CmWECKBLADÖpGED.GR0t1D51AG wÖRDlZUID-HOUinZEElJWSCHE EHAHDEn N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEÜWS" Jaargang WOENSDAG 1 FEBRUARI 1939 No. 1011 1938 - 31 Januari - 1939 Een affront of een complimeBt? PRESTO ZEEPPOEDER SLECHTS 5er. PER PAK II Teeltplan Akkerbouw Oogst 1939 Huidonzuiverheden, vetwormpjes, pukkels en uitslag OFFiClEELE CRISISPÜBLICATIES m WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDE;^" - 18e JAARGANG UnGAVE VAN Teeltvergunningen Tuinbouw. De Nederlandsche tandpasta DOOS 20CT. TUBE 40 EN 60 CT. Adyertenüe*?^ 20 cent per regel RecUmes 40 et.; Dienst» aanyragen en aanbiedingen van 1-6 regels 80 <t.; Boekmaan. Isondiging 10 cent per rtgd - Contracten faelaagröfc lagn. Gevestigd te MiddeUumls Frbu Hendrikstr. 122 G Giro 167930 i Fostboz 8 Ttl. 17. B^kantoor voor Zeeland: St. Maartensdp, Markt, Teleï. 59. AbonnemeROptSs 85 cent pet 3 maanden 1^ vooruitbetaling. Vnschfnt iedeien Woensdag en Zaterdag 2 maal per wede. Afzonderlüke nummert 5 oeat Buitenland 8|;uldea pu jaar 1 Ons Prinsesje Beatrix wordt vandaag één jaar. In dezen ontzettend chaotischen ^jA waarin w^j leven, mag het, naar het woord van den Eerste Kamer-president „een geluk geacht worden in Nederland te leven." Er is ook in ons land wel verwarring en verdeeldheid op velerlei gebied, maar er is tusschen Volk en Oranjehuis een band van eenheid, een band van liefde en trouw, zoo- als in geen enkel land ter wereld tusschen Vorst en Volk wordt gevonden. Het is dan ook geen wonder, dat wij van daag, 31 Januari, met onze gedachten in het Paleis te Den Haag bij de Koninklijke familie verwijlen, waar ons geliefd Prinses je Beatrix, Haar éérsten verjaardag viert. Wij denken terug aan de spanning die er verleden jaar in de laatste Januari-week heerschte, waarin de hoop van het jonge Vorstelijke Paar, de hoop van het gansche Nederlandsche Volk en die van onze In dien, stond te worden vetvuld. God heeift het in Zijne genade geschon ken, dat de Oranjeloot weer mocht uit spruiten, dat ons zooals de oude Hofpre- diker Ds. Welter het noemde „een lief klein kindeke" werd geboren'. Vandaag de dag, wordt ons Prinsesje één jaar oud! Bén jaar, het eerste levensjaar, voor ba by's van zoo groote beteekenis, is voorbij- geschreden. Z\j mocht voorspoedig opgroeien, zoodat het geen wonder was, dat Dr. Colijn, die als een der eersten Haar bekijken mocht, sprak van ,,eén wolk van een kind!" Nu is het al zoover, dat Zij op Haar eigen been tjes kan staan. Wij zeiden, dat we leven in een catastro- phalen tijd; wij weten niet welke toekomst we tegentreden. Maar mocht het zijn, bij de donkere schaduwen die ook over ons land heentrekken, dat Volk en Vorstenhuis en om gekeerd, niet alleen mocht éèn-blijven, maar zich ook aan den Heere, aan Zijn Dienst en Woord, mocht gebonden weten. Als dat in waarheid zoo mag zijn, zal het drievoudig snoer, God, Nederland en Oranje, niet licht worden verbroken! Dat er gebed mocht zijn, dat de Heere dit teere leven voor het Koninklijk Gezin en voor ons allen sparen en dragen mocht en Zijne genade in Haar verheerlijken. Haar naam. Prinses Beatrix, beteekent, Zg die geluk, Zij die zegen aanbrengt: Prin ses Beatrix zij ons volk ten zegen! Leve Prinses Beatrix! Antwoord van Prof. Dr. H. Visscher aan den heer K. C. van Spronsen, schrijver onder 4en schuilnaam „Ru dolf van Beest." 1. Prof. Dr. H. Visscher heeft onlangs in het „Geref. Weekblad" een artikel geschreven, waarin hij waarschuwde tegen een valsch chauvinisme dat in sommige kringen en niet in het minst in de neo-calvinistische t.o. van Duitschland openbaar wordt. Hij waarschuwde daartegen, omdat hij het drij ven tegen Duitschland een gevaar acht voor het Nederlandsche volk en de Duitsche re geerders zich toch niet laten afdringen van den weg, dien zij zich hebben afgebakend. Bedoeld artikel is ongevraagd door het „Nationale Dagblad" in zijn geheel overge nomen, waarover de heer K. C. van Spron sen, alias Rudolf van Roest in het Geref. Mannenblad zijn phiolen van toorn uitgiet. Afgezien van het pro-Duitsche standpunt, dat Prof. Dr. H. Visscher inneemt, is het misschien niet onbelangrijk te lezen, hoe hij den op ons eiland welbekenden Rudolf van Reest, ten voeten uit teekent. Met het oog op de strijd welke hier op ons eiland door genoemden heer is gevoerd, geven wij het antwoord van Prof. Visscher in een tweetal artikelen grootendeels weer. „Die mijnheer aldus hot Geref. Week blad dient zich aan als Rudolf van Reest, als een „principieel Antirevolutionair, als een man, die zich gelaafd heeft aan „de bronnen van Groen van Prinsterer," als een zoo knap Calvinist, dat iiij wel met zeker heid kan zeggen, dat die Prof. Visscher heelemaal niet A.R. noch „gereformeerd" is. Van dien man kan alleen geleerd, dat „de geestelijke onderscheidingskunst in ons volk" slecht ontwikkeld is. De Heer Rudolf van Reest natuurlijk uitgezonderd, want die weet alles van alle menschen, al heeft hij ze ook nooit gezien of gehoord. Hij is een soort psychologisch ziener, kan alleen precies on derscheiden. Doch zie hier wat deze buiten gewoon begaafde man ten beste geeft, op dat wü zijne onderscheidingskunst beoefend zullen zien: Soms sta je voor zulke raadsels, dat je een beetje aan jezelf gaat twijfelen en je bij jezelf denkt: ligt het nu aan mij, of zie ik de dingen nu zoo ver keerd, of... is dat allemaal mogelijk wat ik rondom mij zie gebeuren? Prof. Hugo Visscher, de man die door Dr. Kuyper eenmaal den eeretitel kreeg: „de man met den geuzenkop" en door hem al zoo'n beetje als opvolger in de partijleiding was aangewezen, schreetf onlangs in zijn eigen blad, dat hij tegenwoordig samen met een domi- né uit Baarn redigeert,, een lang arti kel, waarin hij het zóó hartstochtelijk voor de tegenwoordige Duitsche poli tiek opneemt, dat het blad van de N. S.B. in ons land het voluit en met vol ledige anstemming overnam, voorzien van den sprekenden kop: „Calvinisme en Rasbewustzijn." Onder de gedeelten, die met extra vette letter worden overgenomen, is ook het volgende: „Het komt mij voor, dat de zaak van Ds. Niemöller van bijzon deren aard is. Er wordt met deze kwes tie een geweldige anti-Duitsche propa ganda gedreven, waarvan ik de zui verheid der bedoelingen betvrtjfel. Ik geloof niet, dat Ds. Niemöller in deze moeilijkheden zou zitten, als hij een principieel Calvinist was..." Als je zulke dingen leest, wrijf je even je oogen uit en vraag je jezelf af of je wel goed leest. Ik heb lang over dit artikel nage dacht en eens nagegaan hoe Dr. Vis scher zich vroeger over verschillende dingen heeft uitgelaten. Dat is altijd leerzaam. Dat Dr. Kuyper zich in dezen man vergist heeft, stond onder ons al lang vast, maar meestal zochten we de won derlijke neigingen van Dr. Visscher meer in zijn persoonlijke eigenschappen, zijn moeilijk karakter, dan in princi- pieele afwijkingen. Men heeft in de an tirevolutionaire partijleiding heel wat met dezen man beleefd eer het tot scheiding kwam. Maar zooals meer gebeurt, wanneer eenmaal de wegen uiteengegaan zijn, men ziet dat bijv. ook heel duidelijk gedemonstreerd in sommige predikan ten in het Hersteld Verband, dan blijkt achteraf wel duidelijk, dat er toch de gelijk principieele verschillen werkten, waardoor tot scheiding kwam, wat fei telijk niet bijeen behoorde. Prof. Hugo Visscher kan alleen maar zoo schrijven over wat er op 't oogen- blik in Duitschland gebeurt, als hij vol komen blind is voor het karakter van den geest, die achter deze verschijn selen werkt. Zie hier nu een staaltje van 's mans on derscheidingskunst. Indien er iets uit blijkt, dan zeker, dat dezemijnheer aan alle ge zonde menschenkennis volkomen gespeend is niet alleen, maar ook van personen en zaken, waarover hij op hoogen toon en met groote stelligheid spreekt, niets weet en slechts op phantasie teert. Deze man vertelt daarom onzin. Dr. Kuy per zou zich in mij vergist hebben. Natuur lijk, deze mijnheer van Reest wist dat wel, evenals zijne vrienden, want ook Dr. Kuy per legt het tegenover zulke bekwame menschen af. En zoo zocht hij het dan met de zijnen in 's mans „persoonlijke eigen schappen, zijn moeilijk karakter, meer dan in principieele afwijkingen." Als deze man nu iets wist van de geschiedenis, die hij toch voor alles zou moeten kennen, om zich een oordeel te kunnen vormen, dan zou het hem bekend zijn, dat Prof. Visscher nooit eene positie heeft willen aanvaarden, zooals hem die toegedacht werd en dat ook nooit voor Dr. Ku3rper heeft verzwegen. Nog eenmaal in mijn leven heb ik een man ontmoet, tot wien ook gezegd werd, dat hij „een moeilijk karakter" had. Nog zie ik hem voor mg, die eenvoudige landar beider, die als tuinknecht fungeerde op een buitenplaats, welker heer meestal elders vertoefde en de plaats overliet aan de zor gen van zrjn tuinbaas. Onder dien man werk te ook mijn goede vriend, die, hoe eenvoudig ook, een man was, ijverig, bekwaam voor zijn werk, onkreukbaar eerlijk en stipt in plichts betrachting. De tuinbaas echter was een man, van wien het ieder opviel, dat hij buitengewoon dunne en lange vingers had. Op zekeren dag riep hij mgn vriend tot zich en zeide: „Gij moet naar een andere betrekking uitzien, ik kan u niet langer in dienst houden, voor u heb ik geen werk meer." Geen wonder, dat mijn vriend daar over paf stond en poogde dat ontslag on gedaan te maken door te wijzen op het werk, dat er toch wel was. Maar wat hij ook zeide, het mocht niet baten. In die dis cussie bleef mijn vriend aanhouden om meer licht over dit voor hem pijnlijke ont slag. En toen zeide die baas: „Kijk eens, man, jij hebt persoonlijke eigenschappen en een moeilijk karakter, waardoor gij mij hier niet past." Toen mijn goede vriend bij mij kwam, toen begreep ik wel, welke die per soonlijke eigenschappen waren en wat dat „moeilijke karakter" beteekende voor dien tuinbaas met zijn dunne, lange vingers. Gelukkig, dat de Heere voor Zijne kinderen zorgt en ook mijn goeden, reeds lang ont slapen vriend redde uit zijne nooden. Schopenhauer was een pessimist, maar toch nog niet zoo pessimistisch als de apos tel, wanneer het over de waardeering der menschen. ging, Paulus vat het dieper en zei het anders, maar Schopenhauer wist er ook iets van. Ik zal nu diens vonnis in herinnering brengen. Aldus schreef hij: „In eene wereld, waarvan minstens vijf-zesde gedeelte schurken of dwazen en domkoppen zijn, moet voor ieder, die tot het overige een zesde deel behoort, de basis van zijn levenssysteem teruggetrokkenheid zijn. De overtuiging, dat de wereld een woestijn is, waarin niet op gezelschap te rekenen valt, moet ons een inwonend gevoel worden." Zooals ik zeide, de apostel Paulus gaat in Rom. 3 nog iets dieper, maar hiervan kun nen wij wel zeker zijii: tot het overige een zesde deel behooren de menschen met „het moeilijke karakter." Hoe dat nu ook moge zijn, er waren ve len, die Kuyper ook zoo lastig vonden. En het leed, dat ik in hem gezien heb, heeft voor een deel mijne afwijzende houding te gen heel die neocalvinistische beweging be paald. Ik zal de motieven, die mij geleid hebben hier niet opsommen, omdat het ge schrijf van dezen Rudolf van Reest daartoe geene aanleiding geeft. Alleen iets zal ik er van zeggen. Zooals ik zeide, zag ik Dr. Kuyper's leed en ik peilde het misschien nog iets dieper dan hij zelve het destijds kon, dewijl ik er persoonlijk nog buiten stond. Ik zag de degeneratie dezer beweging geboren worden. En tot mijn leedwezen werd mijn vrees bevestigd op kerkelijk ge bied, toen de slang van Assen zoo luid be gon te praten, wetenschappelijk in den we- tenschapszwendel, die de menschen eene Calvinistische vrtjsbegeerte wil vrtjs maken, die met de ware wijsbegeerte even weinig gemeen heeft als de trigonometrie of de chemie met de leer van den Catechismus. En politiek, ja dat was .naerkwaardig, als wij jongeren den boer opgingen met de verkie zingen, en aan de menschen moesten zeg gen: Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijne gerechtigheid en alle andere dingen zullen u worden toegeworpen en als dan daarom ook, evenals ik, achter zijn rug werd uitgemaakt als „man met een moei lijk karakter." Alleen maar, dit is het on derscheid: Dr. Kuyper was leider „suo ju re" en ik was en ben ervan overtuigd, dat wie het niet „suo jure" kan zijn, een ramp moest worden voor het Gereformeerde volk. Dit is reeds gebleken. Dit neo-calvinistsch geslacht, is zeer an- ti-Duitsch. Ook daarin verschilt het van Kuyper, die ook in den oorlog, toen ieder een het Duitsche volk verachtte, het wist te eeren. En daarin wensch ik nu nog naast hem te staan. Maar genoeg voor ditmaal. De volgende maal hopen vrtj den neo-calvinistischen Ru- dolf van Reest aan ons Hervormd Gerefor meerde volk voor te stellen, dan zal het blijken, wat zijn neo-calvinisme wezenlijk is. Voorshands geloof ik, dat hij zonder het te willen een compliment maakte, dat als affront bedoeld was." Naar wij van bevoegde zijde vernemen, heeft de Minister van Economische Zaken de teelt- en steunregelingen voor den oogst 1939 voor akkerbouwgewassen vastgesteld. Wat de richtprijzen betreft, zullen de zelfde bedragen gelden als voor den oogst 1938 het geval was, tervrtjl voor de meeste producten ook de wijze van uitvoering der maatregelen geen of slechts geringe wijzi ging zal ondergaan, hoewel uiteraard de blijven. De hoeveelheid te verdeelen garan tie is nog niet definitief vastgesteld. De situatie op de vlasniar,kt is van dien aard, dat ook voor den oogst 1939 voorloo- pig geen maatregelen zullen behoeven te worden getroffen. Wel zal de opbrengst van het te velde staande gewas worden geta xeerd. De regeling van cichorei is nog niet vast gesteld. Belanghebbenden kunnen er even wel rekening mede houden, dat zij denzelf den prijs voor hun product zullen ontvan gen als voor den oogst 1938. Aangaande koolzaad zijn reeds inlichtin gen gegeven, terwijl voor wat betreft griend en riet de noodzakelijkheid niet be staat, reeds thans mededeelingen te doen. De richtprijzen zullen dus bedragen: Tarwe f 10.per 100 kg. ter plaatse van normale aflevering omstreeks 1 Febru ari. Rogge f 7.25—8.25 per 100 kg. ter plaat se van normale aflevering. Gerst f 7.25—8.25 per 100 kg. ter plaat se van normale aflevering. Haver geen richtprijs. Groene erwten f 9.25 per 100 kg. voor ge middelde kwaliteit, met maandelijksche ver hoogingen van f 0.10 van 1 September tot 1 Juni. Veldboonen it 9.25 per 100 kg. Bruine boonen geen richtprijs. Suikerbieten garantieprijs f 10.25 per 1000 kg. netto. Cichorei garantieprijs ca. f 9.per 1000 kg. grene wortelen. Koolzaad richtprijs f 15.per 100 kg. verdwijnen door de hnidzuiverende, huidvoedende en huidverfraaiende Puroi. Doos 30, 60 et. Tube 45 cl. Bij Apoth. en Drogisten. later het voor iedereen duidelijk was, dat dit woord des Heeren precies omgekeerd werd. En het resultaat? Nog een korte spanne tijds, of deze neo-calvinistische cultuur, aan welke niets moderns vreemd is, zal het land hebben gebracht onder de suprematie van Rome. Het kruisje werd waarlijk al pro fetisch geplaatst in den kop van dit Ge- refMannenblad, waarin de Heer Rudolf van Reest zijn letterkundige bijdra ge ten beste geeft. Ja, de historie heeft die menschen met ,,het lastige karakter" ook politiek in hunne visie op de problemen be vestigd. Welk een genialiteit blinkt er in een beleid, dat ten slotte de kunst heeft verstaan onze vrijheden te knotten, zoodat een bakker en een slager aan zijn eigen zoon zijn zaak niet meer nalaten mag, ei genlijk niemand meer zijn brood mag ver dienen op zijn manier en kans zag om in een luttel aantal jaren de staatsschulden op te voeren tot een recordcijfer en bijna een milliard vrist in te teren in een luttel aantal jaren, hoewel het volk geworgd wordt met een nooit gekend belasting-koord om den hals. Het is waarlijk geniaal, niet waar? Een eenvoudige broeder zei: „Hoe krijgen ze het op?" Welnu, de man met „het moeilijke karak ter" wordt door Schopenhauer getypeerd als de man, wien onder alle dingen buiten hem, so wie da.s Hemd dem Leibe," zijne onafhankelijkheid het naast aan het hart ligt, want daarom kan hij niet toelaten, dat hij gedwongen zou worden te vergeten, wie hij is en den rol van een ander te spelen b.v. „die eines Brodschreibers oder Profes sors, dem sein Wissen und Denken das sei, was dem Kramer die Waare, die er zur Schau auslegt, oder die eines vortragenden Raths, oder die eines Hofmeisters." Neen, d.z.w. zulk een man is geen broodschrijver, ook geen Professor, voor vrien zijn weten en denken is, wat de waren zijn voor den kramer, die hij uitstalt, of die van een de- clamator, of die van een albedillende school meester. Dat is niet het groote ongeluk van heel deze neo-calvinistische beweging, dat zij in hare geweldige oppervlakkigheid voor niets meer oog heeft, dat voor de waarachtige volksbelangen waarde heeft. Wat die mijn heer Rudolf van Reest beweert, hoor ik niet voor het eerst en het deert mij daarom niet, omdat ik sta verre buiten de levensspheer van dit slag menschen, die zich voor „vrij Calvinisten" uitgeven, die geuren met den naam van Kuyper, die evenveel respect voor deze broodschrijvers had, als ik en die ontwikkeling der situatie gedurende de ko mende maanden het noodzakelijk kan ma ken, andere voorzieningen te treiffen dan thans in het voornemen ligt. De richtprijs van gemiddelde kwaliteit tarwe van oogst 1938, geleverd ter plaatse van normale aflevering op omstreeks 1 Fe bruari, 1940, zal dus wederom f 10.per 100 K.G. bedragen. Voor rogge en gerst, afgeleverd ter nor male marktplaats, zullen zoodanige maat regelen getroffen worden, dat de prijzen zich zullen bewegen tusschen f 7.25 en f 8.25 per 100 K.G. Voor haver zullen even min als zulks tot nog toe het geval was, geen bijzondere maatregelen worden geno men. Wat de peulvruchten betreft, voor groe ne erwten en veldboonen zullen de richtprij zen gehandhaafd blijven. Voor groene erw ten zal derhalve een richtprijs van f 9.25 per 100 K..G voor erwten aan gemiddelde kwaliteit worden gegarandeerd, met dien verstande, dat die richtprijs maandelijks (van 1 September tot 1 Juni) met f 0.10 per 100 K.G. wordt verhoogd, terwijl voor veldboonen een vaste richtprijs van if 9.25 is vastgesteld. De uitvoering van de steun regeling voor erwten en veldboonen zal naar alle waarschijnlijkheid weer door mid del van denaturatie geschieden. Voor bruine boonen worden geen bijzon dere maatregelen in uitzicht gesteld. Evenals zulks de laatste jaren het geval was, zullen aan de met granen en peul vruchten beteelde oppervlakte geen beper kingen worden gesteld. De regeling voor aardappelen zal gelijk zijn aan die voor den oogst 1938; de teelt- heffing blijft op f 0.50 per H.A. gehand- "haafd. Het beperkingspercentage voor de teelt van fabrieksaardappelen is nog niet vast gesteld. Het areaal is bepaald op 26.500 H.A., met dien verstande dat voortaan de toevréjzingen voor nieuwe ontginningen niet meer ten laste komen van de bestaande be drijven. Het areaal, noodig voor gronden welke in 1939 eerste vrucht zullen dragen, valt dus buiten de genoemde 26.500 H.A. Omtrent het verkrijgen van een uitpootver- gunning zijn aan belanghebbenden reeds de noodige mededeelingen gedaan. Voor suikerbieten blijft de garantieprijs f 10.25 per 1000 K.G., terwijl ook de rege ling aangaande de verdeeling van de hoe veelheid garantiebieten practisch gelijk zal VGraventage, 27 Januari 1939. De Nederlandsche Groentenf» en Eruitcseinei trale maakt bekend, dat aanvragen voor nieuwe teeltvergunningen, voor. ovecdracM van teeltvergunningen en voor omwisseling van teelt, ingekomen na 31 M'aart 1939, als regel eerst met ingang van 1 Sepiiembeir 1939 in behandeling zullen worden ge)» nomen. Uitzondering kan aUwn wtorden gemaakt in spoedeischende gevallen. 's Gravenhage, 30 Januari 1939. STEUN CICHOREI OOGST 1938. De Nederlandsche Akkerbouwcentrale maakt bekend, dat de steunvergoedinv voor cichorei oogst 1938, welke ingevolge de Cri- sis-Steunbeschikking 1938 Cichorei (oogst 1938) voor steun in aanmerking komt, f 5.25 per 1000 kg. zal bedragen. 's Gravenhage, 30 Januari 1939. TEELT VAN AARDAPPELEN EN SUIKERBIETEN. Dezer dagen werden de aanvraagformu lieren voor de teelt van aardappelen en suikerbieten door de landbouwcrisisorgani satie aan de haar bekende telers dier pro ducten toegezonden. Diegenen, die op 1 Februari a.s. nog geen formulieren mochten hebben ontvangen en voornemens zijn aardappelen en|of suiker bieten te telen, wordt aangeraden, zich da delijk te wenden tot de landbouwcrisisorga nisatie, waarbij zij zijn aangesloten tenein de alsnog een aanvraagformulier te kun nen verkrijgen. Alle aanvragen moeten uiterlijk 11 Fe bruari a.s. in het bezit der landbouwcrisis organisaties zijn. Zij, die op kleigrond niet meer dan 10 are of op andere gronden niet meer dan 20 are aardappelen willen telen zullen daarvoor geen teeltvergunning noodig hebben. poets dus nnet

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1939 | | pagina 1