CmWECKBLADopGED.GDOnDSIAG vöÖRDEZUID-HOairiZEEUWiCriE EILAnDEH
dcum^büdlk^ï
DOUWE EGBERTS
KLOOSTERBALSEM
N.V. ÜITGEVERSMAATSCHAPPU „EILANDEN-NIEÜWS"
GESPRONGEN HANDEN
He Jaargang
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1939
No. 1016
STICHTELIJKE
OVERDENKING
ONDERW^ERPING.
Uit het Kijkvenster
AKKER'S
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDE.^
OTTGAVE VAN
18e JAARGANG
Pil nummer bestaat uil 2 bladen
Het opschrift van deze overdenking
ontleenden wij aan Ps. 94 vs. 7 (be
rijmd.:)
David heeft zwaar gezondigd en de
vijanden des Heeren doen lasteren.
Een wandelaar overkwam hem. Hij
liep op het dak van zijn paleis. Het
was tegen den avond. De zon ging on
der in de natuur en in zijn ziel de
Zonne der gerechtigheid. Hij zag een
schoone vrouw zich baden. Zijn
vleesch ontstak. Hij informeerde naar
haar. Hij ontbood haar. David viel.
Zoo sluipt de slang schuivelend voort,
tot zij haar doodelijken beet heeft
toegebracht. „De begeerlijkheid ont
vangen hebbende, baart zonde, en de
zonde voleindigd zijnde, baart den
dood."
God was van David geweken. De
vroujv had ontvangen. Voor de wereld
zocht hij van de schande af te ko
men. Uria haar man werd uit het le
ger geroepen. Doch hij ging niet af
naar zijn huis. Wedergekeerd in het
leger, kreeg Joab bevel, dat hij Uria
in de voorste gelederen moest stellen,
waar de strijd het sterkst was. Deze
list gelukte. Uria stierf. David wascht
zich schoon met een gehuicheld com
pliment. Hij wist dat hij loog. Toch
ging hij door. Hij nam Bathseba ter
vrouw.
De Heere vergat David niet. Hij
zond Nathan. Met een gelijkenis van
een rijken man, die iemand onver
wacht te gast kreeg en het eenige
ooüam aan een armen man ontnam
om dat dien gast voor te zetten, zocht
hij den koning zijn zonde voor oogen
te stellen. Zijn zonde zag hij niet,
maar de zonde van dien rijken man.
En David streek het vonnis en zei:
„Hij is een kind des doods." Toen zei
Nathan: .,Gij zijt die man."
Hierop telde Nathan op de welda
den, die de Heere aan David bewezen
had: Gezalfd tot koning, uit Sauls
hand gered, zijn paleis en de gansche
hofhouding hem gegeven en het ko
ningschap over Israël en Juda. Ja,
zoo hij het van den Heere begeerde,
nog meer wilde Hij hem geven. „Hoe
ondankbaar zijt gij dat gij den Heere
hebt veracht en overspel bedreven en
zelfs doodslag begaan." Nathan zegt
David aan, dat het zwaard van zijn
huis niet zal wijken; dat zijn zonde
met dezelfde zonde aan zijne eigen
vrouwen zal gestraft worden.
David beleed Nathan, dat hij tegen
den Heere gezondigd had. Hier blijkt
David een begenadigd mensch te zijn,
die wederkeert. Nathan troostte hem,
dat de Heere zijn zonde had weggeno
men en niet sterven zou. Doch de ge
dreigde straffen werden uitgevoerd:
't kind stierf. Zijn zoon Amnon be
dreef bloedschande. Absalom diens
broeder 'vermoordt hem. Absalom
werpt zijn vader van den troon. Ab
salom werd gedood. David wordt op
den troon hersteld maar een burger
oorlog brak uit. Een hongersnood
van drie jaren werd verzoend door
den dood van Sauls nakomelingen. Jo
nathans zoon werd gespaard.
In die bange tijden van staatsbe-
roeringen, toen David vluchtte voor
zijn zoon Absalom, stelde de booze,
booze Simeï zich aan Absaloms zijde
en overlaadde David met scheldwoor
den en verwenschingen en wierp met
steenen naar David en zijne hovelin
gen. Tegenover Simeï gedroeg David
zich zóó godvreezend, dat hij hem aan
het moordend geweld van Abisaï ont
trok, die den smaad, den koning aan
gedaan, niet kon verdragen, en zich
onderwierp aan hetgeen God hem,
rechtvaardig om der zonde wil, opleg
de.
Deze geschiedenis is een spiegel voor
onze tijden, met dit onderscheid dat
toen de zonde nog gestraft werd en
nu heeft de Heere de wereld overge
geven om zich rijp te maken voor den
ondergang. Toen was de zonde zonde,
nu is de zonde geen zonde meer. On
ze atheïstische tijd zoekt God en ge
bod aan de wereld te ontrooven om
den mensch zijn natuur te laten uitle
ven.
Daarvan verwacht men den heil
staat.
Davids gedrag te midden van al de
beroeringen, die hem en zijn volk tref
fen, dient ten voorbeeld voor allen,
die God vreezen en bizonder voor de
Overheden. David erkende en beleed
dat het zijn schuld was en dat deed hij
voor God en voor de menschen. Da
vid had den hemel en de aarde beroerd
door zijn. zonde tegen het zesde, ze
vende, achtste en negende gebod, en
wel voornamelijk tegen het zevende
gebod. De zonde was in het verborgen
•bedreven en werd in het openbaar
voor het oog van alle menschen ge
straft. Als een aanhoudend onweder
ging Gods wraak over het huis van
David. Zal men nog niet gelooven en
het durven ontkennen, dat God een
wreker is en zeer grimmig dat Hij den
toorn Zijnen vijanden behoudt en zelfs
zijner gelief ste kinderen met de roede
bezoekt? „Als de rechtvaardige nau
welijks zalig wordt, waar zal de god-
delooze en zondaar verschijnen."
Daarom behooren wij de zonde het
meest te vreezen. De zonde beroert
den hemel om God in toorn te ontste
ken en de aarde vanwege de straffen
en oordeelen, die God uitgiet over de
menschen. David liet niet toe, dat
men zich wreeltte omdat zijne maje
steit was aangerand, daar hij de Ma
jesteit van den Kon in g der ko
ningen had geschonden.
David boog het hoofd onder het
strafgericht, dat de Koning der Ko
ningen over hem uitvoerde en zei van
zijn vijand, op wien zijne vrienden
zich wilden wreken: Laat hem vloe
ken want de Heere toch heeft tot
hem gezegd: Vloek David. Hij zegt:
Ik ben de schuldige, Simeï niet. Da
vid gedenkt de schuld van Simeï niet,
maar vergeeft ze. Wie zou dan zeg
gen: Waarom hebt gij alzoo gedaan.
En dat tot God en^ tot Simeï? God
doet recht aan mij en. geen onrecht.
Simeï is slechts een stok in Gods hand
om mij te slaan. Simeï heeft geen
kwaad gedaan. Ik heb kwaad gedaan.
David neemt het op voor Gods Recht.
Hij neemt het niet op voor zijn recht
want hij heeft geen recht dan dat hij
van den troon gestooten wordt en
ontkroond wordt, gelijk zijn zoon Ab
salom gedaan heeft. Daarom schreit
hij.bij zijn graf en roept uit: Mijn
zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon
Absalom! Och dat ik, ik voor- u ge
storven ware, Absalom, mijn zoon,
mijn zoon!"
David kent geen schuldige dan al
leen' zichzelf. God is vrij. De menschen
zijn vrij. David is de schuld van alles.
Eerst was die rijke man de schuldi
ge, dat hij het eenige ooilam aan dien
armen man had ontnomen om zijn
gast daarmee te voeden. Thans is Da
vid die rijke man, die schuldig is. Da
vid heeft gestolen. David heeft gelo
gen. David heeft gedood. David heeft
overspel bedreven. Davids geweten
beschuldigde hem. Davids hoogmoed
rechtvaardige hem. Davids hoogheid
maakte hem hard en wreed. Alles
moest buigen voor hem. Tot God zich
neerboog tot David en in de belofte
van den Borg dien zondaar liefdevol
aannam en hem schuldig maakte, zijn
hoogmoed vernederde, zijn hoogheid
neerstootte en zijn harde en wreede
hart door Zijne goddelijke liefde ver
brak.
Een vorst de schuld, dat zijn volk
lijdt. Weer zegt David: „Wat hebben
deze arme schapen gedaan." Hij pleit
voor zijn zoon. Hij pleit voor Simeï.
Hij pleit voor al zyne vijanden, dat de
Heere hen genadig mocht zijn. David,
die Vader des Vaderlands, wil zijn
volk, zijne vijanden als zijne kinderen
koesteren en in liefde bewaren, voor
het grootste gevaar: den toorn Gods.
En dat waarom? Omdat God in
Christus op David heeft willen neder-
zien, toen hij stout en ondankbaar
zich verhief tegen Eïem, zijn Weldoe
ner.
David heeft den weg des behouds
gevonden voor den grootste der zon
daren. Hij is de schuldige. God is
rechtvaardig. Door hem alleen is
God in toorn ontstoken, gelijk eens
door Adam de gansche wereld verlo
ren ging. En als de groote rekendag
komt dan zal de schuldige onschul
dig verklaard worden om den Borg.
En de onschuldige zal voor eigen re
kening staan en eeuwig omkomen.
Die schuldig wordt door genade on
derwerpt zich aan God en Zijne straf
fen hij kust de roede. De roede is een
honigraat der verdrukking voor hem,
er is zaligheid in. Dit is de weg tot
een heilzame rust.
M.
Ds. B.
Voorkomt verkoudheid en keelpijn
Dat is het besluit van duizenden rookers. En geen wonder,
want D. E. tabak is geurig, mild en goed brandend.
Bovendien is het Echte Friesche Heeren-Baai, omdat ze
bereid wordt in de aloude Friesche tabaksfabriek van
-^^fe^ FRIESCHE HEEREN-BAAI en BAAI-TABAK
Bij heerschende griep.
Verduisteringsoefening voor
het geheele land.
tiiEuiia
AdTertcntie*pnBS 20 cent per regeL RecUmes 40 et.; Dtonst»
aauTxagen en aanbiedingen van 1—6 regek 80 cf.: Boek*aanf
kondlgtoS 10 cent per regel Contracten belangrÜk la«w.
Gevestigd te Middeibarals Frins Hendrikstr. 122 G Giro 167930 i Foctbox 8 T«I. 17.
Bijkantoor voor Zeeland: St. Maartensd^pc, Markt. Telet 59.
AbonnemeD.aprtlS 85 cent per 3 maanden bQ vooraltbetaiing
Vnsch^t lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per weck
Afzonderlijke nummera 5 cent Buitenland 8 gulden ptr )aai
Laat hem vloeken! want de Heere toch
heeft tot hem gezegd: Vloek David;
wie zou dan zeggen: Waarom hebt gij
alzoo gedaan? (2 Sam. 16 10b.)
Zoo leert hij zich geduldig dragen;
Zoo ziet hij 't eind der kwade dagen;
Zoo wordt de roede zelfs gekust,
En d'onderwerping geeft hun rust;
Totdat de kuil gegraven wordt.
Waarin de zondaar nederstort.
Ivorol-gebruikers zijn zelden verkouden en
hebben zelden keelpijn^ omdat deze tand
pasta den mond dagelij-ks grondig desinfec
teert.
De ScIieurïtaleHier, ontkomen aan
den storm der ''jden ïieter dan
radio. Gj-ooj,., *j"dv's vf>4>rlez!ngen.
Een mannetje- van „1S34."
Heel de wereld verkeert- als in stormge-
tij. Met deze paar woorden heb ik den alge-
meenen toestand der volken misschien nog
te gunstig getypeerd. Want een getij ver
loopt naar vaste natuurwetten en van de
onrust die alle landen heeft aangegrepen
vreest men wel eens, dat zij niet meer
wijkt; het oude is aan het verdwijnen en
nieuwe ideeën breken zich baan. Ho© ver
der men van het Woord des Heeren af
leeft, hoe meer nieuwe gedachten er gepro
pageerd worden. En al die nieuwe denk
beelden gaan gepaard met groote onrust,
met verachtering van zeden en verlies van
zegenrijke volksgewoonten.,,
Onder de zaken die, tot mijn verbazing,
nog niet door den geest dezes tijds zijn
weggevaagd, reken ik de scheurkalender.
De goede, ouderwetsche Christelijke scheur
kalender. Niet bestemd om verscheurd te
worden, maar waarvan dagelijks een blaad
je wordt afgescheurd. Hoé de kalender mag
heeten doet er niet toe, als zij maar dege
lijke kost biedt. Want niet alleen geeft zij
aan welken dag het is, maar zij biedt aan
de voorzijde een korte overdenking naar
aanleiding van een tekst en aan d^e achter
zijde geven de blaadjes een vervolgverhaal
van goede strekking.
Zoo de blaadjes er thans uitzien zagen
zij er ook uit vóór 25 of 40 jaren; de men
schen zijn aan deze kalender gewend en bij
tienduizenden worden zij telkenjare ver
kocht. Niet gaarne zou ik beweeren, dat in
alle gezinnen evenveel aandacht aan het ka
lenderblaadje geschonken -wordt. Naarmate
het gezin drukker is dan Wel de huisgenoo-
ten door het gejaag van onzen tijd zijn
aangegrepen, komt ook de scheurkalender
minder tot haar recht. De oorspronkelijke
opzet van deze kalender is geweest, dat
men des avonds het blaadje met elkander
leest, daarna het hoofdstuk leest waaruit
de tekst genomen werd en zich dan ter
ruste begeeft. En wie zal zeggen in hoe
veel gevallen op deze gewoonte al zegen
heeft gerust? Soms ook ontspruit uit het
geen de kalender vermeldde een gesprek,
dat tot onderlinge stichting dient en vooral
voor de kinderen en andere jonge menschen
van meer beteekenis is dan wij ouderen
vaak vermoeden. Om het nu maar ineens te
zeggen: ik heb meer op met die ouderwet
sche, altijd eender gedrukte scheurkalender
dan met het radiotoestel. Met alle respect
voor de groot© uit-vinding der draadlooze
geluidverspreiding, blijf ik van oordeel, dat
zij den radioluisteraars geen tiende deel
van het nut bewijst, dat van de kalender
uitgaat. Br is in de gezinnen broodnoodig
rust en stilte en met deze twee begrippen
staat de radio op gespannen voet. Gezien
nu de smaak van het tegenwoordig geslacht
moet het ons verbazen, dat de scheurka
lender nog steeds in leven is.
Zoo heb ik dus en vele lezers met mij
van kindsche dagen de scheurkalender
gekend.
zy had nóg een nuttige zijde, namelijk
K86
dat er een „premieboek" bij was, soms een
mengelwerk, dan eens „de oude schoolma-
tres" of wel „Korenaren uit den vollen
oogst" van den geliefden Philpot. Zoo komt
er nog goede lectuur in de gezinnen en dan
laat ik rusten of ge dat boek nu cadeau
kreeg of er tóch indirect voor betaalde.
Hoofdzaak is, dat kalender en boek een
goeaen toon aanslaan, dat zg de zuivere
Waarheid, gelijk die gekend en bevonden
wordt, brengen. Een bevindelijke waarheid
dus, geen „voorwerpelijke", die alleen tot
het verstand spreekt.
In grootvaders gezellige kleine huiska
mer hing de'Scheurkalender natuurlijk ook.
Weinig of niets om handen hebbend, -wilde
hij aan grootmoeder soms in het morgen
uur al voorlezingen gaan doen, waartegen
zij dan krachtig protesteerde in verband
met hare vele bezigheden. Zooiets moest
voor de avonduren bewaard blijven, meen
de zij. Daar kwain bij, dat Grootvader
meestal zijn lezen deed volgen door een
breedvoerige nabetrachting vooraf wanneer
hem de inhoud van het blaadje of boek
bijzorider getroffen had. Nu, des avonds was
daar schoon gelegenheid voor en niet zel
den leidde zulks tot een stichtelijk gesprek.
Wat de oude man aan welsprekendheid
naar onzen maatstaf gemeten tekort
kwam, werd rijkelijk vergoed door de hem
geschonken Schriiftmatige ervaringen; hij
praatte, niet alleen over maar ook uit de
zaak. Als de gereformeerde waarheid in ge
drang kwam, dan bruiste hij op als een
jonge man; de leer waarmede hij kon le
ven en kon sterven, die liet hij niet aantas
ten of -verdraaien.
Maar genoeg er van, hij was mensch als
alle anderen; als er iets geprezen moet wor
den, dan is het de souvereine genade Gods
aan hem bewezen. Uit een lang. en veelbe
wogen leven heeft hij menigmaal tot roem
van zijnen Borg en Zaligmaker als uit den
schat des harten oude en nieuwe dingen
voortgebracht.
Of hij soms „iets op papier heeft gesteld?"
U bedoelt: zijn bekeeringsgeschiedenis
Neen. Ik betreur dat niet. Want ten eerste
is niet elke bekeering die in druk komt
even leerzaam (en daar moet het om gaan,
zullen niet schrijver en lezer tot mensch-
verheerlijking komen) en ten tweede zou
hij in vele vellen druks toch niet de groot
heid van 's-Heeren opzoekende liefde je
gens hem, hebben kunnen weergeven.
Uit genade zijt gij zaUg geworden en dat
niet uit U, het is Gods gave. Dit is de
grondslag der levensvernieu-wing van alle
kinderen des Heeren. En ik meen, dat Bun-
yan een uitnemende levensgeschiedenis
heeift gegeven, saamgevat in één zinsnede,
namelijk: als ik den Hemel binnenkom dan
zullen alle klokken wel luiden." Dat spreekt
mij boekdeelen!
Evenwel verzwTJg ik U niet, dat Groot
vader, hoe weinig kerkistisch hij ook was,
toch zijn hart aan de „Scheiding" had ver
pand. Strikt genomen was hfl een man
netje van „1834." Later kwam daar over
heen de Doleantie van 1886 en U kunt voor
stellen, dat die hevig opbruisende golven
den waarheidlievenden man niet onopge-
werkt omspoelden. Daar kom ik nog wel
eens op terug, bij leven en welzijn.
WAARNEMER.
Met Mijnhardtjes steeds goede ervaring.
Doos 30 en 50 et.
's-Gravenhage, 16 Febr. Naar de mi
nister van Binnenlandsche Zaken hedenmid
dag in de Eerste Kamer heeft medegedeeld,
zal in den loop van 1939 een algemeene ver
duisteringsoefening worden gehouden voor
het geheele land, ten einde de doeltreffend
heid van de organisatie, welke voor lucht-
bescherming wordt opgebouwd, te onder
zoeken.
Voorts ligt het in de bedoeling aan de
inspectie van de luchtbescherming een vier
tal nieuwe adjunct-inspecteurs te benoe
men met het oog op de voorlichting van de
gemeentebesturen.
ztjn pijnlijk, lastig en leelijk om te zien!
Maar dS.S,raan sukkelen is nu niet meer noo-
dig! Ge behoeft ze niet te krijgen en Ge kunt
er dadelgk af zijn, mits Ge Uw handen met
den verzachtenden Kloosterbalsem verzorgt.
Kloosterbalsem is een bijzondere balsem
die heerlijk verzacht en die Uw liuid
prachtig glad en gaaf maakt, dank zü de
aromatische en huidgenezende bestand-
deelen die -Uw huid als 't ware verjongen.
Kloosterbalsem dringt diep in de v. eef-
sels en maakt deze weer gezond en soepel.
Akker's Kloosterbalsem bijt niet, zooals
andere middelen en is ook niet te ver
gelijken met geparfumeerde crèmes, die
-wel aangenaam ruiken, maar niet genezen.
Onovertroffen als huidgenezend middel
bU brandwonden, schaafwonden, schrale
huid, open huid, kloven en wintervoeten.
Per pot ran 25 Gram 0.621/2, pot van 50 Gram f 1.04