CrimVEEKBLADÖpGED.GD0nD5IAG vööÖDcZUID-HOaÊnZEEUWSCHE EIIAnDEn N.V. ÜITGEVERSMAATSCHAPPU JILANDEN-NIEÜWS" STICHTELIJKE OVERDENKING He Jaargang ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1938 No. 969 Dit Dommer bestaat uit 2 bladen Een levende klacht oyer de breuk. Uit het Kijkvenster Rook- en Pruimfabak 50 Sigaren 87'l2 et. VERBRUGGE KERKNIEUWS WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" 18e JAARGANG (Slot). Hoe ongelukkig gevoelde Jeremia zich, ziende op de toestand der Kerke Gods, hoe treurt en weeklaagt 't le vende volk van God, dat er zoo wei nigen zijn die het Godsgemis voelen. Daarom gaan klacht en smart te saam bij den man Gods, omdat Israël niet had willen luisteren en gestraft werd, maar ook ziet hij dat er zoo weinigen zijn die treuren over de breuke. Toen de Zone Gods kwam om 's Vaders toorn te stillen, wie had daar gevoel van en wie trok het zich aan, dat de Zone Gods zulk een smartelij- ken, doodelijken lijdensweg moest af leggen, opdat velen vanuit het Babel des Tyrans zouden uitgerukt en hun- lieder zonde zoude vergeven, om van een eeuwig lijden verlost te worden. Ja zelfs in de smartelijkste uren van strijd in Gethsemané dan zien wij zelfs dat de Kerk in slaap was gevallen. Jeremia ging gebukt onder het on geluk zijns volks, Christus ging gebukt onder den vloek, onder de zonde des volks, doch slechts weinigen hadden daar gevoel van. Elke ziel die door den levendmakcn- den Geest ontdekt wordt aan de breuk, heeft ook gevoel daarvan en weeklaagt met Jeremia over de toestand van land, volk, kerk en staat. Ja de duivel die eerst den mensch heeft doen zondigen, wordt de bitterste vijand van dat volk dat kermen ge leerd heeft. Het volk moest Gods kastijdende hand ervaren, diezelfde hand die eer tijds had behoed voor den Amelekiet, die sloeg nu en de profeet vraagt, is er nu niemand die met mij de smart draagt Als een ziel bevoorrecht is, God moet missen, dan is er geen grootere zielesmart. Daarom is de smart van Jeremia zoo groot, omdat de vijand de overhand heeft en Sion zucht in de boeien, Een mensch kan wel smart hebben over zijn zonden, doch dat is nog geen zielesmart. Want Saul als hij tot. de orde door David wordt ge roepen heeft hij wel smart, maar als die nevel voorbij is, dan gaat hij weer zijn eigen weg. Christus heeft zielesmart doorwor steld dat Hij weent over Jeruzalem en staat bij het graf van Zijn vriend. De zielesmart van Jeremia wordt ook geopenbaard als hij zag, Israël zucht in knellende banden. God zelf had die smart .verwekt en daarom ge voelde de profeet de breuk en zag hoe de vijand steeds dat volk vernederde. Hoe weinigen worden er gevonden in dezen tijd die met Jeremia de toe stand der kerk betreuren, want inplaats van verootmoediging, wil een ieder Koning en geen onderdaan zijn. Ja zelfs degenen die den kansel beklimmen, daaronder worden er niet weinigen gevonden, die niet de .minste smarte omdragen over de droeve toestand, waarin men nu leeft. Hoe droevig, dat ook diegene het den diepgevallen mensch moet aanzeg gen, zulks niet doet en geen smart heeft over de treurvolle toestand. Omdat God hen niet heeft geroepen is er vanzelf ook geen werkzaamheid met, en hoe gereformeerd men ook schijne, geen gevoel van de breuk. Doch wien het waarlijk op 't harte is gebonden gelijk Jeremia, die zenden hun zielsklacht ten hemel, of het den Heere mocht behagen nog eens het levende Woord te doen verkondigen, tot troost van het schreiend Sion, tot verheerlijking van Gods deugden, tot beschaming der vijanden. Dat is geen levende klacht als men voort blijft gaan op anderen de schuld te werpen en zelf nooit als de schul dige kwam. Zulken gaan voort en doen gelijk één der ouden sprak„Men bouwt en sjouwt bijeen; veel hout en steen, doch werken over 'tschuldboek heen". Doch Jeremia en al de door God geroepenen buigen en bukken zich neer als schuldigen en beweenen ra&i smart in hun ziele dat er bijna niemand is die met hen bedroefd is, en voort gaat op eigen weg en beenen. Doch hoe donker Gods weg ook zijn moge, de Heere verlaat de zijnen nooit en laat ze niet eeuwig in het verdriet. En al moet nu Sion roepen vanwege de zielesmart„De Heere heeft mij vergeten en verlaten"de Heere zegt ,,Ik zal en kan mijn kerk niet verlaten, want Ik heb u in mijn beide handpal men gegraveerd". Niemand kan de profeet -troosten, niemand kan een ziele troosten, die in banden des doods ligt en uit 't diepst der ziele tot God roept, dan Hij alleen, die zegt„Ik zal ulieden troosten"* Dat mocht Jeremia ervaren, dat hij met de levendgemaakte Sionnieten den troost des Heeren mocht genieten. O hoe troostvol is het voor een zuchtend volk, die 't uitroept: „Is er een smart als de mijne?", als de Heere zelf tot hun spreekt,,Ik ben uw heil". Ach hoe kan 't vaak schijnen alsof de Heere een schreiende ziel niet hoort die van wege 't gevoel der breuk, zielesmart heeft. Hoe donker kan 't vaak zijn voor het vrijgemaakte volk als zij, om der zonde wil in duisternis zitten, maar hoe troostvol klinkt het tot hun ziele: „Ben Ik dan een land van uiterste duisternis?" Zalig de mensch die na ontvangen genade uit de put der ellende verlost wordt, van de smarten bevrijd, en mag gewagen dat de breuk geheeld en met God verzoend is. O dat wonder mag Jeremia ervaren als het volk straks wordt verlost uit den kerker. En om nu gevangenen te bevrijden en die in donkerheid zit te verlossen, heeft dien dierbaren Middelaar Gods en der menschen, zijn kerker, graf ver laten om te getuigen dat Hij alleen zielesmart kan wegnemen. Straks behoeft Jeremia en al Gods volk niet meer te klagen, want in dien hemelschen tempel is geen breuk, maar daar is alles één. V. Waar rolt de voetbal onze jeugd heen OUDE SMAAK 15 en ZO et. per half pond MIDDELHARNIS niEUi/s UITGAVE VAN AdvcTtenticp:^ 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst* aaavragea en aaabieding^ van 16 regels 80 et; Boelcun» kondigiiig 10 cent per i^el Contracten belangiyk lager. Gevestigd te Middellutniis Prins Hendrikstr. 122 G Giro 167930 Fostboz 8 Tel. 17, Bijkantoor voor Zeeland: St. Maartensdijk, Markt, Telef. 59. Abonnemenuprfs 85 «ent per 3 maanden bf| vooruitbetaling. Veisch^nt iedeien Woensdag en Zaterdag 2 maal per weck. Afsonderlgkc nummers 5 cent Buitenland 8 gulden p«r Jaar Gaat Mt Ulieden niet aan, allen die overweg gaa't? Klaagl. Jet. 1—12ai De voetbal beheetst in onze dagen hoofd <fn hart van vele jonge menscheji. Ook op het eiland Tholen. I>e tijd, dat iemand, die de \oetbalsport beoefende opviel in zijn dorp is lang' voorbij. Men vindt het thans heel gewoon, dat een jongeman zich met voetballen vermaakt. Jongens worden, zou men zoo zeggen, als voetballers geboren. De mannelijke jeugd kan nauwelijks staan of ze schopt al naar een bal. Vaak wordt dit do.or de ouderen met trots geconstateerd. Men speelt met ze mee. Zoo, zonder eenige bedoeling, wordt de lust tot voetballen reeds aangewakkerd, 't Is dan ook geen wonder, dat onze jongens voor een groot gedeelte voetballen als een sport beschouwen, dïe bdj 't leven hoort. Dat is jammer; dat is te betreuren. En waarom? Om de eenvoudige reden, dat men geen oog heeft voor de gevaren voor ziel «n lichaam, die aan de voetbalsport, zoo als die in onze dagen wordt beoefend, ver* bonden zijn. De gevaren voor 'tËchaam zijn groot. Man moge beweren, dat 'spel nuttig is. Wij kunnen 't daar niet mee eens zijn. 't Kan naar onze meening onmogelijk nuttig zijn, dat een jongeman een paar uren ach* ter een bal holt en zich vaak tot het uiterste vermoeift. Evenmin kan het o.i. het lichaam ten goede komen., dat iemand, pover gekleed, zich in weer en wind be* we^t en daarna warmi van inspanning per fiets, boot of bus* met neergelaten ramen naar huis begeeft. De vele ongelukken, die de voetballers treffen in den vorm van gebroken armen ein beenen, gekwetste oogep, pijnl^jjk trapte buiken enz., menigmaal met doode^ lijken afloop, stippen we maar aan. Lichamelijke oefening is nuttig (van wel* nig nut zegt Gods Woord) maar de ten top gedreven voetbalsport kan niet nuttig zijn. Erger dan 't gevaar voor het lichaam ach* tem wij echter de geestelijke gevaren. Wie wel eens wedstrijden heeft gadegesla* gen, heeft gezien de hartstocht waarmea men speelt, met inspanning volgen de deel* nemers 't verloop van den kamp. Begaat eien der spelers een fout, dan hoort men vaak de medespelers hun ontstemming daar* over te kennen geven in bewoordingen, ge* spe.end aan eiken regel van fatsoen. Grove scheildwoorden en vloeken klinken over 'tvelld. Na afloop van een wedstrijd volgen me>= nigmaal twist* en scheldpartijen tusschen de „sportbroeders", die zich ook niet ontzien om hun meerderheid dan te doen blijken van een vechtpartg. Blijven partijen vrienden, dan vertrekt men onder 'f zingem van overwitmingsüei* deren van het terrein en wordt niet zelden de vriendschap in de kroeg bezegeld. Deze dingen vindein plaats. Dat weet ieder een. Ze gebeuren niet zelden, maar vaak. Niet alleen op werkdagen en op Zateiv dagavond, maar ook en bijna bijl voorkeiur op Zondagi. Dies Heeren dag wordt door de voetbal* Iers in Nederland gruwelijk geschonde». „Hoe de voetbal Zondag rolde" heet een rubriek van de moderne dagdbladen. Die wordt veel gelezen. En met veel animoi. Wij stellen een andere vraag. Waar rolt die voetbal onze jeugd heen? Lettend op de tastbare feiten, boven aaait* gegeven, moet het antwoord op deze vraag een ongunstig antwoord zijn. De voetbalsport leidt onze jongens op een verkeerd spoor. Op het spoor der zonde Hij Wiekt hartstocht. Hij is ook oorzaak van 't vertrappen van Gods geboden, van 't scheiden van Gods <feg, van 't vernielen' van het lichaam. Zij v^rt tot beginselverzai* king en geringschatting van Gods .dienst. De eer van den mensch wordt er mea geizocht,'opzettelijk bedoeld, ten koste van Gods eer. Lezer wat dunkt U? Ligt hier geen taak voor U? Of zult ge werkloos toezien, dat het voetbalmonster op ons eiland, waar men nog in groote meerderheid rekening wenscht te houden met 's Heeren geboden, meer en meier beslag legt op onze jongens? 't Is al erg genoeg denken wij. Hier valt niet over te redeneeren met Uw zoon en mag geen sprake zijn van een halfslachtige houding. Zeker niet voor deze gedachte, dat jeugd als behoorende tot de wereld, niet anders leeft dan de wereld', en dat men als mensch in dezen toch niets vermag. Neen, neenl i Plicht is te waken tegen 't meedoen van onze jongens aan de dwaze voetbalsport, die ook op het eiland Tholen meer en meer de jeugd voor zich inneemt. Ook zij er geen plaats in Uw huis voor dei krant met sportverslagen van den Zon* «las'- Over dhristdijke voielbalvereenigjngeffl spra ken we niet. Dat zijn voor onze memschen onbestaanbare dii^gen. Deze zullen den Zon* dag ontzien en zich hoeden voor grofheid. Diat waardeeren we. Overigens bestaat leir geen wezenlijk verschil tusschen deze en de z.g.n. neutrale vereenigingem. Onzei jongens behoeven niet als oude menschen stil op een bankje te zitten. Dat 'doen ze ook niet. Ze hebben lichaamsbei* weging genoeg. Voetbalsport is geen noodt» kelijke levensbehoefte. Ook voor christelijke voetbalvereenigingen koma op ons eiland geen plaats. EEN RAAK ANTWOORD^ Dei bekende Schotsche predikant Ebfinezer Eiikinei had de naam van een populair «n bij het volk geliefd prediker te zijin. Diaardoor trok hij van heiinde en verre toehoorders, die hij door de helderheid zijne'r predikaties uren boeien kon. Tweie mannen wafren eeais een heeiïlt zomeir iedere morgen van Glasgow komen loopen, een afstand van 32 Kilometer, en wairen desniettegenstaande steeds vol aan* dacht als Erskine preekte. Eens echter was een van hen ietwat sla* perig en vroeg onder de preek aian zijn mak* ker .om een snuifje. Deke antwoordde daarop in het vuur van het gevoel waaronder hij zielf ver* keerde: „Kerel I er komt een geur uit dien preek* stoel, die dunkt mij iedereen moet wakker houdenl" I j Fejesigiedruisch en drjoeve maren Kinderzichten Het hooge ambt en de gehoorzaamheid Heer en knecht De macht hoven ons. Het is een merkwaardig saonentreffen, dat, nu geen stad of dorp is aan te wijzen waarin men zich niet opmaakt om het ju* bileum van onze Koningin te vieren, de couranten ons melding moeten maken van velerlei droeve voorvallen. Er is eenige onrust ontstaan door het openbaar worden van gevallen van kin* derverlamming, soms ook van nekkramp bij kinderen. In Gouda zijn circa 18 ge* vallen van verlamming geconstateerd, in Rotterdam eveneens circa 16, Giesendam en Schoonhoven elk één, Boskoop circa 4, Alphen a.d. Rijn eenige, Waddinxveen 5 gevallen jn één week. In laatstgemO'emde gemeente zijn tot heden 3 patientjes over* leden, in Alphen is één kind aan deze ziekte gestorven. Men meent te weten, dat uiterst kleine baccillen door neus en mond in het lichaam dringen en zich een weg banen naar de ruggemcrg, waar zij het centrale zenuw* stelsel aantasten en alzoo verlamming van armen of beenen veroorzaken. Blijft de patiënt leven, dan is toch de kans groot dat een lichaamsHd verlamd blijft, dan wet dat zulk een lid blijvend in zijn groei ge* stuit wordt. Aangezien deze ziekte besmet* telijk is, worden in vele plaatsen de vacan* ties der scholen verlengd, of waar de school al begonnen was, wordt opnieuw vacantie gegeven. Hoezeer de kinderen deze lange vacantia zullen toejuichen, zoo is toch de aanleiding er toe van heel droeven aard. Laten \v;ij hopen, dat nieit de ziektei in verband staat met de zoO' bedenkelijke vaccinatie, want het zou voor alle betrok* ken ouders eem dubbele smart zijn, te bedenken, dat hun groote voorzorg tegein pokken, dit lijden over hunne kinderen, bracht. Tot heden wordt dat verband tus* schen vaccinatie en verlamming nog nïet gelegd, maar ik zou dienaangaande gaarne worden ingelicht. De wetenschap is wellicht nog niet zoover gevorderd, dat de naast* bijliggende oorzaak is vast te stellen. Dat in het oog houdend, moet ons volk zich maar verre houden van inentingen, welker nut nog maar hoogst twijfelachtig is en waaraan voor sommige kinderen levens* gevaar verbonden is. i Met al onze groote kbnnis zal bet toch niet gelukken de plagen die God rechtvaar' dig over ons brengt, af te wenden. Het blijkt ook nu welei; zijn het piet de pokken, dan treedt een andere gevaar* lijke ziekte op. i Uit de Gemeente Heer Hugiowaard biji Alkmaair komen berichten over ernstige ziekteverschijnselen, die aan dysenterie doen denken. Reeds een kind is overleden, negen andeaie, waarvan zes uit één gezin, moesten naar het ziekenhuis worden vervoerd, ter* wijl ook twee personen van 17 en 20 jaar me|t deze'lfde verschijnselen in levensgie(* vaar verkeeren. Al te samen roepstemmen, dat de mensch maalr een leemen hut bewoont en dat zdlfs de feestvreugde ons niet ontslaat van onzen plicht te bedenken, dat alle vleesch afc gras is en ons leven een rook, die voor korten tijd gezien wordt. Bestond daarvan bij hoog* en laaggeplaatsten meer besef, dan zou ons volk zich niet zoo gul tot uit* bundige vreugde laten vervoeren. Da Burgemeester van Rotterdam moet op medisA voorschrift rust houden en heeft zijn taak' aan een der Wethouders over* gedragen. Gouda, dat reeds zoo bezocht is met de kinderverlamming is in rouw gedompeld door het overlijden van den Burgemees» ter, den heer Geerlandt, die maar enkele wdken ongesteld geweest is. Na in In* dië officier geweest te zijn, was de heer Gaarlandt achtereenvolgens Burgemeester van Texel, Gorkum en sinds 1927 van Gouda. Gouda is geen gemakkelijke stad om te besturen, daar wist de heer Geerlandt en ook zijn ambtsvoorganger, vaa mede te spreken. Soms kan een enkel raadslid het den Burgemeester uiterst moeilijk maken. ALs er altijd maar gecritiseerd wojcdt, als elk recht van het raadslid steeds ten voeten uit moet worden uitgeoefend, als alle welwillendheid jegens het hoofd der gemeente zoek is, dan is zulk een bestuurdersplaats weinig begeerenswaard. En zoo torst menig Burge* meester en ander hooggeplaatst persoon soms een last, van welker zwaarte maar eein emkei burger eenig besef heeft. Jarenlang heeft de S.DlA.P. ons vergast op de uitwas* sen der democratie; de Kamerleden willen pp da stoel van den Minister gaan zitten etn hun raadsleden trachtten dikwijls den Burgemeester tot hun knechtje te maken. De sprake des Woords: Vreest God, eert den Koning, is velen een onbekende klank. Ook hapert het óns volk algemeen veel hieraan, dat het slechts die Overheidsper* somen eerbied toedraagt, die ons het.meest aanstaan, vergetend, dat de Apostel Petrus veacmaant niet alleen den goeden, maa'S ook den kwaden overheden onderworpen' te zijn. Daar is geen macht dan van Godi alzoo, dat die zich tegen de macht stelt, de ordinantie Gods wederstaat. En die zie wederstaan, zullen over zichzelf een oordeel halen. (Romeinen 13). Het is goed, dat wij elkander dit gedurig in herinnedtag breni' geso- Diit relspecteeren van wie boven ons staan, geldt ons allen. De knecht c«p de deiel, de meid in huis, de buirger in dfa gcineente en de boekhouder op zijn kan* toor, overal eischt het gebod-gehoorzaam^ Jieid. Wij moeten geven schatting -WH. dia schatting, eere wie de eere, tol wie de tol foelkomt. Toen Uw Waarnemer enkele maande» geleden ten Paleize in Den Haag moest we» zen, bleek ook daar heer en knecht te zijn. De lakeien in hun fraai gewaad open* den en sloten mij de deuren. Het moetj, zoo meen ik, begeerlijk wezen in Harer Majesteits Paleis te dienen; het is er alles in één woord: KoninkUjkl 2^ar ziet, daar werd ik onverwacht er aan herinnerd, dat wij menschen maar buiten tegen de dingen aanzien. Want van de trappen daalde een hoofd^lakei, nog sierlijker gekleed dan de hovelingen aan de deuren enhij diendei hun een berisping toe. Zoo moet ook ten Hove een ieder aan de macht boven hem onderworpen zijn. Gelukkig dat het onder ons volk nog aldus is. En wei hem of haar die in kinderlijke vreeze mag opklimmen van den mensch tot God, Die als de groote Souverein ons aller leven leidt en allen regeert 1 1 i Ik ben Uw knecht, een zoon Uwelr dienstmaagd. Gij hebt mijne banden los* gefmaakt. Dit knechtschap voert tot een offerande van dankzegging, tot het betalen der geloften. I i In de tegenwoordigheidvan Zijn voütó. In de( voorhoven van hetl Huis dtg Heeren. I In het midden van U, o Jeruzaleml WAARNEMER, j NEDERL. CANDIDAAT I BLÜM. Cand. J. Blum, tot dusver candidaat det Gereformeerde Kerken, is tot de GejKifor>' meerde kerken in H.V. overgegaan en aldaar toegelaten om te staan naar den dienst des Woords. In hel Kerkblad dezer kerken geeft cand. Blum van afkomst, in Palestina geboren, en studeprde te Tel Aviv. Later werd hij te Cor.slautinopel tot officier opgeleid en voclit in den wereldoorlog mede, In het hospitaal ging hij tot het Christendom over. In 1926 wenrd hij in Nederland door ds. W. J. J. Velders gedoopt en studeerde van 1930 1934 aan de Vrije Universiteit. In 1936 werd hij hulpprediker te Olst. Als motieven over zijn nieuwte verap* dering schrijft hij het volgende: „Enkdie verschijnsejlen die mij' in die Geirctormeerde kerken tegen de borst stui* ten zijn: De liefdeloosheid (die in de pole* miejc op het duidelijkst uitkomt) die naaff mijn ervaring heerscht, het door velen op de spitsdrijven van de eenzijdige verbond's* belschouwing, die zoo schadelijk is vootr de persoonlijke keuze en bekeering; het door velen in de practijk vertrappen van de loelcumenische (bijbelsche) gedachte, daarbij hael vergetende dat men eUcen Zondag in de kerk de oecumenische geloofsbelüj* denis hoort voorlezen; het genoeg meenem te hebben (vrucht van de eenzijdige ver* bondspirediking) aan hei geboren :rif)n. b^! geireformeerde ouders, de geestelijke dorheid de onderlinge strijd en verdeeldheid, het laag neerzien op geloovigen van andere kerken en nog meer ernstige bezwaren."

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1938 | | pagina 1