ChDWECKfilADopGED.GROnDSlAG vöoRDlZUID-HOUInZEClW^ EHATtDEn N.V. DITGEYERSMAATSCHAPPU „EILANDEN-NIEUWS" Buitenland STICHTELIJKE OVERDENKING lie Jaargang ZATERDAG 19 NOVEMBER 1938 No. 991 Dit nummer bestaat uil 2 bladen Dampo bij Hoofd Neus- Keel- en Borstverkoudheid Uit het Kijkvenster Ligustrum vanaf f 2.- p. 100 st. W. J. Heerschap WAARrN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" 18e JAARGANG UITGAVE VAN Het Dankoffer. Wat is de grootste ellende? Zijn el lende niet te gevoelen. Wat is de grootste zonde? Ondankbaarheid en ongehoorzaamheid. Zoo leert de god zalige Ledeboer de kleine kinderen in zijn bekend vragenboekje. Waarlijk, de mensch ligt van nature als 'n doo- de in het graf. Steekt dien doode met een mes, hij gevoelt er niets van. En hoeveel de menseh van God ook krijgt naar ziel of lichaam, hij ziet er niets van; veel minder dat hij God de eer geeft. Hij slaat God met de weldaden in het aangezicht en gebruikt ze om Hem er mee te tergen en zijn zondig vleesch er mee te koesteren, er we- reldsch van te leven en den duivel er mee te dienen. Of hij maakt er zich een kroon van eigengerechtigheid van en denkt dat hij beter is dan an dere menschen. In plaats van dank baarheid en gehoorzaamheid, werken de weldaden een snoode ondankbaar heid of een boosaardige ongehoor zaamheid uit. De meeste menschen hebben zichzelven nooit gezien, noch gevoeld. Zagen ze het, zij zouden uit roepen: Wat één hel is het van bin nen! Wat een stank komt er uit dat graf! Welk een groote genade is het dan gesteld te zijn, als hier David was. Israël was zeer beweldadigd. In tijd van nood dacht zij er aan. Zij vleide God, bukte heel diep, maar niet diep genoeg: zij verloor zichzelf niet. „Zij logen God met een geveinsde tong." Zij bekeerde zich niet. Zij zocht God het eenigste en allervolmaakste Goed om het goed, maar niet om God, Die het eenigst en allervolmaakste Goed is. „Alleen kent uw ongerechtigheid." niet uw eigengerechtigheid. Een mensch blijft in zijn eigen deugden en krachten hangen. Dat is een doo de godsdienst. Als hij eens over zijn zonde mag klagen en niet over zijn rampen, over gemis aan gevoel, dat hij dood is, en over zijn ondankbaar heid, dat God niets krijgt dan mur mureeringen, en over zijn ongehoor zaamheid, dat God niets krijgt dan onbekeerlijkheid David had een besef van de weldaden. Wij kunnen zingen: „Hij overlaadt ons dag aan dag met Zijne gunstbewijzen," dat het wel waar is, maar niet waar v o o r o n s. Wij kun nen de weldaden noemen, dat zij geen „weldaden" zijn. Wij kunnen onder de weldaden liggen, maar dood en ongevoelig. Het woord weldaad beteekent in het Hebreeuwschvergelding." God kan een zondig mensch niets vergel den; want hij geeft aan God elk oogenblik reden tot straf. Onze bur gerlijke deugden zijn blinkende zon den, zonden in de oogen van een heilig God. Er is niemand, die God zoekt. De godsdienst is geen God zoeken. Wat blijft er dan over? Klagen zelfs over de oefening van on ze plichten. Al het roemen en prijzen van een mensch benauwt Gods Volk. Zij luisteren er naar, hoe ellendig het met een mensch gesteld is. Dat kan hen troosten. God vergeldt Zijn Zoon. Gods Zoon heeft in den staat der vernedering Zijn Vader in waarheid gediend. Hij kon zeggen: Wie overtuigt Mij van zonde? Er is geen bedrog op Zijn lip pen gevonden. Hij noemt Zichzelf de Waarheid. Hij is de Heere onze Ge rechtigheid. Hij was Zijn Vader gehoorzaam met Zijn werken, die geheel en in alle deejen beantwoordden aan de heilige eischen van Gods Wet. Hij voldeed aan de vloeken, die op de zonden van Zijn uitverkorenen lagen in Zijn ziel en lichaam beide. Hij werd tot een vloek en droeg den zwaren last van Gods toom. Hij was verlaten van God en mensch, en zelfs van Zijne discipelen. Den duivel werd de macht gegeven om al zijn trawanten in woe de te doen ontsteken tegen Hem. Zelfs het recht van den aardschen rechter moest zwijgen. Hij moest ster ven. Want God had den dood ge dreigd over de ongehoorzaamheid van Adam en Eva. Jezus was zijn vader gehoorzaam. Jezus had Zijn Vader verheerlijkt. En Zijn Vader vergold Hem, door verge ving der zonden, eeuwige gerechtig heid en zaligheid aan Zijn uitverkore nen te schenken. De goddeloozen krijgen veel van de aarde. Doch al hun goed is als 'n duurgekocht bezit, waar een hypo theek op staat. Als het land achter uitgaat in waarde, dan zijn zulke be zitters arm. Zoo is al de rijkdom vaii de goddeloozen een arm beetje. Zij gaan er mee naar de hel. Als de rechtvaardigen, of gerechtvaardigden die vrijspraak van schuld en straf en een recht op het eeuwige leven door de dadelijke en lijdelijke gehoorzaam heid van Christus ontvangen, iets van den Heere krijgen, dat is vrij van hy potheek, d.w.z. niets dan bezit. Dat besefte David. Beseffen is geloo- ven in de offerande van Christus Ontvangen groote partij Ook nog af te geven eenige rozen en bessenstruiken. Reus Goliath. Aanl. Kommersweg Ouddorp DRESSOIR GROOTE SCHUIFTAFEL 2-FAUTEUILS ^STOELEN B'J HOOG5TR.200 ROTTERDAM Wij cxposeeren een groote sorfeering MEUBELEN welke zeer geschikt zijn voor ST. NICOLAAS cadeaux Wij verwachten ook U om deze collectie te bezichtigen. Alle le veringen geschieden franco huis. niEuws Gerestigcl te Mlddelluiimls Ftins Hendiikstr. 122 C Gito 167930 Postbox 8 Td. 17. Bykantoor voor Zeeland: St. Maarteasdlpi, Maikt, Telef. 59. AdveTt«ntle^ti|{s 20 cent per regel. Recbmes 40 et.; Dienst* aanvragen en aanbiedingea van 16 regels 80 lA.; Boekmaan» koiuMsing 10 cent per regel Contractcin bdangijilc lager. Abonnementspi^s 85 cent per 3 uuuuulen i^ vooruitbetalling. Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afïonderljike nummert 5 cent Buitenland SjpildeQ jpn ja» Wat zal ik den Heere vergelden voor al Zijne weldaden aan mij bewezen? Ik zal den beker der verlossingen opnemen en den Naam des Heeren aanroepen. Psalm 116 126n 13. (Wordt vervolgd.) nis staat een vaas, de een fraaier dan de andere, waarin de asch van den doode rust. En het doet den Waarnemer zonderling aan, dat liij daar de urnen ziet van zoovele personen, met wie hij in het openbare le ven heeft omgegaan. Aangezien er naast begrafenisfondsen nu ook lijkverbrandingsfondsen zijn opgericht, staat wel vast, dat het aantal verbrandin gen jaar op jaar zeer zal toenemen en dan kan het tijdstip niet ver meer zijn, dat een tweede inrichting zal knoeten worden ge bouwd. Ai, mijn arm Vaderlaöd, dat het stof niet meer aan de aarde kan toevertrouwen; wie had zulks ooit kunnen denken Hier hebben wij een voorbeeld hoe scha delijk het is als de Overheid haar gezag niet laat gelden en er met haar Wetten wordt gespeeld. Het liberale ministerie Gort van der Linden heeft dit kwaad niet in den aanvang gestuit en opeenvolgende rechtsche kabinetten hebben dit ook op zijn beloop gelaten. Mij woedt het spreken van positief Christendom en het nemen van Gods Wet ten richtsnoer van het beleid der regeering een spelen met woorden. Zoolang er ten ten faeze maar vrijheid van handelen blijft bestaan, zal het begra ven toch in zwang blijven. Het is naar Gods Woord en het sluit bij den gang der natuur aan. Wij brengen onze dooden ten grave in gehoorzaamheid aan het voorbeeld van Gods Woord en voegen het stof bij de stof. Deze stofkens zal God bijeenvoegen in den Dag der dagen, Ik weet wel, dat lijkverbranding deze wederopstanding niet zal beletten, maar wij hebben toch geener- lei grond of verlof om het proces van ver nietiging door vuur te verhaasten. Zoo blijven onze kerkhoven de rustplaat sen onzer dooden. Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven van nu aan, zegt de Deelden wij in ons overzicht vorige week mede, dat door moord op staatssecretaris Rath te Parijs, in Duitschland ongerechtigheden plaats vonden, niemand heeft durven ver moeden, dat deze zoo'n omvang zouden aannemen en met zulke ernstige gevolgen voor de Joden, als de afgeloopen week te zien gegeven heeft. Heel de wiereld is er mede begaan, met het lot der Joden in Duitschland. Een zeventienjarige joodsche knaap doodt te Parijs in een onbezonnen oogenblik uit wraak een Duitscher, en daarvoor moeten al zijn geloofs- genooten bloeden. Winkels werden vernield, op andere plaatsen in brand gestoken, terwijl vele joden werden gearresteerd en in sommige steden zelfs gedwongen de stad te verla ten. De Joden zijn eenige dagen een speel bal geweest van het Duitsche publiek, het welk zijn hart mocht ophalen. Als er maar niet gestolen Werd en de menschen niet al te erg mishandeld, dan zag de politie wer keloos toe. Hoe ernstig deze feiten ook geweest zijn, erger zijn de besluiten der regeering. De regeering erkent dat zij de Joden niet het land kan uitjagen anders gebeurde het. Het leven wordt echter de Joden bijna ondragelijk gemaakt. In de eerste plaats moeten zij duizend millioen mark schadevergoeding beta len Wonderlijk zooals di( helpt zoowel bij kinderen als volwassenen. Pot 50 et. Tube 40 et Doos 30 et. Bij Apothekers en OrogisteD, De lijkverbranding In Nederland Beeds 34 jaren in «overtreding Weinig Iioop oj) verbetering ten dezen. Onder de zaken die den Waarnemer en velen met hem rechtvaardige ergernis ge ven,, behoort ook de Lijkverbranding. Een dubbelen aanstoot vind ik er in. Eerstens wegens het feit zelve, het heidensch gebeu ren, dat een menschenlichaam als het vuur ter vernietiging wordt prijsgegeven en tweedens wegens de in dezen betoonde machteloosheid der opvolgende Regeerin gen, die deze overtreding nu reeds 24 jaar laten voortbestaan zonder er door veran dering der Begrafeniswet een einde aan te maken. In toenemende mate wordt van deze me thode, om zich van den doode te ontdoen (want iets anders zie ik er niet in) ge bruik gemaakt. De oven te Driehuis-Wes- terveld is vergroot en het aantal veras- schingen is aldus: 1915 46 1925 262 1935 747 1937 890 Er zit dus flinke toeneming in. Deze verassching geschiedt in strijd met de Wet. Deze toch gebiedt, dat de doode in een kist begraven wordt, maar er is geen straf vastgesteld tegen niet-begraven, zoo dat de rechter niet veroordeelen kan. En reeds 24 jaren is men in gebreke geble ven die strafbepaling aan te brengen. Thans ziet ,,men" in Den Haag in, dat het nu toch moeilijk meer verboden kan wor den en nu dubieert de Regeering al 24 jaar tusschen erkennen" en ..verbieden." Men behoeft geen profeet te zijn ora te voorspellen, dat het op officieele erkenning zal uitloopen. In het verkeerde blijft Ne derland maar zelden bij andere volkeren achter. Voor enkele jaren heb ik de inrichting te Driehuis-Westerveld bezocht envan zulk een verassching in dit blad verslag uitge bracht. Ik zal dat nu niet herhalen, maar stip alleen aan, dat naar mijn gevoelen dit verbranden van den doode tot een hei- denschen cultus of vereering heeft gevoerd. Men beklimt moeizaam langs een slinge rend pad den heuvel, waarop het crema torium gebouwd is. In een fraaie zaal wordt de kist op een marmeren tafel ge zet, waarin zij langzaam wegzinkt, om dan beneden in de ovenruimte terecht te komen. Orgelspel, toespraak en Solozang ontbreken er niet bij. Achter het cremato rium zijn gebouwen met lange gangen, welke in de muren nissen hebben. In elke Geest. Ik heb dat grafschrift in het cre matorium niet aangetroffen. Op de kerkho ven echter wel. En het wordt al een lange lijst van namen dergenen, die in blijde ho pe van een heerlijke herrijzenis daar wer den neergelegd. Rust zacht, mag terecht op de zerken dezer begenadigden gebei teld. Er is geen sprake van, dat de aan blik der graven den bezoeker met afschrik vervult, zooals de lijkverbranders ons wil len doen gelooven. Bij de grafstede van Gods kinderen kan stille vree ons hart be zetten: daar rusten de vermoeiden van kracht en daar houdt de stem des drijvers op! In die wetenschap ligt voor nabestaan den en vrienden een rijke vertroosting bij het gemis; daar is geen bloementooi op 't graf van noode. En laten wij overigens nooit lichtvaar dig over graf en dood spreken, want geen van beiden behoort oorspronkelijk bij onze natuur. De zonde wordt met den dood be zoldigd; het is onze schuld dat de dood in de wereld gekomen is. Deze waarheid is in de conscientie der menschen veel ver- donkerd; hoe ontstellend groot is het getal van hen, die met hun levenseinde niet de minste ernst maken. Dood is dood, zegt men en wat het Woord Gods ons dienaan gaande leert is steeds meer onbekend. En ging er nu van U en mij maar een betere sprake tot de wereld uit, maar ook daarin hebben wij maar reden tot schaamte. WAARNEMER. MEDEDEELING Hulp Duitsclie Joden Van zeer vele zijden bereiken ons harte lijke blijken van deelneming in het droevig lot dat de Duitsche Joden treft. Men wil op allerlei wijzen hulp bieden. Hoezeer wij dit innig medeleven op prijs stellen, geven wij in overweging met het verleenen van daadwerkelijke of financieele hulp te wachten totdat de Comité's zijn op gericht. In een der volgende nummers ho pen we daarvan mededeeling te doen. De Gomm.'van Voorbereiding. ten tweede: er mogen na 1938 geen joodsche zaken meer bestaan. Alle joodsche zaken worden door den staat overgenomen. De waarde bepaalt de staat. ten derde: De jood mag in Duitschland geen lei dende positie meer innemen. Hij mag zelfs geen eigen baasje vaeer zijn. Alleen knecht in den vollen zin des woords, als iemand hem hebben wil. Als in een fabriek b.v. een jood met een bepaald werk goed op de hoogte is, en de gave bezit aan zijn mede-arbeiders leiding te geven en daardoor benoemd wordt tot chef of fabrieks of ploegbaas; dan is dat voortaan verboden. Hij mag niet boven een Duitscher staan, omdat het niet anders kan alleen er onder. Een groot gedeelte van zijn vermogen heeft de staat reeds tot zich genomen, en gaat hij het land ,uit, dan moet hij het grootste gedeelte achterlaten. Vele landen zijn met het lot dezer men schen begaan. Amerika heeft als een stil protest zijn gezant naar Washington ge roepen om verslag uit te brengen. De grenzen rondom Duitschland zijn ech ter hermetisch gesloten, geen jood kan vluchten. Zij mogen wel uit Duitschland maar mogen de andere landen niet binneen- komen. Minister Colijn heeft dezer dagen erop gewezen dat de werkloosheid hier groot is, en gevraagd wat moeten wij met een onge veer 600.000 vluchtelingen doen. Er wordt overwogen het grootste ge deelte te zenden naar de Engelsche kolo niën Britsch-Guyana, Noord-Rodesia en Kenya. Hiermede is echter een bedrag gemoeid van 800 a, 400 millioen gulden,. waarvan de Engelsche staat een gedeelte voor zijn rekening wil nemen. Waar zal echter het andere gedeelte van daan ko men? Koning Carol van Roemenië, vertoeft thans te Londen voor een officieel bezoek. Reeds lang was dit bezoek besproken, doch door allerlei omstandigheden moest het steeds worden uitgesteld. Of Engeland met dit bezoek blij mag zijn, is een groote vraag. Het is een eer als het door andere vorsten wordt bezocht, maar het is niet eender uit welk land. Koning earol is een zeer gezien vorst, een man die het voor zijn volk opneemt, en tracht zijn land vooruit te brengen. De ligging van Roemenië is echter thans zeer ongunstig., terwijl het land zeer benijdenswaardige bo demproducten bezit. De geschiedenis van Tsjecho-Slowakije heeft ook aan Roemenië wat te zeggen, en Koning Carol doorziet de toestand heel goed. Daarom gaat hij heel vriendschappe lijk op bezoek te Londen en te Parijs, men spreekt zelfs ook te Berlijn, om de kat uit den boom te kijken, en steun te zoeken •waar deze het best en het meest geboden wordt. Daarom is zulk een bezoek voor Enge land ook heel moeilijk. Aan de eene zijde verkrijgt de regeering zeer vriendschappe lijk vele gewensohte belangn:'ijke inlichtin gen, maar, aan de andere zijde, staat zij Voor een moeilijke beslissing, die op han delsfinancieel en mogelijk ook militair ge bied nog ver strekkende gevolgen kan heb ben. Koning Carol wordt door de Engelsche bevolking met sympathie ontvangen. Als bijzonderheid vermelden wij, dat op het oogenblik vier koningen te Londen ver toeven. 1 De Engelsche Koning; 2 de Koning van Roemenië; 3 de Koning van Grie kenland; 4 de Koning van Noorwegen. In Frankrijk dreigt de regeering in een moeilijk parket te komen. VOORNAAMSTE INHOUD: Uit het Kijkvenster: De l^kverbranding. Buitenland: De gevolgen van den moord op von Bath 3 koningen op bezoek in En geland, Binnenland: Duitsche Joodsche Vluchte lingen aan onze grenzen. Bejierkte toela ting in Nederland. Artikelen: Wat leest onze Jeugd? (2e Blad.^ Anonieme Brieven. De wegen op Goeree en Overflakkee (3» Blad.) Landbouw: Furore als roode Starvervan ger Een praatje over bemesting. Plaatselijk, Kerk en Vereen Nieuws. Boeken-nieuws.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1938 | | pagina 1