CHDWEEKBLADÖpCiED.GQ0nD5IAG vöÖRDEZUID-HOLLInZEElW^ OLAnDEn
N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEÜWS"
Voor 75 cent
STUURMANSKUNST
VERSTUiKINEEN
KLOOSTERBALSEM
W. A. de Bakker
lie Jaargang
ZATERDAG 11 MAART 1939
No. 1022
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
STICHTELIJKE
OVERDENKING
„De worstelende Bruidegom,
de slapende Bruid"
^*;z^^AZ2Ai„MIJNHARDTJES'
Uit het Kijkvenster
D. Hoek, Rijwielhandel, Onddorp
AKKER'S
Handel, Bedrijf en Particulier
18e jaargang
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD ,,ONZE EILANDE.^"
UITGAVE VAN
(Gethsemané (2)
O hoe vreeselijk was dit strijden, en
lijden des Zoons, want de machten
der hel braken los, de zonden des
volks drukten zwaar, een zwijgende
Vader en een slapende kerk.
De zielsangsten waren zeer velen,
want het zweet werd bloed. Doch
dan staat Hij op, wetende dat Hij
heeft overwonnen en in Gethsemané
de pers alleen heeft getreden, dan
spreekt Hij tot de slapenden, staat op,
laat ons gaan, want hij ia ons nabij
die Mij verraadt.
O, wat een zielestrijd heeft daar
plaats gehad, want de duivel schiet
zijn scherpsten pijl op Hem af. Hij
gevoelde het zwijgen van God en het
slapen der zijnen.
Doch ook. Hij wist die strijd verlo
ren, alles verloren. Want als Hij bloed
heeft gezweten, en den Heere geant
woord heeft, dan treedt Hij als de
ware Leeuw uit Juda's stam te voor
schijn, als overwinnaar uit dit strijd
perk. De helleangst heeft de Zone
Gods in Gethsemané doorworsteld en
de rotssteen beefde vanwege de aller
hoogste zielsaanvechtingen; doch dat
heeft Hij gedaan, opdat slapenden
zouden ontwaken, uit hun rores van
zonden en ongerechtigheden.
In Gethsemané lag de schuldbeta-
lende. schuldovernemende Borg voor
de zonden zijns volks.
Hij stond daar in de plaats des ge-
richts voor de zijnen, ook voor die, die
tydens de worsteling in slaap waren
gevallen.
De losprijs moest langs die weg ge
daan worden, opdat des Vaders
toorn gestild en de uitverkorenen
voor eeuwig, na volbrachten strijd
zouden zingen: „Gij hebt ons verlost
door Uw dierbaar bloed."
Hoe hebben de slapende discipelen
nadien mogen ervaren, dat de Heere
Jezus ook voor hun Gethsemané heeft
dóorwors'teld.
Ach, hoe zwak is toch Gods volk in
zichzelf, geen macht tegenover die
menigte, en alzoa moet het door God
bevoorrechte volk zichzelf vaak be
schuldigen, dat zij vaak slapen als het
tijd is van waken.
Kinderen Gods, o gij die door ge
nade weet dat die geestelijke Othniël
voor U die beker heeft leeggedronken
in Gethsemané, Weet gij het wel, dat
gij die beker gevuld hebt met uwe
zonden en 'ongerechtigheden? Hebt
ook gij niet doorleefd dat de geest
Wel gewillig, doch het vleesch zwak
is, dat gij zelfs geen uur kondet wa
ken?
Dat de kracht van het zielelijden in
den hof U maar in het verborgen
mocht brengen, wa;nt ach is het ook
niet in dezen tijd dat Gods volk vaak
slaapt, van den weg is, hoewel Chris
tus heeft gezegd: „Waakt." Gij die
door den Geest zijt ingeleid in Gethse
mané, ach welk een liefde van het
hemelsche Lam om voor U onder
den toom (Joda te verkeeren, voor
U des Satan's macht moest bekampen
voor uwe zonden bloed moest zweten
en dat al onder het zwygen van den
Vader.
Dat heeft Hij gedaan om uw ziel
o volk Gods, te verlossen van Gods
vloek. Uw ziele te reinigen en dat Sa
tan U moest loslaten.
Zie dat zielelyden heeft bloed ge
kost, opdat eenmaal Gods Kerk, als
de slaap des doods de oogen sluit, de
tijd der verdrukking voorbij zal zijn
en zij voor eeuwig zouden verheerlij
ken Hem, die den bloedigen kamp;
heeft gewonnen.
O, welk een zalige en zoete vrucht
zullen de-verlosten eenmaal genieten
in tegenstelling dergenen die Christus
verachten.
Want het verdrukte volk zal een
maal verkeeren waar geen klacht zal
vernomen worden, omdat hun Verlos
ser voor hun Gethsemané heeft over
wonnen.
Dat de Heere z^jh genade moge ver
heerlijken in het hart van velen, opdat
Gethsemané nog vruchten afwerpen
en velen mogen gelooven, en na dit lij
den ontvangen de eeuwige Kroon.
leveren wij U een prima buiten
band. Nieuwe en tweedehands
rijwielen, ruime keuze lage prijzen.
Voor Iets goeds naar:
voor
OUDDORP.
Makelaardij (BEÊEDIGD) in huizen
en landerijen. Alle Bankzaken. Infor»
maties. Geld en Effectenhandel. Voor
geldbeleggers vermogens, beheer- toe
zicht (en) of controle.
Vraagt inlichtingen,
OcvesUftd te Middclhamis Prln» Hendrikstr, 122 C Giro 167930 Postbox 8 t T«l. 17.
Bijkantoor voor Zeeland: Si. Maartensd^k, Markt, Telef. 59.
Advcrtentie»prüs 20 «nt per regel. RtcUmea 40 et,; t>i«T<rt.
aanvragen^en aanbiedingen van 1—6 regela 80 et,; 8oek*jjii.
kondigin» 10 cent per regel Cootracten belangr^k la«er.
Aboonemevtspr^s 85 cent per 3 maanden bfj TOoniitbetaling.
Verschijnt (ederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per veek
Afzonderljike nummen 5 cent Buitenland Sguldex^ par ja?.2
„zit hier neder totdatUc heenga en al-
„daar zal gebeden hebben."
(Matth. 26 36m.)
Het zangkoor kan wel wegblijven, want
de kerk is geen amusementszaal.
Als de menschen wat rneer belang stel
den in het wel en wee van de ,kerk (met al
haar gebreken) dan, zouden zij ook een
meer gevestigd oordeel hebben en niet zoo
licht slachtoffer worden van de oplichterijen
van alle soort van evangelisten en zendelin
gen, die bij voorkeur het platteland afstroo-
pen. Dezer dagen heeft de Rechtbank weer
een man veroordeeld, die zich opwerpt als
leider van een „Leger dés Heeren." Hij
heeft soms een costuum aan, dat op een uni
form lijkt, op zijn pet staat ook den naam
Herdenking van den eersten Zendeling
WiÜebrord. Een Leger des Heei.)n.
Oplichting met den Godsdienst.
In de komende MeimaatJd zal in ona land
herdacht worden, dat in aloude tijden, zoo
omstreeks het jaar 657, het Evangelie ver^
kondigd begon te worden door den zende
ling Willebrord. Deze en Bonefacius, zijn
de eerste predikers in deze lage, moerassi
ge landen bij de zee geweest. Bonefacius
schijnt meest in het Oosten en Noorden
des lands gepredikt te hebben, maar Wille
brord in Zeeland, later ook in het Sticht of
de streek rond Utrecht. In Westkapelle op
Walcheren toont men U nog de Willebror-
dusput, welke door hem zou zijn gegraven;
althans zou hij op die plaats het Woord
des Heeren gesproken hebben.
- Dé prediking-van Gods Woord houdt
in, beloften des tegenwoordigen én toeko
menden levens. Zoo werden niet alleen de
zielen bearbeid tot het eeuwige leven, maar
ook trad onder onze voorouders, die toen
ons land bevolkten, beschaving in; orde, re
gelmaat, verbetering der zeden, kortom, er
ging van het werk dezer zendelingen, groo-
te vrucht uit.
Stril^t genomen was ook Willebrord
Roomsch; hij erkende den Paus, doch kwam
toen reeds op tegen de misbruiken en af
dwalingen die in de Kerk van Rome open
baar kwamen. Met dat al, hij was niet een
Heilige of een Sint, maar Willebrord, zon
der meer.
Het zaad des Woords had groote -kiem-
kracht. Wfl kennen uit de geschiedenis de
Invallen in ons land van de woeste zeeschui
mers, de Deenen en Noormannen. Het
schijnt, dat zij op hun rooftochten door ons
land toch ook getroffen ztjn door het leven
van die eerste Christenen. Immers Groen
van Prinsterer verhaalt, het volgende in zijn
Handboek der Vad. Geschiedenis.
Toen in 853 de zendeling Anscharius aan
ving iui Zweden het Woord Gods te predi
ken, rees een grijsaard in de vergadering
op en zeide: „Hoort mij, Koning en Volk!
Van dezen God is het niet onbekend dat Hy
helpt die op Hem vertrouwen, en menigeen
onder ons heeft het op zee en in andere
gevaren erkend. Sommigen hebben zich om
deze leer naar Dorstadt (Wijk bij Duurste
de) begeven, doch waai'om verweg gezocht,
wat ons hier aangeboden wordt?"
Wanneer wfl zoo als uit de grijze oudheid
hooren, hoe deze heidenen dat Woord Gods
getast hebben, om te onderzoeken, of ook
zij konden zalig worden, dan moet dat ons
wel beschaamd maken, die dikwijls zoo zon
der vrucht onder de sjuivere prediking neer
zitten.
Het is dus alleszins -waard d3.t er eens
herinnerd worde aan de goede Hand des
Heeren over ons Nederland, welke ons, die
toch ook blinde heidenen waren, met Zijn
dierbaar Getuigenis in kennis heeft gesteld.
In de Domkerk van Utrecht zal een her
denkingssamenkomst worden gehouden.
Prof. Mengelberg zal er met zijn koor zin
gen en de Directeur van de R.K. Kerkmu-
ziekschool zal eï ook zijn hulp verleenen.
Ik hoop, dat men er voor waken zal, dat
het niet gaat als in de Herv. Kerk in Gro
ningen, waar onlangs de pastoor met zijn
kapelaans zijn komen zingen. Want in de
protestante gebouwen hoort geen roomsch
lied. De Kerk des Heeren is niet Roomsch!
Dat men zich dus niet in bijkomstigheden
verlieze, maar er moge van deze samen
komst eens eenige reformatorische kracht
uitgaan. Het Woord Gods, waarop de Kerk:
haar Belijdenis in veel strijd en Iflden
gebouwd heeft, moet dan maar in het mid
delpunt gezet worden. Recht gepredikt,,
wordt het onder Gods zegen een scherp,
tweesnijdend zwaard. Ik zou wel een lijstje
kunnen inleveren van Godgetrouwe diena
ren, die ik bij de Willebrordus herdenking
gaarne op Utrechts' Domkansel zou zien.
Leger des Heeren. Öij en zijn kornuiten
venten huis aan huis met een onbeteeke-
nend blaadje, vol teksten én ,kwasi-chrlste-
lijke verhaaltjes, daarbij soms ook wand-
teksten aanbiedend. Dat Leger beoogt in
Rotterdam dakloozen Itoffie én brood te
geven. Ook wordt er wel eens een evange-
lisatle-avond belegd, alles échter van nul
en geener waarde. De leider trekt steun
van M. Hulpbetoon, is van beroep behanger
en heeft mooie by-Inkomsten uit het denk
beeldige Leger. (Èeh ander leger dus dan
van Gen. 32 vers 2.) Het bleek ,niu wel, dat
50% van de ontvangsten heengaat aan zoo
genaamde provisie, voorts heel wat reis-
en andere onkosten, dus, wat komt er dan
aan den daklooze ten goede Voor de zwer
vers wordt heusch door gunstig bekend
staande vereenigingen voldoende gezorgd, er
behoeft in de groote stad Rotterdam nie
mand met een leège maag te loopen. Er
gerlijk is, dat hier de z.g. naastenliefde een
walgelijk bedrijf moet dekken en bovenal,
dat de godsdienst w«èi' dienst moet doen
om de menschen geld uit den zak te klop
pen. De Rechtbank heeft den mau dan ook
veroordeeld. Het houden van-een openbare
inzameling is overal verboden zonder ver-
gunnin,g van Burg. en Wethouders, en die
vergunning krijgt dit Leger des Heeren
natuurlijk niet los. Aan collectanten, die
geen vergunning kunnen toonen, geve men
dan ook nimmer; ook moet men van zulke
heeren niets koopen, maar hen, als zij pra
ten van armenverzorgi.ng of evangeliever
kondiging, aan den veldwachter aanwijzen.
Menschen, die namens een goede Vereeni-
ging komen vragen, zullen gaarne hun pa
pieren vertoanen. Laten de bewoners van
het platteland hiervan nu eens goede nota
nemen!
Niet gaarne zou ik de lust tot het uitoe
fenen van barmhartigheid of het verkondi
gen van het Evangelie afhankelijk maken
van de permissie -yan de Overheid^ verre
van daar. Maar wpl juich ik het tóe, dat het
collecteeren aan eenige bepalingen onder
worpen is, het blijkt maar al te noodzake
lijk.
Beide zaken, het eva,ngellseeren en het
zorgen voor de armen z^n van geheel eigen
karakter en hebben eigen moeilg,kheden.
Niemand denke: dat kan ik ook wel. En
het bekende: zaait aan alle wateren, ach,
het is een voortreffelijk maar ook een moei
lijk werk. Ook mag de armenzorg niet in
een' liefhebberij ontaarden. Elk „werk stelt
zon elschen. Daar weten b.v. de diakenen
van mee te praten. En de armenzorg moet
met groote teederheld, ik zou bijna zeggen
met grooten eerbied voor den naaste, wor
den uitgeoefend. Het komt ons niet toe den
arme, ,naar dat ons invalt, maar eens een
aalmoes toe te werpen! Nog onlangs, bij de
felle koude, was er in Rotterdam een goed
hartig man, die bij vriend en kennis v/at
geld vroeg om „aan de arme menschen te
geven." Hij had spoedig ruim hónderd gul
den Bijeen, maar o wee, toen wist hij niet
waar h\j de armen vinden kon; hij zat met
het geld verlegen. Dat was nu eens het be-
vsf^js, dat h\] er geen verstand van had, dat
hij op een geheel vreemd terrein was gaan
liefhebberen. In de middeleeuwen strooiden
de rijken soms .koekjes op straat, die de ar-
ffien daït maar moesten oprapen. In de Re
formatie heeft Calvijn de zorg voor de ar
men echter weer op schriftuurlijken bodem
gezet en v^ moeten er voor waken, dat vsry
niet vrtllens en wetens van de2e beproeifd'©
beginselen afgaan.
WAARNlÈMER.
4. TEGENSTROOM.
Willen we onze kinderen sturen In een
vaste koers, d^ moet er (zooals we reedfe
zagen) gehoorzaamheid geleerd' worde-». 'We
moeten var» onze kindferen sXvpts gehooir*
zaamheid eischen. Lijnrecht tegenover het
elschen van gehoorzaamheid staat het „ver
wennen."
Verwennisn i s een fcnagenide woirm, die de
-wloirtel van de gehoorzaaimheid' tracht i& te
bijten. Verweranen 'is in 't algemeen het fe"
gemoet komen van den opvoeder aan de
neigingen en wenschen van het kind; aan
zulke wensdheai, d'ie voortkomen uit natuur*
lijfce driften. Het kind moet onderscheid Ie.e«
ren tusschen plicht en neiging (begeerte).
Dioor de plicht moeten de neigimgen oln*
der die tucht gebracht Wiord'en; ze moete»
ge^disciplineerd -wiord'e».
Iemand' verwent een kind' als hij toegeeft
aan alle neigingen van het fcindl. Dan wor»'
den de ongedisciplineerde idriften uitgevierd,
ca. *e «ipvóeaer, aie een Kina venflent,
trekt dus met zijn gezag partij voor die on»
getegelde neigingen.
Het spreekt vanzelf dat het kinid zoo*
ld|oende indet of heel weinig gebonden Is aan
de plicht, de vriend met ijzeren hand, zoo<
als De Genestest het heeft uitgedrukt.
Dloor d'e toegevendheid (verweiwiing) van
den opvoeder meent het kind recht te heb*
ben om zijn wensChen doior te zetten. En
het kind geeft er niet om van welken aard'
die wenschen zijn. Het kind' wil dóórzetten
wat hij graag zou willen, hetzij' goed of
slecht. Hier moest het gezag van den op«
voiedea: tusschenbeide komen, maar door het
üoegeven gaat dus de opvoeder de ongebrei*
deldte wenschen van het kind hulp bieden.
Het kind most leeren strijden tegen de
verkeerde dj^en, maar door het verweneien
wordt het niet tot strijden aangemoedigd.
Hierdoior wordt ook het plichtsbesef ge»
heel of ten deele vervaagd. Zulke kinderen,
die VMi jioingsaf verwend zijn, worden in de
meeste gevallen slappelingen in de maat*
schappij.
Verwennen begint gewoonlijk al heel vroeg
Soms al van den eersten levensdag af. Als
het kind maar even schreit, moet het al
Worden gekalmeerd. Het wordt heen en weer
geschommeld, wat tegenwioordüg nu de ouder
wetsehe wiegen veelal zijis verdwenen, maar
moeilijk gaat; men nee'.mt het kind in zijn
armen en streelt het en ,kust het. De meeste
moeders vermoeden met dat hierin een ster*
ke liefdësverweruttiig ligt opgesloten.
Nu zullen, vooral de moeders, een beetje
verontwaardigd, me toevoegen: „M'oeten \we
dan riet hef zijn tegenover omze kinderen
En ik zou dadelijk ten antwoord geven:
„Zeer zeker! Liefde is het levenselement van
het kinid"'. Het komt edhter bij alles op de
maat aan, en om de rechte maat te vinden
is aooi gemakkeUjfc niet. De rechte maat vi»<
den meet velen, tenminste zij niet, die veel
gelegenheid hebben zich aan het kind i te
geven.
In deze richöng ziet het er dus voor de
opvoeding beter uit in meer armer kringen,
waar de omstandigheden niet zoo heel gun«
stig zijn; waar de moeder zomder hulp' is
en de handen vol werk heeft.
Met die overdreven bevredigteï van de
wenschen van het kind gaat de behoefte
giroeien. Een kind', dat bij elke schreeuw
gelietkoiosd wordt, gaat daarna niet „zoe*
ter'' worden, maar het gaat nog vaker huilen
Het eerste kind is daarom heel moeilijk
op te voieden. Ook al omdat de ouders geen
ervaring hebben, eigenlijk kleine kinderen
niet kennen. Maar meest omdat men voor
het eerste kind in den regel meer tijd hieeifi;,
dan wantieer er al meerdere zijn. 'Vooral
verkeert men in gevaar om het kind te gaan
verwennen als het een tijdlang op zich heeft
laten wachten. Zoo'n kind trekt origemerkt
de opgespaarde liefde toit zich. Men is in
één woord „dol'' op het kind. En, te erger
■wlordt het gevaar voor verwennen, als het
langer tijd of voor altijd het eenége kind
blijft. Komen er meerdere, dan wordt de
liefde en de teederheid verdeeild. Vooir d'e
opvoeding is het el en treurige zaak ab er
maar één kind fti een huisgezin! is, waiars
over la.,er wat meer.
In de fout van verwennen zullen we ook'
gauw vallen bij het zwakke kind' of het
kind dat dik-^ijls ziek is. Zulke kinderen
wekken dóór hun hulpeloosheid ons mede*
lijden op, en medelijden is in de opvoe»
'ding gevaarlijk.
Zooi'a kind moet zooveel missen, wordt
er gezegd, en daarom wordt het veel toe'
gegeven. Er -wprldt dus nieuwe zwakheid bij
de zwakheid gevoegd. Het gaat dan veelal
z'opi als we hierboven zeiden als met het
schreeuwen van baby's. Een kind dat het tij*
dens zijn ziekte al te goied heeft gehad, zal
zich niec zooi erg te weer stellen tegen nieu*
we zwakheden en ziektes. Het geeft er op
den duur niet om al is het ziek. En we we'
tan hoe gauw een kind dénkt dat hét wat
De spieren zijn plotseling gerekt en uit
hun verband geweest. Geef die spierver-
rekking rust door een goed verband met
flink Kloosterbalsem-erop en vernieuw dat
dagelijks. Na eenige dagen zachtjes met
Akker's Kloosterbalsem masseeren en dan
zult Ge er spoedig niets meer van merken.
Akker's Kloosterbalsem is 'nideaal wrijf- en
massage-middel tegen spierverrekkingen.
Kloosterbalsem heeft de bijzondere eigen-
schatp diep in de -weefsels te dringen en
daar soepel makend en lenigend te -vcerlcen
op de spieren die aangetast en stijf zijn.
Daardoor onovertroffen tegenrheumatisclie
pijnen, spit, spierpijnen, stramheid enz.
Per pot van 25 Gram f 0^621/2, pot van 50 Gram f 1.04
mankeert. Het is wel raar om te zeggen,
maar het is toch een feit, dait kinderen en
opk groote menschen gemakkelijk ziek kun*
nen zijn als ze niet volkomen gezond willen
zijn. Onder groiote menschen ontmoet men
er wel, die altijd iets mankeeren: vandaag
hier pijn en morgen zit het dlaar, maar in
den regel is er o„ 2S00 veel verbeelding bü'.
Ik wil hier de menschen niet over één kam
scherenik weet dat er zijn, die met een ge«
brekkig lichaam moeten tobben en waarvan
de omstanuers denken dat het al inbeelding
of (nog erger) luiheid is. Bij de dood van zoo
iemand wordt er dan gezegd: „Het blijkt
toch dat hü of zij een zwak lichaam heeft
omgedragen. 'We hebben het maar half ge'
weten''.
Zulke menschen heb ik niet op het oog.
Ik wou dii maar zeggen, dat er zooveel ver*
beeldmg, zelfs bij volwassenen, kan zijto, laat
staan bij kinderen. 'We moeten daarom bfli
zulke gevallen uiterst voorzichtig zij'n.
ZoiO moeten we ook handelen, wanneer
een kitiid een ongelukje overkomt: het valt
een bloednsus, het heeft een buil op het
hoofd, of het snij'dt in zijn vinger. Om
een kind dan te beklagen is heelemaal vers
keerd. Al zouden we op zoo'n moment ook
medelijden hebben (als de kinderen ons lief
zyn hoort het ma?r zoo), dan mogen we hef
toch niet laten merken. Als we het kind
gaan beklagen gaat het heelemaal mis, en er
kan niets meer gebeuren in 't vervolg of
het kind zet een mond open van je welste!
Heb je nooit ondervonden dat het schreien
van een kind direct ophoudt als er slechts
een kusje woirdt gedrukt op de zeere plek?
Maar om op het zwakke en ziekelijke kind
terug te komendoet wat tot versterking en
genezing strikt noodzakelijk is -(dat is onze
plicht) maar doet niet meer. Verwent zulke
kinderen toch niet, want we bevorderen het
gezond-worden niet, integendeel,' men
schaadt het. En dat is waarHjk toch onze
bedoeling en plicht niet.
Alles bij elkaar genomen, geldt dtis de
les: 'Verwennen van een kind is uit den
booze. Hoe durven ouders nog met een fijn
lachje zeggen: „Het kind is wel een beetje
verwend! Dat „beetje'' 'is in den regel d^n
al „heel veel'Maar het is bij zulke opvoe*
ders of het een vanzelfsheid is; iets dat je
toch wel kunt begrijpen, iets dat toch niet
zoo erg is; dat wel terecht komt. Dotolr
het verwennen niet zoo erg te vinden, wil'
len ze hun macnteloosheid om dit kwaad
tegen te .gaan, verdoezelen.
Bij het toegeven gaat het kind juist een
richting in, waarin het niet moest komen.
Het is voor een kind in de toekomst onge'
lukkig genoeg en het berokkent den ouders
en ppvoeders veel verdriet.
ROERGANGER.