CHDWECKEUADÖpGEaGDOriDSlAG vöoRolZUID-HOLLirtZCEUWiCHC EIIAHDEn
ABDIJ&IROOP
N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEÜWS"
PROVINCIALE STATEN
Als Uw kind
hoest...
lie Jaargang
WOENSDAG 11 JANUARI 1939
No. 1005
Onze Jeugd.
G
OFFICIEELE CRISISPÜBLICATIFS
van Zuid-Holland.
ve^stè^tkte
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" 18e JAARGANG
UnCAVE VAN
Kc
nep, IVOU, r'ijn. heipen hierbij
altijd een poeder of cachet van JVlijnliardt.
AKKER'S
iiAnDEn-niEuws
Advertenticpr^ 20 cent per regcL Reclunes 40 et.; Dienst*
aanvragen en aanbiedingen van 16 tegeb 80 cf.; Boekwutn»
komtUging 10 cent pet regel Contracten belangr||]c lager.
Gevestigd te Mlddelhaznls Frlns Hendrikstr. 122 G Giro 1£7930 Foatbox 8 Ttl. 17.
Bfbmtoor voor Zeeland: St. Maartensdyie, Markt. Tele{. 59.
Aboinnementspijls 85 cent per 3 maanden bj[ vooroitbetaUng.
Vetscfajjnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week
Ahonderüike nummers 5 cent Buitenland 8 gulden p«r jaai
V.
Wat lezen ze?
In ons vorig artikel hebben we er mel
ding van gemaakt, dat we onze school
gaande jeugd maar niet alles kunnen ge
ven, om ze te laten lezen. Daarop is toe
zicht van node.
Thans zouden we meer in bijzonderhe
den willen nagaan, op welke dingen we zo
al dienen te letten, en wat we ov§r het al
gemeen genomen in de leestaoekjes voor on
ze kinderen niet graag aantreffen.
Dat we allerlei dwaze verhalen en sprook
jes over kaboutermanetjes, elvenkoningin-
nen, reuzen en dergelijk maar laten rus
ten, moge genoegzaam bekend zijn. Wie
zou nog niet weten, dat dergelijke leerstof
in onze Christelijke gezinnen niet thuis
hoort Wat we wenschen te bespreken is
de Christelijke lectuur.
En dan zouden we willen beginnen met
een opmerking omtrent iets, dat bij de eer
ste aanblik, er erg onschuldig, ja zelfs on
nozel uitziet. Wat dat dan wel is?
Wel, niets meer, maar dan ook niets
minder, dan de verandering van den naam
Heere in de thans.reeds zoveel voorkomen
de naam Heer, dus met weglating van de
laatste e. Sla maar verschillende van de
laatste jaren uitgekomen leesboekjes voor
onze kinderen na, en ge zult weldra bemer
ken, dat er vele zijn, waar men eenvoudig
de naam Heere, totaal weglaat, om die te
vervangen door het woord Heer.
Wij vinden zo iets krenkend. De ver-
bóhdsnaam is niet Heer, maar Heere.
Waarom dan toch die e weggelaten.
Vindt men het te ouderwets misschien, en
staat het soms wat moderner en geleerder
om te komen met het woord „Heer?"
Men lere het den kinderen thuis en men
doe dat ook op de Christelijke scholen, dat
de Naam des drieenigen Gods en van Je
zus Christus, den Middelaar Gods, niet is
Heer, maar Heere. Men late het niet toe,
dat een kindermond het anders zegge.
Zelfs daar, waar men noodgedwongen
den kinderen lectuur geeft, waar de'naam
Heer in staat, late men ze van den beginne
af niet lezen Heer, maar Heere, hoewel het
er dan anders staat. Van zelf voelen ze het
dan aan, hoe het behoort en hoe het niet
behoort te zijn.
Een tweede zaak, waarop te letten valt
is deze,, hoe wordt er over de Zondag ge
sproken. Zie maar verschillende kinderboek
jes in en ge kunt zien, de Zondagsopvatting
is er een.van die van den modernen tijd.
Ja zeker, een keertje naar de kerk, soms
niisschien wel eens twee keer, maar de rest
van de dag dan
ban is het meestal in vele opzichten een
uitgaansdag. De kinderen lezen dit, ze le
zen dit veel malen, want het schijnt nu een
maal van vele kindersohrijvers een speci
aliteit te worden, om juist over de Zondag.
te schrijven, en zo langzamerhand raken ze
aan die dingen gewoon, de scherpe puntjes
zijn er afgehaald en de tere kinderziel doet
er heel weinig voordeel mee, om van iets
anders maar niet te spreken.
Neen, tegen dergelijke lectuur dienen we
onze kinderen te beschermen. Laten we,
dan liever óf het boekje op zij leggen óf
een dergelijke bladzij er uit halen.
Een derde punt, waarop we de aandacht
wensen te vestigen is een meer dogmatische
zaak. Doch dan ook één van de allergroot
ste betekenis.
Het gaat namelijk over de kwestie, hoe
worden de personen, de grote mensen, doch
inzonderheid de kinderen, die in jeugdlec
tuur voorkomen, ons getekend in Jiun rela
tie tot den Heere, of laten we het liever
Iri voor wellicht velen verstaanbare taal zeg
gen in hun staat voor de eeuwigheid.
Een merkbare drang is, inzonderheid ook
in de laatste jaren, merkbaar, om in de
kinderlectuur een bepaalde verbondsge
dachte naar voren te schuiven, graag be
gint men ook over de doop er in voor kin
deren op een bepaalde wijze te schrijven en
zie daar met de paplepel haast om fi
guurlijk te spreken moet het den kinde
ren worden ingegeven, dat ze zulke ver
bondskinderen zijn, die als schaapjes van
den Goeden Herder, straks zullen ingaan
in de eeuwige heerlijkheid.
Men were dergelijke lectuur uit onze ge
zinnen, omdat deze de toets van Gods Hei
lig Getuigenis niet kan doorstaan.
Zoek eens in dergelijke boekjes naar onbe
keerde kinderen, die vragen, of God ze be
keren wil, die vragen om een nieuw hart,
die vragen om uit de wereld getrokken te
mogen worden, die bidden of God ze nog
eens mocht maken tot een kind des Heeren.
Ge zult het er niet in vinden.
Dat onze kinderen verbondskinderen zijn,
ja, dat weten we, maar hoe? Wil dat zeg
gen, dat we nu maar veronderstellen moe
ten, dat ze wedergeboren zijn, dat het kin
deren Gods zijn, en ze zo den hemel tege
moet reizen? O, droevig verschijnsel!
Een zaak, hiermede in verband staande
en dit wordt ons vierde punt is die
van schuldvergiffenis over bedreven kwaad.
't Gaat in sommige boekjes al heel ge
makkelijk toe. Een kind heeft kwaad ge
daan, gaat 's avonds naar bed, vraagt om
vergeving aan den Heere, en 't is allemaal
weer in orde. 't Klopt als een bus, alleen
vrezen we, dat een dergelijke rekening voor
de eeuwigheid niet kloppen zou. Moet zo
het begrip van vergeving van zonden bij
een kind worden aangebracht Of leert de
Waarheid ons wat anders?
We vragen slechts!
--_~ w,. D«' Snel en goed
Mijnhardt's Poeders per stuk 8 et. Doos .45 et.
Cachets, genaamd „Mijnhardtjes" 2st, 10 et Doos 50 et.
Dingaansdag.
Het volk van de Transvaalsche boeren
heeft dezer dagen het begin van zijn her
nieuwd vrij volksbestaan herdacht.
Met groote blijdschap is herdacht de
wraak genomen op den onbetrouwbaren en
verraderlijken Kafferkoning Dingaan.
Toch zal de echte' Transvaalsche boer
met gemengde gevoelens deze gebeurtenis
hebben herdacht. Lijkt het er niet op, dat
in feite de offers toen gebracht te vergeefs
zijn geweest? Spreekt die gebeurtenis niet
van de onrechtvaardige onderdrukking van
het kleine volk door Engeland. En herin
nert dit niet aan de herhaling van het bru
te oorlogsgeweld van Engeland tegenover
dit vrijheidlievende volk
Een strijd, die eindigde met het verlies
van het zelfstandig volksbestaan.
Een worsteling van een klein volk tegen
een machtigen overweldiger. Die tot vreese-
lijke wreedheid zijn toevlucht nam. Die in
den vorm van concentratiekampen vrou
wen en kinderen deed sterven en op die
wijze de volkskracht verlammen ging tot
eindelijk het hoofd in: den schoot werd ge
legd.
Zie, zoo de oude geest der voortrekkers
nog leetft in Zuid-Afrika dan moet een en
ander wel tot nadenken hebben gestemd.
Zeker een soort zelfregeering werd verkre
gen. Maar in den band van het groote En-
gelsche Imperium. Dat als het er op aan
komt gevoelen laat, dat zelfregeering geen
geheele onafhankelijkheid beteekent. Dat is
wel gebleken in den wereldoorlog. Toen een
Jopie Fourie werd doodgeschoten omdat hij
met vele anderen zich verzette om de En-
gelsche belangen te dienen door de Duit-
sche kolonie Duitsch. Zuid West Afrika te
veroveren. Dat het volk der boeren niet
vrij is maar loopen moet aan de Engelschen
leiband is toen wel gebleken. En dat de En-
gelsche invloeden meer en meer overheer-
schen zopdat er van het oude vrijheidlie
vende voortrekkersidealisme weinig meer
is overgebleven.
Dingaahsdag was het licht van een blijde
morgen. Evenwel is het opgaande licht ver
duisterd door de Engelsche overheersching.
Die mogelijk wel rnaterieele voordeden met
zich heeft gebracht maar waar voor
toch de bloedige worsteling met Dingaan
en zijn Kaffers niet heeft plaats gevonden.
Geweld en overheersching der grooten
heeft ook hier gezegevierd.
Ergeriyke dingen.
De Maasbode' schreef onlangs; ,,Er is
reeds verschillende malen in ons land een
protest opgegaan tegen de vreemde wijze,
waarop de Duitschers tegenwoordig his
torische geograifie bedrijven. De kaarten,
die men in verschillende Duitsche atlassen
aantreft vertoonen zonderlinge opvattingen
over wat eigenlijk het Duitsche Rijk be
hoort te zijn. In een circulaire, die een uit
geverij in Leipzig: Priedrich Brandstetter
ons voor onze boekhandel toezendt, wordt
weer zoo'n aardrijkskundig werk aangekon
digd onder den naam „Deutschland, Mensch
Kultur, Wirtschaft des groszeren Reichs',,
door Ewald Banse. Aan die circulaire is een
"Kartenprobe" uit het werk toegevoegd,
waarop de „altere und neuere Reichsgren-
zen" worden aangegeven. Het totale gebied
aangeduid als „Deutscher Volksbodem" om
vat ook geheel Nederland en Vlaanderen en
deze deelen zijn op dezelfde wijze gearceerd
als de Poolsche corridor, waar inderdaad
nog Duitschers wonen en Zuid-Tirol dat in
handen van den Italiaanschen vriend is.
Heel Luxemburg en vrijwel geheel Elzas
Lotharingen zijn eveneens als „Deutscher
Volksboden" aangegeven." 'tis mooi. Is
Duitschland nog niet tevreden? Heeft
Duitschland expansiezucht. Niet? Maar
waarom dan zulk soort propaganda te voe
ren? Hoe gauw zijn onze Oosterburen op
hun teenen getrapt. Laten ze dan zelf ook
geen aanleiding geven. Officieel heet het
dat het de zelfstandigheid van de Westelij-
ke kleine staten zal eerbiedigen. Maar waar
om dan zulk gedoe
We beseffen wel dat de Duitsche Regee
ring niet verantwoordelijk kan worden ge
steld voor wat een of andere uitgever
wenscht te schrijven, maar dit geval staat
niet op zich zelf. Dergelijke aanmatigende
en onverantwoordelijke uitingen laten niet
na een onaangename indruk te maken. Op
die wijze is het Duitsche volk zelf de schuld,
dat het niet wordt vertrouwd.
DE BOTERHEFFING.
Wij vernemen van bevoegde zijde, dat
het bedrag, bedoeld in artikel 2 van de Cri-
sis-Zuivelbeschikking 1935 V, dat is het
bedrag van de heffing en de steunuitkee-
ring op boter, behoudens tusschentijdsche
wijziging voor de week van 5 tot 12 Janu
ari is vastgesteld op 70 cent per kg. (on
veranderd.)
SCHETSING VAN KALVEREN.
De aandacht der veehoudres wordt nog
maals er op gevestigd, dat van 1 Febru
ari tot 1 April 1939 op- de kalvertoewij-
zing geen reservekalveren (dus dieren bo
ven 100 kg. zonder identiteitsbewijs) zul
len mogen worden aangehouden.
Het is dus het belang der veehouders, alle
kalveren, welke in deze periode een gewicht
van 100 kg. of meer bereiken zullen, ten
spoedigste en in ieder geval voor 1 Fe
bruari 1939 ter schetsing op te geven, willen
zij zich niet aan vervolging blootstellen.
Zulks klemt te meer, omdat tevens bepaald
is, dat kalveren, welke in genoemd tijdvak
tei- schetsing worden aangeboden en tijdens
de aangifte zwaarderzijn dan 125 kg.,
slechts geschetst kunnen worden indien
hiervoor een bedrag van f 30/per kalf.
wordt gestort.
Het spreekt vanzelf, dat schetsing van
deze kalveren slechts 'kan geschieden in
mindering van de toewrjzing van kalveren
voor het jaar 1939 of de mond- en klauw-
zeertoe wijzing.
's-Gravenhage, 6 Januari 1939.
SOMMELSDIJK
8e Club-tentoonstelling van konijnen^
hoenders, eenden, kriel- en siervogels,
georganiseerd door de Konljnenfokver-
eeniging „Nut en Sport,, te Sömmels-
d|jk, gehouden alhier in Hotel Spee op
6 en 7 Januari 1939.
De Voorzitter, de heer L. van Nimwegen
Czn., roept bij de opening den aanwezigen
een hartelijk welkom toe. Veel is weer inge
zonden. De belangstellenden kunnen genie
ten. De wisselbeker, beschikbaar gesteld
door de organiseerende vereeniging, is dit
jaar voor het mooist ingezonden konijn
overgegaan in handen van den heer W. de
Wit te Sommelsdijk. Bij verhindering van
den Eere-voorzitter der vereeniging is het
eere-lid, de heer J. H. Dijkers bereid ge
vonden deze tentoonstelling te openen.
Deze het woord verkrggende, zegt vol
gaarne aan het daai'toe gedane verzoek te
willen voldoen.
De konijnensport is een mooie, leerzame
sport. De leden van de vereenigingen moe
ten veel lief. en leed deelen. Sterfgevallen
komen volgens verschillende leden, meer
malen onder.de dieren yoor. Hierdoor laat
men zich ontmoedigen. Dit nu moet niet
alzoo zijn. Er moet, evenals in het volle
menschenleven worden doorgezet.
Teleurstellingen blijven niet gespaard,
maar juist daarom moet worden volgehou
den. Dan is er iets te bereiken.
En dat er wat te bereiken valt toont virel
deze tentoonstleling. Ge kunt het resultaat
zien. De inzendingen zijn virel niet zoo
groot als vorige jaren, maar wat is inge
zonden mag er zijn. De kwaliteit is beter
en schooner. Met eendrachtig samenwer
ken kan deze vereeniging een schootte toe
komst tegemoet gaan.
Medeleving bij de burgerij moet "worden
aangekweekt. Daarvoor is een tentoonstel
ling als deze zoo nuttig. Het brengt ook
bemoediging voor de leden.
De aanwezige fokkers worden aangemoe
digd toe te treden als lid. De .vereeniging
heeft leden noodig. Uitbreiding is zeker
mogelijk.
Spreker gelooft dat deze tentoonstelling
niet zal nalaten daartoe mede te werkien.
Jammer is het dat de inzendingen van
pluimvee van Flakkee zoo gering zijn. Het
meeste pluimvee is van duiten ons eiland
moeten komen. Dat is nu niet noodig. Ook
in dezen behoort ons eiland ztjn taak te
verstaan. De kippènfoKkers zullen hun zaiak
daarmede zeker dienen.
Met het uitspreken van den. wensch dat
deze tentoonstelling, die een uitstekenden
indruk geeft, zeer goed mag slagen, ver
klaart hij deze voor geopend.
Het ga de konijnenfokkers op Flakker, in
deze branche wel!!
Onder Voorzitterschap van jhr. dr. H. A.
van Karnebeek, commissaris van de Ko
ningin in Zuid-Holland zijn Provinciale Sta
ten in December 1938 in de Ridderzaal bij
eengekomen.
Verschillende onderwerpen worden zon
der bespreking en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen, waaronder vaststelling
van tarieven van eenige veren.
Ook de tarieven voor de Brielsche veren
worden daarin verlaagd terwijl ook een
tarief werd vastgesteld voor doorgaand ver
keer over beide veren. Een personenauto
enkele reis zal dan kosten van overtocht
over beide veren f 1.00, retour f 1.50. Een
persoon met rijwiel enkele reis f 0.25, re
tour f 0.40.
Bij de begrooting van de Stichting ,,Ro-
senburg" te Loosduinen waarin verpleegd
worden:
25 patiënten Ie klasse
64 patiënten 2e klasse A
30 patiënten 2e klasse B
330 patiënten 3e klasse
100 patiënten Ramaerkliniek.
Vraagt mevr. de Vries-Bruins of er niet
een vaste verhouding moet bestaan tusschen
het aantal gediplomeerde en ongediplomeer-
den verpleegsters wijl spreekster meent dat
er voorheen meer gediplomeerde verpleeg
sters waren.
De heer Bolsius (Ged. Staten) antwoordt
daarop dat de provincie alleen tot taak
heeft te zorgen voor plaatsen voor krank
zinnigen. De medische behandeling is de
taak van het Rijk en daaronder valt ook de
verhouding tusschen gediplomeerd en onge
diplomeerd personeel.
De heer Drost (lib.) stelt voor een mo
tie te richten tot de Regeering en Staten
Generaal inzake een centraal vliegveld. Spr.
vraagt: Indien een centraal vliegveld in Ne
derland wenschelijk is, moet het dan ge
vestigd worden in Schiph'ol? Waarom dan
niet te Leiderdorp waarop de regeering
eerst haar keuze had laten vallen?
De heer van der Brule (r.k.) bepleit de
noodzakelijkheid van twee vliegvelden, één
in de buurt van Amsterdam en één in de
buurt van Rotterdam.
De Voorzitter zegt: Er zijn allerlei over
wegingen, ook militaire waarmee de
regeering rekening moet houden. Maar spr-
ker begrijpt dat de Staten behoefte gevoe
len zich uit te spreken en aan de regeering
toe te roepen: bezint U."
De motie wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Het volgende onderwerp is herziening
van het bijzonder reglement voor de Pol
ders loozende op de haven van Sommels
dijk. Volgens het voorgestelde ontwerp-be-
sluit zouden ook de vroonlanden in het
Oudeland voortaan in de loozingskosten
moeten meebetalen. Voorheen is dit niet
geschied.
Bezwaarschriften daartegen waren inge
diend door de Heeren J. J. de Graafife.a., A.
J. de Wit en A. A. Mijs, welke zich allen
beroepen op oude rechten.
De heer van Rossum wijst op het con
tract van 1762 waarin werd bepaald dat
voor de berekening van het aandeel van het
Oudeland in de gemeenschappelijke loo
zingskosten niet zouden worden medegere-
kend de vroonlanden. In 1891 is bij de her
ziening van het bijzonder reglement een
einde gemaakt aan den onbeperkten vrijdom
van omslag voor de vroonlanden en werd
bepaald dat deze zouden genieten vrijdom
van den omslag tot een bepaald bedrag
hetwelk later werd vastgesteld op f 5.52
per H.A.
Dat toen, in 1801, de bedoeling zou heb
ben voorgezeten ten aanzien van de ver
deeling der lasten voor de gemeene loo-
zingsbelangen een regeling te geven volgens
welke het Oudeland en Everdina eenvoudig
naar hunne werkelijke oppervlakten dus
met inbegrip der vroonen zouden medebe-
talen kan spreker niet aannemen wijl ook
na 1891 de vroonlanden van deze lasten
zijn vrijgesteld geweest.
In 1917 werd overgegaan tot het stich
ten van een gemaal. Op de vergadering
waarop tot stichting besloten werd, werd
ook gesproken over een billijker lastenver-
deeling. Men kon daarover niet tot over
eenstemming komen en toen men zag dat
door vasthouden aan een andere verdeeling
de stichting vaJi een gemaal geen doorgang
zou hebben heef t men zich er bij neergelegd
dat de toestand zou blijven zooals voorheen.
Sinds 1917 zijn het grootste gedeelte der
landen in Everdina in eigendom overgegaan
aan anderen. Deze nieuwe eigenaren zouden
dus door de voorgestelde regeling wel zeer
bevoordeeld worden.
Hoewel spr. geen bewondering heeft voor
de tegenwoordige regeling meent hij toch
dat de voorgestelde regeling weer nieuwe
onbillijkheden zal scheppen. Zouden Ged.
loert altyd het gevaar van erger
gevolgen en daarom mag een
hoestje n.ooit verwaarloosd wor
den. Als Uw kind hoest, geef 't dan
dadelijk AKKBR's Abdijsiroop,
bestaande uit extracten van oude
kruiden, welke verzachtend, slijm-
oplossend en genezend werken,
benevens de krachtigste hoest-
bedwingende stof codeïne". Door
deze veelzijdige werking noemt
men Akker' s versterkte Abdijsiroop
,,'s-Werelds beste Hoestsiroop".
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma
Flacon 90 et., i 1.50. f 2.40, f 4.20. Alom verkrijgbaar
Staten deze kwestie nog niet eens willen
bezien en komen met een bemiddelingsvoor
stel?
De heer Schilthuis sprekende namens de
commissie zet uiteen dat in 1891 toen het
reglement werd herzien niets is opgenomen
van de regeling zooals die voorkwam in
het contract van 1762. Waar het bijzonder
reglement van 1891 daarvan dus niet rept
valt dit reglement dan ook onder de bepa
lingen van het Algemeen Polderreglement
en moet dus een omslag in evenredigheid
van de oppervlakte der gezamelijke gron
den betaald worden.
De heer de Bruin (Ged. Staten) zegt hier
aan niet veel meer te kunnen toevoegen.
Reeds vanaf 1891 hadden de vroonlanden
in de loozingskosten moeten bijdragen. Van
Ged. Staten is dan ook geen bemiddelings
voorstel te wachten.
Het voorstel van Ged. Staten wordt z.
h.s. aangenomen.
De herzieningen van het bijzonder regle
ment voor de polders loozende door het
Oudeland van Oude Tonge wordt zonder
bespreking en zonder hoofdl. stemming aan
genomen.
Komt thans in behandeling Prae-advies
van Ged. Staen omtrent het verzoek van
den Zuid-Hollandschen Waterschapsbond
om art. 145 lid 4 van het Algemeen Pol
derreglement te wijzigen.
Volgens art. 145 lid 4 is de vergadering
van Stemgerechtigde ingelanden bevoegd te
besluiten dat aanslagen welke lager zijn
dan een bedrag van ten hoogste 25 cent
niet zullen worden ingevorderd.
De Zuid-HoUandsche Waterschapsbond
verzocht nu om in navolging van het Noord-
hoUandsche reglement dit artikel aldus te
wijzigen: Indien een aanslag minder dan f
0,.25 zou ;bedragen, wordt hij op dit be
drag bepaald.
Na eenige besprekingen wordt het prae-
advies van Ged. Staten waarin in overwe
ging wordt gegeven het verzoek van den
ZuidhoUandschen Waterschapsbond niet in
te willigen aaiigenomen met 4520 stem
men.
Vrijdom van openbare wegen van
polderlasten.
Ingevolge art. 142 van het Algenieen
PolSerreglement vo9t;,.de polders in de pro
vincie Zuid-Hollarid' zijn de openbare wegen
en voetpaden vrijgesteld van de betaling
van polderlasten.
Het groot aantal nieuw aangelegde openr
bare wegen welke talrijke polders doorsnij
den neemt in vele polders een aanzienlijke
oppervlakte grond in beslag. Dit heeft, ge
zien de voor deze wegen geldende vrijdom
ten gevolge een steeds toenemende ver
zwaring van den druk der polderlasten op
de overblijvende belastbare gronden omdat
de totale lasten voor een bepaalden polder
dezelfde blijven.
Door de heeren van Voorst tot Voorst,
Trouw en Schilthuis werd een motie Inge'-
diend waarin aan Ged. Staten werd ver-
fcocht art. 142 zoodanig te wijzigen dat
openbare wegen en voetpaden voorzoover
deze op 19 Febr. 1927 als zoodanig op den
legger der wegen en voetpaden vermeld wa
ren genieten vrijdom van polderlasten."
De heer Rijlaarsdam (n.s.) ondersteund
de motie en zegt dat de druk gelegd op de
boerenstand verlicht moet wordeii.
De heer Schilthuis (v.d.) zegt dat de we
gen groot belang hebben bij het handhaven