eenvoudige manier mij.n leverancier
mede kan voldoen. Dat alles geschiedt op
papier, en de omzet van baar geld wordt er
zeer door beperkt. En daar er millioenen be
talingen op deze wijze plaats hebben, ligt
het voor de hand. dat er in Den Haag een
groot gebouw voor werd gezet, waaraan
verleden jaar nog een zeer groot stuk werd
bijgebouwd. En die Girodienst levert nog
een mooie winst op, omdat hij doorloopend
geld in handen heeft van de rekeninghou
ders en hen geen rente vergoedt.
Maar toch, als wg over de post spreken,
denken wfl aan den postbode of brievenbe
steller. Deze heeft een zeer vertrouwelijk
werk. Allereerst is daar zijn ambtsgeheim,
zoodat hij .nooit aan onbevoegden iets uit
de hem verstrekte stukken mag mededee-
len en dan is er het briefgeheim, dat ons
waarborgt dat nimmer door den postbeamb-
te ee» brief mag worden opengemaakt. Dit