CmWECKBLADÖpGED.GR0t1D51AG wÖRDlZUID-HOUinZEElJWSCHE EHAHDEn
N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEÜWS"
Jaargang
WOENSDAG 1 FEBRUARI 1939
No. 1011
1938 - 31 Januari - 1939
Een affront of een complimeBt?
PRESTO ZEEPPOEDER SLECHTS 5er. PER PAK
II
Teeltplan Akkerbouw Oogst 1939
Huidonzuiverheden, vetwormpjes, pukkels en uitslag
OFFiClEELE CRISISPÜBLICATIES
m
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDE;^" - 18e JAARGANG
UnGAVE VAN
Teeltvergunningen Tuinbouw.
De Nederlandsche tandpasta
DOOS 20CT. TUBE 40 EN 60 CT.
Adyertenüe*?^ 20 cent per regel RecUmes 40 et.; Dienst»
aanyragen en aanbiedingen van 1-6 regels 80 <t.; Boekmaan.
Isondiging 10 cent per rtgd - Contracten faelaagröfc lagn.
Gevestigd te MiddeUumls Frbu Hendrikstr. 122 G Giro 167930 i Fostboz 8 Ttl. 17.
B^kantoor voor Zeeland: St. Maartensdp, Markt, Teleï. 59.
AbonnemeROptSs 85 cent pet 3 maanden 1^ vooruitbetaling.
Vnschfnt iedeien Woensdag en Zaterdag 2 maal per wede.
Afzonderlüke nummert 5 oeat Buitenland 8|;uldea pu jaar 1
Ons Prinsesje Beatrix wordt
vandaag één jaar.
In dezen ontzettend chaotischen ^jA
waarin w^j leven, mag het, naar het woord
van den Eerste Kamer-president „een geluk
geacht worden in Nederland te leven."
Er is ook in ons land wel verwarring en
verdeeldheid op velerlei gebied, maar er is
tusschen Volk en Oranjehuis een band van
eenheid, een band van liefde en trouw, zoo-
als in geen enkel land ter wereld tusschen
Vorst en Volk wordt gevonden.
Het is dan ook geen wonder, dat wij van
daag, 31 Januari, met onze gedachten in
het Paleis te Den Haag bij de Koninklijke
familie verwijlen, waar ons geliefd Prinses
je Beatrix, Haar éérsten verjaardag viert.
Wij denken terug aan de spanning die er
verleden jaar in de laatste Januari-week
heerschte, waarin de hoop van het jonge
Vorstelijke Paar, de hoop van het gansche
Nederlandsche Volk en die van onze In
dien, stond te worden vetvuld.
God heeift het in Zijne genade geschon
ken, dat de Oranjeloot weer mocht uit
spruiten, dat ons zooals de oude Hofpre-
diker Ds. Welter het noemde „een lief
klein kindeke" werd geboren'.
Vandaag de dag, wordt ons Prinsesje één
jaar oud!
Bén jaar, het eerste levensjaar, voor ba
by's van zoo groote beteekenis, is voorbij-
geschreden.
Z\j mocht voorspoedig opgroeien, zoodat
het geen wonder was, dat Dr. Colijn, die
als een der eersten Haar bekijken mocht,
sprak van ,,eén wolk van een kind!" Nu is
het al zoover, dat Zij op Haar eigen been
tjes kan staan.
Wij zeiden, dat we leven in een catastro-
phalen tijd; wij weten niet welke toekomst
we tegentreden. Maar mocht het zijn, bij
de donkere schaduwen die ook over ons land
heentrekken, dat Volk en Vorstenhuis en om
gekeerd, niet alleen mocht éèn-blijven, maar
zich ook aan den Heere, aan Zijn Dienst en
Woord, mocht gebonden weten. Als dat in
waarheid zoo mag zijn, zal het drievoudig
snoer, God, Nederland en Oranje, niet licht
worden verbroken!
Dat er gebed mocht zijn, dat de Heere
dit teere leven voor het Koninklijk Gezin en
voor ons allen sparen en dragen mocht en
Zijne genade in Haar verheerlijken.
Haar naam. Prinses Beatrix, beteekent,
Zg die geluk, Zij die zegen aanbrengt: Prin
ses Beatrix zij ons volk ten zegen!
Leve Prinses Beatrix!
Antwoord van Prof. Dr. H. Visscher
aan den heer K. C. van Spronsen,
schrijver onder 4en schuilnaam „Ru
dolf van Beest."
1.
Prof. Dr. H. Visscher heeft onlangs in het
„Geref. Weekblad" een artikel geschreven,
waarin hij waarschuwde tegen een valsch
chauvinisme dat in sommige kringen en
niet in het minst in de neo-calvinistische
t.o. van Duitschland openbaar wordt. Hij
waarschuwde daartegen, omdat hij het drij
ven tegen Duitschland een gevaar acht voor
het Nederlandsche volk en de Duitsche re
geerders zich toch niet laten afdringen van
den weg, dien zij zich hebben afgebakend.
Bedoeld artikel is ongevraagd door het
„Nationale Dagblad" in zijn geheel overge
nomen, waarover de heer K. C. van Spron
sen, alias Rudolf van Roest in het Geref.
Mannenblad zijn phiolen van toorn uitgiet.
Afgezien van het pro-Duitsche standpunt,
dat Prof. Dr. H. Visscher inneemt, is het
misschien niet onbelangrijk te lezen, hoe hij
den op ons eiland welbekenden Rudolf van
Reest, ten voeten uit teekent.
Met het oog op de strijd welke hier op
ons eiland door genoemden heer is gevoerd,
geven wij het antwoord van Prof. Visscher
in een tweetal artikelen grootendeels weer.
„Die mijnheer aldus hot Geref. Week
blad dient zich aan als Rudolf van Reest,
als een „principieel Antirevolutionair, als
een man, die zich gelaafd heeft aan „de
bronnen van Groen van Prinsterer," als een
zoo knap Calvinist, dat iiij wel met zeker
heid kan zeggen, dat die Prof. Visscher
heelemaal niet A.R. noch „gereformeerd"
is. Van dien man kan alleen geleerd, dat
„de geestelijke onderscheidingskunst in ons
volk" slecht ontwikkeld is. De Heer Rudolf
van Reest natuurlijk uitgezonderd, want die
weet alles van alle menschen, al heeft hij ze
ook nooit gezien of gehoord. Hij is een soort
psychologisch ziener, kan alleen precies on
derscheiden. Doch zie hier wat deze buiten
gewoon begaafde man ten beste geeft, op
dat wü zijne onderscheidingskunst beoefend
zullen zien:
Soms sta je voor zulke raadsels, dat
je een beetje aan jezelf gaat twijfelen
en je bij jezelf denkt: ligt het nu aan
mij, of zie ik de dingen nu zoo ver
keerd, of... is dat allemaal mogelijk
wat ik rondom mij zie gebeuren?
Prof. Hugo Visscher, de man die door
Dr. Kuyper eenmaal den eeretitel
kreeg: „de man met den geuzenkop" en
door hem al zoo'n beetje als opvolger
in de partijleiding was aangewezen,
schreetf onlangs in zijn eigen blad, dat
hij tegenwoordig samen met een domi-
né uit Baarn redigeert,, een lang arti
kel, waarin hij het zóó hartstochtelijk
voor de tegenwoordige Duitsche poli
tiek opneemt, dat het blad van de N.
S.B. in ons land het voluit en met vol
ledige anstemming overnam, voorzien
van den sprekenden kop: „Calvinisme
en Rasbewustzijn."
Onder de gedeelten, die met extra
vette letter worden overgenomen, is ook
het volgende: „Het komt mij voor, dat
de zaak van Ds. Niemöller van bijzon
deren aard is. Er wordt met deze kwes
tie een geweldige anti-Duitsche propa
ganda gedreven, waarvan ik de zui
verheid der bedoelingen betvrtjfel. Ik
geloof niet, dat Ds. Niemöller in deze
moeilijkheden zou zitten, als hij een
principieel Calvinist was..."
Als je zulke dingen leest, wrijf je
even je oogen uit en vraag je jezelf
af of je wel goed leest.
Ik heb lang over dit artikel nage
dacht en eens nagegaan hoe Dr. Vis
scher zich vroeger over verschillende
dingen heeft uitgelaten. Dat is altijd
leerzaam.
Dat Dr. Kuyper zich in dezen man
vergist heeft, stond onder ons al lang
vast, maar meestal zochten we de won
derlijke neigingen van Dr. Visscher
meer in zijn persoonlijke eigenschappen,
zijn moeilijk karakter, dan in princi-
pieele afwijkingen. Men heeft in de an
tirevolutionaire partijleiding heel wat
met dezen man beleefd eer het tot
scheiding kwam.
Maar zooals meer gebeurt, wanneer
eenmaal de wegen uiteengegaan zijn,
men ziet dat bijv. ook heel duidelijk
gedemonstreerd in sommige predikan
ten in het Hersteld Verband, dan blijkt
achteraf wel duidelijk, dat er toch de
gelijk principieele verschillen werkten,
waardoor tot scheiding kwam, wat fei
telijk niet bijeen behoorde.
Prof. Hugo Visscher kan alleen maar
zoo schrijven over wat er op 't oogen-
blik in Duitschland gebeurt, als hij vol
komen blind is voor het karakter van
den geest, die achter deze verschijn
selen werkt.
Zie hier nu een staaltje van 's mans on
derscheidingskunst. Indien er iets uit blijkt,
dan zeker, dat dezemijnheer aan alle ge
zonde menschenkennis volkomen gespeend
is niet alleen, maar ook van personen en
zaken, waarover hij op hoogen toon en met
groote stelligheid spreekt, niets weet en
slechts op phantasie teert.
Deze man vertelt daarom onzin. Dr. Kuy
per zou zich in mij vergist hebben. Natuur
lijk, deze mijnheer van Reest wist dat wel,
evenals zijne vrienden, want ook Dr. Kuy
per legt het tegenover zulke bekwame
menschen af. En zoo zocht hij het dan met
de zijnen in 's mans „persoonlijke eigen
schappen, zijn moeilijk karakter, meer dan
in principieele afwijkingen." Als deze man
nu iets wist van de geschiedenis, die hij
toch voor alles zou moeten kennen, om
zich een oordeel te kunnen vormen, dan zou
het hem bekend zijn, dat Prof. Visscher
nooit eene positie heeft willen aanvaarden,
zooals hem die toegedacht werd en dat ook
nooit voor Dr. Ku3rper heeft verzwegen.
Nog eenmaal in mijn leven heb ik een
man ontmoet, tot wien ook gezegd werd,
dat hij „een moeilijk karakter" had. Nog
zie ik hem voor mg, die eenvoudige landar
beider, die als tuinknecht fungeerde op een
buitenplaats, welker heer meestal elders
vertoefde en de plaats overliet aan de zor
gen van zrjn tuinbaas. Onder dien man werk
te ook mijn goede vriend, die, hoe eenvoudig
ook, een man was, ijverig, bekwaam voor
zijn werk, onkreukbaar eerlijk en stipt in
plichts betrachting. De tuinbaas echter was
een man, van wien het ieder opviel, dat hij
buitengewoon dunne en lange vingers had.
Op zekeren dag riep hij mgn vriend tot
zich en zeide: „Gij moet naar een andere
betrekking uitzien, ik kan u niet langer in
dienst houden, voor u heb ik geen werk
meer." Geen wonder, dat mijn vriend daar
over paf stond en poogde dat ontslag on
gedaan te maken door te wijzen op het
werk, dat er toch wel was. Maar wat hij
ook zeide, het mocht niet baten. In die dis
cussie bleef mijn vriend aanhouden om
meer licht over dit voor hem pijnlijke ont
slag. En toen zeide die baas: „Kijk eens,
man, jij hebt persoonlijke eigenschappen en
een moeilijk karakter, waardoor gij mij hier
niet past." Toen mijn goede vriend bij mij
kwam, toen begreep ik wel, welke die per
soonlijke eigenschappen waren en wat dat
„moeilijke karakter" beteekende voor dien
tuinbaas met zijn dunne, lange vingers.
Gelukkig, dat de Heere voor Zijne kinderen
zorgt en ook mijn goeden, reeds lang ont
slapen vriend redde uit zijne nooden.
Schopenhauer was een pessimist, maar
toch nog niet zoo pessimistisch als de apos
tel, wanneer het over de waardeering der
menschen. ging, Paulus vat het dieper en
zei het anders, maar Schopenhauer wist
er ook iets van. Ik zal nu diens vonnis in
herinnering brengen. Aldus schreef hij: „In
eene wereld, waarvan minstens vijf-zesde
gedeelte schurken of dwazen en domkoppen
zijn, moet voor ieder, die tot het overige
een zesde deel behoort, de basis van zijn
levenssysteem teruggetrokkenheid zijn. De
overtuiging, dat de wereld een woestijn is,
waarin niet op gezelschap te rekenen valt,
moet ons een inwonend gevoel worden."
Zooals ik zeide, de apostel Paulus gaat in
Rom. 3 nog iets dieper, maar hiervan kun
nen wij wel zeker zijii: tot het overige een
zesde deel behooren de menschen met „het
moeilijke karakter."
Hoe dat nu ook moge zijn, er waren ve
len, die Kuyper ook zoo lastig vonden. En
het leed, dat ik in hem gezien heb, heeft
voor een deel mijne afwijzende houding te
gen heel die neocalvinistische beweging be
paald. Ik zal de motieven, die mij geleid
hebben hier niet opsommen, omdat het ge
schrijf van dezen Rudolf van Reest daartoe
geene aanleiding geeft. Alleen iets zal ik er
van zeggen. Zooals ik zeide, zag ik Dr.
Kuyper's leed en ik peilde het misschien
nog iets dieper dan hij zelve het destijds
kon, dewijl ik er persoonlijk nog buiten
stond. Ik zag de degeneratie dezer beweging
geboren worden. En tot mijn leedwezen
werd mijn vrees bevestigd op kerkelijk ge
bied, toen de slang van Assen zoo luid be
gon te praten, wetenschappelijk in den we-
tenschapszwendel, die de menschen eene
Calvinistische vrtjsbegeerte wil vrtjs maken,
die met de ware wijsbegeerte even weinig
gemeen heeft als de trigonometrie of de
chemie met de leer van den Catechismus. En
politiek, ja dat was .naerkwaardig, als wij
jongeren den boer opgingen met de verkie
zingen, en aan de menschen moesten zeg
gen: Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en
Zijne gerechtigheid en alle andere dingen
zullen u worden toegeworpen en als dan
daarom ook, evenals ik, achter zijn rug
werd uitgemaakt als „man met een moei
lijk karakter." Alleen maar, dit is het on
derscheid: Dr. Kuyper was leider „suo ju
re" en ik was en ben ervan overtuigd, dat
wie het niet „suo jure" kan zijn, een ramp
moest worden voor het Gereformeerde volk.
Dit is reeds gebleken.
Dit neo-calvinistsch geslacht, is zeer an-
ti-Duitsch. Ook daarin verschilt het van
Kuyper, die ook in den oorlog, toen ieder
een het Duitsche volk verachtte, het wist
te eeren. En daarin wensch ik nu nog naast
hem te staan.
Maar genoeg voor ditmaal. De volgende
maal hopen vrtj den neo-calvinistischen Ru-
dolf van Reest aan ons Hervormd Gerefor
meerde volk voor te stellen, dan zal het
blijken, wat zijn neo-calvinisme wezenlijk
is. Voorshands geloof ik, dat hij zonder het
te willen een compliment maakte, dat als
affront bedoeld was."
Naar wij van bevoegde zijde vernemen,
heeft de Minister van Economische Zaken
de teelt- en steunregelingen voor den oogst
1939 voor akkerbouwgewassen vastgesteld.
Wat de richtprijzen betreft, zullen de
zelfde bedragen gelden als voor den oogst
1938 het geval was, tervrtjl voor de meeste
producten ook de wijze van uitvoering der
maatregelen geen of slechts geringe wijzi
ging zal ondergaan, hoewel uiteraard de
blijven. De hoeveelheid te verdeelen garan
tie is nog niet definitief vastgesteld.
De situatie op de vlasniar,kt is van dien
aard, dat ook voor den oogst 1939 voorloo-
pig geen maatregelen zullen behoeven te
worden getroffen. Wel zal de opbrengst van
het te velde staande gewas worden geta
xeerd.
De regeling van cichorei is nog niet vast
gesteld. Belanghebbenden kunnen er even
wel rekening mede houden, dat zij denzelf
den prijs voor hun product zullen ontvan
gen als voor den oogst 1938.
Aangaande koolzaad zijn reeds inlichtin
gen gegeven, terwijl voor wat betreft
griend en riet de noodzakelijkheid niet be
staat, reeds thans mededeelingen te doen.
De richtprijzen zullen dus bedragen:
Tarwe f 10.per 100 kg. ter plaatse
van normale aflevering omstreeks 1 Febru
ari.
Rogge f 7.25—8.25 per 100 kg. ter plaat
se van normale aflevering.
Gerst f 7.25—8.25 per 100 kg. ter plaat
se van normale aflevering.
Haver geen richtprijs.
Groene erwten f 9.25 per 100 kg. voor ge
middelde kwaliteit, met maandelijksche ver
hoogingen van f 0.10 van 1 September tot
1 Juni.
Veldboonen it 9.25 per 100 kg.
Bruine boonen geen richtprijs.
Suikerbieten garantieprijs f 10.25 per 1000
kg. netto.
Cichorei garantieprijs ca. f 9.per 1000
kg. grene wortelen.
Koolzaad richtprijs f 15.per 100 kg.
verdwijnen door de hnidzuiverende, huidvoedende en huidverfraaiende Puroi. Doos 30, 60 et. Tube 45 cl. Bij Apoth. en Drogisten.
later het voor iedereen duidelijk was, dat
dit woord des Heeren precies omgekeerd
werd.
En het resultaat? Nog een korte spanne
tijds, of deze neo-calvinistische cultuur, aan
welke niets moderns vreemd is, zal het land
hebben gebracht onder de suprematie van
Rome. Het kruisje werd waarlijk al pro
fetisch geplaatst in den kop van dit Ge-
refMannenblad, waarin de Heer
Rudolf van Reest zijn letterkundige bijdra
ge ten beste geeft. Ja, de historie heeft die
menschen met ,,het lastige karakter" ook
politiek in hunne visie op de problemen be
vestigd. Welk een genialiteit blinkt er in
een beleid, dat ten slotte de kunst heeft
verstaan onze vrijheden te knotten, zoodat
een bakker en een slager aan zijn eigen
zoon zijn zaak niet meer nalaten mag, ei
genlijk niemand meer zijn brood mag ver
dienen op zijn manier en kans zag om in
een luttel aantal jaren de staatsschulden op
te voeren tot een recordcijfer en bijna een
milliard vrist in te teren in een luttel aantal
jaren, hoewel het volk geworgd wordt met
een nooit gekend belasting-koord om den
hals. Het is waarlijk geniaal, niet waar?
Een eenvoudige broeder zei: „Hoe krijgen
ze het op?"
Welnu, de man met „het moeilijke karak
ter" wordt door Schopenhauer getypeerd
als de man, wien onder alle dingen buiten
hem, so wie da.s Hemd dem Leibe," zijne
onafhankelijkheid het naast aan het hart
ligt, want daarom kan hij niet toelaten, dat
hij gedwongen zou worden te vergeten, wie
hij is en den rol van een ander te spelen
b.v. „die eines Brodschreibers oder Profes
sors, dem sein Wissen und Denken das sei,
was dem Kramer die Waare, die er zur
Schau auslegt, oder die eines vortragenden
Raths, oder die eines Hofmeisters." Neen,
d.z.w. zulk een man is geen broodschrijver,
ook geen Professor, voor vrien zijn weten
en denken is, wat de waren zijn voor den
kramer, die hij uitstalt, of die van een de-
clamator, of die van een albedillende school
meester.
Dat is niet het groote ongeluk van heel
deze neo-calvinistische beweging, dat zij in
hare geweldige oppervlakkigheid voor niets
meer oog heeft, dat voor de waarachtige
volksbelangen waarde heeft. Wat die mijn
heer Rudolf van Reest beweert, hoor ik niet
voor het eerst en het deert mij daarom niet,
omdat ik sta verre buiten de levensspheer
van dit slag menschen, die zich voor „vrij
Calvinisten" uitgeven, die geuren met den
naam van Kuyper, die evenveel respect
voor deze broodschrijvers had, als ik en die
ontwikkeling der situatie gedurende de ko
mende maanden het noodzakelijk kan ma
ken, andere voorzieningen te treiffen dan
thans in het voornemen ligt.
De richtprijs van gemiddelde kwaliteit
tarwe van oogst 1938, geleverd ter plaatse
van normale aflevering op omstreeks 1 Fe
bruari, 1940, zal dus wederom f 10.per
100 K.G. bedragen.
Voor rogge en gerst, afgeleverd ter nor
male marktplaats, zullen zoodanige maat
regelen getroffen worden, dat de prijzen
zich zullen bewegen tusschen f 7.25 en f
8.25 per 100 K.G. Voor haver zullen even
min als zulks tot nog toe het geval was,
geen bijzondere maatregelen worden geno
men.
Wat de peulvruchten betreft, voor groe
ne erwten en veldboonen zullen de richtprij
zen gehandhaafd blijven. Voor groene erw
ten zal derhalve een richtprijs van f 9.25
per 100 K..G voor erwten aan gemiddelde
kwaliteit worden gegarandeerd, met dien
verstande, dat die richtprijs maandelijks
(van 1 September tot 1 Juni) met f 0.10
per 100 K.G. wordt verhoogd, terwijl voor
veldboonen een vaste richtprijs van if 9.25
is vastgesteld. De uitvoering van de steun
regeling voor erwten en veldboonen zal
naar alle waarschijnlijkheid weer door mid
del van denaturatie geschieden.
Voor bruine boonen worden geen bijzon
dere maatregelen in uitzicht gesteld.
Evenals zulks de laatste jaren het geval
was, zullen aan de met granen en peul
vruchten beteelde oppervlakte geen beper
kingen worden gesteld.
De regeling voor aardappelen zal gelijk
zijn aan die voor den oogst 1938; de teelt-
heffing blijft op f 0.50 per H.A. gehand-
"haafd.
Het beperkingspercentage voor de teelt
van fabrieksaardappelen is nog niet vast
gesteld. Het areaal is bepaald op 26.500
H.A., met dien verstande dat voortaan de
toevréjzingen voor nieuwe ontginningen niet
meer ten laste komen van de bestaande be
drijven. Het areaal, noodig voor gronden
welke in 1939 eerste vrucht zullen dragen,
valt dus buiten de genoemde 26.500 H.A.
Omtrent het verkrijgen van een uitpootver-
gunning zijn aan belanghebbenden reeds de
noodige mededeelingen gedaan.
Voor suikerbieten blijft de garantieprijs
f 10.25 per 1000 K.G., terwijl ook de rege
ling aangaande de verdeeling van de hoe
veelheid garantiebieten practisch gelijk zal
VGraventage, 27 Januari 1939.
De Nederlandsche Groentenf» en Eruitcseinei
trale maakt bekend, dat aanvragen voor
nieuwe teeltvergunningen, voor. ovecdracM
van teeltvergunningen en voor omwisseling
van teelt, ingekomen na 31 M'aart 1939, als
regel eerst met ingang van 1 Sepiiembeir
1939 in behandeling zullen worden ge)»
nomen.
Uitzondering kan aUwn wtorden gemaakt
in spoedeischende gevallen.
's Gravenhage, 30 Januari 1939.
STEUN CICHOREI OOGST 1938.
De Nederlandsche Akkerbouwcentrale
maakt bekend, dat de steunvergoedinv voor
cichorei oogst 1938, welke ingevolge de Cri-
sis-Steunbeschikking 1938 Cichorei (oogst
1938) voor steun in aanmerking komt,
f 5.25 per 1000 kg. zal bedragen.
's Gravenhage, 30 Januari 1939.
TEELT VAN AARDAPPELEN EN
SUIKERBIETEN.
Dezer dagen werden de aanvraagformu
lieren voor de teelt van aardappelen en
suikerbieten door de landbouwcrisisorgani
satie aan de haar bekende telers dier pro
ducten toegezonden.
Diegenen, die op 1 Februari a.s. nog geen
formulieren mochten hebben ontvangen en
voornemens zijn aardappelen en|of suiker
bieten te telen, wordt aangeraden, zich da
delijk te wenden tot de landbouwcrisisorga
nisatie, waarbij zij zijn aangesloten tenein
de alsnog een aanvraagformulier te kun
nen verkrijgen.
Alle aanvragen moeten uiterlijk 11 Fe
bruari a.s. in het bezit der landbouwcrisis
organisaties zijn.
Zij, die op kleigrond niet meer dan 10 are
of op andere gronden niet meer dan 20 are
aardappelen willen telen zullen daarvoor
geen teeltvergunning noodig hebben.
poets dus nnet